02006R1881 — NL — 01.01.2023 — 033.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1881/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2006

tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 1126/2007 VAN DE COMMISSIE van 28 september 2007

  L 255

14

29.9.2007

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 565/2008 VAN DE COMMISSIE van 18 juni 2008

  L 160

20

19.6.2008

►M3

VERORDENING (EG) Nr. 629/2008 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 2008

  L 173

6

3.7.2008

►M4

VERORDENING (EU) Nr. 105/2010 VAN DE COMMISSIE van 5 februari 2010

  L 35

7

6.2.2010

►M5

VERORDENING (EU) Nr. 165/2010 VAN DE COMMISSIE van 26 februari 2010

  L 50

8

27.2.2010

►M6

VERORDENING (EU) Nr. 420/2011 VAN DE COMMISSIE van 29 april 2011

  L 111

3

30.4.2011

►M7

VERORDENING (EU) Nr. 835/2011 VAN DE COMMISSIE van 19 augustus 2011

  L 215

4

20.8.2011

►M8

VERORDENING (EU) Nr. 1258/2011 VAN DE COMMISSIE van 2 december 2011

  L 320

15

3.12.2011

►M9

VERORDENING (EU) Nr. 1259/2011 VAN DE COMMISSIE van 2 december 2011

  L 320

18

3.12.2011

 M10

VERORDENING (EU) Nr. 219/2012 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2012

  L 75

5

15.3.2012

►M11

VERORDENING (EU) Nr. 594/2012 VAN DE COMMISSIE van 5 juli 2012

  L 176

43

6.7.2012

►M12

VERORDENING (EU) Nr. 1058/2012 VAN DE COMMISSIE van 12 november 2012

  L 313

14

13.11.2012

 M13

VERORDENING (EU) Nr. 1067/2013 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2013

  L 289

56

31.10.2013

 M14

VERORDENING (EU) Nr. 212/2014 VAN DE COMMISSIE van 6 maart 2014

  L 67

3

7.3.2014

 M15

VERORDENING (EU) Nr. 362/2014 VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014

  L 107

56

10.4.2014

►M16

VERORDENING (EU) Nr. 488/2014 VAN DE COMMISSIE van 12 mei 2014

  L 138

75

13.5.2014

►M17

VERORDENING (EU) Nr. 696/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juni 2014

  L 184

1

25.6.2014

 M18

VERORDENING (EU) Nr. 1327/2014 VAN DE COMMISSIE van 12 december 2014

  L 358

13

13.12.2014

►M19

VERORDENING (EU) 2015/704 VAN DE COMMISSIE van 30 april 2015

  L 113

27

1.5.2015

►M20

VERORDENING (EU) 2015/1005 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2015

  L 161

9

26.6.2015

►M21

VERORDENING (EU) 2015/1006 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2015

  L 161

14

26.6.2015

►M22

VERORDENING (EU) 2015/1125 VAN DE COMMISSIE van 10 juli 2015

  L 184

7

11.7.2015

 M23

VERORDENING (EU) 2015/1137 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015

  L 185

11

14.7.2015

►M24

VERORDENING (EU) 2015/1933 VAN DE COMMISSIE van 27 oktober 2015

  L 282

11

28.10.2015

►M25

VERORDENING (EU) 2015/1940 VAN DE COMMISSIE van 28 oktober 2015

  L 283

3

29.10.2015

►M26

VERORDENING (EU) 2016/239 VAN DE COMMISSIE van 19 februari 2016

  L 45

3

20.2.2016

►M27

VERORDENING (EU) 2017/1237 VAN DE COMMISSIE van 7 juli 2017

  L 177

36

8.7.2017

 M28

VERORDENING (EU) 2018/290 VAN DE COMMISSIE van 26 februari 2018

  L 55

27

27.2.2018

►M29

VERORDENING (EU) 2019/1870 VAN DE COMMISSIE van 7 november 2019

  L 289

37

8.11.2019

►M30

VERORDENING (EU) 2019/1901 VAN DE COMMISSIE van 7 november 2019

  L 293

2

14.11.2019

►M31

VERORDENING (EU) 2020/685 VAN DE COMMISSIE van 20 mei 2020

  L 160

3

25.5.2020

►M32

VERORDENING (EU) 2020/1255 VAN DE COMMISSIE van 7 september 2020

  L 293

1

8.9.2020

►M33

VERORDENING (EU) 2020/1322 VAN DE COMMISSIE van 23 september 2020

  L 310

2

24.9.2020

►M34

VERORDENING (EU) 2020/2040 VAN DE COMMISSIE van 11 december 2020

  L 420

1

14.12.2020

►M35

VERORDENING (EU) 2021/1317 VAN DE COMMISSIE van 9 augustus 2021

  L 286

1

10.8.2021

►M36

VERORDENING (EU) 2021/1323 VAN DE COMMISSIE van 10 augustus 2021

  L 288

13

11.8.2021

►M37

VERORDENING (EU) 2021/1399 VAN DE COMMISSIE van 24 augustus 2021

  L 301

1

25.8.2021

►M38

VERORDENING (EU) 2021/1408 VAN DE COMMISSIE van 27 augustus 2021

  L 304

1

30.8.2021

►M39

VERORDENING (EU) 2021/2142 VAN DE COMMISSIE van 3 december 2021

  L 433

8

6.12.2021

►M40

VERORDENING (EU) 2022/617 VAN DE COMMISSIE van 12 april 2022

  L 115

60

13.4.2022

►M41

VERORDENING (EU) 2022/1364 VAN DE COMMISSIE van 4 augustus 2022

  L 205

227

5.8.2022

►M42

VERORDENING (EU) 2022/1370 VAN DE COMMISSIE van 5 augustus 2022

  L 206

11

8.8.2022

►M43

VERORDENING (EU) 2022/1393 VAN DE COMMISSIE van 11 augustus 2022

  L 211

83

12.8.2022

►M44

VERORDENING (EU) 2022/2002 VAN DE COMMISSIE van 21 oktober 2022

  L 274

64

24.10.2022

►M45

VERORDENING (EU) 2022/2388 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2022

  L 316

38

8.12.2022


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 018, 21.1.2012, blz.  7 (835/2011)

 C2

Rectificatie, PB L 300, 17.11.2015, blz.  49 (nr. 488/2014)

►C3

Rectificatie, PB L 298, 19.11.2019, blz.  12 (2019/1870)

 C4

Rectificatie, PB L 327, 17.12.2019, blz.  109 (2019/1870)




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1881/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2006

tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Algemene bepalingen

1.  
De in de bijlage opgenomen levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien hun gehalte aan verontreinigingen het in de bijlage vastgestelde maximumgehalte overschrijdt.
2.  
De maximumgehalten die in de bijlage zijn vastgesteld, gelden voor het eetbare gedeelte van de genoemde levensmiddelen, tenzij in de bijlage iets anders wordt bepaald.

Artikel 2

Gedroogde, verdunde, verwerkte en samengestelde levensmiddelen

1.  

Bij toepassing van de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten op gedroogde, verdunde, verwerkte of uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen moet rekening worden gehouden met:

a) 

veranderingen in de concentratie van de verontreiniging als gevolg van het drogen of verdunnen van deze producten;

b) 

veranderingen in de concentratie van de verontreiniging als gevolg van het verwerken van deze producten;

c) 

de relatieve hoeveelheden van de ingrediënten in het product;

d) 

de analytische bepalingsgrens.

2.  
De specifieke concentratie- of verdunningsfactoren voor de betreffende droog-, verdunnings-, verwerkings- en/of mengprocedés of voor de gedroogde, verdunde, verwerkte en/of samengestelde levensmiddelen worden door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf opgegeven en gerechtvaardigd wanneer de bevoegde autoriteit een officiële controle uitvoert.

Indien de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de gevraagde concentratie- of verdunningsfactor niet opgeeft of de bevoegde autoriteit die factor, gezien de gegeven motivering, ongeschikt acht, stelt de autoriteit die factor op basis van de beschikbare informatie en met het oog op een maximale bescherming van de volksgezondheid, zelf vast.

3.  
De leden 1 en 2 gelden voor zover geen specifieke communautaire maximumgehalten voor gedroogde, verdunde, verwerkte of samengestelde levensmiddelen zijn vastgesteld.
4.  
Voor zover de Gemeenschapswetgeving niet voorziet in specifieke maximumgehalten voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, kunnen de lidstaten strengere maximumgehalten vaststellen.

Artikel 3

Verbod inzake gebruik, mengen en ontgiften

1.  
Levensmiddelen die niet voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen.
2.  
Levensmiddelen die voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gemengd met levensmiddelen die deze maximumgehalten overschrijden.
3.  
Levensmiddelen die bestemd zijn om te worden gesorteerd of volgens een andere fysische methode te worden behandeld om het niveau van verontreiniging te verlagen, worden niet gemengd met levensmiddelen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen.
4.  
Levensmiddelen die in afdeling 2 van de bijlage vermelde verontreinigingen bevatten (mycotoxinen), ondergaan geen doelbewuste chemische behandelingen waarmee deze verontreinigingen worden verwijderd.

▼M5

Artikel 4

Specifieke bepalingen voor aardnoten, andere oliehoudende zaden, noten, gedroogde vruchten, rijst en mais

Aardnoten (pinda’s) andere oliehoudende zaden, noten, gedroogde vruchten, rijst en mais die niet voldoen aan de in de punten 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.10 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten aan aflatoxinen, mogen in de handel worden gebracht op voorwaarde dat:

a) 

deze producten niet bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen;

b) 

zij voldoen aan de in de punten 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.9 en 2.1.12 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten;

c) 

zij ervoor bestemd zijn om te worden gesorteerd of te worden onderworpen aan andere fysische behandelingen, zodat na deze behandeling de in de punten 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.10 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten niet worden overschreden en de behandeling zelf geen andere schadelijke reststoffen doet ontstaan;

d) 

ze een etiket hebben waarop duidelijk het gebruik staat aangegeven en dat de vermelding „Product dat moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten worden toegepast om het niveau van verontreiniging met aflatoxinen te verlagen, voordat het wordt bestemd voor menselijke consumptie of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen”. Deze vermelding wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. en in het oorspronkelijke begeleidende document aangebracht. De identificatiecode van de zending/partij wordt onuitwisbaar op iedere afzonderlijke zak, doos enz. van de zending en in het oorspronkelijke begeleidende document vermeld.

Artikel 5

Specifieke bepalingen voor aardnoten (pinda’s), andere oliehoudende zaden, daarvan afgeleide producten en granen

Een duidelijke vermelding van het beoogde gebruik wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. en in het oorspronkelijke begeleidende document aangebracht. Dit begeleidende document moet onmiskenbaar bij de desbetreffende zending behoren en derhalve dezelfde identificatiecode bevatten als die welke op iedere afzonderlijke zak, doos enz. van de zending vermeld staat. Bovendien moet de op het begeleidende document vermelde bedrijfsactiviteit van de geadresseerde van de zending verenigbaar zijn met het beoogde gebruik.

Bij het ontbreken van een duidelijke vermelding dat het beoogde gebruik niet voor menselijke consumptie is, gelden de in de punten 2.1.5 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor alle aardnoten (pinda’s), andere oliehoudende zaden en daarvan afgeleide producten, alsmede granen die in de handel worden gebracht.

Met betrekking tot de uitzondering voor aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden bestemd om te worden geplet en de toepassing van de maximumgehalten die in punt 2.1.1 van de bijlage zijn vastgelegd, is de uitzondering alleen van toepassing op zendingen die een etiket hebben waarop duidelijk het gebruik staat aangegeven en dat voorzien is van de vermelding „Product dat moet worden geplet voor de productie van geraffineerde plantaardige olie”. Deze vermelding wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. aangebracht en in het (de) begeleidende document(en). De eindbestemming moet een olieslagerij zijn.

▼B

Artikel 6

Specifieke bepalingen voor sla

Voor onder glas gekweekte sla die niet als zodanig geëtiketteerd is, gelden de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor vollegrondssla.

Artikel 7

▼M9

Afwijkingen

▼M8 —————

▼M9

4.  
In afwijking van artikel 1 worden Finland, Zweden en Letland gemachtigd uit het Oostzeegebied afkomstige en voor consumptie op hun grondgebied bestemde, in het wild gevangen zalm (Salmo salar) en de producten daarvan in de handel te brengen met gehalten aan dioxinen en/of dioxineachtige pcb's en/of niet-dioxineachtige pcb's die hoger zijn dan die welke vermeld zijn in punt 5.3 van de bijlage, mits er een systeem bestaat dat waarborgt dat de consumenten ten volle op de hoogte worden gehouden van voedingsaanbevelingen betreffende beperkingen van de consumptie van in het wild gevangen zalm en de producten daarvan uit het Oostzeegebied door kwetsbare bevolkingsgroepen om eventuele gezondheidsrisico's te voorkomen.

Finland, Zweden en Letland blijven de nodige maatregelen ten uitvoer leggen om ervoor te zorgen dat in het wild gevangen zalm en de producten daarvan die niet voldoen aan punt 5.3 van de bijlage, niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht.

Finland, Zweden en Letland brengen jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de maatregelen die zij hebben genomen om de kwetsbare bevolkingsgroepen op doeltreffende wijze op de hoogte te brengen van de voedingsaanbevelingen en om ervoor te zorgen dat in het wild gevangen zalm en de producten daarvan die niet voldoen aan de maximumgehalten, niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht. Voorts leggen zij bewijzen van de doeltreffendheid van deze maatregelen over.

▼M9

5.  
In afwijking van artikel 1 worden Finland en Zweden gemachtigd uit het Oostzeegebied afkomstige en voor consumptie op hun grondgebied bestemde, in het wild gevangen haring met een lengte van meer dan 17 cm (Clupea harengus), in het wild gevangen meerforel (Salvelinus spp.), in het wild gevangen rivierprik (Lampetra fluviatilis) en in het wild gevangen forel (Salmo trutta) en de producten daarvan in de handel te brengen met gehalten aan dioxinen en/of dioxineachtige pcb's en/of niet-dioxineachtige pcb's die hoger zijn dan die welke vermeld zijn in punt 5.3 van de bijlage, mits er een systeem bestaat dat waarborgt dat de consumenten ten volle op de hoogte worden gehouden van voedingsaanbevelingen betreffende beperkingen op de consumptie van in het wild gevangen haring met een lengte van meer dan 17 cm, in het wild gevangen meerforel, in het wild gevangen rivierprik en in het wild gevangen forel uit het Oostzeegebied en de producten daarvan door kwetsbare bevolkingsgroepen om eventuele gezondheidsrisico's te voorkomen.

Finland en Zweden blijven de nodige maatregelen ten uitvoer leggen om ervoor te zorgen dat in het wild gevangen haring met een lengte van meer dan 17 cm, in het wild gevangen meerforel, in het wild gevangen rivierprik en in het wild gevangen forel en de producten daarvan die niet voldoen aan punt 5.3 van de bijlage, niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht.

Finland en Zweden brengen jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de maatregelen die zij hebben genomen om de kwetsbare bevolkingsgroepen op doeltreffende wijze op de hoogte te brengen van de voedingsaanbevelingen en om ervoor te zorgen dat vis en de producten daarvan die niet voldoen aan de maximumgehalten, niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht. Voorts leggen zij bewijzen van de doeltreffendheid van deze maatregelen over.

▼M32

6.  

In afwijking van artikel 1 mogen de volgende lidstaten toestemming verlenen om op hun grondgebied het volgende traditioneel gerookte vlees en de volgende traditioneel gerookte vleesproducten in de handel te brengen, gerookt op hun grondgebied en bestemd voor consumptie op hun grondgebied, met gehalten aan PAK’s die hoger zijn dan de in punt 6.1.4 van de bijlage vastgestelde gehalten, mits die producten voldoen aan de vóór 1 september 2014 geldende maximumgehalten, dat wil zeggen 5,0 μg/kg voor benzo(a)pyreen en 30,0 μg/kg voor de som van benzo(a)pyreen, benz(a)antraceen, benzo(b)fluorantheen en chryseen:

— 
Ierland, Kroatië, Cyprus, Spanje, Polen en Portugal: traditioneel gerookt vlees en gerookte vleesproducten;
— 
Letland: traditioneel gerookt varkensvlees, warm gerookt kippenvlees, warm gerookte worst en warm gerookt vlees van wild;
— 
Slowaakse Republiek: gezouten traditioneel gerookt vlees, traditioneel gerookte bacon, traditioneel gerookte worst (klobása), waarbij „traditioneel gerookt” betekent dat de rook wordt ontwikkeld door het verbranden van hout (houtblokken, houtzaagsel, houtsnippers) in een rookkast;
— 
Finland: traditioneel warm gerookt vlees en warm gerookte vleesproducten;
— 
Zweden: vlees en vleesproducten gerookt boven gloeiend hout of ander plantaardig materiaal.

Die lidstaten en de betrokken exploitanten van levensmiddelenbedrijven blijven de aanwezigheid van PAK’s in traditioneel gerookt vlees en gerookte vleesproducten bedoeld in de eerste alinea van dit lid controleren, en zien erop toe dat waar mogelijk goede rookmethoden worden toegepast, zonder dat de typische organoleptische eigenschappen van die producten verloren gaan.

7.  

In afwijking van artikel 1 mogen de volgende lidstaten toestemming verlenen om op hun grondgebied de volgende traditioneel gerookte vis en gerookte visserijproducten in de handel te brengen, gerookt op hun grondgebied en bestemd voor consumptie op hun grondgebied, met gehalten aan PAK’s die hoger zijn dan de in punt 6.1.5 van de bijlage vastgestelde gehalten, mits die gerookte producten voldoen aan de vóór 1 september 2014 geldende maximumgehalten, dat wil zeggen 5,0 μg/kg voor benzo(a)pyreen en 30,0 μg/kg voor de som van benzo(a)pyreen, benz(a)antraceen, benzo(b)fluorantheen en chryseen:

— 
Letland: traditioneel warm gerookte vis;
— 
Finland: traditioneel warm gerookte kleine vissen en visserijproducten op basis van kleine vissen;
— 
Zweden: vis en visserijproducten gerookt boven gloeiend hout of ander plantaardig materiaal.

Die lidstaten en de betrokken exploitanten van levensmiddelenbedrijven blijven de aanwezigheid van PAK’s in de in de eerste alinea van dit lid bedoelde traditioneel gerookte vis en gerookte visserijproducten controleren, en zien erop toe dat waar mogelijk goede rookmethoden worden toegepast, zonder dat de typische organoleptische eigenschappen van die producten verloren gaan.

▼B

Artikel 8

Bemonstering en analyse

De bemonstering en analyse voor de officiële controle van de in de bijlage vermelde maximumgehalten wordt uitgevoerd overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1882/2006 ( 1 ), (EG) nr. 401/2006 ( 2 ) en (EG) nr. 1883/2006 ( 3 ) van de Commissie en de Richtlijnen 2001/22/EG ( 4 ), 2004/16/EG ( 5 ) en 2005/10/EG ( 6 ) van de Commissie.

▼M25

Artikel 9

Toezicht en rapportage

1.  
De lidstaten monitoren de nitraatgehalten in groenten die hoge gehalten kunnen bevatten, met name groene bladgroenten, en delen de resultaten daarvan regelmatig aan de EFSA mee.
2.  
De lidstaten geven de Commissie een samenvatting van de bevindingen over aflatoxinen die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie ( 7 ) zijn verkregen en stellen de EFSA in kennis van de afzonderlijke gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen.
3.  
De lidstaten en de belanghebbende beroepsorganisaties stellen de Commissie elk jaar in kennis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek en de voortgang van de toepassing van preventieve maatregelen ter voorkoming van verontreiniging door deoxynivalenol, zearalenon, fumonisine B1 en B2, T-2- en HT-2-toxine. De Commissie stelt de resultaten beschikbaar aan de lidstaten. De daarmee verband houdende gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen worden aan de EFSA gerapporteerd.

▼M37

4.  
De lidstaten en de belanghebbende partijen stellen de Commissie uiterlijk op 1 januari 2023 in kennis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek en de voortgang van de toepassing van preventieve maatregelen ter voorkoming van verontreiniging door moederkorensclerotiën en moederkorenalkaloïden in rogge en maalderijproducten van rogge door moederkorenalkaloïden in maalderijproducten van gerst, tarwe, spelt en haver.

De lidstaten en de belanghebbende partijen brengen regelmatig verslag uit aan de EFSA-databank over het vóórkomen van moederkorensclerotiën en moederkorenalkaloïden in roggen en maalderijproducten van rogge en van moederkorenalkaloïden in maalderijproducten van gerst, tarwe, spelt en haver.

▼M25

5.  
Door de lidstaten en de belanghebbende beroepsorganisaties verzamelde gegevens over het vóórkomen van andere verontreinigingen dan die bedoeld in de leden 1 tot en met 4 kunnen aan de EFSA worden gerapporteerd.
6.  
De gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen worden aan de EFSA gerapporteerd in het door de EFSA gevraagde formaat voor de indiening van gegevens en in overeenstemming met de richtsnoeren van de EFSA betreffende de standaardmonsterbeschrijving (Standard Sample Description — SSD) ( 8 ) voor levensmiddelen en diervoeders en de aanvullende specifieke rapportagevereisten van de EFSA. De belanghebbende beroepsorganisaties kunnen voor de indiening van gegevens over het vóórkomen van verontreinigingen desgewenst gebruikmaken van een vereenvoudigd door EFSA opgesteld formaat.

▼B

Artikel 10

Intrekking

Verordening (EG) nr. 466/2001 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 11

Overgangsmaatregelen

▼M11

Deze verordening is niet van toepassing op producten die vóór de onder a) tot en met f) vermelde data overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen in de handel zijn gebracht:

▼B

a) 

1 juli 2006 wat betreft de in de punten 2.4.1, 2.4.2., 2.4.4, 2.4.5, 2.4.6, 2.4.7, 2.5.1, 2.5.3, 2.5.5 en 2.5.7 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor deoxynivalenol en zearalenon;

▼M1

b) 

1 oktober 2007 wat betreft de in de punten 2.4.3, 2.4.8, 2.4.9, 2.5.2, 2.5.4, 2.5.6, 2.5.8, 2.5.9 en 2.5.10 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor deoxynivalenol en zearalenon;

▼B

c) 

1 oktober 2007 wat betreft de in punt 2.6 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor fumonisine B1 en B2;

d) 

4 november 2006 wat betreft de in afdeling 5 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor de som van dioxinen en dioxineachtige pcb’s;

▼M11

e) 

1 januari 2012 wat betreft de in afdeling 5 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor niet-dioxineachtige pcb’s;

f) 

1 januari 2015 wat betreft het in punt 2.2.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalte voor ochratoxine A in Capsicum spp.

▼B

De bewijslast betreffende het tijdstip waarop de producten in de handel zijn gebracht, ligt bij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

Artikel 12

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

Maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (16) 



▼M8

Afdeling 1:  Nitraat

Levensmiddelen (16)

Maximumgehalten (mg NO3/kg)

1.1

Verse spinazie (Spinacia oleracea(17)

 

3 500

1.2

Spinazieconserven, ingevroren of diepgevroren spinazie

 

2 000

1.3

Verse sla (Lactuca sativa L.) (onder glas gekweekte en vollegrondsla), behalve de in punt 1.4 vermelde sla

Geoogst van 1 oktober t/m 31 maart:

 

onder glas gekweekte sla

5 000

vollegrondsla

4 000

Geoogst van 1 april t/m 30 september:

 

onder glas gekweekte sla

4 000

vollegrondsla

3 000

1.4

IJsbergsla

Onder glas gekweekte sla

2 500

Vollegrondsla

2 000

1.5

Rucola (Eruca sativa, Diplotaxis sp, Brassica tenuifolia, Sisymbrium tenuifolium)

Geoogst van 1 oktober t/m 31 maart

7 000

Geoogst van 1 april t/m 30 september

6 000

1.6

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (19)

 

200

▼B



Afdeling 2:  Mycotoxinen

Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (μg/kg)

▼M5

2.1.

Aflatoxinen

B1

Som van B1, B2, G1 en G2

M1

2.1.1.

Aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden (50), bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat zij bestemd worden voor menselijke consumptie of gebruik als ingrediënt in levensmiddelen

met uitzondering van

— aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden bestemd om te worden geplet voor de productie van geraffineerde plantaardige olie

8,0 (20)

15,0 (20)

2.1.2.

Amandelen, pistachenoten en abrikozenpitten, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

12,0 (20)

15,0 (20)

2.1.3.

Hazelnoten en paranoten, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

8,0 (20)

15,0 (20)

 

2.1.4.

Andere noten dan die genoemd in 2.1.2 en 2.1.3, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0 (20)

10,0 (20)

2.1.5.

Aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden (50) en door verwerking daarvan verkregen producten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

met uitzondering van

— ruwe plantaardige oliën bestemd voor raffinage

— geraffineerde plantaardige oliën

2,0 (20)

4,0 (20)

2.1.6.

Amandelen, pistachenoten en abrikozenpitten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen (51)

8,0 (20)

10,0 (20)

2.1.7.

Hazelnoten en paranoten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen (51)

5,0 (20)

10,0 (20)

 

2.1.8.

Andere noten dan die genoemd in 2.1.6 en 2.1.7, en door verwerking daarvan verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

2,0 (20)

4,0 (20)

▼M12

2.1.9.

Andere gedroogde vruchten dan gedroogde vijgen, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat zij voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0

10,0

2.1.10.

Andere gedroogde vruchten dan gedroogde vijgen en door verwerking daarvan verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

2,0

4,0

▼M5

2.1.11.

Alle granen en van granen afgeleide producten, met inbegrip van verwerkte graanproducten, met uitzondering van de in de punten 2.1.12, 2.1.15 en 2.1.17 opgenomen levensmiddelen

2,0

4,0

2.1.12.

Mais en rijst die worden gesorteerd of waarop een andere fysische behandeling wordt toegepast voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0

10,0

2.1.13.

Rauwe melk (21), warmtebehandelde melk en melk voor producten op basis van melk

0,050

2.1.14.

Specerijen van de volgende soorten:

Capsicum spp. (gedroogde vruchten daarvan, heel of gemalen, met inbegrip van Spaanse peper, chilipoeder, cayennepeper en paprika)

Piper spp. (vruchten daarvan, met inbegrip van witte en zwarte peper)

Myristica fragrans (nootmuskaat)

Zingiber officinale (gember)

Curcuma longa (kurkuma)

Mengsels van specerijen die één of meer van de bovengenoemde specerijen bevatten

5,0

10,0

2.1.15.

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (22)

0,10

2.1.16.

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, met inbegrip van zuigelingenmelk en opvolgmelk (19) ►M20   (18)  ◄

0,025

2.1.17.

Dieetvoeding voor medisch gebruik ►M20   (18)  ◄  (23), speciaal bestemd voor zuigelingen

0,10

0,025

▼M12

2.1.18.

Gedroogde vijgen

6,0

10,0

▼M42

2.2

Ochratoxine A

 

2.2.1

Onbewerkte granen (31)

5,0

2.2.2

Alle afgeleide/verwerkte producten van onbewerkte granen, met uitzondering van de in de punten 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.12 en 2.2.13 opgenomen levensmiddelen

Granen die voor de eindverbruiker in de handel worden gebracht

3,0

2.2.3

Bakkerijproducten, granensnacks en ontbijtgranen

— producten die geen oliehoudende zaden, noten of gedroogde vruchten bevatten

— producten die ten minste 20 % gedroogde druiven en/of gedroogde vijgen bevatten

— andere producten die oliehoudende zaden, noten en/of gedroogde vruchten bevatten

2,0

4,0

3,0

2.2.4

Alcoholvrije moutdranken

3,0

2.2.5

Tarwegluten dat niet voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht

8,0

2.2.6

Gedroogde vruchten

— gedroogde druiven (krenten, rozijnen en sultana’s) en gedroogde vijgen

— andere gedroogde vruchten

8,0

2,0

2.2.7

Dadelstroop

15

2.2.8

Gebrande koffie

— gebrande koffiebonen en gemalen gebrande koffie, met uitzondering van oploskoffie

— oploskoffie (instantkoffie)

3,0

5,0

2.2.9

Wijn (waaronder mousserende wijnen en met uitzondering van likeurwijnen en wijnen met een alcoholpercentage van 15 % vol of meer) en vruchtenwijnen (24)

2,0  (25)

2.2.10

Gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn, gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (26)

2,0  (25)

2.2.11

Druivensap, geconcentreerd druivensap in gereconstitueerde vorm, druivennectar, druivenmost en geconcentreerde druivenmost in gereconstitueerde vorm, in de handel gebracht voor de eindverbruiker (27)

2,0  (25)

2.2.12

Bewerkte levensmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters en babyvoeding (18) (22)

0,50

2.2.13

Dieetvoeding voor medisch gebruik bedoeld voor zuigelingen en peuters (18) (23)

0,50

2.2.14

Specerijen, met inbegrip van gedroogde specerijen, met uitzondering van Capsicum spp.

Capsicum spp. (gedroogde vruchten daarvan, heel of gemalen, met inbegrip van Spaanse peper, chilipoeder, cayennepeper en paprika)

Mengsels van specerijen

15

20

15

2.2.15

Zoethout (Glycyrrhiza glabra, Glycyrrhiza inflata en andere soorten)

— zoethoutwortel, ook als ingrediënt in kruidenthee

— zoethoutextract (52), voor gebruik in levensmiddelen, met name dranken en zoetwaren

— zoetwaren op basis van zoethout met ≥ 97 % zoethoutextract (op droge basis)

— andere zoetwaren op basis van zoethout

20

80

50

10,0

2.2.16

Gedroogde kruiden

10,0

2.2.17

Gemberwortels voor gebruik in kruidenthee

Heemstwortels, paardenbloemwortels en oranjebloesems voor gebruik in kruidenthee of in koffiesurrogaten

15

20

2.2.18

Zonnebloempitten, pompoenzaad, (water)meloenzaad, hennepzaad, sojabonen

5,0

2.2.19

Pistaches die bestemd zijn om te worden gesorteerd of volgens een andere fysische methode te worden behandeld alvorens in de handel te worden gebracht voor de eindverbruiker of om als ingrediënt in levensmiddelen te worden gebruikt

Pistaches die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of om als ingrediënt in levensmiddelen te worden gebruikt

10,0

5,0

2.2.20

Cacaopoeder

3,0

▼B

2.3

Patuline

 

2.3.1

Vruchtensappen, geconcentreerde vruchtensappen in gereconstitueerde vorm en vruchtennectar (27)

50

2.3.2

Gedistilleerde dranken (28), cider en andere gegiste dranken op basis van appelen of die appelsap bevatten

50

2.3.3

Vaste appelproducten, waaronder appelcompote en appelmoes bestemd voor rechtstreekse consumptie, met uitzondering van de in de punten 2.3.4 en 2.3.5 opgenomen levensmiddelen

25

2.3.4

Appelsap en vaste appelproducten, waaronder appelcompote en appelmoes voor zuigelingen en peuters (29) en die als zodanig zijn geëtiketteerd en worden verkocht (19)

10,0

2.3.5

Babyvoeding, met uitzondering van bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen, voor zuigelingen en peuters (18) (19)

10,0

▼M1

2.4

Deoxynivalenol (30)

 

2.4.1

Onbewerkte granen (31) (32), met uitzondering van harde tarwe, haver en mais

1 250

2.4.2

Onbewerkte harde tarwe en haver (31) (32)

1 750

2.4.3

Onbewerkte mais (31), met uitzondering van onbewerkte mais die bestemd is om door natmalen te worden bewerkt (47)

1 750  (33)

2.4.4

Granen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, meel van granen, zemelen en kiemen verkocht als eindproduct voor rechtstreekse menselijke consumptie, met uitzondering van de in 2.4.7, 2.4.8 en 2.4.9 opgenomen levensmiddelen

750

2.4.5

Deegwaren (droge) (34)

750

2.4.6

Brood (met inbegrip van kleine bakkerijproducten), gebak, koekjes, granensnacks en ontbijtgranen

500

2.4.7

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (22)

200

2.4.8

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte > 500 micron, ingedeeld in GN-code 1103 13 of 1103 20 40 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte > 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

750  (33)

2.4.9

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, ingedeeld in GN-code 1102 20 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

1 250  (33)

2.5

Zearalenon (30)

 

2.5.1

Onbewerkte granen (31) (32), met uitzondering van mais

100

2.5.2

Onbewerkte mais (31), met uitzondering van onbewerkte mais die bestemd is om door natmalen te worden bewerkt (47)

350  (33)

2.5.3

Granen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, meel van granen, zemelen en kiemen verkocht als eindproduct voor rechtstreekse menselijke consumptie, met uitzondering van de in 2.5.6, 2.5.7, 2.5.8, 2.5.9 en 2.5.10 opgenomen levensmiddelen

75

2.5.4

Geraffineerde maisolie

400  (33)

2.5.5

Brood (met inbegrip van kleine bakkerijproducten), gebak, koekjes, granensnacks en ontbijtgranen, met uitzondering van maissnacks en ontbijtgranen op basis van mais

50

2.5.6

Voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde mais, snacks op basis van mais en ontbijtgranen op basis van mais

100  (33)

2.5.7

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen (met uitzondering van bewerkte voedingsmiddelen op basis van mais) en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (22)

20

2.5.8

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van mais voor zuigelingen en peuters (18) (22)

20  (33)

2.5.9

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte > 500 micron, ingedeeld in GN-code 1103 13 of 1103 20 40 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte > 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

200  (33)

2.5.10

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, ingedeeld in GN-code 1102 20 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

300  (33)

2.6

Fumonisinen

Som van B1 en B2

2.6.1

Onbewerkte mais (31), met uitzondering van onbewerkte mais, bestemd om door natmalen te worden bewerkt (47)

4 000  (35)

2.6.2

Mais die bestemd is voor rechtstreekse menselijke consumptie, voedingsmiddelen op basis van mais voor rechtstreekse consumptie, met uitzondering van de in 2.6.3 en 2.6.4 opgenomen levensmiddelen

1 000  (35)

2.6.3

Ontbijtgranen op basis van mais en snacks op basis van mais

800  (35)

2.6.4

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van mais en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (22)

200  (35)

2.6.5

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte > 500 micron, ingedeeld in GN-code 1103 13 of 1103 20 40 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte > 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

1 400  (35)

2.6.6

Maalfracties van mais met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, ingedeeld in GN-code 1102 20 , en andere maismaalproducten met deeltjesgrootte ≤ 500 micron, niet gebruikt voor rechtstreekse menselijke consumptie en ingedeeld in GN-code 1904 10 10

2 000  (35)

▼B

2.7

T-2 en HT-2-toxine (30)

Som van T-2 en HT-2-toxine

2.7.1

Onbewerkte granen (31) en graanproducten

 

▼M30

2.8

Citrinine

 

2.8.1

Voedingssupplementen op basis van met rode gist Monascus purpureus gefermenteerde rijst

100

▼M37

2.9

Moederkorensclerotiën en moederkorenalkaloïden

 

2.9.1

Moederkorensclerotiën

 

2.9.1.1

Onbewerkte granen (31), met uitzondering van

— maïs, rogge en rijst

0,2 g/kg

2.9.1.2

Onbewerkte rogge (31)

0,5 g/kg tot en met 30.6.2024

0,2 g/kg vanaf 1.7.2024

2.9.2

Moederkorenalkaloïden (71)

 

2.9.2.1

Maalderijproducten van gerst, tarwe, spelt en haver

(met een asgehalte lager dan 900 mg/100 g)

100 μg/kg

50 μg/kg vanaf 1.7.2024

2.9.2.2

Maalderijproducten van gerst, tarwe, spelt en haver

(met een asgehalte gelijk aan of hoger dan 900 mg/100 g)

Granen van gerst, tarwe, spelt en haver die voor de eindverbruiker in de handel worden gebracht

150 μg/kg

2.9.2.3

Maalderijproducten van rogge

Rogge die voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht

500 μg/kg tot en met 30.6.2024

250 μg/kg vanaf 1.7.2024

2.9.2.4

Tarwegluten

400 μg/kg

2.9.2.5

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (18) (40)

20 μg/kg

▼B



Afdeling 3:  Metalen

Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte

(mg/kg vers gewicht)

▼M35

3.1

Lood

 

3.1.1

Rauwe melk (21), warmtebehandelde melk en melk voor producten op basis van melk

0,020

3.1.2

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en peutervoeding (*8)

 

verkocht in poedervorm (18) (40)

0,020

verkocht in vloeibare vorm (18) (40)

0,010

3.1.3

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (40) andere dan die vermeld in punt 3.1.5

0,020

3.1.4

Voeding voor medisch gebruik bestemd voor zuigelingen en peuters

 

verkocht in poedervorm (18) (40)

0,020

verkocht in vloeibare vorm (18) (40)

0,010

3.1.5

Dranken voor zuigelingen en peuters die als zodanig zijn geëtiketteerd en worden verkocht, andere dan die vermeld in de punten 3.1.2 en 3.1.4

 

verkocht in vloeibare vorm of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant te reconstitueren, met inbegrip van vruchtensappen (19)

0,020

te bereiden door trekken of afkoken (40)

0,50

3.1.6

Vlees (met uitzondering van slachtafvallen) van runderen, schapen, varkens en pluimvee (21)

0,10

3.1.7

Slachtafvallen (21)

 

van runderen en schapen

0,20

van varkens

0,15

van pluimvee

0,10

3.1.8

Vlees van vis (36) (37)

0,30

3.1.9

Koppotigen (62)

0,30

3.1.10

Schaaldieren (38) (54)

0,50

3.1.11

Tweekleppige weekdieren (38)

1,50

3.1.12

Granen en peulvruchten

0,20

3.1.13

Wortel- en knolgewassen (met uitzondering van schorseneren, verse gember en verse kurkuma), bolgewassen, bloemkoolachtigen, sluitkoolachtigen, koolrabi’s, peulgroenten en stengelgroenten (39) (63)

0,10

3.1.14

Bladkoolachtigen, schorseneren, de volgende paddenstoelen: Agaricus bisporus (champignon), Pleurotus ostreatus (oesterzwam), Lentinula edodes (shiitake), en bladgroenten (met uitzondering van verse kruiden) (39)

0,30

3.1.15

Wilde paddenstoelen, verse kurkuma en verse gember

0,80

3.1.16

Vruchtgroenten

 

suikermaïs (39)

0,10

andere dan suikermaïs (39)

0,05

3.1.17

Fruit, met uitzondering van veenbessen, aalbessen, vlierbessen en aardbeiboomvruchten (39)

0,10

3.1.18

Veenbessen, aalbessen, vlierbessen en aardbeiboomvruchten (39)

0,20

3.1.19

Vetten en oliën, waaronder melkvet

0,10

3.1.20

Vruchtensappen, geconcentreerde vruchtensappen in gereconstitueerde vorm en vruchtennectars

 

uitsluitend van besvruchten en ander kleinfruit (27)

0,05

van andere vruchten dan besvruchten en ander kleinfruit (27)

0,03

3.1.21

Wijn (waaronder mousserende wijnen en met uitzondering van likeurwijnen), cider, perenwijn en vruchtenwijnen (24)

 

voor producten van de fruitoogst 2001 tot de fruitoogst 2015

0,20

voor producten van de fruitoogst 2016 tot de fruitoogst 2021

0,15

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,10

3.1.22

Gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn, gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (26)

 

voor producten van de fruitoogst 2001 tot de fruitoogst 2015

0,20

voor producten van de fruitoogst 2016 tot de fruitoogst 2021

0,15

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,10

3.1.23

Likeurwijn op basis van druiven (67)

 

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,15

3.1.24

Voedingssupplementen (49)

3,0

3.1.25

Honing

0,10

3.1.26

Gedroogde specerijen (40)

 

Als specerij gebruikte vruchten

0,60

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

1,50

Als specerij gebruikte bast

2,0

Als specerij gebruikte knoppen en als specerij gebruikte stampers

1,0

Als specerij gebruikte zaden

0,90

3.1.27

Zout, met uitzondering van de volgende niet-geraffineerde zouten: „fleur de sel” en „grijs zout”, die handmatig worden gewonnen uit zoutmoerassen met een kleibodem

1,0

De volgende niet-geraffineerde zouten: „fleur de sel” en „grijs zout”, die handmatig worden gewonnen uit zoutmoerassen met een kleibodem

2,0

▼M36

3.2

Cadmium

 

3.2.1

Fruit (39) en noten (39)

 

3.2.1.1

Citrusvruchten, pitvruchten, steenvruchten, tafelolijven, kiwi’s, bananen, mango’s, papaja’s en ananassen

0,020

3.2.1.2

Besvruchten en kleinfruit, met uitzondering van frambozen

0,030

3.2.1.3

Frambozen

0,040

3.2.1.4

Fruit, met uitzondering van het in de punten 3.2.1.1, 3.2.1.2 en 3.2.1.3 vermelde fruit

0,050

3.2.1.5

Noten (68)

 

3.2.1.5.1

Noten, met uitzondering van die vermeld in punt 3.2.1.5.2

0,20

3.2.1.5.2

Pijnboompitten

0,30

3.2.2

Wortel- en knolgewassen (39)

 

3.2.2.1

Wortel- en knolgewassen, met uitzondering van die vermeld in de punten 3.2.2.2, 3.2.2.3, 3.2.2.4, 3.2.2.5 en 3.2.2.6. In het geval van aardappelen is het maximumgehalte van toepassing op geschilde aardappelen.

0,10

3.2.2.2

Radijzen

0,020

3.2.2.3

Tropische wortel- en knolgewassen, wortelpeterselie, rapen

0,050

3.2.2.4

Rode bieten

0,060

3.2.2.5

Knolselderij

0,15

3.2.2.6

Mierikswortels, pastinaken, schorseneren

0,20

3.2.3

Bolgewassen (39)

 

3.2.3.1

Bolgewassen, met uitzondering van knoflook

0,030

3.2.3.2

Knoflook

0,050

3.2.4

Vruchtgroenten (39)

 

3.2.4.1

Vruchtgroenten, met uitzondering van aubergines

0,020

3.2.4.2

Aubergines

0,030

3.2.5

Koolsoorten (39)

 

3.2.5.1

Koolachtigen, andere dan bladkoolachtigen

0,040

3.2.5.2

Bladkoolachtigen

0,10

3.2.6

Bladgroenten en kruiden (39)

 

3.2.6.1

Bladgroenten, met uitzondering van die vermeld in punt 3.2.6.2

0,10

3.2.6.2

Spinazie en dergelijke bladgroente, mosterdzaailingen en verse kruiden

0,20

3.2.7

Peulgroenten (39)

0,020

3.2.8

Stengelgroenten (39)

 

3.2.8.1

Stengelgroenten, andere dan die vermeld in de punten 3.2.8.2 en 3.2.8.3

0,030

3.2.8.2

Preien

0,040

3.2.8.3

Bleekselderij

0,10

3.2.9

Paddenstoelen (39)

 

3.2.9.1

Gekweekte paddenstoelen, andere dan die vermeld in punt 3.2.9.2

0,050

3.2.9.2

Lentinula edodes (shiitake) en Pleurotus ostreatus (oesterzwam)

0,15

3.2.9.3

Wilde paddenstoelen

0,50

3.2.10

Peulvruchten en eiwitten uit peulvruchten

 

3.2.10.1

Peulvruchten, met uitzondering van eiwitten uit peulvruchten

0,040

3.2.10.2

Eiwitten uit peulvruchten

0,10

3.2.11

Oliehoudende zaden (68)

 

3.2.11.1

Oliehoudende zaden, met uitzondering van die vermeld in de punten 3.2.11.2, 3.2.11. (3, 3.2.11.4, 3.2.11.5 en 3.2.11.6

0,10

3.2.11.2

Koolzaad

0,15

3.2.11.3

Pinda’s en sojabonen

0,20

3.2.11.4

Mosterdzaad

0,30

3.2.11.5

Lijnzaad en zonnebloemzaad

0,50

3.2.11.6

Papaverzaad/maanzaad

1,20

3.2.12

Granen| (69)

 

3.2.12.1

Granen, andere dan die vermeld in de punten 3.2.12.2, 3.2.12.3, 3.2.12.4 en 3.2.12.5

0,10

3.2.12.2

Rogge en gerst

0,050

3.2.12.3

Rijst, quinoa, tarwezemelen en tarwegluten

0,15

3.2.12.4

Triticum durum (durumtarwe)

0,18

3.2.12.5

Tarwekiemen

0,20

3.2.13

Specifieke cacao- en chocoladeproducten zoals hieronder vermeld (59)

 

3.2.13.1

— Melkchocolade met < 30 % gehalte watervrije cacaobestanddelen

0,10

3.2.13.2

— Chocolade met < 50 % gehalte watervrije cacaobestanddelen; melkchocolade met ≥ 30 % gehalte watervrije cacaobestanddelen

0,30

3.2.13.3

— Chocolade met ≥ 50 % gehalte watervrije cacaobestanddelen

0,80

3.2.13.4

— Cacaopoeder dat aan de eindverbruiker wordt verkocht of als ingrediënt in gesuikerde cacaopoeder aan de eindverbruiker wordt verkocht (huishoudcacaopoeder)

0,60

3.2.14

Van landdieren afkomstige producten van dierlijke oorsprong (21)

 

3.2.14.1

Vlees (met uitzondering van slachtafvallen) van runderen, schapen, varkens en pluimvee

0,050

3.2.14.2

Paardenvlees, met uitzondering van slachtafvallen

0,20

3.2.14.3

Lever van runderen, schapen, varkens, pluimvee en paarden

0,50

3.2.14.4

Nieren van runderen, schapen, varkens, pluimvee en paarden

1,0

3.2.15

Producten van dierlijke oorsprong — vis, visproducten en andere producten van zout- en zoetwaterdieren

 

3.2.15.1

Vlees van vis (36) (37), met uitzondering van de in de punten 3.2.15.2, 3.2.15.3 en 3.2.15.4 vermelde vissoorten

0,050

3.2.15.2

Vlees van de volgende vissoorten (36) (37):

makreel (Scomber spp.), tonijn (Thunnus spp., Katsuwonus pelamis, Euthynnus spp.), bichique (Sicyopterus lagocephalus)

0,10

3.2.15.3

Vlees van de volgende vissoorten (36) (37):

kogeltonijn (Auxis spp.)

0,15

3.2.15.4

Vlees van de volgende vissoorten (36) (37):

ansjovis (Engraulis spp.), zwaardvis (Xiphias gladius), sardine (Sardina pilchardus)

0,25

3.2.15.5

Schaaldieren (38): vlees van aanhangsels en buik (54). In geval van krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura) vlees van aanhangsels.

0,50

3.2.15.6

Tweekleppige weekdieren (38)

1,0

3.2.15.7

Koppotigen (zonder ingewanden) (38)

1,0

3.2.16

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (18) (40) en peutervoeding (40) (*8)

 

3.2.16.1

— verkocht in poedervorm en vervaardigd van koemelkeiwitten of van koemelkeiwithydrolysaten

0,010

3.2.16.2

— verkocht in vloeibare vorm en vervaardigd van koemelkeiwitten of van koemelkeiwithydrolysaten

0,005

3.2.16.3

— verkocht in poedervorm en vervaardigd van soja-eiwitisolaten of mengsels daarvan met koemelkeiwitten

0,020

3.2.16.4

— verkocht in vloeibare vorm en vervaardigd van soja-eiwitisolaten of mengsels daarvan met koemelkeiwitten

0,010

3.2.17

Peutervoeding (40) (*8)

 

3.2.17.1

— verkocht in poedervorm en vervaardigd van planteiwitisolaten andere dan soja-eiwitisolaten, of mengsels daarvan met koemelkeiwitten

0,020

3.2.17.2

— verkocht in vloeibare vorm en vervaardigd van planteiwitisolaten andere dan soja-eiwitisolaten, of mengsels daarvan met koemelkeiwitten

0,010

3.2.18

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (40)

0,040

3.2.19

Dranken voor zuigelingen en peuters die als zodanig zijn geëtiketteerd en worden verkocht, andere dan die vermeld in 3.2.16 en 3.2.17

 

3.2.19.1

Verkocht in vloeibare vorm of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant te reconstitueren, met inbegrip van vruchtensappen (19)

0,020

3.2.20

Voedingssupplementen (49)

 

3.2.20.1

Voedingssupplementen, met uitzondering van die vermeld in punt 3.2.20.2

1,0

3.2.20.2

Voedingssupplementen die uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit gedroogd zeewier, van zeewier afgeleide producten of gedroogde tweekleppige weekdieren

3,0

3.2.21

Zout

0,50

▼M40

3.3

Kwik

 

3.3.1

Visserijproducten (38) en vlees van vis (36) (37), met uitzondering van de in punt 3.3.2 en punt 3.3.3 vermelde soorten. Het maximumgehalte voor schaaldieren geldt voor vlees van aanhangsels en buik (54). In geval van krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura) geldt het voor vlees van aanhangsels.

0,50

3.3.2

Vlees van de volgende vissoorten (36) (37):

Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne)

Zwarte haarstaartvis (Aphanopus carbo)

Rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo)

Boniet (Sarda sarda)

Gewone zeebrasem (Pagellus erythrinus)

Botermakreel (Lepidocybium flavobrunneum)

Heilbot (Hippoglossus spp.)

Kaapse koningklip (Genypterus capensis)

Marlijn (Makaira spp.)

Schartong (Lepidorhombus spp.)

Olievis (Ruvettus pretiosus)

Keizerbaars (Hoplostethus atlanticus)

Roze koningklip (Genypterus blacodes)

Snoek (Esox spp.)

Ongestreepte boniet (Orcynopsis unicolor)

Dwergbolk (Tricopterus spp.)

Gewone zeebarbeel (Mullus barbatus barbatus)

Grenadiervis (Coryphaenoides rupestris)

Zeilvis (Istiophorus spp.)

Kousebandvis (Lepidopus caudatus)

Snoekmakreel (Gempylus serpens)

Steur (Acipenser spp.)

Mul (Mullus surmuletus)

Tonijn (Thunnus spp., Euthynnus spp., Katsuwonus pelamis)

Haai (alle soorten)

Zwaardvis (Xiphias gladius)

1,0

3.3.3

Koppotigen

Mariene buikpotigen

Vlees van de volgende vissoorten (36) (37):

Ansjovis (Engraulis spp.)

Alaska koolvis (Theragra chalcogrammus)

Kabeljauw (Gadus morhua)

Haring uit de Atlantische Oceaan (Clupea harengus)

Basa (Pangasius bocourti)

Karper (soorten behorend tot de familie van de Cyprinidae)

Schar (Limanda limanda)

Makreel (Scomber spp.)

Bot (Platichthys flesus)

Schol (Pleuronectes platessa)

Sprot (Sprattus sprattus)

Reuzenmeerval (Pangasianodon gigas)

Witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

Zwarte koolvis (Pollachius virens)

Zalm en forel (Salmo spp. en Oncorhynchus spp., behalve Salmo trutta)

Sardien of pelser (Dussumieria spp., Sardina spp., Sardinella spp. en Sardinops spp.)

Tong (Solea solea)

Pangasianodon hypothalamus

Wijting (Merlangius merlangus)

0,30

3.3.4

Voedingssupplementen (49)

0,10

3.3.5

Zout

0,10

▼B

3.4

Tin (anorganisch)

 

3.4.1

Levensmiddelen in blik, met uitzondering van dranken

200

3.4.2

Dranken in blik, met inbegrip van vruchten- en groentesap

100

3.4.3

In blik verpakte babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen die speciaal voor zuigelingen en peuters bestemd is, met uitzondering van gedroogde producten en producten in poedervorm (18) (40)

50

3.4.4

In blik verpakte volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (met inbegrip van zuigelingenmelk en opvolgmelk), met uitzondering van gedroogde producten en producten in poedervorm ►M20   (18)  ◄  (40)

50

3.4.5

In blik verpakte dieetvoeding voor medisch gebruik ►M20   (18)  ◄  (40) die speciaal voor zuigelingen bestemd is, met uitzondering van gedroogde producten en producten in poedervorm

50

▼M21

3.5

Arseen (anorganisch) (60) (61)

 

3.5.1

Niet voorgekookte volwitte rijst (gepolijste of witte rijst)

0,20

3.5.2

Voorgekookte en gedopte rijst

0,25

3.5.3

Rijstwafels, rijstvellen, rijstcrackers en rijstkoeken

0,30

3.5.4

Rijst bestemd voor de productie van voedingsmiddelen voor zuigelingen en peuters (18)

0,10

▼M33



Afdeling 4:  3‐monochloorpropaandiol (3‐MCPD), vetzuuresters van 3‐MCPD en vetzuuresters van glycidyl

Levensmiddelen ( (16)

Maximumgehalte (μg/kg)

4.1

3-monochloorpropaandiol (3‐MCPD)

 

4.1.1

Gehydrolyseerd plantaardig eiwit (41)

20

4.1.2

Sojasaus (41)

20

4.2

Vetzuuresters van glycidyl, uitgedrukt als glycidol

 

4.2.1

Plantaardige oliën en vetten, visolie en oliën van andere mariene organismen die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen met uitzondering van de in punt 4.2.2 bedoelde levensmiddelen en van olijfolie van de eerste persing ()

1 000 ()

4.2.2

Plantaardige oliën en vetten, visolie en oliën van andere mariene organismen die bestemd zijn voor de vervaardiging van babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (18)

500 () ()

4.2.3

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (18) (40) en peutervoeding (40) () (poeder)

50 ()

4.2.4

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (18) (40) en peutervoeding (40) () (vloeibaar)

6,0 ()

4.3

Som van 3‐monochloorpropaandiol (3‐MCPD) en vetzuuresters van 3‐MCPD, uitgedrukt als 3‐MCPD ()

 

4.3.1

Plantaardige oliën en vetten, visolie en oliën van andere mariene organismen die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen uit de volgende categorieën, met uitzondering van de in punt 4.3.2 bedoelde levensmiddelen en van olijfolie van de eerste persing ():

— oliën en vetten van kokosnoten, maïs, koolzaad, zonnebloemen, sojabonen, palmpittenolie en olijfolie (bestaande uit geraffineerde olijfolie en olijfolie van de eerste persing) () en mengsels van oliën en vetten met uitsluitend oliën en vetten uit deze categorie;

1 250

— andere plantaardige oliën (waaronder oliën uit perskoeken van olijven ()), visolie en oliën van andere mariene organismen en mengsels van oliën en vetten met uitsluitend oliën en vetten uit deze categorie;

2 500

— mengsels van oliën en vetten uit de twee bovenstaande categorieën.

--- ()

4.3.2

Plantaardige oliën en vetten, visolie en oliën van andere mariene organismen die bestemd zijn voor de vervaardiging van babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (18)

750 ()

4.3.3

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (18) (40) en peutervoeding (40) () (poeder)

125 ()

4.3.4

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (18) (40) en peutervoeding (40) () (vloeibaar)

15 ()

▼M9



Afdeling 5:  Dioxinen en pcb’s (42)

Levensmiddelen

Maximumgehalten

Som van dioxinen (WHO-PCDD/F-TEQ) (43)

Som van dioxinen en dioxineachtige PCB’S (WHO-PCDD/F-PCB-TEQ) (43)

Som van PCB 28, PCB52, PCB101, PCB138, PCB153 en PCB180 (ICES - 6) (43)

▼M44

5.1

Vlees en vleesproducten (met uitzondering van eetbare slachtafvallen) van de volgende dieren (21):

 

 

 

— runderen, schapen en geiten

— pluimvee

— varkens

— paarden

— konijnen

— wilde zwijnen of evers (Sus scrofa)

— vrij vederwild

— herten

2,5 pg/g vet (44)

1,75 pg/g vet (44)

1,0 pg/g vet (44)

5,0 pg/g vet (44)

1,0 pg/g vet (44)

5,0 pg/g vet (44)

2,0 pg/g vet (44)

3,0 pg/g vet (44)

4,0 pg/g vet (44)

3,0 pg/g vet (44)

1,25 pg/g vet (44)

10,0 pg/g vet (44)

1,5 pg/g vet (44)

10,0 pg/g vet (44)

4,0 pg/g vet (44)

7,5 pg/g vet (44)

40 ng/g vet (44)

40 ng/g vet (44)

40 ng/g vet (44)

5.2

Lever van runderen en geiten, pluimvee, varkens en paarden en daarvan afgeleide producten

0,30 pg/g vers gewicht

0,50 pg/g vers gewicht

3,0 ng/g vers gewicht

Lever van schapen en daarvan afgeleide producten

1,25 pg/g vers gewicht

2,00 pg/g vers gewicht

3,0 ng/g vers gewicht

Lever van vrij vederwild

2,5 pg/g vers gewicht

5,0 pg/g vers gewicht

 

▼M19

5.3

Vlees van vis en visserijproducten en producten daarvan (37)  (45), met uitzondering van

— in het wild gevangen aal

— in het wild gevangen doornhaai (Squalus acanthias)

— in het wild gevangen zoetwatervis, met uitzondering van in zoet water gevangen diadrome vissoorten

— vislever en producten daarvan

— mariene oliën

Het maximumgehalte voor schaaldieren geldt voor vlees van aanhangsels en buik ►M44  — ◄ .

3,5 pg/g vers gewicht

6,5 pg/g vers gewicht

75 ng/g vers gewicht

▼M9

5.4.

Vlees van in het wild gevangen zoetwatervis, met uitzondering van in zoet water gevangen diadrome vissoorten en producten daarvan (37)

3,5 pg/g vers gewicht

6,5 pg/g vers gewicht

125 ng/g vers gewicht

▼M19

5.4 bis

Vlees van in het wild gevangen doornhaai (Squalus acanthias) en producten daarvan (45)

3,5 pg/g vers gewicht

6,5 pg/g vers gewicht

200 ng/g vers gewicht

▼M9

5.5.

Vlees van in het wild gevangen aal (Anguilla anguilla) en producten daarvan

3,5 pg/g vers gewicht

10,0 pg/g vers gewicht

300 ng/g vers gewicht

5.6.

Vislever en afgeleide producten daarvan, met uitzondering van mariene oliën bedoeld in punt 5.7

20,0 pg/g vers gewicht (48)

200 ng/g vers gewicht (48)

5.7.

Mariene oliën (visolie, visleverolie en oliën van andere mariene organismen bestemd voor menselijke consumptie)

1,75 pg/g vet

6,0 pg/g vet

200 ng/g vet

▼M44

5.8

Rauwe melk (21) en melkproducten (21), inclusief botervet

2,0 pg/g vet (44)

4,0 pg/g vet (44)

40 ng/g vet (44)

5.9

Eieren van pluimvee en eiproducten, met uitzondering van ganzeneieren (21)

2,5 pg/g vet (44)

5,0 pg/g vet (44)

40 ng/g vet (44)

▼M9

5.10.

Vet van de volgende dieren:

 

 

 

—  runderen en schapen

2,5 pg/g vet

4,0 pg/g vet

40 ng/g vet

—  pluimvee

1,75 pg/g vet

3,0 pg/g vet

40 ng/g vet

—  varkens

1,0 pg/g vet

1,25 pg/g vet

40 ng/g vet

5.11.

Gemengde dierlijke vetten

1,5 pg/g vet

2,50 pg/g vet

40 ng/g vet

5.12.

Plantaardige oliën en vetten

0,75 pg/g vet

1,25 pg/g vet

40 ng/g vet

5.13.

Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters (19)

0,1 pg/g vers gewicht

0,2 pg/g vers gewicht

1,0 ng/g vers gewicht

▼M22



Afdeling 6:  Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

Levensmiddelen

Maximumgehalten (μg/kg)

6.1

Benzo(a)pyreen, benz(a)antraceen, benzo(b)fluorantheen en chryseen

Benzo(a)pyreen

Som van benzo(a)pyreen, benz(a)antraceen, benzo(b)fluorantheen en chryseen (55)

6.1.1

Oliën en vetten (met uitzondering van cacaoboter en kokosolie) die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen

2,0

10,0

▼M24

6.1.2

Cacaobonen en afgeleide producten, met uitzondering van de in punt 6.1.11 bedoelde producten

5,0 μg/kg vet vanaf 1.4.2013

35,0 μg/kg vet van 1.4.2013 tot en met 31.3.2015

30,0 μg/kg vet vanaf 1.4.2015

▼M22

6.1.3

Kokosolie die bestemd is voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen

2,0

20,0

6.1.4

Gerookt vlees en gerookte vleesproducten

5,0 tot en met 31.8.2014

2,0 vanaf 1.9.2014

30,0 van 1.9.2012 tot en met 31.8.2014

12,0 vanaf 1.9.2014

6.1.5

Vlees van gerookte vis en gerookte visserijproducten (37) (46), met uitzondering van in de punten 6.1.6 en 6.1.7 genoemde visserijproducten. Het maximumgehalte voor gerookte schaaldieren geldt voor vlees van aanhangsels en buik  (54). In geval van gerookte krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura) geldt het voor vlees van aanhangsels

5,0 tot en met 31.8.2014

2,0 vanaf 1.9.2014

30,0 van 1.9.2012 tot en met 31.8.2014

12,0 vanaf 1.9.2014

6.1.6

Gerookte sprot en conserven van gerookte sprot (37) (57) (Sprattus sprattus); gerookte Oostzeeharing van niet meer dan 14 cm lang en conserven van gerookte Oostzeeharing van niet meer dan 14 cm lang (37) (57) (Clupea harengus membras); katsuobushi (gedroogde bonito, Katsuwonus pelamis); tweekleppige weekdieren (vers, gekoeld of bevroren)  (38); warmtebehandeld vlees en warmtebehandelde vleesproducten (56) die aan de consument worden verkocht

5,0

30,0

6.1.7

Tweekleppige weekdieren  (46) (gerookt)

6,0

35,0

6.1.8

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (18) (40)

1,0

1,0

6.1.9

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, met inbegrip van zuigelingenmelk en opvolgmelk ►M20   (18)  ◄  (40)

1,0

1,0

6.1.10

Dieetvoeding voor medisch gebruik ►M20   (18)  ◄  (40), speciaal bestemd voor zuigelingen

1,0

1,0

▼M24

6.1.11

Cacaovezels en producten die zijn afgeleid van cacaovezels, bestemd om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen

3,0

15,0

6.1.12

Bananenchips

2,0

20,0

6.1.13

Voedingssupplementen die plantaardige stoffen en preparaten daarvan bevatten (49) (*6) (*7)

Voedingssupplementen die propolis, koninginnengelei, spirulina of preparaten daarvan bevatten (49)

10,0

50,0

6.1.14

Gedroogde kruiden

10,0

50,0

6.1.15

Gedroogde specerijen, met uitzondering van kardemom en gerookte Capsicum spp.

10,0

50,0

▼M32

6.1.16

Poeder van levensmiddelen van plantaardige oorsprong voor de bereiding van dranken, met uitzondering van de in 6.1.2 en 6.1.11 bedoelde producten (*9)

10,0

50,0

▼M11



Afdeling 7:  Melamine en structuuranalogons ervan

Levensmiddelen

Maximumgehalte

(mg/kg)

7.1.

Melamine

 

7.1.1.

Levensmiddelen met uitzondering van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (58)

2,5

7.1.2.

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding in poedervorm

1

▼M17



Afdeling 8:  Inherente plantentoxinen

▼C3

Levensmiddelen (66)

Maximumgehalte (g/kg)

8.1

Erucazuur, met inbegrip van erucazuur in vet

 

8.1.1

Plantaardige oliën en vetten die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen, met uitzondering van camelinaolie, mosterdzaadolie en borageolie

20,0

8.1.2

Camelinaolie, mosterdzaadolie (66) en borageolie

50,0

8.1.3

Mosterd (condiment)

35,0

▼M38



Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (μg/kg)

8.2

Tropaanalkaloïden (70)

 

 

 

Atropine

Scopolamine

8.2.1

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters die gierst, sorghum, boekweit, mais of daarvan afgeleide producten bevatten (18) (40)

1,0

1,0

 

 

Som van atropine en scopolamine

8.2.2

Onbewerkte gierst en sorghum (31)

5,0 met ingang van 1 september 2022

8.2.3

Onbewerkte mais (31), met uitzondering van

— onbewerkte mais die bestemd is om door natmalen te worden bewerkt (47) en

— onbewerkte mais om te poffen

15 met ingang van 1 september 2022

8.2.4

Onbewerkte boekweit (31)

10 met ingang van 1 september 2022

8.2.5

Mais om te poffen

Gierst, sorghum en mais die voor de eindverbruiker in de handel worden gebracht

Maalderijproducten van gierst, sorghum en mais

5,0 met ingang van 1 september 2022

8.2.6

Boekweit die voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht

Maalderijproducten van boekweit

10 met ingang van 1 september 2022

8.2.7

Kruidenthee (gedroogd product), met uitzondering van de in punt 8.2.8 vermelde kruidenthee

25 met ingang van 1 september 2022

8.2.8

Kruidenthee (gedroogd product) van anijszaad

50 met ingang van 1 september 2022

8.2.9

Kruidenthee (vloeibaar)

0,20 met ingang van 1 september 2022

▼M41



Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (mg/kg)

8.3

Waterstofcyanide, inclusief waterstofcyanide in cyanogene glycosiden

 

8.3.1

Onverwerkt heel (68), vermalen, gemalen, gekraakt of fijngehakt lijnzaad, met uitzondering van de in punt 8.3.2 genoemde levensmiddelen (64)

250

8.3.2

Onverwerkt heel, vermalen, gemalen, gekraakt of fijngehakt lijnzaad, in de handel gebracht voor de eindverbruiker (64) (65) (79)

150

8.3.3

Onverwerkte hele, vermalen, gemalen, gekraakte of fijngehakte amandelen, in de handel gebracht voor de eindverbruiker (64) (65) (79)

35

8.3.4

Onverwerkte hele, vermalen, gemalen, gekraakte of fijngehakte abrikozenpitten, in de handel gebracht voor de eindverbruiker (64) (65)

20

8.3.5

Cassavewortel (vers, geschild)

50

8.3.6

Cassavemeel en tapiocameel

10

▼M34



Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (72)

(μg/kg)

8.4

Pyrrolizidinealkaloïden

 

8.4.1

Kruidenthee (gedroogd product) (73) (74), met uitzondering van de in de punten 8.4.2 en 8.4.4 vermelde kruidenthee

200

8.4.2

Kruidenthee van rooibos, anijs (Pimpinella anisum), citroenmelisse, kamille, tijm, pepermunt, citroenverbena (gedroogd product) en mengsels die uitsluitend bestaan uit deze gedroogde kruiden (73) (74), met uitzondering van de in punt 8.4.4 vermelde kruidenthee

400

8.4.3

Thee (Camellia sinensis) en gearomatiseerde thee (75) (Camellia sinensis) (gedroogd product) (74), met uitzondering van de in punt 8.4.4 vermelde thee en gearomatiseerde thee

150

8.4.4

Thee (Camellia sinensis), gearomatiseerde thee (75) (Camellia sinensis) en kruidenthee voor zuigelingen en peuters (gedroogd product)

75

8.4.5

Thee (Camellia sinensis), gearomatiseerde thee (75) (Camellia sinensis) en kruidenthee voor zuigelingen en peuters (vloeibaar)

1,0

8.4.6

Voedingssupplementen die planten, met inbegrip van extracten (73), bevatten, met uitzondering van de in punt 8.4.7 vermelde voedingssupplementen

400

8.4.7

Voedingssupplementen op basis van pollen (49)

Pollen en pollenproducten

500

8.4.8

Bernagiebladeren (vers, bevroren) die voor de eindverbruiker in de handel worden gebracht (73)

750

8.4.9

Gedroogde kruiden, met uitzondering van de in 8.4.10 vermelde gedroogde kruiden (73)

400

8.4.10

Bernagie, lavas, marjolein en oregano (gedroogd) en mengsels die uitsluitend uit deze gedroogde kruiden bestaan (73)

1 000

8.4.11

Komijnzaad

400

▼M39



Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (mg/kg)

8.5.

Opiumalkaloïden (76)

 

8.5.1.

Voor de eindverbruiker in de handel gebracht heel of gemalen maanzaad

20

8.5.2.

Bakkerijproducten (77) die maanzaad en/of afgeleide producten daarvan bevatten (78)

1,50

▼M43



Levensmiddelen

Maximumgehalte (mg/kg)

8.6.

Delta-9-tetrahydrocannabinol (Δ9-THC)-equivalenten (80)

 

8.6.1

Hennepzaad

3,0

8.6.2

Gemalen hennepzaad, (gedeeltelijk) ontvet hennepzaad en andere van hennepzaad afgeleide/verwerkte producten (81), met uitzondering van de in punt 8.6.3 bedoelde producten.

3,0

8.6.3

Hennepzaadolie

7,5

▼M31



Afdeling 9:  Perchloraat

Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte

(mg/kg)

9.

Perchloraat

 

9.1.

Groenten en fruit

met uitzondering van

0,05

 

— Cucurbitaceae en boerenkool

0,10

 

— bladgroenten en kruiden

0,50

9.2

Thee (Camellia sinensis), gedroogd

Kruiden- en vruchtenthee, gedroogd

0,75

9.3

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters en peutervoeding (18) (19) (*8)

0,01

 

Babyvoeding (18) (19)

0,02

 

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen (18) (19) (49)

0,01

▼M45



Afdeling 10:  Perfluoralkylstoffen

Levensmiddelen (16)

Maximumgehalte (μg/kg vers gewicht)

PFOS (82)

PFOA (82)

PFNA (82)

PFHxS (82)

Som van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS (82) (83)

10.1

Eieren

1,0

0,30

0,70

0,30

1,7

10.2

Visserijproducten (38) en tweekleppige weekdieren (38)

 

 

 

 

 

10.2.1

Visvlees (36) (37)

 

 

 

 

 

10.2.1.1

Spiervlees van vis, met uitzondering van spiervlees als vermeld onder 10.2.1.2 en 10.2.1.3.

Vlees van vis als vermeld in 10.2.1.2 en 10.2.1.3, indien het bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters.

2,0

0,20

0,50

0,20

2,0

10.2.1.2

Vlees van de volgende vissoorten, indien het niet bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters:

Oostzeeharing (Clupea harengus membras)

Bonito (Sarda en Orcynopsis spp.)

Kwabaal (Lota lota)

Sprot (Sprattus sprattus)

Bot (Platichthys flesus en Glyptocephalus cynoglossus)

Grootkopharder (Mugil cephalus)

Horsmakreel (Trachurus trachurus)

Snoek (Esox spp.)

Schol (Pleuronectes en Lepidopsetta spp.)

Sardine (Sardina spp.)

Zeebaars (Dicentrarchus spp.)

Meerval (Silurus en Pangasiusspp.)

Zeelamprei of zeeprik of grote negenoog (Petromyzon marinus)

Zeelt (Tinca tinca)

Kleine marene (Coregonus albula en Coregonus vandesius)

Zilverlichtvis (Phosichthys argenteus)

Wilde zalm en wilde forel (wilde Salmo en Oncorhynchus spp.)

Zeewolf (Anarhichas spp.)

7,0

1,0

2,5

0,20

8,0

10.2.1.3

Vlees van de volgende vissoorten, indien het niet bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters:

Ansjovis (Engraulis spp.)

Barbeel (Barbus barbus)

Brasem (Abramis spp.)

Zalmforel (Salvelinus spp.)

Paling of aal (Anguilla spp.)

Snoekbaars (Sander spp.)

Baars (Perca fluviatilis)

Blankvoorn (Rutilus rutilus)

Spiering (Osmerus spp.)

Houting (Coregonus spp.)

35

8,0

8,0

1,5

45

10.2.2

Schaaldieren (38) (57) en tweekleppige weekdieren (38).

Het maximumgehalte voor schaaldieren geldt voor vlees van aanhangsels en buik (54). In geval van krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura) geldt het maximumgehalte voor vlees van aanhangsels.

3,0

0,70

1,0

1,5

5,0

10.3

Vlees en eetbaar slachtafval (21)

 

 

 

 

 

10.3.1

Vlees van runderen, varkens en pluimvee

0,30

0,80

0,20

0,20

1,3

10.3.2

Vlees van schapen

1,0

0,20

0,20

0,20

1,6

10.3.3

Slachtafval van runderen, schapen, varkens en pluimvee

6,0

0,70

0,40

0,50

8,0

10.3.4

Vlees van wild, met uitzondering van vlees van beren

5,0

3,5

1,5

0,60

9,0

10.3.5

Slachtafval van wild, met uitzondering van slachtafval van beren

50

25

45

3,0

50



( 1 ) Zie bladzijde 25 van dit Publicatieblad.

( 2 ) PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12.

( 3 ) Zie bladzijde 32 van dit Publicatieblad.

( 4 ) PB L 77 van 16.3.2001, blz. 14. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2005/4/EG (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 50).

( 5 ) PB L 42 van 13.2.2004, blz. 16.

( 6 ) PB L 34 van 8.2.2005, blz. 15.

( 7 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1152/2009 (PB L 242 van 14.8.2014, blz. 4).

( 8 ) http://www.efsa.europa.eu/en/datex/datexsubmitdata.htm

►M17  ( *1 ) Het maximumgehalte heeft betrekking op het gehalte aan erucazuur, berekend ten opzichte van het totaalgehalte aan vetzuren in het vetaandeel van het levensmiddel. ◄

►M25  ( *2 ) De bemonstering zal overeenkomstig punt B van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12) worden uitgevoerd.

De analyse zal aan de hand van microscopisch onderzoek worden verricht.

( *3 ) In totaal 12 moederkorenalkaloïden: ergocristine/ergocristinine; ergotamine/ergotaminine; ergocryptine/ergocryptinine; ergometrine/ergometrinine; ergosine/ergosinine; ergocornine/ergocorninine.

( *4 ) Vóór 1 juli 2017 zal worden beoordeeld welke maximumgehalten voor deze levensmiddelencategorieën geschikt en haalbaar zijn om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te bieden. ◄

►M26  ( *5 ) De tropaanalkaloïden waarnaar wordt verwezen, zijn atropine en scolopamine. Atropine is het racemische mengsel van (-)-hyoscyamine en (+)-hyoscyamine, waarvan alleen het enantiomeer (-)-hyoscyamine een anticholinerge werking vertoont. Aangezien het bij de analyse niet altijd mogelijk is een onderscheid te maken tussen de enantiomeren van hyoscyamine, worden de maximumgehalten vastgesteld voor atropine en scopolamine. ◄

►M24  ( *6 ) Plantaardige preparaten zijn preparaten die volgens verschillende methoden (bv. persing, uitpersing, extractie, splitsing, destillatie, indikking, opdroging en fermentatie) uit plantaardige stoffen (bv. hele planten, delen van planten, gebroken of gesneden planten) zijn verkregen. Deze definitie omvat ook vermalen of verpoederde planten, delen van planten, algen, fungi, korstmos, tincturen, extracten, etherische oliën (andere dan de in punt 6.1.1 bedoelde plantaardige oliën), geperste sappen en bewerkte exsudaten.

( *7 ) Het maximumgehalte is niet van toepassing op voedingssupplementen die plantaardige oliën bevatten. Plantaardige oliën die worden gebruikt als ingrediënt van voedingssupplementen moeten aan het in punt 6.1.1 vastgestelde maximumgehalte voldoen. ◄

►M33  ( 9 ) Zoals gedefinieerd in deel VIII van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

( 10 ) „Peutervoeding” verwijst naar dranken op basis van melk en soortgelijke producten op basis van eiwitten, bestemd voor peuters. Deze producten vallen buiten het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 609/2013 (Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over peutervoeding (COM(2016) 169 final, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016DC0169&qid=1559628885154&from=NL).

( 11 ) Voor visolie en oliën van andere mariene organismen en peutervoeding gelden de maximumgehalten vanaf 1 januari 2021.

( 12 ) De maximumgehalten gelden vanaf 1 januari 2021.

( 13 ) De oliën en vetten die als ingrediënt voor het mengsel worden gebruikt, moeten voldoen aan het voor die olie en dat vet vastgestelde maximumgehalte. Daarom mag de som van 3‐monochloorpropaandiol (3‐MCPD) en vetzuuresters van 3‐MCPD, uitgedrukt als 3‐MCPD, in het mengsel het overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1881/2006 berekende gehalte niet overschrijden. Als de kwantitatieve samenstelling niet bekend is bij de bevoegde autoriteit en de exploitant van het levensmiddelenbedrijf, die het mengsel niet produceert, mag de som van 3‐MCPD en vetzuuresters van 3‐MCPD, uitgedrukt als 3‐MCPD, in het mengsel in geen geval meer bedragen dan 2 500 μg/kg.

( 14 ) Als het product een mengsel is van verschillende oliën of vetten van dezelfde of van verschillende botanische oorsprong, geldt het maximumgehalte voor het mengsel. De oliën en vetten die als ingrediënt voor het mengsel worden gebruikt, moeten voldoen aan het voor die olie en dat vet in punt 4.3.1 vastgestelde maximumgehalte.

( 15 ) Maximumgehalte binnen twee jaar na de datum van toepassing opnieuw te bekijken met het oog op een eventuele verlaging. ◄

►M37  ( 16 ) Voor fruit, groente en granen wordt verwezen naar de levensmiddelen die in de betreffende categorie zijn opgenomen, zoals vastgesteld bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1). Dit betekent onder andere dat boekweit (Fagopyrum sp) onder de categorie „granen” valt en boekweitproducten onder „graanproducten”. Het maximumgehalte voor fruit geldt niet voor noten. ◄

( 17 ) Het maximumgehalte is niet van toepassing voor verse spinazie die zal worden verwerkt en die rechtstreeks in bulk wordt vervoerd van het veld naar het verwerkende bedrijf.

►M20  ( 18 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35). ◄

( 19 ) Het maximumgehalte geldt voor het gebruiksklare product (als zodanig verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant gereconstitueerd).

( 20 ►M5  De maximumgehalten gelden voor het eetbare gedeelte van aardnoten (pinda’s) en noten. Bij de analyse van aardnoten en noten „in de dop” wordt voor het bepalen van het aflatoxinegehalte aangenomen dat alle verontreiniging zich op het eetbare gedeelte van de noten bevindt. ◄

( 21 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22).

( 22 ) Het maximumgehalte heeft betrekking op de droge stof. De droge stof wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 401/2006.

( 23 ) De maximumgehalten gelden in het geval van melk en melkproducten voor het gebruiksklare product (als zodanig verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant gereconstitueerd) en in het geval van andere producten dan melk en melkproducten voor de droge stof. De droge stof wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 401/2006.

►M20  ( 24 ) Wijn en mousserende wijnen zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671). ◄

( 25 ) Het maximumgehalte geldt voor producten van de oogst 2005 en daarna.

►M20  ( 26 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14). ◄

Het voor deze dranken geldende maximumgehalte aan OTA hangt af van het aandeel wijn en/of druivenmost in het eindproduct.

( 27 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen zoals gedefinieerd in Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58).

( 28 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij het Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

►M20  ( 29 ) Zuigelingen en peuters, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35). ◄

( 30 ) Uitsluitend voor de toepassing van de maximumgehalten aan deoxynivalenol, zearalenon, T-2- en HT-2-toxine in de punten 2.4, 2,5 en 2.7 omvatten „granen” geen rijst en omvatten „graanproducten” geen rijstproducten.

►M37  ( 31 ) Het maximumgehalte is van toepassing op onbewerkte granen die vóór de eerste bewerking in de handel worden gebracht. In geïntegreerde productie- en bewerkingssystemen is het maximumgehalte van toepassing op productieketen in de fase vóór de eerste bewerking. Geïntegreerde productie- en bewerkingssystemen zijn systemen waarbij alle inkomende partijen worden gereinigd, gesorteerd en verwerkt in hetzelfde bedrijf. ◄

Drogen en reinigen, met inbegrip van sorteren (in voorkomend geval kleursortering) en schuren, worden niet als een „eerste bewerking” beschouwd aangezien de korrels na het reinigen en sorteren heel blijven.

Schuren is het reinigen van granen door intensief borstelen of schrobben, in combinatie met stofverwijdering (bv. aspiratie).

In geval van aanwezigheid van moederkorensclerotiën moet het graan eerst een reiniging ondergaan voordat het wordt geschuurd.

( 32 ) De maximumgehalten zijn van toepassing op granen die vanaf het verkoopseizoen 2005-2006 worden geoogst en overgenomen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit (PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).

►M1  ( 33 ) Het maximumgehalte geldt vanaf 1 oktober 2007. ◄

( 34 ) Deegwaren (droge): deegwaren met een watergehalte van ca. 12 %.

( 35 ) Het maximumgehalte geldt vanaf 1 oktober 2007.

( 36 ) In deze categorie opgenomen vis zoals bedoeld in categorie a), met uitzondering van vislever die onder GN-code 0302 70 00 valt, van de lijst in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33). Op gedroogde, verdunde, verwerkte en/of samengestelde levensmiddelen is artikel 2, leden 1 en 2, van toepassing.

( 37 ) Indien de vissen bestemd zijn om in hun geheel te worden gegeten, geldt het maximumgehalte voor de hele vis.

►M22  ( 38 ) Levensmiddelen zoals omschreven in de categorieën c) en i) van de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1) (onder de betreffende ingang vermelde soorten). Op gedroogde, verdunde, verwerkte en/of samengestelde levensmiddelen is artikel 2, leden 1 en 2, van toepassing. In geval van Pecten maximus is het maximumgehalte alleen van toepassing op de adductor en gonaden. ◄

( 39 ) Het maximumgehalte geldt na het wassen van het fruit of de groenten en voor het eetbare gedeelte daarvan.

( 40 ) De maximumgehalten gelden voor het product zoals het wordt verkocht.

( 41 ) Het aangegeven maximumgehalte geldt voor het vloeibare product met 40 % droge stof, hetgeen overeenkomt met een maximumgehalte van 50 μg/kg in de droge stof. Het gehalte moet overeenkomstig het gehalte aan droge stof in het product evenredig worden aangepast.

( 42 ) Dioxinen (som van polychloordibenzo-para-dioxinen (pcdd’s) en polychloordibenzofuranen (pcdf’s), uitgedrukt in toxiciteitsequivalenten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), onder gebruikmaking van de door de WHO vastgestelde toxiciteitsequivalentiefactoren (WHO-TEF’s), en som van dioxinen en dioxineachtige pcb’s (som van pcdd’s, pcdf’s en polychloorbifenylen (pcb’s), uitgedrukt in toxiciteitsequivalenten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), onder gebruikmaking van de WHO-TEF’s. WHO-TEF’s voor de beoordeling van de risico’s voor de mens, gebaseerd op de conclusies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) - bijeenkomst van deskundigen van het Internationaal Programma voor chemische veiligheid (IPCS) in juni 2005 in Genève (Martin van den Berg et al., The 2005 World Health Organization Re-evaluation of Human and Mammalian Toxic Equivalency Factors for Dioxins and Dioxin-like Compounds. Toxicological Sciences 93(2), 223-241 (2006))

Dioxinen (som van polychloordibenzo-para-dioxinen (pcdd’s) en polychloordibenzofuranen (pcdf’s), uitgedrukt in toxiciteitsequivalenten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), onder gebruikmaking van de door de WHO vastgestelde toxiciteitsequivalentiefactoren (WHO-TEF’s), en som van dioxinen en dioxineachtige pcb’s (som van pcdd’s, pcdf’s en polychloorbifenylen (pcb’s), uitgedrukt in toxiciteitsequivalenten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), onder gebruikmaking van de WHO-TEF’s. WHO-TEF’s voor de beoordeling van de risico’s voor de mens, gebaseerd op de conclusies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) - bijeenkomst van deskundigen van het Internationaal Programma voor chemische veiligheid (IPCS) in juni 2005 in Genève (Martin van den Berg et al., The 2005 World Health Organization Re-evaluation of Human and Mammalian Toxic Equivalency Factors for Dioxins and Dioxin-like Compounds. Toxicological Sciences 93(2), 223-241 (2006))CongeneerTEF-waarde

Dibenzo-p-dioxinen („PCDD’s”)

2,3,7,8-TCDD1 1,2,3,7,8-PeCDD1 1,2,3,4,7,8-HxCDD0,1 1,2,3,6,7,8-HxCDD0,1 1,2,3,7,8,9-HxCDD0,1 1,2,3,4,6,7,8-HpCDD0,01 OCDD0,0003

Dibenzofuranen („PCDF’s”)

2,3,7,8-TCDF0,1 1,2,3,7,8-PeCDF0,03 2,3,4,7,8-PeCDF0,3 1,2,3,4,7,8-HxCDF0,1 1,2,3,6,7,8-HxCDF0,1 1,2,3,7,8,9-HxCDF0,1 2,3,4,6,7,8-HxCDF0,1 1,2,3,4,6,7,8-HpCDF0,01 1,2,3,4,7,8,9-HpCDF0,01 OCDF0,0003

„Dioxineachtige” pcb’s Non-ortho-pcb’s + mono-ortho-pcb’s

Non-ortho-pcb’s

PCB 770,0001 PCB 810,0003 PCB 1260,1 PCB 1690,03

Mono-ortho-pcb’s

PCB 1050,00003 PCB 1140,00003 PCB 1180,00003 PCB 1230,00003 PCB 1560,00003 PCB 1570,00003 PCB 1670,00003 PCB 1890,00003

Gebruikte afkortingen: „T” = tetra; „Pe” = penta; „Hx” = hexa; „Hp” = hepta; „O” = octa; „CDD” = chloordibenzodioxine; „CDF” = chloordibenzofuran; „CB” = chloorbifenyl.

 ◄

( 43 ) Bovengrensconcentraties: De bovengrensconcentraties worden berekend in de veronderstelling dat alle onder de bepaalbaarheidsgrens liggende waarden van de verschillende congeneren gelijk zijn aan de bepaalbaarheidsgrens.

( 44 ) Het maximumgehalte, uitgedrukt per kg vet, is niet van toepassing op levensmiddelen die < 2 % vet bevatten. Het voor levensmiddelen met minder dan 2 % vet geldende maximumgehalte is het gehalte op productbasis dat overeenkomt met het gehalte op productbasis voor het levensmiddel dat 2 % vet bevat, berekend aan de hand van de op vetbasis vastgestelde maximumgehalten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende formule:

Het maximumgehalte, uitgedrukt per kg vet, is niet van toepassing op levensmiddelen die < 2 % vet bevatten. Het voor levensmiddelen met minder dan 2 % vet geldende maximumgehalte is het gehalte op productbasis dat overeenkomt met het gehalte op productbasis voor het levensmiddel dat 2 % vet bevat, berekend aan de hand van de op vetbasis vastgestelde maximumgehalten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende formule:

Het op productbasis uitgedrukte maximumgehalte voor levensmiddelen met minder dan 2 % vet = het maximumgehalte, uitgedrukt per kg vet, voor dat levensmiddel × 0,02.

 ◄

►M2  ( 45 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen, zoals omschreven in de categorieën a), b), c), e) en f) van de lijst in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000, met uitzondering van vislever bedoeld in punt 5.11. ◄

►M22  ( 46 ) In deze categorie opgenomen levensmiddelen, zoals omschreven in de categorieën b), c), en i) van de lijst in bijlage 1 bij Verordening (EU) nr. 1379/2013. ◄

►M1  ( 47 ) De vrijstelling geldt alleen voor mais waarvoor duidelijk is, bv. door etikettering, bestemming, dat hij uitsluitend is bestemd voor gebruik in een natmaalproces (zetmeelproductie). ◄

►M2  ( 48 ) Voor vislever in blik geldt het maximumgehalte voor de gehele eetbare inhoud van het blik. ◄

►M3  ( 49 ) De maximumgehalten gelden voor het product zoals het wordt verkocht. ◄

►M5  ( 50 ) Oliehoudende zaden van de GN-codes 1201 , 1202 , 1203 , 1204 , 1205 , 1206 , 1207 en afgeleide producten van GN-code 1208 ; meloenzaden vallen onder code ex 1207 99 .

( 51 ) Indien afgeleide/verwerkte producten uitsluitend of vrijwel uitsluitend zijn afgeleid van/verwerkt op basis van de desbetreffende noten, zijn de maximumgehalten die voor de noten zijn vastgesteld, ook van toepassing op de afgeleide/verwerkte producten. In andere gevallen is artikel 2, leden 1 en 2, van toepassing op de afgeleide/verwerkte producten. ◄

►M4  ( 52 ) Het maximumgehalte geldt voor het zuivere en onverdunde extract, verkregen wanneer 1 kg extract wordt verkregen van 3 tot 4 kg zoethoutwortel. ◄

►M6  ( 53 ) Het maximumgehalte voor bladgroenten geldt niet voor verse kruiden (die vallen onder codenummer 0256000 in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005). ◄

►M20  ( 54 ) Vlees van aanhangsels en buik. Deze definitie sluit de cephalothorax van schaaldieren uit. In geval van krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura): vlees van aanhangsels. ◄

►M7  ( 55 ) De ondergrensconcentraties worden berekend op basis van de aanname dat alle waarden van de vier stoffen onder de bepaalbaarheidsgrens nul zijn.

( 56 ) Vlees en vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan die kan leiden tot de vorming van PAK's, namelijk uitsluitend grillen en barbecuen.

( 57 ) In geval van conserven wordt de volledige inhoud van het blik geanalyseerd. Wat het maximumgehalte voor het gehele mengproduct betreft, zijn artikel 2, lid 1, onder c), en artikel 2, lid 2, van toepassing. ◄

►M11  ( 58 ) Het maximumgehalte geldt niet voor levensmiddelen waarvoor kan worden aangetoond dat het melaminegehalte van meer dan 2,5 mg/kg het gevolg is van het toegestane gebruik van cyromazine als insecticide. Het melaminegehalte mag het cyromazinegehalte niet overtreffen. ◄

►M16  ( 59 ) Voor de specifieke cacao- en chocoladeproducten zijn de definities die zijn vastgesteld in de punten A.2, A.3 en A.4 van bijlage I bij Richtlijn 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2000 inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie (PB L 197 van 3.8.2000, blz. 19) van toepassing. ◄

►M21  ( 60 ) Som van As(III) en As(V).

( 61 ) Rijst, gedopte rijst, volwitte rijst en voorgekookte rijst als omschreven in de Codex Stan 198-1995. ◄

►M20  ( 62 ) Het maximumgehalte geldt voor het dier zoals het wordt verkocht, zonder ingewanden.

( 63 ) In het geval van aardappelen is het maximumgehalte van toepassing op geschilde aardappelen. ◄

►M27  ( 64 ) „Onverwerkte producten” zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

( 65 ) „In de handel brengen” en „eindverbruiker” zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1). ◄

►M29  ( 66 ►C3  Met instemming van de bevoegde autoriteit geldt het maximumgehalte niet voor lokaal geproduceerde en geconsumeerde mosterdzaadolie. ◄  ◄

( *8 ) Peutervoeding omvat dranken op basis van melk en soortgelijke producten op basis van eiwitten, bestemd voor peuters. Deze producten vallen buiten het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 609/2013 (Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over peutervoeding (COM(2016) 169 final), online te raadplegen op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016DC0169&qid=1559628885154&from=NL).

( *9 ) De bereiding van dranken heeft betrekking op het gebruik van fijngemalen poeders die door vloeistoffen kunnen worden geroerd om dranken te maken.

( 67 ) Zoals gedefinieerd in bijlage VII, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

( 68 ) De maximumgehalten zijn niet van toepassing op noten of oliehoudende zaden voor het persen en raffineren van olie, mits de resterende geperste noten of oliehoudende zaden niet als levensmiddel in de handel worden gebracht. Indien de resterende geperste noten of oliehoudende zaden als levensmiddel in de handel worden gebracht, zijn de maximumgehalten van toepassing, rekening houdend met artikel 2, lid 1, en artikel 2, lid 2, van deze verordening.

( 69 ) De maximumgehalten zijn niet van toepassing op granen die worden gebruikt voor mout voor de productie van bier of gedistilleerde dranken, mits de resterende mout niet als levensmiddel in de handel wordt gebracht. Indien de resterende mout als levensmiddel in de handel wordt gebracht, zijn de maximumgehalten van toepassing, rekening houdend met artikel 2, lid 1, en artikel 2, lid 2, van deze verordening.

( 70 ) De tropaanalkaloïden waarnaar wordt verwezen, zijn atropine en scopolamine.

( 71 ) Het maximumgehalte voor moederkorenalkaloïden heeft betrekking op de ondergrens van de volgende 12 moederkorenalkaloïden: ergocornine/ergocorninine; ergocristine/ergocristinine; ergocryptine/ergocryptinine (α- en β-vorm); ergometrine/ergometrinine; ergosine/ergosinine; ergotamine/ergotaminine. In de ondergrens wordt de bijdrage van elke niet-gekwantificeerde epimeer vastgesteld op nul.

( 72 ) Het maximumgehalte heeft betrekking op de ondergrens van de som van de volgende 21 pyrrolizidinealkaloïden:

— 
intermedine/lycopsamine, intermedine-N-oxide/lycopsamine-N-oxide;
— 
senecionine/senecivernine, senecionine-N-oxide/senecivernine-N-oxide;
— 
senecifylline, senecifylline-N-oxide;
— 
retrorsine, retrorsine-N-oxide;
— 
echimidine, echimidine-N-oxide;
— 
lasiocarpine, lasiocarpine-N-oxide;
— 
senkirkine;
— 
europine, europine-N-oxide;
— 
heliotrine en heliotrine-N-oxide

en de volgende 14 bijkomstige pyrrolizidinealkaloïden waarvan bekend is dat zij co-elueren met een of meer van de hierboven genoemde 21 pyrrolizidinealkaloïden, waarbij gebruik wordt gemaakt van bepaalde momenteel gebruikte analysemethoden:

— 
indicine, echinatine, rinderine (mogelijke co-elutie met lycopsamine/intermedine);
— 
indicine-N-oxide, echinatine-N-oxide, rinderine-N-oxide (mogelijke co-elutie met lycopsamine-N-oxide/intermedine-N-oxide);
— 
integerrimine (mogelijke co-elutie met senecivernine en senecionine);
— 
integerrimine-N-oxide (mogelijke co-elutie met senecivernine-N-oxide en senecionine-N-oxide);
— 
heliosupine (mogelijke co-elutie met echimidine);
— 
heliosupine-N-oxide (mogelijke co-elutie met echimidine-N-oxide);
— 
spartioidine (mogelijke co-elutie met senecifylline);
— 
spartioidine-N-oxide (mogelijke co-elutie met senecifylline-N-oxide);
— 
usaramine (mogelijke co-elutie met retrorsine);
— 
usaramine N-oxide (mogelijke co-elutie met retrorsine N-oxide).

Pyrrolizidinealkaloïden die individueel en afzonderlijk met de gebruikte analysemethode kunnen worden geïdentificeerd, moet worden gekwantificeerd en in de som worden opgenomen.

( 73 ) Onverminderd meer beperkende nationale voorschriften in bepaalde lidstaten betreffende het in de handel brengen van pyrrolizidinealkaloïdehoudende planten.

( 74 ) De termen „kruidenthee (gedroogd product)” en „thee (Camellia sinensis) (gedroogd product)” verwijzen naar:

— 
kruidenthee (gedroogd product) van bloemen, bladeren en kruiden, wortels en alle andere delen van de plant (in zakjes of in bulk)/thee (Camellia sinensis) (gedroogd product) van gedroogde bladeren, stelen en bloemen (in zakjes of in bulk) gebruikt voor de bereiding van kruidenthee (vloeibaar product)/thee (vloeibaar product) of
— 
poeder voor kruidenthee/thee. In het geval van poederextracten moet een concentratiefactor van 4 worden toegepast.

( 75 ) Gearomatiseerde thee is thee met aroma’s en bepaalde levensmiddeleningrediënten met aromatiserende eigenschappen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Voor thee met vruchten en andere kruiden is artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1881/2006 van toepassing.

( 76 ) Het maximumgehalte heeft betrekking op de som van morfine en codeïne, waarbij een factor 0,2 op het codeïnegehalte wordt toegepast. Daarom heeft het maximumgehalte betrekking op de som van morfine + 0,2 codeïne.

( 77 ) Onder bakkerijproducten vallen ook kant-en-klare hapjes en snacks op basis van meel.

( 78 ) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die maanzaad leveren aan exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bakkerijproducten vervaardigen, verstrekken de nodige informatie om de fabrikant van de bakkerijproducten in staat te stellen producten in de handel te brengen die aan het maximumgehalte voldoen. Deze informatie omvat in voorkomend geval analytische gegevens.

( 79 ) Het maximumgehalte geldt niet voor onverwerkt heel, vermalen, gemalen, gekraakt of fijngehakt lijnzaad en onverwerkte hele, vermalen, gemalen, gekraakte en fijngehakte bittere amandelen die in kleine hoeveelheden in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker, indien de waarschuwing „Alleen voor koken en bakken. Niet rauw consumeren!” wordt vermeld in het hoofdgezichtsveld van het etiket (in de lettergrootte zoals vastgesteld in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18)). Het onverwerkte hele, vermalen, gemalen, gekraakte of fijngehakte lijnzaad dat vergezeld gaat van de waarschuwing moet voldoen aan het in punt 8.3.1 vastgestelde maximumgehalte.

( 80 ) Het maximumgehalte heeft betrekking op de som van delta-9-tetrahydrocannabinol (Δ9-THC) en delta-9-tetrahydrocannabinolzuur (Δ9-THCA), uitgedrukt als Δ9-THC. Er wordt een factor 0,877 toegepast op het gehalte aan Δ9-THCA en het maximumgehalte heeft betrekking op de som van Δ9-THC + 0,877 × Δ9-THCA (in het geval van de afzonderlijke bepaling en kwantificering van Δ9-THC en Δ9-THCA).

( 81 ) Onder van hennepzaad afgeleide/verwerkte producten worden producten verstaan die uitsluitend van hennepzaad zijn afgeleid/verwerkt.

( 82 ) Het maximumgehalte is van toepassing op de som van lineaire en vertakte stereo-isomeren, ongeacht of zij chromatografisch gescheiden zijn.

( 83 ) Voor de som van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS worden de ondergrensconcentraties berekend in de veronderstelling dat alle waarden onder de bepaalbaarheidsgrens nul zijn.