Koen Lenaerts, geboren in 1954 te Mortsel (België), behaalde in 1977 het diploma van licentiaat in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven (België) alvorens zijn studie voort te zetten aan Harvard University (Harvard-universiteit te Cambridge, Verenigde Staten). Daar behaalde hij in 1978 een Master of Laws en in 1979 een Master of Public Administration. Na zijn terugkeer naar de Katholieke Universiteit Leuven promoveerde hij in 1982 tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Hij begon zijn professionele loopbaan aan diezelfde universiteit, waar hij in 1979 werd aangesteld als assistent en in 1983 benoemd tot hoogleraar Europees recht. Tijdens zijn academische loopbaan doceerde hij ook aan het Europacollege te Brugge (België) (1984-1989) en was hij gasthoogleraar aan Harvard Law School (rechtenfaculteit van Harvard University) (1989).
Koen Lenaerts trad in 1984 in dienst van het Hof van Justitie als referendaris van rechter René Joliet, een functie die hij bekleedde tot 1985. Van 1986 tot 1989 was hij werkzaam als advocaat aan de balie van Brussel.
Hij werd benoemd tot rechter in het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (thans Europese Unie) op 25 september 1989, de dag waarop deze nieuw opgerichte rechterlijke instantie werd geïnstalleerd. Hij was meer dan veertien jaar rechter in het Gerecht, voordat hij op 7 oktober 2003 werd benoemd tot rechter in het Hof van Justitie van de Europese Unie. Van 9 oktober 2006 tot 8 oktober 2012 was hij door zijn ambtgenoten voor twee opeenvolgende termijnen verkozen tot kamerpresident en vervolgens, vanaf 9 oktober 2012, tot vicepresident van het Hof van Justitie.
Op 8 oktober 2015 werd hij verkozen tot president van het Hof van Justitie. Hij bekleedt deze functie tot op heden.
Thomas von Danwitz, geboren in 1962 te Bedburg/Erft (Duitsland), studeerde aan de Rheinische Friedrich-Wilhelms-universiteit te Bonn (Duitsland), waar hij in 1986 het eerste staatsexamen in de rechtsgeleerdheid aflegde, en aan de Université de Genève (universiteit van Genève, Zwitserland). Hij schreef een proefschrift aan de Rheinische Friedrich-Wilhelms-universiteit en verkreeg in 1988 de titel van doctor in de rechtsgeleerdheid. Vervolgens studeerde hij aan de École nationale d'administration (ENA) (nationale hogeschool voor bestuursambtenaren, Frankrijk), waar hij in 1990 een internationaal diploma overheidsadministratie behaalde. In 1992 voltooide hij zijn voorbereidende juridische stage in Keulen (Duitsland) met het tweede staatsexamen in de rechtsgeleerdheid, waarna hij in 1996 wetenschappelijk medewerker met doceerbevoegdheid werd aan de Rheinische Friedrich-Wilhelms-universiteit.
In zijn onderzoekswerk richtte hij zich voornamelijk op Duits publiekrecht en Europees recht. Van 1996 tot 2003 doceerde hij die vakken als hoogleraar aan de Ruhr-universiteit te Bochum (Duitsland). Van 2000 tot 2001 was hij er tevens decaan van de faculteit rechtsgeleerdheid. Van 2003 tot 2006 doceerde hij aan de Universität zu Köln (universiteit van Keulen, Duitsland) en in 2006 werd hij aan die universiteit directeur van het Institut für Öffentliches Recht und Verwaltungslehre (instituut voor publiekrecht en bestuurswetenschappen).
Tijdens zijn academische loopbaan was hij in 2000 gasthoogleraar aan de Fletcher School of Law and Diplomacy (Fletcher-school voor recht en diplomatie) van de Tufts University (Verenigde Staten), van 2001 tot 2006 gasthoogleraar aan de universiteit François Rabelais te Tours (Frankrijk), en van 2005 tot 2006 gasthoogleraar aan de universiteit Paris I Panthéon-Sorbonne (Frankrijk). In 2005 doceerde hij en vervulde hij een onderzoeksopdracht aan de University of California, Berkeley (universiteit van Californië te Berkeley, Verenigde Staten). In 2004 trad hij toe als lid van de Ständige Deputation des Deutschen Juristentags (raad van bestuur van de Duitse juristendag), een functie die hij tot 2014 vervulde.
Thomas von Danwitz is rechter in het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2006. Hij werd op 9 oktober 2012 door zijn ambtgenoten in het Hof verkozen tot kamerpresident, welke functie hij tot en met 8 oktober 2018 uitoefende. Sinds 8 oktober 2024 is hij vicepresident van de instelling.
François Biltgen, geboren in 1958 te Luxemburg (Groothertogdom Luxemburg), behaalde in 1981 zijn rechtendiploma en vervolgens in 1982 een diploma voortgezette studies Europees recht aan de universiteit Paris II Panthéon-Assas (recht, economie en sociale wetenschappen) (Frankrijk). In datzelfde jaar behaalde hij een diploma aan het Institut d’études politiques de Paris (instituut voor politieke studies, Parijs, Frankrijk).
Van 1987 tot en met 1999 oefende hij het beroep van advocaat uit en was hij lid van de balie van het Groothertogdom Luxemburg. Tegelijkertijd bekleedde hij ook politieke functies, als secretaris van de parlementaire fractie van de Parti Chrétien social (christelijk-sociale partij) in het Luxemburgse parlement (1983‑1994) en als gemeenteraadslid van de stad Esch-sur-Alzette (Luxemburg) (1987‑1999), waar hij ook wethouder was. Als wethouder was hij van 1994 tot en met 1999 plaatsvervangend lid van de Luxemburgse delegatie in het Europees Comité van de Regio’s. In 1994 werd hij voor vijf jaar verkozen als lid van het Luxemburgse parlement. Hij nam actief deel aan wetgevende activiteiten, met name als rapporteur voor talrijke wetsvoorstellen op het gebied van het Unierecht.
Na de parlementaire verkiezingen van 1999 trad hij toe tot de Luxemburgse regering. Hij leidde verschillende ministeries. Hij was achtereenvolgens minister van Arbeid en Werkgelegenheid, minister van Geloofsgemeenschappen, minister voor betrekkingen met het Parlement en gedelegeerd minister van Communicatie (1999‑2004), minister van Arbeid en Werkgelegenheid, minister van Geloofsgemeenschappen en minister van Cultuur, Hoger Onderwijs en Onderzoek (2004‑2009), en minister van Justitie, minister van Openbare Dienst en Bestuurshervorming, minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek, minister van Communicatie en Media en minister van Geloofsgemeenschappen (2009‑2013).
Als minister had hij ook internationale verantwoordelijkheden. Zo was hij in 2005 voorzitter van verschillende formaties van de Raad van de Europese Unie. Tussen 2005 en 2009 was hij medevoorzitter van de ministeriële conferentie in het kader van het Bologna-proces, en in de periode 2012‑2013 van de interministeriële conferentie van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA).
François Biltgen is sedert 7 oktober 2013 rechter in het Hof van Justitie en bekleedt de functie van kamerpresident sinds 8 oktober 2024.
Küllike Jürimäe, geboren in 1962 te Haapsalu (Estland), behaalde in 1986 haar rechtendiploma aan de Tartu ülikool (universiteit van Tartu, Estland). Ze volgde een postdoctorale studie aan de Estlandse school voor diplomatieke wetenschappen, waarvan ze in 1992 het diploma behaalde. In 2003 behaalde zij, na een studie aan de Università degli Studi di Padova (universiteit van Padua, Italië) en de University of Nottingham (universiteit van Nottingham, Verenigd Koninkrijk) een Europese master in mensenrechten en democratisering.
Vanaf 1986 werkte ze gedurende vijf jaar als officier van justitie in Tallinn, Estland. Van 1991 tot 1993 was zij juridisch adviseur en van 1992 tot 1993 algemeen adviseur van de Eesti Kaubandus-Tööstuskoda (Estse kamer van koophandel en industrie). Tussen 1993 en 2004 was zij rechter in de Tallinna Ringkonnakohus (hof van beroep van Tallinn).
Küllike Jürimäe werd op 12 mei 2004 benoemd tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie. Zij is rechter in het Hof van Justitie sedert 23 oktober 2013, waarin zij vanaf 8 oktober 2021 zetelt als kamerpresident.
Constantinos Lycourgos, geboren in 1964 te Nicosia (Cyprus), behaalde in 1985 zijn rechtendiploma en in 1987 zijn diplôme d’études approfondies (postuniversitair diploma) (DEA) Gemeenschapsrecht aan de universiteit Paris II Panthéon-Assas (Frankrijk), waar hij in 1991 zijn doctoraatsproefschrift in de rechten verdedigde.
Hij werd in 1993 toegelaten tot de balie in Cyprus en was advocaat bij de balie van Nicosia tot 1996. In dat jaar werd hij benoemd tot bijzonder adviseur voor Europese aangelegenheden van de Cypriotische minister van Buitenlandse Zaken. Hij bekleedde deze functie tot 1999 en was vervolgens van 1999 tot 2002 adviseur voor Unierecht bij de juridische dienst van de Republiek Cyprus. Van 1998 tot 2003 maakte hij deel uit van het onderhandelingscomité voor de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie en van 2002 tot 2014 was hij lid van de Grieks-Cypriotische delegaties bij de onderhandelingen voor een algehele regeling van de kwestie Cyprus.
Wegens zijn deskundigheid was hij van 2002 tot 2007 hoofdjurist en vervolgens, van 2007 tot 2014, eerste advocaat van de Republiek Cyprus. Hij was van 2003 tot 2014 directeur van de afdeling Europees recht van de juridische dienst van de Republiek Cyprus, en daarnaast, van 2004 tot 2014, gemachtigde van de Cypriotische regering bij de rechterlijke instanties van de Europese Unie.
Constantinos Lycourgos werd op 8 oktober 2014 benoemd tot rechter in het Hof van Justitie, waarin hij sedert 8 oktober 2021 de functie van kamerpresident bekleedt.
Irmantas Jarukaitis, geboren in 1973 te Prienai (Litouwen) behaalde in 1997 zijn rechtendiploma en in 2008 zijn doctorstitel aan de Vilniaus universitetas (universiteit van Vilnius, Litouwen). Hij doceerde van 1999 tot 2018 aan de Vilniaus Universitetas, eerst als assistent en vervolgens als universitair hoofddocent. Hij heeft ook andere opdrachten vervuld ten behoeve van het rechtswetenschappelijk onderzoek, zoals blijkt uit zijn talrijke publicaties op het gebied van Europees recht en constitutioneel recht. Naast zijn academische taken is hij actief lid van de mede door hem opgerichte Lietuvos Europos teisės asociacija (Litouwse vereniging voor Europees recht).
In 1997 trad hij in dienst van de afdeling Europees recht van het Litouwse ministerie van Justitie, waar hij achtereenvolgens de functies vervulde van hoofdspecialist, afdelingshoofd (2002‑2003), en vicedirecteur-generaal (2004‑2010). Van 2010 tot 2018 was hij rechter in de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (hoogste bestuursrechtbank, Litouwen), waarvan hij van 2012 tot 2017 vicepresident was. Van 2015 tot 2017 was hij waarnemend president van deze rechterlijke instantie, terwijl hij tevens lid was van de Teisėjų taryba (raad voor de rechtspraak, Litouwen).
Irmantas Jarukaitis is rechter in het Hof van Justitie sedert 8 oktober 2018 en bekleedt de functie van kamerpresident sinds 8 oktober 2024.
María Lourdes Arastey Sahún, geboren in 1959 te Tarragona (Spanje), studeerde aan de Universitat de Barcelona (universiteit van Barcelona, Spanje), waar zij in 1983 haar rechtendiploma behaalde. Daarna volgde zij van 1984 tot 1985 een beroepsopleiding tot magistraat aan de Escuela Judicial (nationale school voor magistraten, Spanje).
Van 1985 tot 1989 was zij rechter in de Juzgado de Distrito de Sant Feliu de Llobregat (districtsrechtbank Sant Feliu de Llobregat, Spanje) en de Juzgado de Distrito de Barcelona (districtsrechtbank Barcelona). In 1989 werd zij voor een jaar aangesteld in de Juzgado de lo Social nº 7 de Barcelona (arbeidsrechtbank nr. 7 van Barcelona) en later in de Sala de lo Social del Tribunal Superior de Justicia de Cataluña (kamer voor arbeids- en socialezekerheidszaken van het hooggerechtshof van Catalonië, Spanje), waar zij tot 2009 werkzaam was. In 2009 werd zij benoemd tot rechter in de Tribunal Supremo (hooggerechtshof, Spanje). Van 2013 tot 2021 zetelde zij tevens als rechter in de Tribunal administratif de l'Organisation du Traité de l’Atlantique Nord (administratieve rechtbank van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, NAVO) (Brussel, België).
Naast haar gerechtelijke loopbaan was María Lourdes Arastey Sahún ook actief in het onderwijs. Van 1998 tot 2008 bekleedde zij de functie van universitair hoofddocent arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht aan de Universitat de Barcelona. Zij was ook werkzaam als universitair hoofddocent aan nationale centra voor gerechtelijke studies, onder meer in Spanje (regelmatig), Bulgarije (2008) en Roemenië (2008), en aan de Escuela Judicial de Centroamérica y Caribe „Juan Carlos I” (school voor rechterlijke ambtenaren in Midden-Amerika en de Caraïben Juan Carlos I) (2006). Zij geeft lezingen en neemt deel aan seminars aan vele universiteiten. Ten slotte had zij zitting in verschillende organen die actief zijn op het gebied van het Unierecht, opleiding en onderzoek van de bekwaamheid van rechters, en alternatieve wijzen van geschillenbeslechting.
María Lourdes Arastey Sahún is rechter in het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2021 en bekleedt de functie van kamerpresident sinds 8 oktober 2024.
Maciej Szpunar, geboren in 1971 te Krakow (Polen), is in 1995 aan de Uniwersytet Śląski (universiteit van Silezië, Polen) en in 1996 aan het Europacollege (België) afgestudeerd in de rechten. In 2000 verdedigde hij zijn doctoraal proefschrift en in 2009 werd hij doctor met doceerbevoegdheid in de rechtsgeleerdheid. Vervolgens werd hij in 2013 hoogleraar aan de Uniwersytet Śląski. In het kader van zijn universitaire werkzaamheden was hij Visiting Scholar aan het Jesus College van Cambridge University (Verenigd Koninkrijk) (1998), aan de Université de Liège (universiteit van Luik, België) (1999), en aan het Europees Universitair Instituut te Firenze (Italië) (2003).
In 2001 trad hij toe tot de balie van Katowice, waarna hij tot 2008 het beroep van advocaat uitoefende. In diezelfde periode was hij lid van het comité internationaal privaatrecht van de commissie voor de codificatie van het burgerlijk recht bij het Poolse ministerie van Justitie.
Van 2008 tot en met 2009 bekleedde hij de functie van ondersecretaris van staat bij het bureau van het comité voor Europese integratie (Polen). Van 2010 tot en met 2013 werkte hij bij het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens die drie jaren vertegenwoordigde hij de Poolse regering als gemachtigde in een groot aantal zaken voor de rechterlijke instanties van de Unie.
Van zijn voortdurende belangstelling voor universitair onderzoek getuigt zijn lidmaatschap van de redactiecomités van meerdere juridische tijdschriften. Hij publiceerde ook veelvuldig over Europees recht en internationaal privaatrecht.
Maciej Szpunar werd op 23 oktober 2013 benoemd als advocaat-generaal bij het Hof van Justitie en bekleedt sedert 11 oktober 2018 de functie van eerste advocaat-generaal.
Siniša Rodin, geboren in 1963 te Zagreb (Kroatië,) behaalde in 1987 zijn rechtendiploma aan de Sveučilište u Zagrebu (universiteit van Zagreb). Hij zette zijn academische studie voort in de Verenigde Staten, waar hij in 1992 een Master of Laws behaalde aan de University of Michigan (universiteit van Michigan). Terug in Kroatië zette hij zijn studie voort aan de Sveučilište u Zagrebu, waar hij in 1995 promoveerde tot doctor in de rechten. Van 2001 tot 2002 was hij Fulbright Fellow en Visiting Scholar aan Harvard University (universiteit van Harvard, Verenigde Staten).
Hij begon zijn beroepsloopbaan in 1987 als universitair docent aan de Sveučilište u Zagrebu. Sinds 2003 is hij hoogleraar Unierecht aan de Sveučilište u Zagrebu en in 2006 werd hem de Jean Monnet-leerstoel toegekend, die hij vanaf 2011 ad personam bekleedde. In 2012 was hij gasthoogleraar aan Cornell Law School (faculteit der rechtsgeleerdheid van de universiteit Cornell, Verenigde Staten). Tijdens zijn academische loopbaan heeft Siniša Rodin talrijke werken gepubliceerd die hebben bijgedragen tot de verspreiding van het Unierecht in Kroatië.
Tussen 2006 en 2011 maakte Siniša Rodin deel uit van het Kroatische onderhandelingsteam voor de toetreding van Kroatië tot de EU, en van 2009 tot 2010 was hij lid van de Kroatische commissie voor grondwetsherziening en voorzitter van de werkgroep voor toetreding van Kroatië tot de Unie.
Siniša Rodin is de eerste Kroatische rechter in het Hof van Justitie. Hij bekleedt deze functie sedert 4 juli 2013.
Andreas Kumin, geboren in 1965 te Graz (Oostenrijk), studeerde aan de Karl-Franzens-Universität Graz (universiteit van Graz, Oostenrijk). Daar behaalde hij achtereenvolgens in 1987 zijn rechtendiploma en in 1990 een doctoraat in de rechten. Aan diezelfde universiteit behaalde hij in 1988 tevens een bachelordiploma vertaalwetenschappen. In het kader van zijn opleiding als ambtenaar koos hij er in 1991 voor om in Frankrijk zijn studie voort te zetten aan de École nationale d’administration (ENA) (nationale hogeschool voor bestuursambtenaren, Frankrijk), waar hij in 1992 het diploma „cycle international long d’administration publique” (uitgebreide internationale studie openbaar bestuur) behaalde.
Hij startte zijn professionele loopbaan in 1990 als ambtenaar bij het Oostenrijkse ministerie van buitenlandse zaken waar hij tot 1994 werkzaam was bij de juridische dienst en vervolgens bij het directoraat-generaal economisch en Europees integratiebeleid. Van 1994 tot en met 2000 was hij adviseur bij de permanente vertegenwoordiging van Oostenrijk bij de Verenigde Naties en de gespecialiseerde instellingen in Genève (Zwitserland). In de periode 2000‑2019 is hij blijven werken voor het Oostenrijkse ministerie van buitenlandse zaken, eerst als hoofd van de eenheid „Juridische vraagstukken inzake de eerste pijler van de Europese Unie” en daarna in de periode 2005‑2019 als hoofd van het departement Europees recht.
Sinds het begin van zijn academische loopbaan in Oostenrijk heeft hij veel gepubliceerd over Europees recht. Aanvankelijk vanaf 2007 als docent bij het instituut voor Europees en internationaal recht van de Leopold-Franzens-Universität Innsbruck (universiteit van Innsbruck), vervolgens van 2012 tot en met 2018 als docent aan de Diplomatische Akademie Wien (internationale hogeschool Wenen), en sinds 2014 als covoorzitter van verschillende conferenties aan de Wirtschaftsuniversität Wien (economische universiteit Wenen). Ten slotte werd hem voor de periode 2014‑2019 een hoogleraarschap aangeboden bij het instituut voor Europees recht van de Karl-Franzens-Universität Graz, waar hij sinds zijn aanstelling als honorair hoogleraar in 2020 nog steeds lesgeeft.
Andreas Kumin is sedert 20 maart 2019 rechter in het Hof van Justitie. Hij bekleedt deze functie tot op heden.
Niilo Jääskinen, geboren in 1958 te Mikkeli (Finland), behaalde in 1980 zijn rechtendiploma en vervolgens, in 1982, een diploma voortgezette studies in de rechten aan de Helsingin yliopisto (universiteit van Helsinki, Finland). In 2008 verdedigde hij zijn doctoraal proefschrift in de rechten aan die universiteit. Al zeer vroeg bleek dat zijn belangstelling uitging naar het geven van onderwijs en in 1980 werd hij, eveneens aan de Helsingin Yliopisto, universitair docent in de rechten, een functie die hij tot 1986 bekleedde.
In 1983 was hij gedurende een jaar referendaris bij en tijdelijke rechter in de Rovaniemen kihlakunnanoikeus (rechtbank van eerste aanleg van Rovaniemi, Finland). Van 1987 tot 1989 trad hij op als juridisch adviseur en vervolgens, van 1990 tot 1995, als hoofd van de afdeling Europees recht bij het Finse ministerie van Justitie. Daarnaast vervulde hij tussen 1989 en 1990 de functie van juridisch adviseur bij het Finse ministerie van Buitenlandse Zaken. Als verantwoordelijke voor juridische en institutionele zaken nam hij deel aan de onderhandelingen over de toetreding van Finland tot de Europese Unie. Van 1995 tot 2000 bekleedde hij de functie van adviseur en secretaris voor Europese zaken bij de grote commissie van het Finse parlement.
In 2000 trad hij in dienst bij de Finse rechterlijke macht, waarbij hij van 2000 tot 2002 zetelde als tijdelijke rechter, en van 2003 tot 2009 als rechter in de Korkein hallinto-oikeus (administratief hooggerechtshof).
Op 7 oktober 2009 werd hij benoemd als advocaat-generaal bij het Hof van Justitie, een functie die hij bekleedde tot 7 oktober 2015. Daarna keerde hij terug naar zijn geboorteland, waar hij van 2015 tot 2019 wederom de functie van rechter vervulde en van 2018 tot 2019 vicepresident was van de Korkein hallinto-oikeus.
Niilo Jääskinen werd op 7 oktober 2019 benoemd tot rechter in het Hof van Justitie. Hij bekleedt deze functie tot op heden.
Dimitrios Gratsias, geboren in 1957 te Athene (Griekenland), behaalde in 1980 een rechtendiploma aan de Ethniko kai Kapodistriako Panepistimio Athinon (universiteit van Athene, Griekenland) en in 1981 een diploma voortgezette studies publiekrecht aan de universiteit Paris I, Panthéon-Sorbonne (Parijs, Frankrijk). Het daaropvolgende jaar behaalde hij het getuigschrift gemeenschapsrecht aan het Centre universitaire d'études communautaires et européennes (universitair centrum communautair en Europees recht) (universiteit Paris I, Frankrijk).
In 1985 begon hij zijn professionele loopbaan in Griekenland als auditeur bij de Symvoulio tis Epikrateias (raad van state). Hij vervulde die functie tot 1992, waarna hij werd benoemd als assessor, en vervolgens in 2005 als staatsraad. Naast deze functies werd hij in 1998 voor twee jaar (1998‑1999) aangesteld als geassocieerd lid van de Anotato Eidiko Dikastirio (bijzonder hooggerechtshof) en was hij in 2006 lid van het Eidiko Dikastirio Agogon Kakodikias (bijzonder hof voor geschillen inzake onrechtmatige rechtspraak). In 2008 was hij lid van de Anotato Dikastiko Symvoulio Dioikitikis Dikaiosinis (hoge raad voor de bestuursrechtspraak). Tijdens het gerechtelijk jaar 2009‑2010 vervulde hij de functie van inspecteur van de bestuursrechtbanken.
In de periode 1994‑1996 was hij werkzaam als referendaris in het kabinet van advocaat-generaal Georges Cosmas.
Dimitrios Gratsias was rechter in het Gerecht van 25 oktober 2010 tot en met 6 oktober 2021. Van 18 september 2013 tot en met 30 september 2019 was hij voor twee achtereenvolgende termijnen kamerpresident in het Gerecht. Hij is rechter in het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2021.
Miroslav Gavalec, geboren in 1961 te Zlín (Tsjechoslowakije), behaalde eerst een diploma werktuigbouwkundig ingenieur op het gebied van thermische machines en kerninstallaties aan de České vysoké učení technické v Praze (Tsjechische Technische Universiteit van Praag, Tsjechoslowakije). Daarna bekleedde hij van 1986 tot 1991 verschillende functies in de nucleaire sector.
Uit belangstelling voor sociale wetenschappen, volgde hij van 1990 tot 1995 een studie rechten aan de Univerzita Komenského v Bratislave (Comeniusuniversiteit van Bratislava, Slowakije), waar hij in 1995 zijn rechtendiploma behaalde en in 2010 promoveerde tot doctor in de rechten (PhD).
In 2001 werd hij rechter in handels- en familiezaken alsmede rechter voor bestuursgeschillen in de Okresný súd Bratislava III (rechtbank in eerste aanleg Bratislava III, Slowakije). Die functie oefende hij uit tot 2005, het jaar waarin hij benoemd werd in de Najvyšší súd Slovenskej republiky (hoogste rechterlijke instantie van de Slowaakse Republiek), waar hij eerst rechter in de afdeling bestuursrechtspraak was en vanaf 2009 voorzitter van de eerste kamer van de afdeling bestuursrechtspraak.
Naast zijn loopbaan als rechter heeft Miroslav Gavalec zich ook beziggehouden met onderwijsactiviteiten. Tussen 2005 en 2011 was hij docent aan het instituut voor economie en management van de Paneurópska vysoká škola (Paneuropees college, Slowakije).Van 2006 tot 2014 was hij tevens docent aan de instituten voor administratief recht en privaatrecht van de Paneurópska vysoká škola.
Voorts was hij van 2005 tot 2020 lid van het Forum van de rechters van de Europese Unie voor milieuzaken en maakte hij tussen 2006 en 2015 deel uit van de Europese Vereniging voor bestuursrechters.
Miroslav Gavalec is rechter in het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2021.
Juliane Kokott, geboren in 1957 te Frankfurt am Main (Duitsland), studeerde van 1976 tot 1982 rechten aan de Universität Bonn (universiteit van Bonn, Duitsland) en aan de Université de Genève (universiteit van Genève, Zwitserland). Ze ontving een Fulbright-beurs en behaalde in 1983 een LLM aan de American University, Washington DC (Amerikaanse universiteit van Washington DC, Verenigde Staten). Terug in Europa promoveerde zij tot doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Universität Heidelberg (universiteit van Heidelberg, Duitsland) in 1985 en vervolgens aan de Harvard University (universiteit van Harvard, Verenigde Staten) in 1990. Bovendien behaalde zij in 1985 het diploma van de Académie Internationale de Droit Constitutionnel (internationale academie voor constitutioneel recht te Tunis, Tunesië).
Juliane Kokott begon haar academische loopbaan in 1991 als gasthoogleraar aan de University of California, Berkeley (universiteit van Californië te Berkeley, Verenigde Staten). Ze zette haar loopbaan voort in Duitsland, waar zij hoogleraar Duits recht en buitenlands publiekrecht, internationaal recht en Europees recht was aan achtereenvolgens de Universität Augsburg (universiteit van Augsburg) (1992), de Universität Heidelberg (1993) en de universiteit Heinrich-Heine te Düsseldorf (1994‑1999). In 1999 werd haar een leerstoel toegekend aan de Universität St. Gallen (universiteit van St. Gallen, Zwitserland), waar zij internationaal recht, internationaal economisch recht en Europees recht doceerde. Aan diezelfde universiteit was zij in 2000 ook directeur van het instituut voor Europees en internationaal economisch recht en van 2001 tot 2003 adjunct-directeur van het Master of Business Law-programma.
Vervolgens werkte ze voor de Duitse regering, die haar in 1995 benoemde tot plaatsvervangend rechter in het internationaal hof voor conciliatie en arbitrage van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Tot 2003 was zij vicevoorzitter van de Wissenschaftliche Beirat Globale Umweltveränderungen der Bundesregierung (WBGU) (adviesraad van de federale regering inzake wereldwijde milieuverandering, Duitsland).
Juliane Kokott is op 7 oktober 2003 benoemd tot advocaat-generaal bij het Hof van Justitie. Van 2006 tot 2007 was zij eerste advocaat-generaal.
Alexander Arabadjiev, geboren in 1949 te Blagoëvgrad (Bulgarije), studeerde aan de Sofiyski universitet „Sveti Kliment Ohridski” (heilige Clemens van Ohrid universiteit van Sofia, Bulgarije), waar hij in 1972 zijn rechtendiploma behaalde.
In 1975 werd hij benoemd tot rechter in de Rayonen sad Blagoevgrad (rechtbank van eerste aanleg van Blagoëvgrad) en in 1983 tot rechter in de Okrazhen sad Blagoevgrad (regionaal hof te Blagoëvgrad), waar hij tot 1986 werkzaam was. Vervolgens zetelde hij van 1986 tot 1991 in de Varhoven Sad (hooggerechtshof van Bulgarije) en van 1991 tot 2000 in de Konstitutsionen sad (grondwettelijk hof van Bulgarije). Van 1997 tot 1999 was hij lid van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens.
Van 2001 tot 2006 onderbrak hij zijn gerechtelijke loopbaan tijdelijk om zich te wijden aan het proces van toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie, waaraan hij niet alleen als lid van het Bulgaarse parlement, maar van augustus 2005 tot december 2006 ook als waarnemer bij het Europees Parlement actief heeft deelgenomen. Van 2002 tot 2003 werkte hij als lid van de Conventie over de toekomst van Europa mee aan de ontwikkeling van oplossingsstrategieën voor de uitdagingen waarvoor de Europese Unie zich in het kader van de uitbreiding van 2004 geplaatst zag.
Op 12 januari 2007, enkele dagen na de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie, werd hij benoemd tot rechter in het Hof van Justitie. Hij werd op 9 oktober 2018 door zijn ambtgenoten in het Hof verkozen tot kamerpresident, welke functie hij tot en met 7 oktober 2024 uitoefende.
Manuel Campos Sánchez-Bordona, geboren in 1950 te Zafra (Spanje), behaalde na afloop van studies aan de Universidad de Sevilla (universiteit van Sevilla, Spanje) en de Universidad de Granada (universiteit van Granada, Spanje) in 1972 zijn rechtendiploma. Hij begon zijn gerechtelijke loopbaan als openbaar aanklager bij de Audiencia Provincial de Palma de Mallorca (provinciale rechtbank Palma de Mallorca, Spanje) en bij de Audiencia Provincial de Sevilla (provinciale rechtbank Sevilla) (1977‑1982).
Vervolgens zette hij zijn loopbaan voort als rechter in de kamer voor administratiefrechtelijke geschillen van de Tribunal Superior de Justicia de Canarias (hoogste rechterlijke instantie van de autonome regio Canarische Eilanden, Spanje), in de Audiencia Nacional (rechtbank in eerste en tweede aanleg Spanje), in de Tribunal Superior de Justicia de Andalucía (hoogste rechterlijke instantie van de autonome regio Andalusië, Spanje) en in de Tribunal Superior de Justicia de Cantabria (hoogste rechterlijke instantie van de autonome regio Cantabrië, Spanje). Van 1989 tot 1994 was hij president van de kamer voor administratiefrechtelijke geschillen van deze rechterlijke instantie.
Nadat hij van 1995 tot 1999 referendaris was geweest bij advocaat-generaal Dámaso Ruiz-Jarabo Colomer in het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, was hij van 1999 tot 2015 rechter in de kamer voor administratiefrechtelijke geschillen van de Tribunal Supremo (hoogste rechterlijke instantie Spanje).
Naast deze laatstgenoemde functie was Manuel Campos Sánchez-Bordona van 2006 tot 2014 lid van de raad van bestuur van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie (ACA-Europe).
Op 7 oktober 2015 werd hij benoemd tot advocaat-generaal bij het Hof van Justitie.
Eugene Regan, geboren in 1952 te Kilcoon (Ierland), studeerde aan het University College Dublin (Dublin, Ierland) waar hij in 1974 een diploma politieke en economische wetenschappen behaalde en in 1975 een master in de politieke economie. In 1979 rondde hij zijn studie af met een master internationaal en vergelijkend recht aan de Université libre de Bruxelles (franstalige vrije universiteit Brussel, België).
In 1975 werkte hij als economisch analist bij de Irish Farmers’ Association (IFA) (Ierse vereniging van landbouwers, Dublin). Van 1975 tot en met 1979 zette hij zich als directeur van het bureau van de IFA bij de Europese Economische Gemeenschap in voor de bescherming van de Ierse landbouwsector. Van 1980 tot en met 1984 was hij directeur-generaal van de Irish Meat Exporters Association (Ierse vereniging van vleesexporteurs). Na een periode te hebben gewerkt als politiek adviseur van Peter Sutherland, commissaris voor de mededinging in de Europese Commissie, keerde hij terug naar de landbouwsector, waar hij van 1989 tot en met 1995 directeur-generaal was van een groot Iers vleeshandelsbedrijf.
Hij was sedert 1985 Barrister bij de Honorable Society of King’s Inns (Dublin), en in die hoedanigheid actief in de praktijk als lid van de balie van Ierland tussen 1995 en 2005, en als Senior Counsel van 2005 tot en met 2015. Van 2007 tot en met 2011 was hij tevens lid van de Seanad (senaat, Ierland).
Eugene Regan werd als rechter benoemd in het Hof van Justitie op 7 oktober 2015. Hij werd op 9 oktober 2018 door zijn ambtgenoten in het Hof verkozen tot kamerpresident, welke functie hij tot en met 7 oktober 2024 uitoefende.
Nuno Piçarra, geboren in 1957 te Sintra (Portugal), studeerde rechten aan de Universidade de Lisboa (universiteit van Lissabon, Portugal), waar hij in 1980 zijn rechtendiploma en in 1986 een Master of Laws behaalde. In 2003 schreef hij aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universidade Nova de Lisboa (universiteit Nova van Lissabon, Portugal) een proefschrift waarop hij promoveerde tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Tijdens zijn academische loopbaan was hij eerst van 1981 tot 1986 medewerker aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universidade de Lisboa en vervolgens van 1987 tot 1996 gasthoogleraar bij het Europa-instituut van de Universität des Saarlandes (universiteit van Saarland, Duitsland). Hij was van 2003 tot 2008 docent rechtsgeleerdheid en van 2008 tot 2018 universitair hoofddocent rechtsgeleerdheid aan de Universidade Nova de Lisboa. Ook doceerde hij van 2014 tot 2018 als gastprofessor aan de Universidad Pontificia Comillas (Pauselijke Universiteit Comillas, Spanje). Zijn inzet voor wetenschappelijk onderzoek blijkt uit zijn talrijke publicaties over constitutioneel recht en Unierecht, met name over de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, het vrij verkeer van personen en over institutioneel recht.
In 1986 trad Nuno Piçarra voor het eerst in dienst van het Hof van Justitie. Hij werkte hier tot 1987 als jurist-linguïst en van 1987 tot 1990 als jurist-revisor. In 1990 werd hij referendaris in het kabinet van de president van het Gerecht van eerste aanleg, José Luís da Cruz Vilaça, met wie hij tot 1995 samenwerkte. Daarna was hij tot 1996 referendaris in het kabinet van rechter Rui Manuel Gens de Moura Ramos.
Van 1996 tot 1999 was hij in opdracht van de Portugese regering nationaal coördinator voor aangelegenheden betreffende het vrij verkeer van personen in de Europese Economische Ruimte bij het Portugese ministerie van Buitenlandse Zaken, en lid van het Comité K-4 van de Raad en van de centrale groep van de permanente overlegstructuur van de Schengenakkoorden.
Hij was Portugees lid van FreSsco, een netwerk van onafhankelijke deskundigen op de gebieden van vrij verkeer van werknemers en coördinatie van de sociale zekerheid binnen de Europese Unie, en van 2004 tot 2018 lid van het academisch netwerk Odysseus voor juridisch onderzoek over immigratie en asiel in Europa. Van 2015 tot 2018 zetelde hij in de raad van bestuur van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten te Wenen (Oostenrijk).
Nuno Piçarra werd op 8 oktober 2018 benoemd tot rechter in het Hof van Justitie. Hij bekleedt deze functie tot op heden.
Jean Richard de la Tour, geboren in 1959 te Le Dorat (Frankrijk), behaalde in 1982 zijn rechtendiploma aan de universiteit Paris II (Frankrijk), waarna hij van 1984 tot 1986 een opleiding tot magistraat volgde aan de École nationale de la magistrature, France (nationale school voor magistraten Bordeaux, Frankrijk).
Tot rechter benoemd in 1986, begon hij zijn loopbaan bij de tribunal d’instance de Limoges (rechtbank in eerste aanleg Limoges, Frankrijk), waar hij tot 1988 rechter was. Van 1988 tot 1996 was hij topambtenaar bij de centrale administratie van het Franse ministerie van Justitie (directie burgerlijke zaken en justitie). Tussen 1996 en 2004 was hij referendaris bij de Cour de cassation (hof van cassatie Parijs, Frankrijk).
In 2004 trad Jean Richard de la Tour in dienst bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waar hij tot 2006 de functie van arrestenlezer uitoefende. Van 2006 tot 2012 werkte hij als referendaris bij het Hof van Justitie voor rechter Pernilla Lindh en vervolgens voor rechter Carl Gustav Fernlund.
In 2012 keerde terug naar Frankrijk, waar hij was benoemd tot advocaat-generaal bij de kamer voor sociale zaken van de Cour de cassation. Hij oefende die functie tot 2017 gelijktijdig uit met die van speciaal gezant van de procureur-generaal bij de Cour de cassation. Vervolgens werd hij benoemd tot eerste advocaat-generaal bij de handels-, financiële en economische kamer van de Cour de cassation, welke functie hij bekleedde van 2017 tot 2020.
Van 1998 tot 2002 was hij, naast zijn rechterlijke functies, lid van de commissie voor verslaggeving en studies bij de Cour de cassation en van 1999 tot 2004 van de commissie voor herziening van strafrechtelijke veroordelingen bij de Cour de cassation. Van 2016 tot 2020 was hij voorzitter van de raad van bestuur van het Institut national des formations notariales (nationaal instituut voor notariële opleidingen (Frankrijk).
Jean Richard de la Tour is advocaat-generaal bij het Hof van Justitie sedert 23 maart 2020.
Athanasios Rantos, geboren in 1953 te Athene (Griekenland) behaalde in 1976 zijn rechtendiploma aan de Panepistimio Athinon (universiteit van Athene), en voltooide zijn studie in 1990 met een master Europees recht aan de Université libre de Bruxelles (franstalige vrije universiteit Brussel, België). Hij werd in 1992 „fellow” bij het Institut international des droits de l’homme [internationaal instituut voor de rechten van de mens, Genève (Zwitserland) en Straatsburg (Frankrijk)].
In 1978 was hij gedurende een jaar advocaat bij de balie van Athene. Vervolgens bleef hij werkzaam in Griekenland, eerst bij de Symvoulio tis Epikrateias (raad van state) waar hij tussen 1979 en 2020 achtereenvolgens de functies van auditeur, assessor, staatsraad, vicepresident en president uitoefende. Van 2000 tot en met 2020 was hij lid van de Anotato Eidiko Dikastirio (bijzonder hooggerechtshof) en van 2011 tot en met 2020 president van de Eidiko Dikastirio Agogon Kakodikias (bijzonder hof voor geschillen inzake onrechtmatige rechtspraak). Tussen 1996 en 2020 zetelde hij, eerst als lid en nadien als president, in de Anotato Symvoulio Dioikitikis Dikaiosynis (hoge raad voor bestuursrechtspraak). Van 2011 tot en met 2020 was hij president van de Peitharchiko Symvoulio Melon Didaktikou Ereunitikou Prosopikou ton Anotaton Ekpaideutikon Idrymaton (tuchtraad voor docenten aan instellingen voor hoger onderwijs).
Naast zijn functies in de rechterlijke macht kreeg Athanasios Rantos vele opdrachten als voorzitter van verschillende comités voor de voorbereiding van wetgeving in Griekenland. Hij was lid van de Κentriki Nomoparaskeuastiki Epitropi (centraal comité voor de voorbereiding van de wetgeving). Zijn belangstelling voor het onderwijs bracht hem er verder toe om van 1990 tot en met 1994 Europees en administratief recht te doceren aan de Ethniki Scholi Dimosias Dioikisis (nationale hogeschool voor administratie). Hij doceerde dit vak ook van 1995 tot en met 2016 aan de Ethniki Scholi Dikastikon Leitourgon (nationale school voor de magistratuur). Zijn beschouwingen over verschillende juridische vraagstukken hebben aanleiding gegeven tot talrijke onderzoeksprojecten, waaruit in de meeste gevallen publicaties voortkwamen.
Athanasios Rantos is sedert 10 september 2020 advocaat-generaal bij het Hof van Justitie.
Ineta Ziemele, geboren in 1970 te Jelgava (Letland), behaalde in 1993 haar rechtendiploma aan de Latvijas Universitāte (universiteit van Letland). In datzelfde jaar voltooide zij − aan de Aarhus Universitet (universiteit van Aarhus, Denemarken) − ook studies over het Amerikaanse rechtsstelsel en over het recht en het beleid van de Europese Gemeenschappen, alsmede een studie politieke wetenschappen. In 1994 behaalde zij een master internationaal recht aan de Lunds Universitet (universiteit van Lund, Zweden). Ze rondde haar studie af aan Cambridge University (universiteit van Cambridge, Verenigd Koninkrijk), waar zij in 1999 haar doctoraatsproefschrift verdedigde.
Ze begon haar loopbaan als parlementair assistent in het Letse parlement van 1990 tot 1992, waarna zij van 1992 tot 1995 een functie aanvaardde als adviseur van de commissie buitenlandse zaken van het Letse parlement. In 1995 werd zij benoemd tot adviseur van de Letse premier, en van 1999 tot 2001 werkte ze bij het directoraat-generaal Mensenrechten van de Raad van Europa in Straatsburg, Frankrijk.
Daarnaast doceerde Ineta Ziemele sinds 1993 als universitair medewerker aan de afdeling juridische en politieke theorie en de afdeling internationaal recht en zeerecht van de Latvijas Universitāte. Tot 1999 was zij daar ook universitair docent internationaal en Europees recht, terwijl ze aan de Latvijas Universitāte het mensenrechteninstituut oprichtte, dat zij tot dat jaar leidde. Zij was tevens hoogleraar „Söderberg” en vervolgens gasthoogleraar aan de Rīgas Juridiskā augstskola (Riga Graduate School of Law, Letland), waar zij sinds 2001 een hoogleraarschap in internationaal recht en mensenrechten bekleedt. Van 2001 tot 2005 gaf zij, als gasthoogleraar, ook les aan het Raoul Wallenberg Instituut van de Lunds Universitet.
De gerechtelijke loopbaan van Ineta Ziemele begon in 2005 met haar benoeming tot rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg, een functie die ze tot 2014 ook vervulde als kamerpresident. In 2015 werd zij benoemd tot rechter in de Latvijas Republikas Satversmes tiesa (grondwettelijk Hof, Letland), waarvan zij van 2017 tot 2020 president was.
Sinds 2017 is zij corresponderend lid van de Letse academie van wetenschappen, waaraan ze meewerkt door haar onderzoekswerk op het gebied van het recht. Dat onderzoek heeft geleid tot talrijke publicaties.
Ineta Ziemele werd op 6 oktober 2020 benoemd tot rechter in het Hof van Justitie. Zij bekleedt deze functie tot op heden.
Jan Passer, geboren in 1974 te Praag (Tsjechoslowakije), studeerde aan de Univerzita Karlova (Karelsuniversiteit, Tsjechië), waar hij zijn rechtendiploma behaalde. Vervolgens, in 2000, behaalde hij een master of laws aan de Stockholms Universitet (universiteit van Stockholm, Zweden). In 2007 verdedigde hij zijn doctoraal proefschrift aan de Univerzita Karlova.
In 1997 begon hij een gerechtelijke loopbaan in Tsjechië, eerst tot 2001 als gerechtsauditeur bij de Městský soud v Praze (arrondissementsrechtbank Praag), en vervolgens van 2001 tot 2005 als rechter in de Obvodní soud pro Prahu 2 (districtsrechtbank Praag 2). Van 2005 tot 2016 was hij rechter in de Nejvyšší správní soud (administratief hooggerechtshof van Tsjechië).
Hij stelde zijn praktijkervaring ook ten dienste van het onderwijs en werd werkzaam als universitair docent, onder meer in het Unierecht. Hij doceerde van 2001 tot 2003 aan de Univerzita Karlova, van 2006 tot 2016 aan de Masarykova univerzita (universiteit Masaryk, Tsjechië) en van 2014 tot 2016 aan de Univerzita Palackého v Olomouci (universiteit Palacký te Olomouc, Tsjechië). Die expertise bracht hem ertoe om van 2001 tot 2016 eveneens rechten te doceren aan de Justiční akademií České republiky (academie van justitie van de Tsjechische Republiek).
Jan Passer werd op 19 september 2016 benoemd tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie. Hij was vier jaar rechter in het Gerecht, waarna hij op 6 oktober 2020 tot rechter in het Hof van Justitie werd benoemd. Hij bekleedt deze functie tot op heden.
Nicholas Emiliou, geboren in 1963 te Famagusta (Cyprus), studeerde aan de Ethniko kai Kapodistriako Panepistimio Athinon (nationale Kapodistrias-universiteit van Athene, Griekenland), waar hij in 1986 zijn rechtendiploma behaalde. Hij zette zijn studie voort aan de London School of Economics and Political Science (school voor economie en politieke wetenschappen te Londen, Verenigd Koninkrijk), waar hij in 1987 een master Europees recht behaalde. In 1991 promoveerde hij aan het University College London (een college binnen de universiteit van Londen) tot doctor in de rechtswetenschappen.
Aan die universiteit begon hij ook zijn academische loopbaan. Van 1988 tot 1991 was hij daar werkzaam als onderzoeksassistent. Vervolgens was hij docent Europees recht van 1991 tot 1993 aan de University of Southampton (universiteit van Southampton, Verenigd Koninkrijk) en van 1993 tot 1994 aan het Queen Mary and Westfield College, University of Londen (thans Queen Mary University of London, Verenigd Koninkrijk). Van 1995 tot 1997 bekleedde hij de Jean Monnet-leerstoel voor Europese integratie aan de University of Durham (universiteit van Durham, Verenigd Koninkrijk). Naast deze activiteiten was hij van 1994 tot 1997 Honorary Senior Research Fellow (honorair senior onderzoeker) van het University College London en bijzonder adviseur van de minister van Buitenlandse Zaken van Cyprus.
Van 1997 tot 1998 vervulde hij de functie van gevolmachtigd minister in het departement Europese Unie van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Cyprus en van 1998 tot 1999 was hij werkzaam als plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Europese Unie.
Hij was gevolmachtigd en buitengewoon ambassadeur van de Republiek Cyprus in Ierland van 1999 tot 2002.
Van 2002 tot 2004 trad hij op als permanent vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Raad van Europa en vertegenwoordiger van de regering van Cyprus in zaken voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In 2004 werd hij benoemd tot permanent vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Europese Unie. Die functie oefende hij uit tot 2008.
Vervolgens werd permanent secretaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Cyprus, een functie waarin hij tot 2012 werkzaam was.
Van 2012 tot 2017 was hij permanent vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Verenigde Naties te New York, en van 2017 tot 2021 permanent vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Europese Unie. Van 1995 tot 2016 was hij lid van het arbitragepanel van het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag (Nederland).
Nicholas Emiliou is advocaat-generaal bij het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2021.
Zoltán Csehi, geboren in 1965 te Boedapest (Hongarije), studeerde in 1990 af in de rechten aan de Eötvös Loránd Tudományegyetem (universiteit van Loránd Eötvös, Hongarije). In 1991 behaalde hij een Master of Laws aan de Ruprecht-Karls-universiteit Heidelberg (Duitsland). Hij volgde een doctoraatsopleiding aan de Eötvös Loránd Tudományegyetem en verdedigde in 2004 zijn proefschrift in de rechten. In 1992 studeerde hij ook af in de kunstgeschiedenis aan de Eötvös Loránd Tudományegyetem.
Hij werd toegelaten tot de balie van Boedapest en oefende tussen 1995 en 2016 in Hongarije het beroep van advocaat uit. Naast zijn werkzaamheid als advocaat was hij van 2004 tot 2016 scheidsrechter en ad-hocscheidsrechter in de Pénz és Tőkepiaci Állandó Választottbíróság (permanent hof van arbitrage voor financiële markten en kapitaalmarkten, Hongarije).
Zoltán Csehi doceerde tevens recht aan de Eötvös Loránd Tudományegyetem. Hij was daar van 1991 tot 2005 hoofddocent en van 2005 tot 2016 hoogleraar. Hij onderwees ook aan de Pázmány Péter Katolikus Egyetem (katholieke universiteit Péter Pázmány, Hongarije), waar hij van 2007 tot 2013 hoofd van het departement handelsrecht en vanaf 2013 hoogleraar was. Van 2013 tot 2016 was hij aan diezelfde universiteit hoofd van de sectie privaatrecht en handelsrecht. In 2017 werd hij er onderzoekshoogleraar privaatrecht en handelsrecht en in 2018 hoofd van de sectie burgerlijk recht. Sinds 2013 is hij gasthoogleraar aan de Université catholique de Lyon (katholieke universiteit van Lyon, Frankrijk).
Zoltán Csehi werd op 13 april 2016 benoemd tot rechter in het Gerecht, welk ambt hij gedurende vijf jaar bekleedde. Sedert 7 oktober 2021 is hij rechter in het Hof van Justitie.
Octavia Spineanu-Matei, geboren in 1967 te Vălenii de Munte (Roemenië), behaalde in 1990 haar rechtendiploma aan de Universitate „Alexandru Ioan Cuza” din Iași (universiteit Alexandru Ioan Cuza te Iași, Roemenië) (diploma van verdienste) en in 1999 haar doctoraat in de rechtsgeleerdheid aan de Academia de Poliție „Alexandru Ioan Cuza” (politieacademie Alexandru Ioan Cuza, Roemenië).
In 1991 begon zij haar beroepsloopbaan als rechter in de Judecătoria sectorului 4 București (rechtbank voor sector 4 van Boekarest, Roemenië), waar zij werkzaam was tot 1996. Van 1996 tot 1999 zetelde ze als rechter in de Tribunal București (arrondissementsrechtbank van Boekarest), waar zij van 1997 tot 1999 president van de civiele afdeling was. Van 1999 tot 2005 was zij rechter in de Curte de Apel București (hof van beroep van Boekarest), van 1999 tot 2003 als president van de civiele afdeling. Zij was van 2006 tot 2016 rechter in de Înalta Curte de Casație și Justiție (hoogste rechterlijke instantie, Roemenië).
Van 2006 tot 2016 was zij extern lid van de grote kamer van beroep van het Europees Octrooibureau te München, Duitsland.
Sinds 1997 was ze ook werkzaam als docent in de opleiding van Roemeense magistraten en gerechtsauditeurs aan het Institut Național al Magistraturii (nationaal instituut voor de magistratuur, Roemenië), waar zij ook lid was van de wetenschappelijke raad en van 2011 tot 2016 de functie vervulde van directeur. Zij zetelde bovendien in de raad van bestuur van de Școala Națională de Grefieri (nationale school voor griffiers, Roemenië). Van 2012 tot 2016 was zij lid van de raad voor doctoraalopleidingen van de Universitate din București (universiteit van Boekarest). Ze is medeauteur van verschillende boeken en auteur van talrijke artikelen op juridisch gebied, en spreekt regelmatig op nationale en internationale conferenties.
Op 19 september 2016 werd zij benoemd tot rechter in het Gerecht, welke functie zij gedurende vijf jaar bekleedde. Op 7 oktober 2021 is zij benoemd tot rechter in het Hof van Justitie.
Tamara Ćapeta, geboren in 1967 te Zagreb (Kroatië), begon haar studie aan de Sveučilište u Zagrebu (universiteit van Zagreb), waar zij in 1991 haar rechtendiploma behaalde. Zij zette haar studie voort aan het Europacollege in Brugge (België) waar ze in 1993 een Master of European Law verwierf. Na haar terugkeer naar de Sveučilište u Zagrebu schreef zij een proefschrift waarop zij in 2001 promoveerde tot doctor in de rechten.
Tamara Ćapeta ving haar professionele loopbaan aan in 1992, als ambtenaar in het Kroatische ministerie van Buitenlandse Zaken bij de afdeling Europese Integratie en de afdeling voor VN-agentschappen met zetel in Europa. Tussen 1994 en 1997 deed zij aan het Institut za razvoj i međunarodne odnose (instituut voor ontwikkeling en internationale betrekkingen, Kroatië) onderzoek naar het Europese integratieproces.
Zij begon haar academische loopbaan in 1997, als universitair assistent bij de sectie handelsrecht en internationale handel van de faculteit economie van de Sveučilište u Zagrebu. Sinds 2002 is zij hoogleraar aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Sveučilište u Zagrebu, waar zij een van de oprichters was van de sectie Europees publiekrecht.
Van 2013 tot 2014 was zij hoofd van de Kroatische vertaaleenheid bij het directoraat-generaal Meertaligheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daarna hervatte zij haar onderwijsactiviteiten aan de Sveučilište u Zagrebu. Van 2015 tot 2021 was zij er hoofd van de sectie Europees publiekrecht en directeur van het postdoctorale programma Europees recht. In 2018 was zij een van de oprichters van het Jean Monnet-expertisecentrum, waar haar onderzoek zich toespitste op de rechtsstaat. Van 2018 tot 2021 was zij coördinator van dit centrum.
Tamara Ćapeta heeft tal van publicaties op het gebied van het EU-recht op haar naam. Zij is oprichter van het tot op heden enige internationale tijdschrift over EU-recht in Kroatië, waarvan zij van 2010 tot 2015 tevens hoofdredacteur was. Naast haar onderwijsactiviteiten aan de Sveučilište u Zagrebu, was zij tussen 2005 en 2010 gasthoogleraar Europees recht binnen het uitwisselingsprogramma van de Indiana University School of Law (rechtenfaculteit van de universiteit van Indiana, Verenigde Staten). Zij was in 2016 eveneens gasthoogleraar Europees recht aan de University of Pittsburgh (universiteit van Pittsburgh, Verenigde Staten) en aan de Zhōngguó Zhèngfǎ Dàxué (Chinese universiteit voor politieke wetenschappen en recht). Ze geeft ook les aan Kroatische rechters en ambtenaren in het kader van programma’s voor permanente vorming in Europees recht die worden georganiseerd door de Pravosudna akademija (gerechtelijke academie, Kroatië) en de Državna škola za javnu upravu (nationaal instituut voor bestuurskunde, Kroatië).
In 2020 werd Tamara Ćapeta door een gemengd comité van de Europese Unie aangesteld als lid van het arbitragepanel in het kader van het terugtrekkingsakkoord van het Verenigd Koninkrijk. Na haar benoeming tot advocaat-generaal bij het Hof van Justitie nam zij ontslag uit die functie.
Zij is sedert 7 oktober 2021 advocaat-generaal bij het Hof van Justitie.
Laila Medina, geboren in 1971 te Jelgava (Letland), studeerde aan het IMO International Maritime Law Institute (instituut voor internationaal maritiem recht, Malta). Daar behaalde zij in 1995 een master internationaal maritiem recht. In 2002 behaalde zij een master Europees recht aan de Rīgas Juridiskā augstskola (Riga Law School, Letland).
In 1995 trad zij in dienst van het Letse ministerie van Vervoer als hoofd van de juridische afdeling en adjunct-directeur van het departement Zeevaart. Zij oefende deze functie uit tot 2002, in welk jaar zij bij dit ministerie werd aangesteld als adviseur van de staatssecretaris voor Europese aangelegenheden.
Van 2004 tot 2005 was Laila Medina adjunct-hoofd van het bureau voor Europese zaken bij de staatskanselarij van de Republiek Letland.
In 2005 trad zij in dienst van het Letse ministerie van Justitie als directeur van het departement beleidsplanning. Vanaf 2006 was zij op datzelfde ministerie adjunct-staatssecretaris voor sectoraal beleid, en van 2009 tot 2021 adjunct-staatssecretaris voor juridisch beleid.
Tijdens haar loopbaan heeft Laila Medina ook gedoceerd. Tussen 1998 en 2006 was zij docent Europees recht en institutioneel recht van de Europese Unie aan de Valsts administrācijas skola (instituut voor openbaar bestuur, Letland). In 2012 verzorgde zij bovendien opleidingen voor rechters en notarissen over de Rome III-verordening. Ten slotte is zij sinds 2008 ook lid van de raad van bestuur van de faculteit rechtsgeleerdheid van de Biznesa augstskola Turība (Turība Business School, Letland).
Laila Medina is advocaat-generaal bij het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2021.
Bernardus (Ben) Maria Polycarpus Smulders, geboren in 1960 te Den Haag (Nederland), behaalde in 1983 zijn rechtendiploma aan de Universiteit Leiden (Nederland). Hij zette zijn studie voort aan de London School of Economics and Political Science (school voor economie en politieke wetenschappen te Londen, Verenigd Koninkrijk), waar hij in 1984 een Master of Laws behaalde. In 2010 volgde hij een opleiding aan de London Business School (Verenigd Koninkrijk), in 2011 aan de INSEAD (Fontainebleau, Frankrijk) en in 2018 aan de Stanford Business School (Verenigde Staten).
Bernardus Smulders startte zijn professionele loopbaan in 1985 als advocaat aan de balie van Amsterdam, een functie die hij bekleedde tot 1990.
In 1991 ging hij werken bij de juridische dienst van de Europese Commissie, waar hij tot 1994 was verbonden aan het team „Vrij verkeer van kapitaal, vrijheid van vestiging, vrijheid van dienstverrichting, fiscaliteit, douane-unie en economische en monetaire unie” en het team „Toezicht op staatssteun en antidumping”.
Bernardus Smulders zette zijn loopbaan bij de Commissie voort als lid van het kabinet van Hans van den Broek, commissaris voor externe betrekkingen en uitbreiding (1995‑1999), Frits Bolkestein, commissaris verantwoordelijk voor de interne markt, fiscaliteit en douane-unie (1999‑2000), en voorzitter Romano Prodi (2000‑2004). Tussen 2004 en 2008 was hij kabinetschef van Neelie Kroes, commissaris belast met mededinging en vervolgens juridisch hoofdadviseur, als directeur, bij het team „Instellingen en economische en monetaire unie” van de juridische dienst van de Commissie (2008‑2014). Hij was kabinetschef van de eerste vicevoorzitter van de Commissie Frans Timmermans (2014‑2019) en vervolgens juridisch hoofdadviseur, als directeur, bij het team „Wereldhandelsorganisatie en handelspolitiek” van de juridische dienst van de Commissie (2020‑2022). Tussen 2022 en 2024 was hij adjunct-directeur-generaal van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie, waar hij verantwoordelijk was voor het toezicht op staatssteun.
Sinds 2012 treedt hij af en toe op als raadsheer-plaatsvervanger bij de afdeling civiel recht van het gerechtshof Den Haag (Nederland), waar hij met name zaken behandelt die betrekking hebben op staatsaansprakelijkheid bij schending van het Unierecht, internationaal publiek recht en kwesties van immuniteit van executie voor derde landen. Daarnaast ontwikkelde hij een academische loopbaan, hoofdzakelijk in het internationaal en Europees recht, sinds 2003 als universitair docent aan de Fondazione Collegio Europeo di Parma (Europees college van Parma, Italië), sinds 2019 als universitair docent aan de université Paris-Panthéon-Assas (universiteit Paris-Panthéon-Assas, Frankrijk), en sinds 2013 als gasthoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel (België) en het Europacollege te Brugge (België). Ook doceerde hij tussen 1994 en 2005 aan de Universiteit van Amsterdam (Nederland) en de Radboud Universiteit Nijmegen (Nederland). Tussen 2002 en 2022 was Bernardus Smulders lid en vervolgens voorzitter van het Curatorium van het Europa Instituut van de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Tussen 2008 en 2024 was hij lid van het redactiecomité van de Common Market Law Review.
Hij is auteur van talrijke boeken en artikelen inzake met name het mededingingsrecht, het institutioneel recht, de bescherming van de rechtsstaat, de interne markt en de economische en monetaire unie.
Bernardus Smulders is rechter in het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2024.
Dean Spielmann, geboren in 1962 te Luxemburg (Groothertogdom Luxemburg), behaalde in 1988 zijn licentiaat in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven (België). Hij zette zijn studie voort aan het Fitzwilliam College, University of Cambridge (Fitzwilliam college van de universiteit van Cambridge, Verenigd Koninkrijk), waar hij in 1990 een Master of Laws behaalde.
Van 1989 tot 2004 was hij advocaat aan de balie van Luxemburg. Daarnaast doorliep hij een academische loopbaan als docent, waarbij hij onder meer onderwijs verzorgde in het strafrecht, in de mensenrechten en in procedures voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Van 1991 tot 1997 was hij onderzoeksassistent aan de Katholieke Universiteit Leuven en van 1996 tot 2006 universitair hoofddocent aan de Université du Luxembourg (universiteit van Luxemburg). Tussen 1997 en 2009 was hij tevens docent aan de Université Nancy II (universiteit van Nancy II, Nancy, Frankrijk) en in 2017 en 2018 doceerde hij aan het Institut d’études politiques de Paris (instituut voor politieke studies, Parijs, Frankrijk).
Voorts is hij auteur van talrijke boeken en artikelen en lid van de wetenschappelijke en redactionele comités van verschillende juridische tijdschriften.
In 2000 werd hij benoemd tot lid van de adviescommissie voor de mensenrechten in Luxemburg, waarin hij tot 2004 zitting had. Tussen 2002 en 2004 was hij tevens lid van de commissie mensenrechten en de commissie strafrecht van de Conseil des barreaux européens (CCBE) (Raad van Europese Balies) en van het netwerk van onafhankelijke deskundigen van de Europese Unie op het gebied van de grondrechten.
In 2004 werd hij benoemd tot rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (Frankrijk), waarvan hij achtereenvolgens kamerpresident (2011), vicepresident (2012) en president was (2012‑2015).
Dean Spielmann werd op 13 april 2016 benoemd tot rechter in het Gerecht en was daar van 30 september 2019 tot en met 6 oktober 2024 kamerpresident.
Sedert 7 oktober 2024 is hij advocaat-generaal bij het Hof van Justitie.
Massimo Condinanzi, geboren in 1964 te Biella (Italië), behaalde in 1988 een rechtendiploma aan de Università degli Studi di Genova (universiteit van Genua, Italië). In 1993 verkreeg hij een doctoraat in het recht van de Europese Gemeenschappen aan de Università degli Studi di Bologna (universiteit van Bologna, Italië).
Massimo Condinanzi begon zijn universitaire loopbaan in 1990 als assistent bij de didactische en wetenschappelijke activiteiten aan het instituut voor internationaal recht van de rechtenfaculteit van de Università degli Studi di Milano (universiteit van Milaan, Italië), een functie die hij tot 1996 uitoefende. Van 1996 tot 1998 bekleedde hij een functie als onderzoeker internationaal recht binnen diezelfde faculteit.
In 1997 werkte hij als referendaris bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, eerst bij advocaat-generaal Giuseppe Tesauro en vervolgens bij advocaat-generaal Antonio Saggio.
Na zijn terugkeer in Italië in 1998 doceerde hij internationaal recht als universitair hoofddocent internationaal recht aan de Università di Bologna, alsmede recht van de Europese Unie aan de Piacenza-campus van de Università Cattolica del Sacro Cuore (katholieke universiteit van Milaan). Van 2001 tot 2004 doceerde hij aan de Università degli Studi di Genova en vervolgens van 2004 tot 2005 aan de rechtenfaculteit van de Università degli Studi di Milano. Aan deze faculteit werd hij in 2005 hoogleraar Unierecht, welke functie hij sindsdien uitoefent als houder van de leerstoel recht van de Europese Unie en van de leerstoel procesrecht van de Europese Unie. Tussen 2014 en 2018 was hij, nog steeds bij dezelfde faculteit, coördinator van de sectie internationaal recht en recht van de Europese Unie binnen de afdeling Italiaans en supranationaal publiekrecht. Hij was gasthoogleraar aan de universiteit Paris-Panthéon-Assas (Frankrijk), de universiteit Montesquieu Bordeaux IV (Frankrijk), de Universitatea „Alexandru Ioan Cuza” din Iași (universiteit Alexandru Ioan Cuza van Iași, Roemenië) en de université de Genève (universiteit van Genève, Zwitserland). Hij was lid en rapporteur van jury’s bij proefschriften op het gebied van het procesrecht van de Europese Unie aan de universiteit Paris-Panthéon-Assas, de universiteit Montesquieu Bordeaux IV en de université de Montpellier (universiteit van Montpellier, Frankrijk).
Hij is altijd al geïnteresseerd geweest in het procesrecht van de Europese Unie en is sinds 2023 verantwoordelijk directeur van de Revue du contentieux européen.
Van 2016 tot en met 2018 en van 2019 tot en met 2023 coördineerde hij voor het Italiaanse voorzitterschap van de raad van ministers de missiestructuur voor de afwikkeling van niet-nakomingsprocedures.
Sinds 2005 is hij ook advocaat bij de balie van Biella en Milaan en in die hoedanigheid heeft hij deelgenomen aan de behandeling van talrijke zaken voor de rechterlijke instanties van de Unie.
Naast deze activiteiten is hij lid van de raad van bestuur van de Academie voor Europees Recht te Trier (AER, Duitsland) en spreker en vervolgens, sinds 2018, esperto formatore (deskundige-opleider) aan de Scuola Superiore della Magistratura (hogeschool voor de magistratuur, Italië).
Massimo Condinanzi is auteur van tal van werken en artikelen, met name op het gebied van het Unierecht, en heeft, vaak als organisator, deelgenomen aan talrijke nationale en internationale juridische conferenties. In 2017 heeft hij deelgenomen aan de coördinatie van de redactie van de eerste artikelsgewijze becommentariëring, in het Italiaans, van de Reglementen voor de procesvoering van de Europese rechterlijke instanties. Tevens was hij tussen 2017 en 2023 coördinator van een onderzoekseenheid met een onderzoeksprogramma van nationaal belang (PRIN 2017) met de titel „Dove va l’Europa?” (Waarheen gaat Europa?).
Massimo Condinanzi werd op 7 oktober 2024 benoemd tot rechter in het Hof van Justitie.
Fredrik Schalin, geboren in 1964 te Stockholm (Zweden), behaalde in 1991 een rechtendiploma aan de Stockholms universitet (universiteit van Stockholm, Zweden) nadat hij in 1990 ook reeds een rechtendiploma had behaald aan de universiteit Paris I Panthéon-Sorbonne (Frankrijk). Aan laatstgenoemde universiteit behaalde hij in 1994 tevens een postdoctoraal diploma Gemeenschapsrecht en Europees recht.
Hij begon zijn loopbaan in 1991 als referendaris bij de Södertälje tingsrätt (rechtbank van eerste aanleg van Södertälje, Zweden), welke functie hij tot 1993 bekleedde, waarna hij van 1994 tot 1995 referendaris was bij de Svea hovrätt (rechtbank van tweede aanleg van Stockholm). Van 1995 tot 1996 was hij rechter in de Gotlands tingsrätt (rechtbank van eerste aanleg van Gotland, Zweden) en in de Norrtälje tingsrätt (rechtbank van eerste aanleg van Norrtälje, Zweden) en vervolgens van 1996 tot 1997 rechter in de Svea hovrätt.
In 1997 was hij plaatsvervangend secretaris van de parlementaire commissie bij het Zweedse ministerie van Financiën, waarna hij in 1999 werd benoemd tot juridisch adviseur voor Europese zaken bij het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Hij trad in 1998 in dienst bij het Hof van Justitie als referendaris van rechter Hans Ragnemalm. Van 1999 tot 2006 was hij referendaris van rechter Stig von Bahr.
Terug in zijn land van herkomst was hij van 2006 tot 2008 werkzaam als jurist en, na in 2008 te zijn toegelaten tot de balie van Stockholm, als advocaat. Van 2009 tot 2016 zetelde hij, eerst als rechter en nadien als kamerpresident, in de Södertörns tingsrätt (rechtbank van eerste aanleg van Södertörn, Zweden).
Daarnaast was hij van 2006 tot 2008 docent aan de Stockholms universitet, en vanaf 2011 docent aan de Domstolsakademin (Zweedse academie voor rechters).
Fredrik Schalin werd op 8 juni 2016 benoemd tot rechter in het Gerecht, waarin hij van 19 september 2022 tot 6 oktober 2024 zetelde als kamerpresident.
Sedert 7 oktober 2024 is hij rechter in het Hof van Justitie.
Andrea Biondi, geboren in 1965 te Florence (Italië), studeerde aan de Università degli Studi di Firenze (universiteit van Florence, Italië), waar hij in 1990 afstudeerde in de rechtsgeleerdheid en vervolgens in 1996 promoveerde in de rechtsvergelijking.
Hij begon zijn universitaire loopbaan in 1993 bij het University College London (Londen, Verenigd Koninkrijk) en vervolgde deze tussen 1994 en 1997 bij de University of Birmingham (universiteit van Birmingham, Verenigd Koninkrijk). Sinds 1997 is hij verbonden aan het King’s College London (Londen, Verenigd Koninkrijk), waar hij in 2006 hoogleraar werd in het recht van de Europese Unie. Tussen 2001 en 2024 was hij tevens directeur van het Centre of European Law bij het King’s College London.
Gedurende zijn gehele loopbaan heeft Andrea Biondi regelmatig als gastdocent onderwezen aan befaamde universiteiten, zoals de Libera Università Internazionale degli Studi Sociali Guido Carli „LUISS” (vrije internationale universiteit Guido Carli, Italië), de Università Bocconi (universiteit Bocconi, Italië), de Università degli Studi di Roma „La Sapienza” (universiteit van Rome „La Sapienza”, Italië), de Freie Universität Berlin (vrije universiteit Berlijn, Duitsland), de universiteit Paris II Panthéon-Assas (Parijs, Frankrijk), de Georgetown University (universiteit van Georgetown, Verenigde Staten) en de campus van het Europacollege in Natolin (Polen).
In 2021 was hij vicevoorzitter van de kamer van beroep van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) van de Europese Unie.
Andrea Biondi werd in 2001 toegelaten tot de Italiaanse balie en was tussen 2003 en 2024 achtereenvolgens verbonden aan twee advocatenkantoren te Londen als deskundig adviseur.
Hij is auteur van tal van boeken en publicaties, met name over het Unierecht.
Andrea Biondi is advocaat-generaal bij het Hof van Justitie sedert 7 oktober 2024.
Stéphane Gervasoni, geboren in 1967 te Voiron (Frankrijk), studeerde in 1988 af aan het Institut d’études politiques (IEP) de Grenoble (instituut voor politieke studies van Grenoble, Frankrijk) en in 1993 aan de École nationale d’administration (ENA) (nationale hogeschool voor bestuursambtenaren, Frankrijk) (promotie Léon Gambetta).
Hij begon zijn beroepsloopbaan in 1993 als auditeur bij de Conseil d’État (raad van state) te Parijs (Frankrijk), waar hij in 1996 assessor werd. In die hoedanigheid oefende hij tot 1997 de functie uit van rechter-rapporteur in de afdelingen bestuursrechtspraak en sociaal recht (van 1996 tot 1997). In 2008 werd hij benoemd tot staatsraad. Van 1994 tot 1996 was hij tevens regeringscommissaris in de bijzondere commissie voor de beoordeling van cassatieberoepen in pensioenzaken, destijds tijdelijk ressorterend onder de Conseil d’État, en oefende hij van 1995 tot 1997 de functie uit van juridisch adviseur bij het Franse ministerie van Overheidsdienst en bij de stad Parijs.
In 1997 trad Stéphane Gervasoni in dienst van de prefectuur van het departement Yonne (Frankrijk) als secretaris-generaal, tevens belast met de functie van onderprefect van het arrondissement Auxerre. Hij bekleedde deze functies tot 1999, toen hij werd aangesteld bij de prefectuur van het departement Savoie (Frankrijk). Daar was hij tot 2001 secretaris-generaal en onderprefect van het arrondissement Chambéry (Frankrijk).
Na zijn werkzaamheden bij de Conseil d’État en de overheidsadministratie ging hij werken bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waar hij van 2001 tot 2005 referendaris was van rechter Jean-Pierre Puissochet. Hij werd benoemd tot rechter in het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie op 5 oktober 2005, de dag waarop deze nieuw opgerichte rechterlijke instantie werd geïnstalleerd. Hij bekleedde zijn functie tot en met 6 oktober 2011. Tussen 6 oktober 2008 en 6 oktober 2011 was hij kamerpresident.
Na zijn terugkeer naar de Conseil d’État was hij van 2011 tot 2013 vicepresident van de achtste kamer van de afdeling bestuursrechtspraak.
Hij was ook betrokken bij onderwijsactiviteiten. Zo was hij van 1993 tot 1995 docent aan het Institut d’études politiques (IEP) te Parijs en sinds 2016 aan de Université de Luxembourg (universiteit van Luxemburg). Verder was hij van 2001 tot 2005 lid van de beroepscommissie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en van 2011 tot 2013 van de beroepscommissie van het Europees Ruimteagentschap (ESA).
Stéphane Gervasoni werd op 16 september 2013 benoemd tot rechter in het Gerecht. Hij werd tweemaal door zijn ambtgenoten verkozen tot kamerpresident en bekleedde deze functie van 21 september 2016 tot 19 september 2022.
Niels Fenger, geboren in 1968 te Kopenhagen, behaalde in 1992 zijn rechtendiploma aan de Københavns Universitet (universiteit van Kopenhagen, Denemarken). In 2004 promoveerde hij tot doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Aarhus Universitet (universiteit van Aarhus, Denemarken).
Hij begon zijn loopbaan bij het Deense ministerie van Justitie, waar hij van 1992 tot 1993 bij de dienst recht van de Europese Unie en van 1993 tot 1994 bij de dienst civiel recht werkte als afdelingshoofd. In 1994 ging hij werken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie als referendaris bij het kabinet van advocaat-generaal Michael Bendik Elmer.
Terug in Denemarken in 1995 gaf hij als onderzoeker onderwijs aan de Københavns Universitet in het bestuursrecht en het Unierecht. Tussen 1996 en 2000 keerde hij terug naar het Deense ministerie van Justitie als afdelingshoofd bij de dienst constitutioneel en bestuursrecht.
In 2001 ging hij bij het Deense ministerie van Binnenlandse Zaken werken als afdelingshoofd, met als taak de wettigheid van gemeentelijke besluiten op het gebied van handel en milieu controleren. In 2002 werd hij benoemd tot directeur van de juridische dienst van de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze functie oefende hij uit tot 2009 als vertegenwoordiger van deze instelling voor het Hof van Justitie van de Europese Unie en het EVA-Hof.
Hij werd in 2009 hoogleraar bestuursrecht aan de Københavns Universitet en bekleedde deze functie tot 2017. Hij is auteur van verschillende werken en tal van artikelen op het gebied van het Unierecht, het bestuursrecht en de regels voor de procesvoering van de Deense rechterlijke instanties.
Van 2014 tot en met 2015 en vervolgens van 2017 tot 2019 was hij rechter in de Østre Landsret (rechter in tweede aanleg voor het oosten van Denemarken).
Van 2014 tot 2016 maakte hij ook deel uit van de Deense commissie die zich moet uitspreken over de ontvankelijkheid van hogere voorzieningen in burgerlijke en strafzaken.
Van 2019 tot 2024 bekleedde Niels Fenger de functie van Deense parlementaire ombudsman.
Niels Fenger werd tot rechter in het Hof van Justitie benoemd op 7 oktober 2024.
Ramona Frendo, geboren in 1971 te Malta en afkomstig uit Zejtun (Malta), behaalde in 1993 haar rechtendiploma en in 1995 een doctoraat in de rechten aan de Università ta' Malta (universiteit van Malta). Zij zette haar studie voort aan de University of Cambridge (universiteit van Cambridge, Verenigd Koninkrijk), waar zij in 1996 een master in de criminologie behaalde. In 2018 voltooide zij een postdoctorale studie Europees recht aan King’s College London (Londen, Verenigd Koninkrijk).
Ramona Frendo begon haar loopbaan als advocaat aan de balie van Malta en oefende dat beroep uit tussen 1996 en 2019. Vanwege haar multidisciplinaire kennis was zij daarnaast van 1997 tot 1998 juridisch adviseur bij het Maltese ministerie van Welzijn en van 1997 tot 2019 juridisch deskundige bij de gerechten van Valletta (Malta). Van 2006 tot 2019 was zij tevens werkzaam bij verschillende verzekeringsmaatschappijen.
In Malta was zij verder van 2006 tot 2019 lid van het panel van nationale arbiters, van 2009 tot 2019 lid van de Malta Employment Commission (Maltese werkgelegenheidscommissie), en van 2012 tot 2013 lid van de nationale gezinscommissie, terwijl zij tegelijkertijd ook zitting had in de commissie voor de hervorming van het rechtsstelsel. Van 2014 tot 2016 zetelde zij in de commissie voor de hervorming van het recht. Na in 2016 door de Maltese regering te zijn benoemd tot speciaal adviseur van de Groep Visa van de Raad van de Europese Unie, was zij in de eerste helft van 2017 in het kader van het Maltese voorzitterschap van de Raad president van deze werkgroep.
Ramona Frendo werd op 20 maart 2019 benoemd tot rechter in het Gerecht. Zij was hier vijf jaar rechter voordat zij op 7 oktober 2024 tot rechter in het Hof van Justitie werd benoemd. Zij bekleedt deze functie tot op heden.
Rimvydas Norkus, geboren in 1979 te Klaipėda (Litouwen), behaalde in 2001 een master in de rechten aan de Vilniaus universitetas (universiteit van Vilnius, Litouwen). Vervolgens begon hij een doctoraatsstudie rechten aan de Mykolo Romerio universitetas (Mykolas Romeris-universiteit, Litouwen) waar hij in 2005 een proefschrift verdedigde waarop hij promoveerde tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Hij begon zijn professionele loopbaan in 1999 als juridisch medewerker bij de Lietuvos apeliacinis teismas (rechtbank van tweede aanleg in Litouwen), welke functie hij vervulde tot 2000. Van 2000 tot 2003 was hij adviseur van de president van deze rechtbank. Van 2003 tot 2009 was hij directeur van de afdeling rechtspraktijk van de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (hoogste administratieve rechtbank van Litouwen).
Van 2009 tot 2010 was hij jurist-linguïst bij het Europees Parlement. In 2010 keerde hij terug naar zijn geboorteland, waar hij vervolgens tot 2012 directeur was van de afdeling juridisch onderzoek van de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas (hoogste rechterlijke instantie van Litouwen). Van 2012 tot 2013 was hij rechter in de Lietuvos apeliacinis teismas en in 2014 rechter in de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas. Van 2015 tot 2019 was hij president van die rechtbank. Daarnaast was hij van 2016 tot 2018 voorzitter van de Lietuvos Teisėjų taryba (Litouwse raad voor de rechtspraak).
Hij was tevens betrokken bij onderwijsactiviteiten. Zo was hij van 2007 tot 2008 docent aan de Mykolo Romerio universitetas, en van 2012 tot 2019 hoogleraar aan het instituut voor privaatrecht van die universiteit. Hij is ook auteur van talrijke juridische publicaties.
Alfredo Calot Escobar, geboren in 1961 te Valencia (Spanje), behaalde in 1984 zijn rechtendiploma aan de Universidad de Valencia (universiteit van Valencia).
In januari 1986 werd hij door de raad van kamers van koophandel van de autonome gemeenschap Valencia aangeworven om als marktanalist te gaan werken bij het Spaanse handelsbureau in Toronto (Canada). Hij werkte daar tot hij op 16 juli 1986 in dienst trad bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, nadat hij het algemeen vergelijkend onderzoek voor de aanwerving van de eerste Spaanstalige juristen-linguïsten bij de directie Vertalingen met succes had afgesloten.
In 1990 werd hij bevorderd tot jurist-revisor, welke functie hij bekleedde tot 1993, toen hij overstapte naar de pers- en informatiedienst van het Hof.
In 1995 doorliep hij met succes een door het Europees Parlement georganiseerd algemeen vergelijkend onderzoek voor administrateurs. Vervolgens trad hij in dienst van het secretariaat van de institutionele commissie van die instelling, waar hij belast was met de voorbereiding van verschillende juridische rapporten ten behoeve van de Parlementsleden, onder meer in het kader van de intergouvernementele conferentie die voorafging aan de sluiting van het Verdrag van Amsterdam.
Van 1996 tot en met 1999 was hij medewerker in het kabinet van de griffier van het Hof van Justitie. Vervolgens werd hij referendaris bij advocaat-generaal Dámaso Ruiz-Jarabo Colomer.
In 2000 keerde hij met deze veelzijdige beroepservaring terug naar de vertaaldienst van het Hof als hoofd van de Spaanse vertaalafdeling, waar hij 14 jaar eerder tot de eerste medewerkers had behoord.
In 2001, een sleutelmoment in de geschiedenis van het multilinguïsme, werd hij aangesteld als directeur Vertalingen. In dat jaar werd gestart met de voorbereidingen van de uitbreiding van de Unie met tien nieuwe lidstaten, waardoor het aantal officiële talen bijna verdubbelde, namelijk van 11 tot 20.
Na een wijziging in de structuur van de administratieve diensten van de instelling, werd Alfredo Calot Escobar in juni 2007 benoemd tot directeur-generaal Vertalingen.
Op 6 oktober 2010 werd hij verkozen tot griffier van het Hof van Justitie. In 2022 werd zijn tweede mandaat hernieuwd. Hij bekleedt deze functie tot op heden.