De Europese werkgelegenheidsstrategie dateert van 1997, toen de EU-landen afspraken maakten over gemeenschappelijke doelstellingen voor het werkgelegenheidsbeleid. Het hoofddoel is het scheppen van meer en betere banen in de hele EU.
Inmiddels zijn deze werkgelegenheidsdoelstellingen geïntegreerd in de groeistrategie Europa 2020 en verloopt de uitvoering via het Europees semester, een jaarlijkse procedure voor meer beleidscoördinatie tussen de EU-landen en EU-instellingen.
Voor de uitvoering van de Europese werkgelegenheidsstrategie, met medewerking van het Comité voor de werkgelegenheid, zijn de volgende vier stappen van het Europees semester van belang:
- De richtsnoeren voor de werkgelegenheid zijn de gemeenschappelijke prioriteiten en doelstellingen van het werkgelegenheidsbeleid van de EU-landen, voorgesteld door de Commissie, goedgekeurd door de nationale regeringen en aangenomen door de EU-Raad.
- Het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid (GVW) is gebaseerd op a) een beoordeling van de werkgelegenheidssituatie in Europa, b) de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtlijnen en c) een beoordeling van het scorebord van kernindicatoren op sociaal en werkgelegenheidsgebied. Het wordt gepubliceerd door de Commissie en goedgekeurd door de EU-Raad.
- De nationale hervormingsprogramma's worden ingediend door nationale regeringen en door de Commissie getoetst aan Europa 2020. (Database: nationale hervormingsprogramma's van voor 2011)
- Op basis van de nationale hervormingsprogramma's publiceert de Commissie landenverslagen, waarin zij het economische beleid en de situatie per land analyseert en landspecifieke aanbevelingen doet.