This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02008L0090-20221013
Council Directive 2008/90/EC of 29 September 2008 on the marketing of fruit plant propagating material and fruit plants intended for fruit production (Recast version)
Consolidated text: Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (Herschikking)
Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (Herschikking)
02008L0090 — NL — 13.10.2022 — 004.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2008/90/EG VAN DE RAAD van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
L 332 |
40 |
16.12.2010 |
||
VERORDENING (EU) Nr. 652/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014 |
L 189 |
1 |
27.6.2014 |
|
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/120 VAN DE COMMISSIE van 24 januari 2019 |
L 24 |
27 |
28.1.2019 |
|
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/1933 VAN DE COMMISSIE van 12 oktober 2022 |
L 266 |
19 |
13.10.2022 |
RICHTLIJN 2008/90/EG VAN DE RAAD
van 29 september 2008
betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
(Herschikking)
HOOFDSTUK 1
TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Werkingssfeer
De uitvoeringsmaatregelen van de eerste alinea, met name wat betreft de identificatie en het apart houden, worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure.
Artikel 2
Definities
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
„teeltmateriaal”: zaad, plantendelen en alle plantmateriaal, inclusief onderstammen, bestemd voor de vermeerdering en de productie van fruitgewassen;
„fruitgewassen”: planten die bestemd zijn om, nadat zij in de handel zijn gebracht, te worden uitgeplant of herplant;
„ras”: een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagst bekende rang die kan worden:
gedefinieerd aan de hand van de expressie van het kenmerk dat het resultaat is van een bepaald genotype of een combinatie van genotypen;
onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste één van die kenmerken; en
beschouwd als een eenheid, gezien haar geschiktheid om onveranderd te worden vermeerderd;
„kloon”: een vegetatieve genetisch uniforme afstamming van één enkele plant;
„prebasismateriaal”: teeltmateriaal
dat volgens algemeen aanvaarde methoden is geproduceerd ter instandhouding van de identiteit van het ras, met inbegrip van de relevante pomologische kenmerken, alsmede ter voorkoming van ziekten;
dat dient voor de productie van basismateriaal of ander gecertificeerd materiaal dan fruitgewassen;
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor prebasismateriaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder a), b) en c) voldoet;
„basismateriaal”: teeltmateriaal
dat volgens algemeen aanvaarde methoden is verkregen ter instandhouding van de identiteit van het, met inbegrip van de relevante pomologische kenmerken, alsmede ter voorkoming van ziekten en dat rechtstreeks van prebasismateriaal afkomstig is of in een bekend aantal stadia vegetatief uit prebasismateriaal is voortgekweekt;
dat dient voor de productie van gecertificeerd materiaal;
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor basismateriaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder a), b) en c) voldoet;
„gecertificeerd materiaal”:
teeltmateriaal:
dat rechtstreeks vegetatief is voortgekweekt uit basismateriaal of prebasismateriaal of, indien het voor de productie van onderstammen dient, uit gecertificeerd zaad van basismateriaal of gecertificeerd materiaal van onderstammen;
dat bestemd is voor de productie van fruitgewassen;
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor gecertificeerd materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder i), ii) en iii) voldoet;
fruitgewassen:
die rechtstreeks uit gecertificeerd, basis- of prebasisteeltmateriaal zijn voortgekweekt;
die bestemd zijn voor de productie van fruit;
die voldoen aan de specifieke voorschriften voor gecertificeerd materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
waarvan bij de officiële inspectie is vastgesteld dat zij aan de eisen onder i), ii) en iii) voldoen;
„CAC-materiaal” („Conformitas Agraria Communitatis”): teeltmateriaal en fruitgewassen
die rasecht en voldoende raszuiver zijn;
die bedoeld zijn voor:
die voldoen aan de specifieke voorschriften voor CAC-materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld;
„leverancier”: elke natuurlijke of rechtspersoon die beroepshalve ten minste één van de volgende activiteiten verricht met betrekking tot teeltmateriaal of fruitgewassen: vermeerderen, produceren, beschermen en/of behandelen, invoeren en in de handel brengen;
„in de handel brengen”: de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop en iedere beschikbaarstelling, levering of overdracht van teeltmateriaal of fruitgewassen aan derden, al dan niet tegen vergoeding, met het oog op commercieel gebruik;
„verantwoordelijke officiële instantie”:
een door de lidstaat opgerichte of aangewezen instantie die onder toezicht van de nationale regering staat en die verantwoordelijk is voor vraagstukken inzake de kwaliteit van teeltmateriaal en fruitgewassen;
een overheidsinstantie, die
„officiële inspectie”: door of onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke officiële instantie verrichte inspectie;
„partij”: een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong.
HOOFDSTUK 2
VOORSCHRIFTEN VOOR TEELTMATERIAAL EN FRUITGEWASSEN
Artikel 3
Algemene voorschriften voor het in de handel brengen
Teeltmateriaal en fruitgewassen mogen alleen in de handel worden gebracht indien:
het teeltmateriaal officieel als prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal is gecertificeerd of indien het voldoet aan de voorwaarden om als CAC-materiaal te worden aangemerkt;
de fruitgewassen officieel als gecertificeerd materiaal zijn gecertificeerd of voldoen aan de voorwaarden om als CAC-materiaal te worden aangemerkt.
In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de op hun grondgebied gevestigde leveranciers machtiging verlenen voor het in de handel brengen van passende hoeveelheden teeltmateriaal en fruitgewassen die bestemd zijn:
voor proeven of wetenschappelijke doeleinden;
voor selectie; of
om te helpen de genetische verscheidenheid te behouden.
De voorwaarden waaronder de lidstaten dergelijke machtigingen mogen verlenen, kunnen overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 2, worden vastgesteld.
Artikel 4
Specifieke voorschriften voor geslachten en soorten
Voor elk geslacht of elke soort, vermeld in bijlage I, worden volgens de in artikel 19, lid 3, bedoelde procedure specifieke voorschriften vastgesteld; deze specificeren:
de voorwaarden waaraan CAC-materiaal moet voldoen, met name de voorwaarden inzake het toegepaste vermeerderingsprocedé, de zuiverheid van het staand gewas, de fytosanitaire toestand en, behalve in het geval van onderstammen waarvan het materiaal niet tot een ras behoort, het rasaspect;
de voorwaarden waaraan prebasismateriaal, basismateriaal en gecertificeerd materiaal moeten voldoen inzake kwaliteit (inclusief, voor prebasis- en basismateriaal, methoden voor de instandhouding van de identiteit van het ras en, indien van toepassing, van de kloon, met inbegrip van de relevante pomologische kenmerken), fytosanitaire toestand, de toegepaste onderzoeksmethoden en -procedures, het (de) toegepaste vermeerderingssyste(e)m(en) en, behalve in het geval van onderstammen waarvan het materiaal niet tot een ras behoort, het rasaspect;
de voorwaarden waaraan onderstammen en andere plantendelen van andere dan de in bijlage I genoemde geslachten of soorten of hybriden daarvan moeten voldoen wanneer teeltmateriaal van de in bijlage I genoemde geslachten en soorten of hybriden daarvan daarop wordt geënt.
HOOFDSTUK 3
VOORSCHRIFTEN WAARAAN LEVERANCIERS MOETEN VOLDOEN
Artikel 5
Registratie
Artikel 6
Specifieke voorschriften
De lidstaten zorgen ervoor dat prebasis-, basis- en gecertificeerd materiaal alsook CAC-materiaal wordt geproduceerd onder de verantwoordelijkheid van leveranciers die teeltmateriaal en fruitgewassen produceren of vermeerderen. Daartoe doen deze leveranciers het volgende: zij
De eerste alinea is niet van toepassing op leveranciers die overeenkomstig artikel 5, lid 2, zijn vrijgesteld van registratie.
HOOFDSTUK 4
AANDUIDING VAN HET RAS EN ETIKETTERING
Artikel 7
Aanduiding van het ras
De rassen die overeenkomstig lid 1 moeten worden vermeld, zijn:
hetzij wettelijk beschermd uit hoofde van een kwekersrecht overeenkomstig bepalingen betreffende de bescherming van kweekproducten;
hetzij officieel geregistreerd overeenkomstig lid 4;
hetzij algemeen bekend; een ras wordt als algemeen bekend beschouwd indien:
het officieel is geregistreerd in een andere lidstaat;
het ras het voorwerp is van een aanvraag tot officiële registratie in een lidstaat, of van een aanvraag voor een kweekproduct als bedoeld onder a); of
het voor 30 september 2012 op het grondgebied van de betrokken lidstaat of van een andere lidstaat reeds in de handel is gebracht, op voorwaarde dat het een officieel erkende beschrijving heeft.
Het is ook mogelijk om overeenkomstig lid 1 te verwijzen naar een ras dat geen intrinsieke waarde heeft voor de commerciële productie, mits dat ras een officieel erkende beschrijving heeft en het teeltmateriaal en de fruitgewassen op het grondgebied van de betrokken lidstaat als CAC-materiaal in de handel worden gebracht en worden geïdentificeerd door middel van een verwijzing naar deze bepaling op het etiket en/of het document.
Een genetisch gemodificeerd ras kan alleen officieel worden geregistreerd indien het genetisch gemodificeerde organisme waaruit het bestaat, uit hoofde van Richtlijn 2001/18/EG of uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1829/2003 is toegelaten.
Wanneer van fruitgewassen of van teeltmateriaal afgeleide producten bestemd zijn om te worden gebruikt als of in levensmiddelen in de zin van artikel 3 of als of in diervoeders in de zin van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, wordt het betrokken ras alleen officieel geregistreerd indien de van dit materiaal afgeleide levensmiddelen of diervoeders uit hoofde van die verordening zijn toegelaten.
De eisen voor de in lid 4 bedoelde officiële registratie worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure, rekening houdend met de stand van wetenschap en techniek, en behelzen:
de voorwaarden voor officiële registratie die met name betrekking kunnen hebben op onderscheidbaarheid, bestendigheid en voldoende homogeniteit;
de kenmerken die bij het onderzoek van de verschillende soorten ten minste dienen te worden onderzocht;
de minimumeisen voor het verrichten van het onderzoek;
de maximumperiode waarvoor de officiële registratie van een ras geldt.
Volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure:
Artikel 8
Samenstelling en identificatie van een partij
Artikel 9
Etikettering
Teeltmateriaal en fruitgewassen mogen slechts in voldoende homogene partijen in de handel worden gebracht; daarbij moeten zij:
hetzij gekwalificeerd zijn als CAC-materiaal en vergezeld gaan van een document dat door de leverancier is opgemaakt in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde specifieke voorschriften. Wanneer op dit document een officiële verklaring voorkomt, moet deze duidelijk van de rest van de inhoud van het document gescheiden zijn;
hetzij gekwalificeerd zijn als prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal en als zodanig gecertificeerd zijn door de verantwoordelijke officiële instantie in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde specifieke voorschriften.
Voorschriften inzake het etiketteren en/of plomberen en verpakken van het teeltmateriaal en/of de fruitgewassen kunnen worden opgenomen in uitvoeringsmaatregelen die volgens de in artikel 19, lid 3, bedoelde procedure worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 5
ONTHEFFINGEN
Artikel 10
Lokaal verkeer
De lidstaten kunnen ontheffing verlenen:
van de toepassing van artikel 9, lid 1, aan kleine producenten waarvan de volledige productie en verkoop van teeltmateriaal en fruitgewassen bestemd is voor uiteindelijk gebruik door personen op de lokale markt die niet beroepshalve betrokken zijn bij de productie van gewassen („lokaal verkeer”);
van de in artikel 13 bedoelde controles en officiële inspectie, voor lokaal verkeer van teeltmateriaal en fruitgewassen, geproduceerd door aldus vrijgestelde personen.
Artikel 11
Tijdelijke moeilijkheden bij de levering
In geval van tijdelijke moeilijkheden bij de levering van teeltmateriaal of fruitgewassen die voldoen aan de eisen van deze richtlijn, als gevolg van natuurrampen of onvoorziene omstandigheden kunnen volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure maatregelen worden aangenomen die ertoe strekken het in de handel brengen van deze producten aan minder stringente eisen te onderwerpen.
HOOFDSTUK 6
TEELTMATERIAAL EN FRUITGEWASSEN DIE IN DERDE LANDEN ZIJN GEPRODUCEERD
Artikel 12
In afwachting van het in lid 1 van dit artikel bedoelde besluit kan de in de eerste alinea van dit lid bedoelde termijn volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure voor de onderscheiden derde landen worden verlengd.
Voor teeltmateriaal en fruitgewassen die door een lidstaat worden ingevoerd overeenkomstig een besluit dat die lidstaat overeenkomstig de eerste alinea heeft genomen, mogen ten aanzien van de in lid 1 vermelde punten in andere lidstaten geen beperkingen ten aanzien van het in de handel brengen gelden.
HOOFDSTUK 7
CONTROLEMAATREGELEN
Artikel 13
Officiële inspectie
Volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure kan een andere voor rekening van een verantwoordelijke officiële instantie ingestelde rechtspersoon die onder het gezag en toezicht van die instantie handelt, worden erkend op voorwaarde dat deze rechtspersoon geen enkel persoonlijk voordeel trekt uit het resultaat van de maatregelen die hij neemt.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van hun verantwoordelijke officiële instanties. De Commissie zendt deze informatie toe aan de andere lidstaten.
Artikel 14
Communautaire controle
Er kunnen in de Gemeenschap communautaire vergelijkende tests en proeven worden verricht voor een nacontrole van monsters van teeltmateriaal en fruitgewassen die in de handel zijn gebracht overeenkomstig de verplicht dan wel facultatief toe te passen bepalingen van deze richtlijn, met inbegrip van de fytosanitaire bepalingen. De vergelijkende tests en proeven kunnen ook betrekking hebben op:
De financiële bijdrage wordt vastgesteld binnen de grenzen van de door de begrotingsautoriteit uitgetrokken jaarlijkse middelen.
Artikel 15
Communautaire controles in de lidstaten
Artikel 16
Follow-upmaatregelen van lidstaten
HOOFDSTUK 8
ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 17
Vrijverkeersclausule
Artikel 18
Wijzigingen en aanpassing van bijlagen
De Commissie kan volgens de in artikel 19, lid 3, bedoelde procedure bijlage I wijzigen om ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de wetenschap en de techniek.
Artikel 19
Comité
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
Artikel 20
Omzetting
Zij passen die bepalingen toe vanaf 30 september 2012.
Artikel 21
Overgangsmaatregelen
De lidstaten mogen tot en met 31 december 2018 toestemming verlenen voor het op hun eigen grondgebied in de handel brengen van teeltmateriaal en fruitgewassen die afkomstig zijn van moederplanten die vóór 30 september 2012 bestonden en die vóór 31 december 2018 officieel gecertificeerd zijn of voldoen aan de voorwaarden om als CAC-materiaal te worden aangemerkt. Wanneer dat teeltmateriaal en die fruitgewassen in de handel worden gebracht, worden zij geïdentificeerd door middel van een verwijzing naar dit artikel op het etiket en/of het document. Na 31 december 2018 kunnen teeltmateriaal en fruitgewassen in de handel worden gebracht indien aan de voorschriften van deze richtlijn is voldaan.
Artikel 22
Intrekking
Artikel 23
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 24
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
Lijst van geslachten en soorten waarop deze richtlijn van toepassing is
BIJLAGE II
DEEL A
Ingetrokken richtlijnen en opeenvolgende wijzigingen ervan
(als bedoeld in artikel 22)
Richtlijn 92/34/EEG van de Raad (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10) |
|
Beschikking 93/401/EEG van de Commissie (PB L 177 van 21.7.1993, blz. 28) |
|
Beschikking 94/150/EG van de Commissie (PB L 66 van 10.3.1994, blz. 31) |
|
Beschikking 95/26/EG van de Commissie (PB L 36 van 16.2.1995, blz. 36) |
|
Beschikking 97/110/EG van de Commissie (PB L 39 van 8.2.1997, blz. 22) |
|
Beschikking 1999/30/EG van de Commissie (PB L 8 van 14.1.1999, blz. 30) |
|
Beschikking 2002/112/EG van de Commissie (PB L 41 van 13.2.2002, blz. 44) |
|
Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1) |
Alleen punt 7 van bijlage II en punt 28 van bijlage III |
Richtlijn 2003/61/EG van de Raad (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23) |
Alleen artikel 1, lid 5 |
Richtlijn 2003/111/EG van de Commissie (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 12) |
|
Beschikking 2005/54/EG van de Commissie (PB L 22 van 26.1.2005, blz. 16) |
|
Beschikking 2007/776/EG van de Commissie (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 48) |
|
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht en voor toepassing ervan
(als bedoeld in artikel 22)
Richtlijn |
Termijn voor omzetting |
Datum van toepassing |
92/34/EEG |
31 december 1992 |
31 december 1992 (1) |
2003/61/EG |
10 oktober 2003 |
|
2003/111/EG |
31 oktober 2004 |
|
(1)
Wat de artikelen 5 tot en met 11, 14, 15, 17, 19 en 24 betreft, wordt de toepassingsdatum voor elk geslacht of elke soort, bedoeld in bijlage II, volgens de procedure van artikel 21 vastgesteld bij de opstelling van het in artikel 4 bedoelde schema (zie artikel 26, lid 2, van Richtlijn 92/34/EEG). |
BIJLAGE III
Concordantietabel
Richtlijn 92/34/EEG |
Deze richtlijn |
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1, lid 2 |
— |
Artikel 1, lid 3 |
Artikel 18, gewijzigd |
— |
Artikel 1, leden 2 en 3 |
Artikel 2 |
Artikel 1, lid 4 |
Artikel 3, onder a) en b) |
Artikel 2, leden 1 en 2 |
— |
Artikel 2, leden 3 en 4 |
Artikel 3, onder c) tot en met f) |
Artikel 2, leden 5 tot en met 8, gewijzigd |
Artikel 3, onder g) en h) |
— |
Artikel 3, onder i) en j) |
Artikel 2, leden 9 en 10, gewijzigd |
Artikel 3, onder k), i) en ii) |
Artikel 2, lid 11 |
Artikel 3, onder k), ten dele |
Artikel 13, lid 2, gewijzigd |
Artikel 3, onder l) en m) |
Artikel 2, leden 12 en 13 |
Artikel 3, onder n) |
— |
Artikel 3, onder o) |
Artikel 2, lid 14 |
Artikel 3, onder p) |
— |
Artikel 4, lid 1 |
Artikel 4, gewijzigd |
Artikel 4, lid 2 |
— |
Artikel 5 |
— |
— |
Artikel 5 |
Artikel 6 |
— |
— |
Artikel 6 |
Artikel 7 |
Artikel 15 |
Artikel 8, leden 1 en 2 |
Artikel 3, lid 1, onder a) en b), gewijzigd |
— |
Artikel 3, lid 2 |
— |
Artikel 3, lid 3 |
Artikel 8, lid 3 |
Artikel 3, lid 4, gewijzigd |
Artikel 9, lid 1 |
Artikel 7, lid 1 |
— |
Artikel 7, lid 2 |
Artikel 9, lid 2, onder i) en ii) |
Artikel 7, lid 3, onder a) en b), gewijzigd |
Artikel 9, lid 2, laatste bepaling |
Artikel 7, lid 4, gewijzigd |
Artikel 9, lid 3 |
Artikel 7, lid 5 |
Artikel 9, lid 4 |
— |
Artikel 9, lid 5 |
Artikel 7, lid 6 |
Artikel 9, lid 6 |
Artikel 7, lid 7 |
Artikel 10, leden 1 en 2 |
Artikel 8, leden 1 en 2, gewijzigd |
Artikel 10, lid 3 |
— |
Artikel 11 |
Artikel 9, gewijzigd |
Artikel 12 |
Artikel 10 |
Artikel 13 |
Artikel 11, gewijzigd |
Artikel 14 |
Artikel 17, lid 1 |
Artikel 15 |
Artikel 17, lid 2, gewijzigd |
Artikel 16 |
Artikel 12 |
Artikel 17 |
Artikel 13, lid 1, gewijzigd |
Artikel 18 |
Artikel 13, lid 3, gewijzigd |
Artikel 19, lid 1 |
Artikel 16, lid 2 |
Artikel 19, lid 2 |
Artikel 16, lid 3 |
Artikel 19, lid 3 |
Artikel 16, lid 4 |
Artikel 20 |
Artikel 14 |
Artikel 21, leden 1 en 2 |
Artikel 19, leden 1en 2 |
Artikel 21, lid 3 |
Artikel 19, lid 4 |
Artikel 22, leden 1 en 2 |
Artikel 19, leden 1 en 3 |
Artikel 23 |
— |
Artikel 24, lid 1 |
Artikel 16, lid 1 |
Artikel 24, lid 2 |
— |
Artikel 25 |
— |
Artikel 26 |
Artikel 20 |
— |
Artikel 21 |
— |
Artikel 22 |
— |
Artikel 23 |
Artikel 27 |
Artikel 24 |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
Bijlage I |
— |
Bijlagen II en III |
( 1 ) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).