EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 29.6.2016
COM(2016) 431 final
2016/0197(COD)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië
{SWD(2016) 213 final}
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Sinds begin 2011 heeft de Jordaanse economie sterk te lijden onder de voortdurende onrust in de regio, met name in de buurlanden Irak en Syrië. In combinatie met een zwakkere mondiale omgeving heeft die regionale onrust een hoge tol geëist in de vorm van lagere ontvangsten uit het buitenland, en de overheidsfinanciën onder druk gezet. Minder toerisme en een lagere BDI-instroom, geblokkeerde handelsroutes en herhaalde verstoringen van de toevoer van aardgas uit Egypte (waardoor Jordanië gedwongen was de invoer van gas uit Egypte te vervangen door duurdere brandstoffen voor elektriciteitsopwekking) hebben een rem gezet op de groei en wogen op de externe situatie en de begrotingssituatie van Jordanië. Het conflict in Syrië had niet alleen gevolgen voor Jordanië door de ontwrichting van de handel met en via Syrië, maar ook door een instroom van ongeveer 1,3 miljoen Syrische vluchtelingen waardoor de begrotingssituatie, de overheidsdiensten en de infrastructuur van Jordanië steeds meer onder druk kwamen te staan.
In 2012 zijn Jordanië en het IMF een eerste aanpassingsprogramma overeengekomen, dat werd ondersteund door een driejarige stand-by-overeenkomst voor een bedrag van 2 miljard USD. Dit programma is in augustus 2015 met succes afgerond. Het IMF-programma werd aangevuld met een eerste macrofinanciële bijstand van de Europese Unie (hierna "de EU" genoemd) voor een bedrag van 180 miljoen EUR (hierna "eerste macrofinanciële bijstand" genoemd), die in december 2013 is goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad, en die is uitgekeerd in twee tranches van respectievelijk 100 miljoen EUR (februari 2015) en 80 miljoen EUR (oktober 2015).
Hoewel het land vooruitgang heeft geboekt op het gebied van macro-economische stabilisatie en hervormingen in het kader van het eerste programma, dat gesteund werd door het IMF, de EU en andere donoren, bleven de aanhoudende conflicten in de buurlanden Syrië en Irak de buitenlandse handel van Jordanië ontwrichten en ondermijnden ze het vertrouwen van investeerders en toeristen, waardoor de economische situatie in 2015 weer achteruitging. Tegen deze achtergrond verzocht de Jordaanse regering de internationale gemeenschap om meer steun bij het aanpakken van de economische gevolgen van de crisis in Syrië, en met name de aanwezigheid van een groot aantal Syrische vluchtelingen in Jordanië. Tijdens de conferentie "Supporting Syria and the Region" (steun voor Syrië en de regio) in Londen op 4 februari 2016 heeft de internationale gemeenschap ongeveer 10 miljard USD steun toegezegd aan de landen die het hardst worden getroffen door de Syrische vluchtelingencrisis. Van dit bedrag heeft de EU 2,39 miljard EUR toegezegd voor de landen die getroffen zijn door de Syrische vluchtelingencrisis, inclusief een lening van 200 miljoen EUR voor een tweede macrofinanciële bijstandsoperatie voor Jordanië (hierna "de tweede macrofinanciële bijstand" genoemd). Op 3 maart 2016 hebben de Jordaanse autoriteiten via een brief van het ministerie van Planning en Internationale Samenwerking aan de commissaris voor economische en financiële zaken, belastingen en douane hun verzoek om nieuwe macrofinanciële bijstand van de EU geformaliseerd. De nieuw voorgestelde macrofinanciële bijstand zal deel uitmaken van het zogenoemde "EU-Jordan Compact" (het aan de prioriteiten van het partnerschap tussen de EU en Jordanië gehechte verdrag tussen de EU en Jordanië), een document dat momenteel door de EU en Jordanië wordt besproken, en dat specifieke verbintenissen van beide partijen zou bevatten (met inbegrip van financiële bijstand van de EU) met als doel een aantal beleidsprioriteiten aan te pakken.
Tegelijkertijd hebben Jordanië en het IMF onderhandeld over een verdere financiële regeling, die naar verwachting in de tweede helft van 2016 zal worden ingevoerd. Met de regeling, die waarschijnlijk de vorm van een uitgebreide Fondsfaciliteit (EFF) zal aannemen, zou een nieuw economisch programma met een vermoedelijke looptijd van drie jaar worden ondersteund.
In dit verband, en in overeenstemming met de toezegging die tijdens de conferentie van Londen is gedaan, dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een besluit tot toekenning van nieuwe macrofinanciële bijstand aan Jordanië voor een bedrag van maximaal 200 miljoen EUR, in de vorm van leningen op middellange termijn. Het voorgestelde bedrag lijkt gerechtvaardigd op basis van een bijgestelde beoordeling van de externe financieringsbehoeften van het land, de omvang van het verwachte IMF-programma, overwegingen op het vlak van lastenverdeling en de speelruimte op de EU-begroting.
De voorgestelde macrofinanciële bijstand van de EU zou Jordanië helpen bij het dekken van een deel van zijn resterende externe financieringsbehoeften voor de periode 2016-17, die op ongeveer 3,2 miljard USD worden geraamd. Aangezien het de bedoeling is dat de bijstand naar de begroting gaat, zou de nieuwe bijstand (net zoals de vorige) Jordanië helpen om een deel van de begrotingskosten in verband met de Syrische vluchtelingencrisis te dekken.
Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, is de Commissie van mening, mede op basis van de door de Europese Dienst voor extern optreden verrichte beoordeling van de politieke situatie, dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde macrofinanciële bijstand is voldaan.
•Algemene context
Na een periode van sterke groei (gemiddeld 6,5 % in de periode 2000-2009) is de groei van het bbp van Jordanië vertraagd tot gemiddeld 2¾% in de periode 2011-2014. Hoewel de groei zich in 2014 herstelde tot 3,1 %, droegen de intensivering van de crisis in Syrië in 2015, door de gevolgen ervan op de handel, het toerisme en het vertrouwen van investeerders, alsook de vertraging van de economieën van de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC) - de belangrijkste handelspartners van Jordanië en tevens een belangrijke bron van toerisme - alsmede geldovermakingen en financiële stromen, bij tot een vertraging van de groei tot 2,4 % in 2015.
De vertraging van de economie heeft geleid tot een aanzienlijke toename van de werkloosheid. Na een daling van 12,6 % in 2013 tot 11,9 % in 2014 steeg de werkloosheidsgraad in het eerste kwartaal van 2016 weer tot 14,6 %. De werkloosheid blijft met name hoog onder jongeren en vrouwen (respectievelijk 33 % en 23,7 % in het eerste kwartaal van 2016).
Dankzij scherpe dalingen van de voedsel- en brandstofprijzen daalden de consumentenprijzen in 2015 met 0,9 % (waarbij de kerninflatie van ongeveer 2 % deels evenwel het gevolg is van de vraag van Syrische vluchtelingen). Verwacht wordt dat de inflatie van de consumentenprijzen zich dit jaar zal herstellen, aangezien de brandstofprijzen zich stabiliseren of enigszins stijgen, maar zal zij naar verwachting laag blijven (tussen 1 % en1,5 %). Om in te spelen op die tendensen van gematigde inflatie en de verzwakking van de groei heeft de Centrale Bank van Jordanië het herdiscontotarief verlaagd van 4,25 % begin 2015 tot 3,75 % in juli 2015.
Jordanië heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt op het vlak van begrotingsconsolidatie, aangezien zijn begrotingstekort in 2012-2013 omhoog schoot, wat hoofdzakelijk te maken heeft met de aanpassingsmaatregelen die zijn genomen in het kader van het IMF-programma (met inbegrip van de invoering van een nieuwe wet op de inkomstenbelasting in 2015) en de daling van de olieprijzen, waardoor het exploitatieverlies van NEPCO (de nationale elektriciteitsmaatschappij) en de overdrachten van de staat aan die onderneming aanzienlijk konden worden beperkt. Het totale begrotingssaldo, dat bestaat uit overdrachten aan NEPCO en WAJ (de waterautoriteit van Jordanië), alsook uit giften, is teruggelopen van een piek van ongeveer 11 % van het bbp in 2013 tot 3,5 % van het bbp in 2015.
De verbetering van de onderliggende begrotingssituatie is echter minder aanzienlijk wanneer het primaire tekort van de centrale overheid, exclusief giften en legaten aan NEPCO en WAJ, in beschouwing wordt genomen. De maatregel verslechterde in 2015 (en steeg tot 5,2 % van het bbp) en blijft meer dan drie procentpunten van het bbp boven wat het IMF had geprogrammeerd. Het gecumuleerde tekort van de centrale overheid en van NEPCO (het bovengenoemde primaire tekort plus het exploitatieverlies van NEPCO) bedraagt nog steeds meer dan 6 % van het bbp en ligt aanzienlijk boven het streefpercentage in het kader van het SBO-programma van het IMF (3,5 % van het bbp).
De aanhoudende kwetsbaarheid van de begrotingssituatie van Jordanië blijkt ook uit het feit dat het land sterk afhankelijk blijft van buitenlandse giften (die de komende jaren naar verwachting laag zullen blijven als gevolg van het effect van de lagere olieprijzen op de financiën van de donoren van de GCC) en uit het risico dat de olieprijzen zich in sterkere mate zullen herstellen dan momenteel wordt aangenomen. Bovendien moet Jordanië verder rekening houden met de aanzienlijke begrotingskosten in verband met de Syrische vluchtelingen, die voornamelijk toe te schrijven zijn aan de hogere uitgaven voor subsidies, volksgezondheid, onderwijs en infrastructuur. Volgens de Jordaanse autoriteiten bedragen de kosten van directe en indirecte uitgaven in verband met de opvang van de Syrische vluchtelingen sinds het begin van het conflict in Syrië ongeveer 6,6 miljard USD.
Vanwege aanzienlijke leningen van buitenlandse donoren en de uitgifte van internationale obligaties bleef de bruto overheidsschuld van Jordanië stijgen tot 93,4 % van het bbp eind 2015, waarmee de in 2008 begonnen opwaartse tendens zich voortzette (toen bedroeg het aandeel 60,2 % van het bbp). De dynamiek van de overheidsschuld wordt door het IMF evenwel geacht duurzaam te zijn, mits het land werk maakt van een verdere aanpassing van de begroting op middellange termijn en aanzienlijke subsidies blijft ontvangen van de internationale gemeenschap.
Hoewel Jordanië het tekort op de lopende rekening aanzienlijk heeft gecorrigeerd sinds 2013 (dankzij de begrotingsconsolidatie, de daling van de olieprijzen en de verschuiving naar goedkopere soorten brandstof), blijft het tekort zeer groot, namelijk 11,7 % van het bbp in 2015. De escalatie van de conflicten in Syrië en Irak in 2015 woog op de export, het toerisme en het vertrouwen van investeerders. De uitvoer daalde met 6,6 % als gevolg van geblokkeerde handelsroutes, terwijl de inkomsten uit toerisme terugliepen met 7,1 % vanwege de aanzienlijke daling van het aantal toeristen (van 4,1 miljoen in 2014 tot 3,7 miljoen in 2015). Dit heeft de daling van de invoer tegen de achtergrond van een zwakkere groei en lage olieprijzen gedeeltelijk gecompenseerd. De externe druk hield aan in het eerste kwartaal van 2016, wat heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het handelstekort (met 13 % op jaarbasis), als gevolg van een nieuwe daling van de export en de inkomsten uit toerisme. Verwacht wordt dat het huidige tekort op de lopende rekening exclusief giften op ongeveer 10 % van het bbp in 2016-2017 zal blijven (of ongeveer 6 % van het bbp, inclusief buitenlandse giften).
Door de daling van de buitenlandse directe investeringen, van 1,8 miljard USD in 2014 tot ongeveer 1,2 miljard USD in 2015 kwam de druk op de externe positie nog meer onder druk te staan. Ondanks de daling van de BDI werd op de kapitaalrekening en de financiële rekening een netto-instroom genoteerd van 2,2 miljard USD in 2015, tegenover een netto instroom van 1,2 miljard USD in 2014. Dit was mogelijk door de uitgifte van twee door de Amerikaanse schatkist gegarandeerde euro-obligaties in juni voor een totaal van 1,5 miljard USD en de uitgifte van een niet-gegarandeerde euro-obligatie van 500 miljoen USD.
In maart 2016 bereikten de internationale nettoreserves een comfortabel niveau van 13,4 miljard USD, wat overeenkomt met ongeveer 7 maanden van de invoer van het volgende jaar. De internationale reserves, inclusief goud, bedroegen ongeveer 15 miljard USD.
In het kader van de aanpassings- en hervormingsprogramma’s, die worden ondersteund door het IMF, de Wereldbank en de eerste operatie voor macrofinanciële bijstand van de EU, die in oktober 2015 werden beëindigd, hebben de Jordaanse autoriteiten aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van een aantal essentiële structurele hervormingen. Het betreft onder andere de hervorming van brandstofsubsidies en de invoering van een compenserende regeling voor de overdracht van contanten, inspanningen om energiebronnen te diversifiëren, een belastinghervorming en de herziening van het investeringskader. Het land blijft evenwel voor aanzienlijke problemen staan op het gebied van structurele hervorming. De smalle belastinggrondslag brengt veel belastingvrijstellingen met zich, en is er nog ruimte voor een versterking van de belastingdienst en een verdere hervorming van de inkomstenbelasting om zowel de ontvangsten als de progressiviteit te vergroten. Die hervormingen moeten de begrotingsconsolidatie ondersteunen. Jordanië heeft ook te kampen met starre arbeidsmarkten en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden, wat bijdraagt tot een hoge werkloosheid, vooral bij jongeren, en met een zeer lage participatie van vrouwen. De inspanningen om energiebronnen te diversifiëren en de energie-efficiëntie te vergroten, moeten worden voortgezet teneinde te voldoen aan de toegenomen vraag naar elektriciteit en de afhankelijkheid van Jordanië van olie verder te verminderen. Een verdere belangrijke uitdaging is de hervorming van de watersector, waar de overdrachten naar WAJ een aanzienlijke last voor de begroting blijven. Er is ook ruimte voor een verdere verbetering van het bedrijfs- en investeringsklimaat, wat essentieel is voor het aantrekken van investeringen in het kader van het huidige problematische regionale klimaat. Economische governance en transparantie moeten worden versterkt, onder andere door de voortzetting van de inspanningen om het beheer van de overheidsfinanciën te verbeteren, bijvoorbeeld door de nieuwe wetgeving inzake de rekenkamer aan te nemen en door het schuldbeheer te moderniseren.
De prognoses van het IMF van februari 2016 wijzen op aanzienlijke betalingsbalansbehoeften voor de periode 2016-2017, met een totaal extern financieringstekort van naar schatting 3,2 miljard USD (2 miljard USD in 2016 en 1,2 miljard USD in 2017). Dit financieringstekort kan grotendeels aan drie factoren worden toegeschreven: een aanhoudend groot tekort op de lopende rekening, de verwachte grote schuldaflossingen, vooral voor 2016, en de noodzaak om de deviezenreserves op een prudent niveau te handhaven. De voorgestelde nieuwe macrofinanciële bijstand van 200 miljoen EUR zou 7,4 % van het geraamde resterende financieringstekort dekken (na aftrek van de netto-IMF en de verwachte uitbetaling van beleidsleningen van de Wereldbank).
Net als in de voorbije jaren wordt verwacht dat andere donoren (waaronder Frankrijk, Japan, de VS, de GCC-landen en het Arabisch Monetair Fonds, alsook de EU via haar op subsidies gebaseerde begrotingssteun uit het Europees nabuurschapsinstrument, in de komende periode aanzienlijke extra middelen zullen inbrengen, zodat voor een redelijke lastenverdeling wordt gezorgd in de inspanningen van de donoren op het gebied van steun.
•Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Besluit nr. 1351/2013/EU waarbij een eerste macrofinanciële bijstand ten bedrage van 180 miljoen EUR aan Jordanië werd verstrekt, is op 11 december 2013 vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand is volledig uitbetaald in 2015.
•Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie
De EU en Jordanië hebben in de loop van de jaren nauwe politieke en economische betrekkingen ontwikkeld. In 2010 is overeenstemming bereikt over een "geavanceerde status"-partnerschap tussen de EU en Jordanië, dat ertoe strekt de samenwerkingsterreinen uit te breiden. De rechtsgrondslag voor de betrekkingen tussen de EU en Jordanië zijn de associatieovereenkomst die op 1 mei 2002 in werking is getreden, en de verschillende instrumenten voor samenwerking en dialoog in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. Daarnaast is Jordanië ook lid van de Unie voor het Middellandse Zeegebied. De EU streeft ernaar om Jordanië te helpen bij de uitvoering van haar eigen hervormingsproces op basis van de in het integraal steunkader voor de periode 2014-2017 vastgestelde prioriteiten en maatregelen. Naar aanleiding van de conflicten in Syrië en Irak, en met het oog op een verdere versterking van de solide en veelzijdige betrekkingen tussen de EU en Jordanië, zijn beide partijen begonnen met besprekingen over een nieuwe overeenkomst inzake partnerschapsprioriteiten die als leidraad moeten dienen voor de betrekkingen tussen de EU en Jordanië voor de periode 2016-2018. De partnerschapsprioriteiten betreffen de naleving van wederzijdse verbintenissen, zoals vastgelegd in het "EU-Jordanië-Compact", dat momenteel eveneens op tafel ligt. Jordanië heeft belangrijke economische banden met de EU ontwikkeld. In 2014 was de EU de op één na grootste handelspartner van Jordanië, met een aandeel van 15,5 % na Saoedi-Arabië, dat een aandeel van 17,7 % had, en vóór de VS (de derde handelspartner, met een aandeel van 8,5 %). Het proces ter voorbereiding op de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area - DCFTA) is aan de gang. De DCFTA zou tot doel hebben de mogelijkheden voor markttoegang en het investeringsklimaat te verbeteren en nauwere economische integratie tussen de EU en Jordanië te bevorderen. Hoewel de onderhandelingen over de DCFTA nog niet van start zijn gegaan, zijn de partijen begonnen met besprekingen over een tijdelijke versoepeling van de in hun bilaterale handel toegepaste oorsprongsregels van de EU. Gehoopt wordt dat dit initiatief, dat deel uitmaakt van de steun van de EU aan Jordanië in de huidige Syrische vluchtelingencrisis, een impuls zal geven aan de uitvoer van Jordanië naar de EU, en extra werkgelegenheid zal creëren voor zowel Jordaniërs als Syrische vluchtelingen.
De macrofinanciële bijstand van de EU zou fungeren als aanvulling op de subsidies die in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument en andere EU-programma's worden verleend, en met name op de voorwaarden die zijn gesteld in het kader van de begrotingssteunpakketten die door de EU worden uitgevoerd. Door de Jordaanse autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zou de macrofinanciële bijstand van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële interventies van de EU, ook via andere financiële instrumenten, ten goede komen.
Jordanië heeft een aantal belangrijke stappen in de richting van een versterking van de democratische rechten en de rechtsstaat genomen. Het land heeft een grondwettelijk hof en een onafhankelijke verkiezingscommissie opgericht, en het Jordaanse parlement heeft een aantal belangrijke wetten, waaronder de kieswet en de wet op de politieke partijen, alsook de wetten inzake decentralisatie en gemeenten, aangenomen.
Hoewel er nog ruimte is voor een versterking van de democratische instellingen en het rechtskader van Jordanië, en voor een betere vertegenwoordiging van de verschillende sociale en etnische groepen in de democratie, is Jordanië er ondanks een problematisch regionaal klimaat in geslaagd vooruitgang te boeken op dit gebied, en blijft het land een stabiliserende en matigende rol spelen in de regio.
Jordanië wordt in dit verband geacht aan de politieke voorwaarden voor de toekenning van macrofinanciële bijstand aan derde landen te voldoen, met name wat betreft de eerbiediging van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, en als land waarmee de EU nauwe politieke en economische betrekkingen onderhoudt. Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, heeft als bijlage een gedetailleerde toetsing aan de politieke criteria voor macrofinanciële bijstand, die door de Europese Dienst voor extern optreden is opgesteld. De voorgestelde nieuwe macrofinanciële bijstand is in overeenstemming met de toezegging van de EU om het economische en politieke overgangsproces van Jordanië te ondersteunen.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
De EU stelt macrofinanciële bijstand ten belope van in totaal maximaal 200 miljoen EUR beschikbaar voor Jordanië in de vorm van een lening op middellange termijn. De bijstand zal bijdragen aan de dekking van de resterende externe financieringsbehoeften van Jordanië in 2016-2017, zoals berekend door de Commissie op basis van de ramingen van het IMF.
Het is de bedoeling dat de bijstand in twee leningtranches van 100 miljoen elk wordt uitbetaald. De uitbetaling van de eerste tranche zal naar verwachting plaatsvinden tegen eind 2016. De tweede tranche zou, afhankelijk van een aantal beleidsmaatregelen, in het tweede kwartaal van 2017 kunnen worden uitgekeerd. De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.
Zoals gebruikelijk bij het instrument van de macrofinanciële bijstand zouden de uitkeringen afhankelijk zijn van positieve programma-evaluaties uit hoofde van de nieuwe financiële regeling van het IMF. Bovendien dienen de Commissie en de Jordaanse autoriteiten specifieke structurele hervormingsmaatregelen overeen te komen in een memorandum van overeenstemming. De Commissie zal vooral de klemtoon leggen op structurele hervormingen om het algemene macro-economische beheer en de voorwaarden voor duurzame groei te verbeteren. Zoals hierboven opgemerkt, zouden deze hervormingsmaatregelen de hervormingsagenda van de autoriteiten ondersteunen en een aanvulling vormen op de programma's die met het IMF, de Wereldbank en andere donoren zijn overeengekomen, en op de beleidsprogramma's die met de begrotingssteunmaatregelen van de EU gepaard gaan. Zij zouden in overeenstemming zijn met de prioriteiten inzake economische hervormingen die tussen de EU en Jordanië zijn overeengekomen in het kader van het integraal steunkader voor de periode 2014-2017 en andere strategische documenten (met inbegrip van de toekomstige prioriteiten van het partnerschap en het Jordanië-Compact). Ze zouden ook voortbouwen op de structurele hervormingen die in het kader van de eerste macrofinanciële bijstand zijn doorgevoerd.
Het besluit om de volledige macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen te verstrekken wordt gerechtvaardigd door het economische ontwikkelingsniveau (afgemeten aan het inkomen per hoofd van de bevolking) en de schuldindicatoren van Jordanië. Het is voorts in overeenstemming met de behandeling die Jordanië ten deel valt van de Wereldbank en het IMF. Jordanië komt immers niet in aanmerking voor financiering onder zachte voorwaarden van de International Development Agency of van het Poverty Reduction and Growth Trust-fonds van het IMF.
•Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 212 VWEU.
•Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)
Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Jordanië te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.
•Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan voor dat doel nodig is.
Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de toekomstige regeling inzake de uitgebreide financieringsfaciliteit heeft berekend, komt het bedrag van de voorgestelde nieuwe macrofinanciële bijstand neer op 7,4 % van het geraamde resterende financieringstekort voor de periode 2016-2017. Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastendeling voor macrofinanciële bijstandsoperaties. Gezien de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Jordanië is toegezegd, wordt dit als een passend niveau van lastendeling voor de EU beschouwd.
•Keuze van het instrument
Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van deze macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans en begrotingssituatie en een passend kader voor structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan macrofinanciële bijstand de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Jordanië in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.
3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
•Raadpleging van belanghebbende partijen
De macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Jordanië. Bij het opstellen van dit voorstel voor macrofinanciële bijstand hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die reeds omvangrijke financieringsprogramma's in het land hebben lopen en nieuwe programma's aan het voorbereiden zijn. De Commissie heeft het Economisch en Financieel Comité op 2 juni 2016 geraadpleegd, dat zijn goedkeuring aan het voorstel heeft gehecht. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Jordaanse autoriteiten.
•Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Bijgestaan door externe deskundigen zullen de diensten van de Commissie vóór de effectieve implementatie een operationele beoordeling van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de financiële en administratieve procedures van Jordanië uitvoeren. De resultaten ervan, die met de Jordaanse autoriteiten en de EU-delegatie zullen worden gedeeld met het oog op verdere werkzaamheden betreffende mogelijke gebieden voor verbetering, kunnen eveneens tot uitdrukking komen in de beleidsvoorwaarden van de voorgestelde macrofinanciële bijstand.
•Effectbeoordeling
De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit voorstel voor macrofinanciële bijstand is dus vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling wordt verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 def.), omdat het politiek noodzakelijk is dat in deze noodsituatie snel wordt gereageerd.
Meer in het algemeen bouwen de voorstellen inzake macrofinanciële bijstand van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. Net als de eerste macrofinanciële bijstand zullen de tweede macrofinanciële bijstand en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma ertoe bijdragen de financieringsbehoeften van Jordanië op korte termijn te verlichten, de beleidsmaatregelen te ondersteunen die erop gericht zijn de houdbaarheid op middellange termijn van de betalingsbalans en van de begroting te versterken, de duurzame groei te verhogen en aldus een aanvulling vormen op het met het IMF overeen te komen programma. Deze maatregelen kunnen waarschijnlijk hervormingsgebieden bestrijken zoals beheer van de overheidsfinanciën en andere thema’s op het gebied van goed economisch bestuur, belastinghervorming, versterking van het sociale vangnet, hervormingen van de energie- en watersector, handel en investeringen, en de arbeidsmarkt, met inbegrip van maatregelen die bevorderlijk zijn voor de integratie van de Syrische vluchtelingen in de Jordaanse arbeidsmarkt.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De geplande bijstand zou worden verstrekt in de vorm van een lening en worden gefinancierd met behulp van een lening die de Commissie namens de EU zal opnemen. De gevolgen voor de begroting van de bijstand zullen overeenstemmen met de voorziening van het Garantiefonds van de EU ten belope van 9 % van de uitgekeerde bedragen uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). In de veronderstelling dat de eerste uitbetaling van de lening (100 miljoen EUR) in 2016 en de tweede uitbetaling (100 miljoen EUR) in 2017 zal plaatsvinden overeenkomstig de regels inzake het garantiefondsmechanisme zal de voorziening plaatsvinden in het kader van de begrotingen 2018-19. Op basis van de huidige projecties van het gebruik van begrotingsonderdeel 01 03 06 is de Commissie van oordeel dat de gevolgen voor de begroting van de operatie kunnen worden opgevangen.
5.OVERIGE ELEMENTEN
•Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling
Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou beschikbaar worden gesteld gedurende tweeënhalf jaar vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming.
2016/0197 (COD)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)De betrekkingen tussen de Europese Unie ("de Unie") en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië ("Jordanië") ontwikkelen zich in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). Jordanië heeft met de EU een associatieovereenkomst ondertekend op 24 november 1997, die op 1 mei 2002 in werking trad. Op grond van de associatieovereenkomst hebben de EU en Jordanië geleidelijk een vrijhandelszone tot stand gebracht gedurende een overgangsperiode van 12 jaar. Bovendien is een overeenkomst inzake verdere liberalisering van landbouwproducten in 2007 in werking getreden. In 2010 is overeenstemming bereikt over een "geavanceerde status"-partnerschap tussen de EU en Jordanië, dat ertoe strekt de samenwerkingsterreinen uit te breiden. Een protocol betreffende mechanismen voor de beslechting van geschillen voor de handel tussen de EU en Jordanië, geparafeerd in december 2009, is op 1 juli 2011 in werking getreden. De bilaterale politieke dialoog en economische samenwerking zijn verder ontwikkeld in het kader van de associatieovereenkomst inzake het Europees Nabuurschap en het integraal steunkader voor de periode 2014-2017.
(2)In 2011 heeft Jordanië een aanvang gemaakt met een reeks politieke hervormingen ter versterking van de parlementaire democratie en de rechtsstaat. Het land heeft een grondwettelijk hof en een onafhankelijke verkiezingscommissie opgericht, en het Jordaanse parlement heeft een aantal belangrijke wetten, waaronder de kieswet en de wet op de politieke partijen, alsook de wetten inzake decentralisatie en gemeenten, aangenomen.
(3)De Jordaanse economie heeft sterk te lijden onder de voortdurende onrust in de regio, met name in de buurlanden Irak en Syrië. In combinatie met een zwakkere mondiale omgeving heeft die regionale onrust een hoge tol geëist in de vorm van lagere ontvangsten uit het buitenland, en de overheidsfinanciën onder druk gezet. Het toerisme en de instroom van buitenlandse directe investeringen hebben negatieve gevolgen ondervonden, handelsroutes zijn geblokkeerd en de toevoer van aardgas uit Egypte is verstoord. Daarnaast is ook de Jordaanse economie getroffen door een grote instroom van Syrische vluchtelingen, waardoor er nog meer druk op de begrotingssituatie, openbare diensten en infrastructuur is ontstaan.
(4)Sinds het uitbreken van de conflicten in Syrië in 2011 heeft de Unie de ondubbelzinnige toezegging gedaan Jordanië te zullen steunen bij het aanpakken van de economische en sociale gevolgen van de crisis in Syrië, in het bijzonder de aanwezigheid van een groot aantal Syrische vluchtelingen op zijn grondgebied. Zij heeft haar financiële steun voor Jordanië verhoogd, haar samenwerking op veel gebieden versterkt, onder meer het maatschappelijk middenveld, het kiesstelsel, veiligheid, regionale ontwikkeling en sociale en economische hervormingen. De Unie heeft ook de mogelijkheid aangeboden om een overeenkomst inzake een diepe en brede vrijhandelsruimte te sluiten.
(5)In deze moeilijke economische en financiële context hebben de Jordaanse autoriteiten en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in augustus 2012 overeenstemming bereikt over een eerste economisch aanpassingsprogramma, dat werd ondersteund door een driejarige stand-by-overeenkomst voor een bedrag van 2 miljard USD. Dit programma is in augustus 2015 met succes afgerond. In het kader van dit programma heeft Jordanië (mede dankzij de daling van de olieprijzen) aanzienlijke vooruitgang geboekt met begrotingsconsolidatie en met een aantal structurele hervormingen.
(6)In december 2012 heeft Jordanië de Unie om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht. In antwoord daarop werd in december 2013 macrofinanciële bijstand van 180 miljoen EUR in de vorm van leningen goedgekeurd (eerste macrofinanciële bijstand). Het memorandum van overeenstemming waarin de beleidsvoorwaarden voor die eerste macrofinanciële bijstand werden vastgelegd, trad in werking op 18 maart 2014. Nadat de overeengekomen beleidsmaatregelen waren uitgevoerd, werd de eerste tranche van de eerste macrofinanciële bijstand uitbetaald op 10 februari 2015 en de tweede tranche op 15 oktober 2015.
(7)Sinds het uitbreken van de Syrische crisis heeft de EU aan Jordanië bijna 1,13 miljard EUR toegewezen. Daartoe behoren, naast de 180 miljoen EUR uit de eerste macrofinanciële bijstandsoperatie, 500 miljoen EUR uit hoofde van regelmatige geprogrammeerde bilaterale samenwerking voor Jordanië gefinancierd in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument, ongeveer 250 miljoen EUR uit het budget voor humanitaire hulp en meer dan 30 miljoen EUR uit het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede. Daarnaast heeft de Europese Investeringsbank sinds 2011 264 miljoen EUR aan leningen verstrekt.
(8)De intensivering van de crisis in Syrië in 2015 heeft Jordanië zwaar getroffen door de gevolgen ervan voor handel, toerisme en beleggersvertrouwen. Jordanië ondervond ook de invloed van een daling van de financiële steun van de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), die door de daling van de olieprijzen werden getroffen. Als gevolg daarvan is de economische groei weer vertraagd, de werkloosheid toegenomen en zijn nieuwe budgettaire en externe financieringsbehoeften ontstaan.
(9)In deze moeilijke context heeft de Unie haar toezegging herhaald Jordanië te zullen steunen in zijn economische en sociale uitdagingen en hervormingsproces. Deze toezegging is met name geformuleerd tijdens de conferentie "Supporting Syria and the Region", die op 4 februari 2016 in Londen is gehouden, waar de EU in 2016-2017 voor de landen die het zwaarst zijn getroffen door de vluchtelingencrisis, met inbegrip van Jordanië, 2,39 miljard EUR aan financiële steun heeft beloofd. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de richting van een volwaardig democratisch systeem. Politieke en economische steun van de Unie aan het hervormingsproces van Jordanië is in overeenstemming met het beleid van de Unie ten aanzien van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, zoals vastgesteld in het kader van het ENB.
(10)Na de verergering in de economische en financiële situatie van Jordanië zijn het IMF en Jordanië gesprekken gestart over een vervolgregeling, die de vorm zou kunnen aannemen van een uitgebreide financieringsfaciliteit ("het IMF-programma"), wellicht een looptijd van drie jaar zou hebben en in het tweede semester van 2016 zou starten. Het nieuwe IMF-programma zou bedoeld zijn om de betalingsbalansmoeilijkheden van Jordanië op korte termijn te verlichten, terwijl de uitvoering van krachtige aanpassingsmaatregelen wordt aangemoedigd.
(11)In maart 2016 heeft Jordanië, gelet op de verslechterende economische situatie en vooruitzichten, de Unie verzocht om aanvullende macrofinanciële bijstand.
(12)Omdat Jordanië onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.
(13)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalans op korte termijn.
(14)Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Jordanië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de Unie aan Jordanië toe te kennen macrofinanciële bijstand, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Jordanië om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie en de structurelehervormingsagenda van Jordanië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële overeenkomst met het IMF beschikbaar worden gesteld.
(15)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor Jordanië en aldus zijn economische en sociale ontwikkeling ondersteunen.
(16)De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Jordanië, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet complementair zijn aan de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij het vaststellen van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Jordanië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.
(17)De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen, -doelstellingen en -maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en andere relevante beleidsmaatregelen van de Unie.
(18)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet haar externe beleid ten aanzien van Jordanië ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciële-bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.
(19)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Jordanië ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.
(20)Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn dat Jordanië doeltreffende democratische mechanismen - waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen - en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Jordanië bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten regelmatig erop toezien dat aan de randvoorwaarden is voldaan en die doelstellingen worden verwezenlijkt.
(21)Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie, moet Jordanië passende maatregelen nemen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits.
(22)De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad (als begrotingsautoriteit) onverlet.
(23)De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.
(24)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de tenuitvoerlegging van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.
(25)Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.
(26)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan voorwaarden inzake economisch beleid, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Omwille van de efficiëntie en om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Jordaanse autoriteiten onderhandelingen over deze voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet. Gezien de mogelijk belangrijke effecten van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Jordanië moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, opschorten of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1.De Unie stelt Jordanië macrofinanciële bijstand ("de macrofinanciële bijstand van de Unie") beschikbaar voor een maximumbedrag van 200 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van Jordanië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Jordanië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.
2.Het volledige bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt in de vorm van leningen aan Jordanië verstrekt. De Commissie is bevoegd om namens de Unie de nodige financiële middelen te lenen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen teneinde de middelen vervolgens aan Jordanië door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
3.De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomsten of afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Jordanië en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervorming zoals die worden uiteengezet in de associatieovereenkomst EU-Jordanië, het integraal steunkader voor de periode 2014-2017 en de toekomstige prioriteiten van het partnerschap. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, met inbegrip van de uitbetalingen, en verstrekt die instellingen tijdig relevante documenten.
4.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.
5.Indien de financieringsbehoeften van Jordanië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij deze.
Artikel 2
1.Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie is dat Jordanië doeltreffende democratische mechanismen - waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen - en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert.
2.Tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie zien de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden erop toe dat aan die randvoorwaarde is voldaan.
3.De leden 1 en 2 van dit artikel worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad.
Artikel 3
1.De Commissie bereikt, volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Jordaanse autoriteiten overeenstemming over duidelijk bepaalde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen is en die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. De in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Jordanië met de steun van het IMF worden uitgevoerd.
2.De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Jordanië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het bepalen van de beleidsmaatregelen moet ook terdege rekening worden gehouden met de vorderingen wat betreft het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie ziet regelmatig erop toe welke vorderingen bij het verwezenlijken van die doelstellingen zijn gemaakt.
3.De financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en de Jordaanse autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst.
4.De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Jordanië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.
Artikel 4
1.Behoudens de voorwaarden van lid 3, wordt de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie beschikbaar gesteld in twee leningstranches. De omvang van elke tranche wordt in het in artikel 3 bedoelde memorandum van overeenstemming vastgelegd.
2.Voor de bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien nodig, voorzieningen getroffen in het kader van het Garantiefonds overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad.
3.De Commissie besluit tot uitkering van de tranches mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
(a)de in artikel 2 vastgestelde randvoorwaarde;
(b)een bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF; alsmede
(c)de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden.
De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de eerste tranche uitbetaald.
4.Indien de in lid 3 vastgestelde voorwaarden constant niet zijn vervuld, wordt de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of geannuleerd. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die opschorting of annulering.
5.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt aan de centrale bank van Jordanië uitbetaald. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder andere betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het Jordaanse ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.
Artikel 5
1.De op de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de Unie niet blootstellen aan looptijdtransformaties, valuta- of renterisico's of andere commerciële risico's.
2.Indien de omstandigheden dit mogelijk maken en indien de Jordanië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing wordt opgenomen en dat in de voorwaarden verbonden aan de opgenomen leningen een overeenkomstige clausule voorkomt.
3.Indien de omstandigheden een gunstigere rente op de lening mogelijk maken en indien Jordanië daarom verzoekt, kan de Commissie besluiten haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 en in lid 4 vastgestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.
4.Alle kosten die de Unie ter zake van de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Jordanië.
5.De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.
Artikel 6
1.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie.
2.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer ten uitvoer gelegd.
3.De met de Jordaanse autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst bevat bepalingen die het volgende verzekeren:
(a)Jordanië gaat regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;
(b)de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad;
(c)de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, of haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse;
(d)de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen;
(e)de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening, indien is vastgesteld dat Jordanië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt.
4.Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie, door middel van een operationele beoordeling, de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Jordanië.
Artikel 7
1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 8
1.De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dit verslag:
(a)worden de gemaakte vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;
(b)worden de economische situatie en de vooruitzichten van Jordanië, alsook de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen beoordeeld;
(c)wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van Jordanië en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.
2.Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.
Artikel 9
Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
1.4.Doelstellingen
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.6.Duur en financiële gevolgen
1.7.Beheersvorm(en)
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
Beleidsterrein:
Titel 01 - Economische en financiële zaken
Activiteit:
03 - Internationale economische en financiële kwesties
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
1.4.Doelstellingen
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
"Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen: Het bevorderen van welvaart buiten de EU"
Het belangrijkste relevante terrein waarop DG ECFIN actief is, heeft betrekking op:
1. Bevordering van de tenuitvoerlegging van het Europees nabuurschapsbeleid door verdieping van de economische analyse en versterking van de beleidsdialoog en advisering over de economische aspecten van de actieplannen.
2. Ontwikkeling, bewaking en tenuitvoerlegging van macrofinanciële bijstand voor derde partnerlanden in samenwerking met de betrokken internationale financiële instellingen.
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr. 1: "Het bevorderen van welvaart buiten de EU: het ondersteunen van macro-financiële stabiliteit en stimuleren van groeibevorderende hervormingen buiten de EU, inclusief via regelmatige economische dialogen met sleutelpartners en door het verlenen van macrofinanciële bijstand"
Betrokken AMB/ABB-activiteit(en): internationale economische en financiële kwesties
1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
De voorgenomen bijstand bestaat uit een EU-lening van 200 miljoen EUR aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië ("Jordanië") en moet bijdragen tot een houdbaarder betalingsbalanssituatie. De bijstand, die in twee tranches zal worden uitbetaald, zal het land helpen de economische en sociale problemen te verlichten ten gevolge van de regionale instabiliteit en de opvang van Syrische vluchtelingen. Ook zal de bijstand structurele hervormingen bevorderen die zijn gericht op verhoging van de duurzame economische groei, vermindering van macro-economische kwetsbaarheden en verbetering van het beheer van de overheidsfinanciën.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
De autoriteiten zullen op regelmatige basis aan de diensten van de Commissie verslag moeten uitbrengen over een aantal indicatoren en een uitgebreid verslag moeten verstrekken inzake de naleving van de overeengekomen beleidsvoorwaarden, voordat de tweede tranche van de bijstand wordt uitgekeerd.
De diensten van de Commissie blijven ook na de in Jordanië ter voorbereiding van deze operatie uitgevoerde operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures het beheer van de overheidsfinanciën bewaken. De EU-delegatie in Jordanië brengt ook periodieke verslagen uit over zaken die relevant zijn voor het bewaken van de bijstand. De diensten van de Commissie onderhouden nauwe contacten met het IMF en de Wereldbank om te profiteren van hun inzichten naar aanleiding van hun lopende activiteiten in Jordanië.
Het voorstel voor een wetgevingsbesluit voorziet in een jaarlijks bij de Raad en het Europees Parlement in te dienen verslag waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze maatregel is opgenomen. Een onafhankelijke evaluatie achteraf van de bijstand zal binnen twee jaar na afloop van de uitvoeringsperiode worden uitgevoerd.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
De uitbetaling van de bijstand zal afhankelijk worden gesteld van bevredigende vooruitgang bij de uitvoering van een economisch uitkeringsprogramma tussen Jordanië en het IMF, dat naar verwachting in de tweede helft van 2016 zal zijn vastgesteld. Daarnaast dient de Commissie met de Jordaanse autoriteiten een aantal specifieke, in een memorandum van overeenstemming vast te leggen beleidsvoorwaarden overeen te komen waaraan moet worden voldaan voordat de tweede tranche door de Commissie wordt uitgekeerd.
1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
Door het land te helpen de economische schok te boven te komen die de regionale instabiliteit en de instroom van Syrische vluchtelingen heeft veroorzaakt, draagt de voorgestelde macrofinanciële bijstand bij tot de bevordering van de macro-economische stabiliteit, de economische hervormingen en de politieke vooruitgang in het land. Doordat de macrofinanciële bijstand fungeert als aanvulling op de middelen die door de internationale financiële instellingen, de EU en andere donoren beschikbaar zijn gesteld, zal hij bijdragen tot de algehele doeltreffendheid van het financiële steunpakket dat door de internationale donorgemeenschap wordt verstrekt.
Het voorgestelde programma zal ook het streven van de regering naar hervormingen en naar nauwere betrekkingen met de EU bevorderen. Dit resultaat zal onder meer worden verwezenlijkt door de uitbetaling van de bijstand van passende voorwaarden afhankelijk te stellen. In een ruimere context zal het programma voor de andere landen in de regio een signaal zijn dat de EU steun blijft verlenen aan landen die ondanks moeilijke economische omstandigheden duidelijk hebben gekozen voor politieke hervormingen.
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
Sinds 2004 zijn in totaal 16 evaluaties achteraf van macrofinanciële-bijstandsoperaties uitgevoerd. Volgens die evaluaties levert macrofinanciële bijstand een positieve, zij het soms bescheiden en indirecte bijdrage tot een betere houdbaarheid van de externe positie, de macro-economische stabiliteit en de totstandbrenging van structurele hervormingen in het begunstigde land. In de meeste gevallen heeft macrofinanciële bijstand een positief effect gehad op de betalingsbalans van het begunstigde land en geholpen zijn budgettaire moeilijkheden te verlichten. Ook heeft hij geleid tot een enigszins hogere economische groei.
1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten
De EU is een van de belangrijkste donoren van Jordanië. De voor Jordanië in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) voor de periode 2007-2013 vastgelegde financiële bijstand bedroeg in totaal 589 miljoen EUR. Dit bedrag is inclusief de aanvullende financiering die via het op stimulansen gebaseerde programma SPRING is verleend. Voor de periode 2014-2017, in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI), kan de bijstand van de EU aan Jordanië variëren tussen een minimumtoewijzing van 312 miljoen EUR en een maximumtoewijzing van 382 miljoen EUR. Jordanië zal profiteren van het Regionaal Trustfonds van de EU, het Madad-fonds, opgericht in december 2014 ter ondersteuning van Syrië en de buurlanden, waaronder Jordanië. Een eerste reeks programma’s voor een bedrag van 41 miljoen EUR gefinancierd uit het Madad-fonds werd in mei 2015 goedgekeurd. Deze middelen werden aangevuld met financiering uit andere instrumenten van de EU, zoals de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF). Naast bilaterale samenwerkingsprogramma’s profiteert Jordanië ook van verschillende regionale programma’s, vooral op het gebied van de rechtsstaat en justitie, milieu en klimaatbescherming, migratie en cultuur en jeugd. Jordanië neemt ook deel aan initiatieven die openstaan voor alle partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid zoals: Erasmus +, dat de mobiliteit en de samenwerking met de EU op het gebied van hoger onderwijs bevordert, TAIEX en SIGMA. Bovendien komt Jordanië ook in aanmerking voor extra middelen uit hoofde van diverse thematische programma’s en instrumenten van de EU, met inbegrip van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), het programma voor niet-statelijke actoren en lokale autoriteiten, en het programma op het gebied van migratie en asiel. De Europese Investeringsbank ondersteunt sinds 2011 Jordanië eveneens, met in totaal 264,9 miljoen EUR aan gecontracteerde leningen, waarvan 115,9 miljoen EUR in 2015. Ten slotte is de in 2013 goedgekeurde eerste macrofinanciële bijstand ter waarde van 180 miljoen EUR op bevredigende wijze uitgevoerd en volledig uitbetaald in 2015.
De grootste toegevoegde waarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat hij de totstandkoming faciliteert van een stabiel macro-economisch kader (onder meer door een houdbare betalingsbalans en begrotingssituatie te bevorderen) en van een passend kader voor structurele hervormingen. Macrofinanciële bijstand is niet bedoeld als periodieke financiële steun en evenmin als ondersteuning van de economische en sociale ontwikkeling van de begunstigde landen. Hij moet worden beëindigd zodra het land weer door een houdbare externe financiële situatie wordt gekenmerkt. Daarna moeten reguliere EU-instrumenten voor samenwerking en bijstand de plaats van macrofinanciële bijstand innemen.
Voorts is macrofinanciële bijstand opgevat als complementair aan interventies van de internationale financiële instellingen, en in het bijzonder aan de aanpassings- en hervormingsprogramma's die door de uitgebreide financieringsfaciliteit van het IMF en door de lening ter ondersteuning van het ontwikkelingsbeleid van de Wereldbank worden ondersteund.
1.6.Duur en financiële gevolgen
X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
X Voorstel/initiatief is van kracht gedurende 2,5 jaar vanaf de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming, zoals bepaald in artikel 1, lid 4, van het besluit
X Het financiële gevolg doet zich naar verwachting voor van 2016 tot 2019
1.7.Beheersvorm(en)
X Direct beheer door de Commissie
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Deze bijstand is van macro-economische aard en zal qua opzet aansluiten bij het toekomstige door het IMF ondersteunde economische programma. De controle van de actie door de diensten van de Commissie zal plaatsvinden op basis van de vooruitgang bij de uitvoering van het IMF-programma en de specifieke hervormingsmaatregelen die met de Jordaanse autoriteiten in een memorandum van overeenstemming moeten worden overeengekomen (zie ook punt 1.4.4).
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
Aan deze macrofinanciële-bijstandsoperatie zijn fiduciaire, beleidsmatige en politieke risico's verbonden.
Er bestaat een risico dat de macrofinanciële bijstand, die niet aan specifieke uitgaven is gebonden, op frauduleuze wijze zou kunnen worden aangewend. In het algemeen hangt dit risico samen met factoren zoals de kwaliteit van de beheerssystemen in de centrale bank en het ministerie van Financiën en de geschiktheid van interne en externe controlemogelijkheden.
Een ander belangrijk risico van de operatie hangt samen met de economische en politieke onzekerheid in de regio, in het bijzonder in Syrië en Irak, die rechtstreekse gevolgen heeft voor de Jordaanse economie. Op binnenlands vlak houdt het voornaamste risico verband met problemen bij de economische hervormingen en de bestaande macro-economische zwakke punten, waaronder de budgettaire gevolgen van de instroom van Syrische vluchtelingen.
Jordanië blijft ook kwetsbaar voor mogelijke nieuwe verstoringen van de toevoer van uit Egypte ingevoerd aardgas. Tot slot zijn er risico's die verband houden met een mogelijke verzwakking van de Europese en mondiale economische omgeving en met een stijging van internationale energie- en voedselprijzen.
2.2.2.Controlemiddel(en)
De macrofinanciële bijstand zal worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en van de Europese Rekenkamer.
2.2.3.Kosten en baten van controles en waarschijnlijk niveau van niet-naleving
De basiskosten voor de Commissie die met de verificatie- en controlemethoden verband houden, alsmede de kosten van de vóór de operatie uitgevoerde operationele beoordeling van financiële en administratieve procedures worden in tabel 3.2.1 omschreven. Daarnaast zijn er kosten voor de Europese Rekenkamer en voor eventuele interventies van OLAF. De operationele beoordeling helpt niet alleen de risico's van misbruik van de middelen in te schatten, maar biedt als bijkomend voordeel nuttige informatie over de noodzakelijke hervormingen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, die mogelijk wordt geïntegreerd in de beleidsvoorwaarden van de operatie. Wat het waarschijnlijke niveau van niet-naleving betreft, wordt het risico van niet-naleving (in de vorm van niet-terugbetaling van de lening of misbruik van de middelen) op grond van de ervaringen die met het instrument van macrofinanciële bijstand sinds het bestaan ervan zijn opgedaan, laag ingeschat.
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Om de risico's van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zullen meerdere maatregelen worden getroffen.
De voorgestelde rechtsgrondslag voor macrofinanciële bijstand aan Jordanië omvat een bepaling over maatregelen ter preventie van fraude. Die maatregelen zullen verder worden uitgewerkt in de leningovereenkomst in de vorm van een aantal bepalingen met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, controles en de terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie. Het is voorts de bedoeling dat aan de bijstand een aantal specifieke beleidsvoorwaarden, met name op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, wordt verbonden ter bevordering van de efficiëntie, de transparantie en de verantwoordingsplicht.
Ten tweede zullen de diensten van de Commissie, bijgestaan door daartoe naar behoren gemachtigde externe deskundigen, voordat het memorandum van overeenstemming wordt overeengekomen, in Jordanië een nieuwe operationele evaluatie uitvoeren van de financiële en administratieve procedures van het ministerie van Financiën en de centrale bank, teneinde te voldoen aan de vereisten van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Unie. Deze evaluatie zal bepalen of het kader voor prudent financieel beheer van macrofinanciële bijstand in Jordanië voldoende doeltreffend is door onder meer de volgende aspecten te onderzoeken: beheersstructuur en -organisatie, middelenbeheer en -controle, beveiliging van IT-systemen, interne en externe controlecapaciteit en de onafhankelijkheid van de centrale bank. Naar aanleiding van deze evaluatie kunnen specifieke mechanismen voor het beheer van de middelen door de begunstigden worden ingevoerd in overleg met de nationale autoriteiten. Daarnaast zal de steun worden uitbetaald op een speciaal daarvoor bedoelde rekening bij de centrale bank van Jordanië.
Ten slotte zal de macrofinanciële bijstand worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van OLAF, en van de Europese Rekenkamer.
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
Bestaande begrotingsonderdelen
01 03 02 – Macrofinanciële bijstand
01 03 06 – Voorziening van het Garantiefonds
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
uitgave
|
Bijdrage
|
|
Aantal
[Beschrijving………………...……….]
|
GK/ NGK
()
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement
|
4
|
01 03 02
Macrofinanciële bijstand
|
Gespl.
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
4
|
01 03 06
Voorziening van het Garantiefonds
|
Gespl.
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
01 03 06 - Garantie van de Europese Unie voor opgenomen EU-leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen: De voorziening van het Garantiefonds dient plaats te vinden overeenkomstig de Garantiefondsverordening. Overeenkomstig deze verordening worden leningen gebaseerd op het uitstaande bedrag aan het einde van het jaar. Er zijn stortingen in het Garantiefonds vereist, uit de kredieten onder begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"), die overeenstemmen met 9 % van de totale uitstaande verplichtingen. Aan het begin van het jaar "n" wordt het te storten bedrag berekend: dit is het verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de nettoactiva van het Fonds aan het einde van het jaar "n–1". Dit voorzieningsbedrag wordt in het jaar "n" in het ontwerp van begroting van het jaar "n+1" opgenomen en aan het begin van het jaar "n+1" in één keer overgemaakt uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). Voor de berekening van de storting in het Fonds wordt dus 9 % (dit is maximaal 18 miljoen EUR) van het daadwerkelijk uitgekeerde bedrag als streefbedrag aan het einde van het jaar "n-1" in aanmerking genomen.
Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: niet van toepassing.
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
4
|
|
|
DG: ECFIN
|
|
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar
2018
|
Jaar
2019
|
TOTAAL
|
• Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
Begrotingsonderdeel 01 03 06 Voorziening van het Garantiefonds
|
Vastleggingen
|
(1a)
|
|
|
9
|
9
|
18
|
|
Betalingen
|
(2 a)
|
|
|
9
|
9
|
18
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
(operationele beoordeling en evaluatie achteraf)
|
|
|
|
|
|
Begrotingsonderdeel 01 03 02
|
Vastleggingen
|
(3)
|
0,10
|
|
|
0,15
|
0,25
|
|
Betalingen
|
(3 a)
|
0,10
|
|
|
0,15
|
0,25
|
TOTAAL kredieten
voor DG ECFIN
|
Vastleggingen
|
=1+1a +3
|
0,10
|
|
9
|
9,15
|
18,25
|
|
Betalingen
|
=2+2a
+3
|
0,10
|
|
9
|
9,15
|
18,25
|
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
(4)
|
|
|
9
|
9
|
18,00
|
|
Betalingen
|
(5)
|
|
|
9
|
9
|
18,00
|
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
(6)
|
0,10
|
|
|
0,15
|
0,25
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 4
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
0,10
|
|
9
|
9,15
|
18,25
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0,10
|
|
9
|
9,15
|
18,25
|
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
5
|
"Administratieve uitgaven"
|
|
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar
2018
|
Jaar
2019
|
TOTAAL
|
DG: ECFIN
|
|
• Personele middelen
|
0,039
|
0,029
|
0,021
|
0,016
|
0,105
|
• Andere administratieve uitgaven
|
0,025
|
0,015
|
|
|
0,040
|
TOTAAL DG ECFIN
|
Kredieten
|
0,064
|
0,044
|
0,021
|
0,016
|
0,145
|
TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
(Totaal vastleggingen = Totaal betalingen)
|
0,064
|
0,044
|
0,021
|
0,016
|
0,145
|
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar
2018
|
Jaar
2019
|
TOTAAL
|
TOTAAL kredieten
voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
0,164
|
0,044
|
9,021
|
9,166
|
18,395
|
|
Betalingen
|
0,164
|
0,044
|
9,021
|
9,166
|
18,395
|
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–X
Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs
⇩
|
|
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar
2018
|
Jaar
209
|
TOTAAL
|
|
|
Soort
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Totaal aantal
|
Totale kosten
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 3
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output 1
|
Operationele beoordeling
|
1
|
0,10
|
|
|
|
|
|
|
1
|
0,10
|
- Output 2
|
Evaluatie achteraf
|
|
|
|
|
|
|
1
|
0,15
|
1
|
0,15
|
- Output 3
|
Voorziening van het Garantiefonds
|
|
|
|
|
1
|
9
|
1
|
9
|
2
|
18
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
|
1
|
0,10
|
|
|
1
|
9
|
2
|
9,15
|
4
|
18,25
|
TOTALE KOSTEN
|
1
|
0,10
|
|
|
1
|
9
|
2
|
9,15
|
4
|
18,25
|
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.3.1.Samenvatting
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar
2018
|
Jaar
2019
|
Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
0,039
|
0,029
|
0,021
|
0,016
|
|
|
|
0,105
|
Andere administratieve uitgaven
|
0,025
|
0,015
|
|
|
|
|
|
0,040
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,064
|
0,044
|
0,021
|
0,016
|
|
|
|
0,145
|
Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere administratieve
uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
0,064
|
0,044
|
0,021
|
0,016
|
|
|
|
0,145
|
In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of in het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.
–X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
|
Jaar
2016
|
Jaar
2017
|
Jaar 2018
|
Jaar 2019
|
Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
01 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
0,19
|
0,13
|
0,09
|
0,06
|
|
|
|
XX 01 01 02 (delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
• Extern personeel (in voltijdsequivalenten: VTE)
|
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
|
0,20
|
0,16
|
0,12
|
0,10
|
|
|
|
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 04 jj
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (CA, SNE, INT - onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
0,39
|
0,29
|
0,21
|
0,16
|
|
|
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
De kosten van het benodigde personeel worden geraamd op basis van 30% van de jaarlijkse uitgaven voor een ambtenaar van graad AD5 - AD12.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel
|
Eenheidshoofd: Toezicht houden op de operatie en deze beheren, overeenstemming bereiken over de verslagen inzake de evaluatie van de leningsovereenkomsten, controlebezoeken leiden en de voortgang wat betreft de naleving van de voorwaarden evalueren.
Bureau: Het memorandum van overeenstemming en de loonovereenkomst opstellen, contacten onderhouden met autoriteiten en internationale financiële instellingen, alsook met externe deskundigen voor operationele beoordelingen en evaluaties achteraf, controlebezoeken uitvoeren en rapporten van de diensten van de Commissie opstellen, Commissieprocedures met betrekking tot het beheer van de bijstand uitwerken.
|
Extern personeel
|
n.v.t.
|
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
–X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
3.2.5.Bijdrage van derden aan de financiering
–X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
X
Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.