Verordening (EEG) nr. 2137/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen en de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld, en houdende verlenging van Verordening (EEG) nr. 338/91
Publicatieblad Nr. L 214 van 30/07/1992 blz. 0001 - 0005
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0173
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0173
VERORDENING (EEG) Nr. 2137/92 VAN DE RAAD van 23 juli 1992 betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen en de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld, en houdende verlenging van Verordening (EEG) nr. 338/91 DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad van 26 september 1989 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), inzonderheid op artikel 4, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat indelingscriteria voor geslachte dieren noodzakelijke zijn voor een grotere doorzichtigheid van de markt in deze sector; Overwegende dat de indeling moet plaatsvinden op basis van bevleesdheid en vetheid; dat, door combinatie van deze twee criteria, geslachte dieren in klassen kunnen worden ingedeeld; dat de aldus ingedeelde geslachte dieren herkenbaar moeten zijn; Overwegende echter dat andere criteria, meer in het bijzonder gewicht, vleeskleur en vetheid, gehanteerd mogen worden voor geslachte lammeren van minder dan 13 kg; dat Lid-Staten die deze criteria willen toepassen, de Commissie en de overige Lid-Staten daarvan in kennis moeten stellen; Overwegende dat voor een uniforme toepassing van deze verordening in de Gemeenschap moet worden voorzien in controles ter plaatse door een communautaire inspectiegroep; Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 338/91 van de Raad van 5 februari 1991 tot vaststelling van de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld (2), van toepassing is gedurende de verkoopseizoenen 1991 en 1992, in afwachting van de vaststelling van communautaire criteria voor de indeling van geslachte dieren; Overwegende dat het niet wenselijk is deze normen nu vast te stellen; dat het de voorkeur verdient eerst lang genoeg ervaring op te doen met de toepassing van het bij deze verordening ingevoerde indelingsschema; dat de toepassing van Verordening (EEG) nr. 338/91 derhalve met één verkoopseizoen moet worden verlengd, maar dat een uitzondering moet worden gemaakt voor de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 vervatte maatregel, waarvan de toepassing wordt verlengd tot en met 30 juni 1994; Overwegende dat het wenselijk blijkt zich ten doel te stellen de toepassing van het communautaire indelingsschema na een voldoende lange overgangsperiode verplicht te stellen voor alle voor de intracommunautaire handel erkende slachthuizen; dat deze verplichte toepassing terwille van een vlot administratief beheer evenwel niet behoeft te gelden voor kleine slachthuizen in gebieden waar de weerslag van de in die slachthuizen geslachte hoeveelheid dieren op de marktprijs te verwaarlozen is, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Deze verordening heeft betrekking op de bepalingen inzake het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen. Artikel 2 Voor de indeling van de geslachte dieren gelden de volgende aanbiedingsvormen: a) heel geslacht dier: het hele geslachte dier na het uitbloeden, het ontdoen van de ingewanden en het villen, aangeboden zonder kop (deze moet van de romp zijn gescheiden ter hoogte van de bovenste halswervel (atlaswervel)), poten (deze moeten zijn afgescheiden ter hoogte van de voorkniegewrichten, onderscheidenlijk spronggewrichten), staart (deze moet zijn afgescheiden tussen de zesde en de zevende staartwervel), uier, geslachtsorganen, lever en hartslag. De nieren en het niervet maken deel uit van het geslachte dier; b) half geslacht dier: het produkt dat verkregen wordt door het scheiden van het hele geslachte dier in twee symmetrische delen door het midden van de hals-, rug-, lende- en staartwervels en door het midden van het borstbeen en het bekken. De Lid-Staten worden evenwel gemachtigd om andere aanbiedingsvormen toe te staan, wanneer deze referentieaanbiedingsvorm niet gebruikt wordt. In dat geval worden de aanpassingen die nodig zijn om van deze aanbiedingsvormen naar de referentieaanbiedingsvorm over te gaan, bepaald volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89. Artikel 3 1. De geslachte dieren worden ingedeeld in de volgende categorieën: - geslachte schapen van minder dan twaalf maanden, - andere geslachte schapen. 2. Bij de indeling van de geslachte dieren worden achtereenvolgens beoordeeld: a) de bevleesdheid, b) de vetheid, als omschreven in respectievelijk de bijlagen I en II. De in bijlage I met de letter "S" aangegeven vleesklasse kan facultatief door de Lid-Staten worden gebruikt om rekening te houden met het bestaan van een hogere vleesklasse (type "dikbil"). De Lid-Staten die voornemens zijn van deze mogelijkheid gebruik te maken, stellen de Commissie en de andere Lid-Staten daarvan in kennis. De Lid-Staten kunnen echter worden gemachtigd om lammeren met een geslacht gewicht van minder dan 13 kg in te delen aan de hand van de volgende criteria: a) geslacht gewicht, b) vleeskleur, c) vetheid, als omschreven in bijlage III. De Lid-Staten die voornemens zijn van deze machtiging gebruik te maken, delen zulks vóór 5 april 1993 aan de Commissie en de andere Lid-Staten mee. 3. De Lid-Staten mogen elk van de in de bijlagen I en II vermelde klassen in ten hoogste drie subklassen onderverdelen. Artikel 4 1. Hele of halve geslachte dieren moeten zo spoedig mogelijk na het slachten in het slachthuis zelf worden ingedeeld. 2. De ingedeelde hele of halve geslachte dieren worden geïdentificeerd. 3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden uiterlijk op 31 december 1992 volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 vastgesteld. Artikel 5 Er worden in samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten controles ter plaatse verricht door een communautaire controlegroep, die is samengesteld uit deskundigen van de Commissie en door de Lid-Staten aangewezen deskundigen. De groep brengt aan de Commissie en de andere Lid-Staten verslag uit over de verrichte controles. In voorkomend geval worden volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 maatregelen vastgesteld om te bereiken dat de indeling op uniforme wijze geschiedt. De controles worden verricht namens de Gemeenschap, die de kosten ervan voor haar rekening neemt. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 vastgesteld. Artikel 6 Uiterlijk op 31 december 1992 worden volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 aanvullende bepalingen vastgesteld waarin de vlees-, vet-, gewichts- en vleeskleurklassen nader worden omschreven. Artikel 7 1. Met ingang van 5 april 1993 en tot de invoering van een nieuwe definitie van de standaardkwaliteit, delen de Lid-Staten wekelijks aan de Commissie de voor de verschillende klassen van het indelingsschema geconstateerde marktprijzen mee. 2. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, met name de frequentie en de omvang van de constateringen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 3013/89. 3. De door de Lid-Staten aan de Commissie verstrekte inlichtingen moeten dienen voor de opstelling van het verslag en de voorstellen als bedoeld in artikel 8, lid 2. Artikel 8 1. Artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 338/91 wordt vervangen door: "Zij is van toepassing gedurende de verkoopseizoenen 1991, 1992 en 1993. Zij blijft evenwel van toepassing tot en met 30 juni 1994 voor de tenuitvoerleging van de maatregel, bedoeld in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3013/89.". 2. De Commissie legt uiterlijk 31 maart 1994 aan de Raad een verslag voor met een voorstel voor de definitie van de standaardkwaliteit, waarover de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen moet beslissen; deze definitie moet op 1 juli 1994 in werking treden en zal gedurende het gehele verkoopseizoen 1994 gelden voor de berekening van de ooipremie. Artikel 9 De Commissie legt uiterlijk op 31 december 1995 aan de Raad een verslag voor over de toepassing van deze verordening. Onder voorbehoud van de conclusies van dat verslag, stelt de Raad zich ten doel de toepassing van het communautaire indelingsschema zo mogelijk tijdens het verkoopseizoen 1996 en in ieder geval vóór 1 januari 1997 verplicht te stellen voor alle voor de intracommunautaire handel erkende slachthuizen, onverminderd de mogelijkheid van ontheffing voor kleine slachthuizen in gebieden waar de weerslag van de in die slachthuizen geslachte hoeveelheid dieren op de marktprijs te verwaarlozen is. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 23 juli 1992. Voor de Raad De Voorzitter John COPE (1) PB nr. L 289 van 7. 10. 1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1741/91 (PB nr. L 163 van 13. 6. 1991, blz. 41). (2) PB nr. L 41 van 14. 2. 1991, blz. 1. BIJLAGE I BEVLEESDHEID Vorm van de profielen van het geslachte dier, in het bijzonder van de hoogwaardige delen (achterbout, rug en schouder) Vleesklasse Omschrijving S (superieur) Alle profielen uiterst rond; uitzonderlijke spierontwikkeling met dubbele spieren; type "dikbil" E (uitstekend) Alle profielen rond tot zeer rond; uitzonderlijke spierontwikkeling U (zeer goed) Profielen over het geheel rond; sterke spierontwikkeling R (goed) Over het geheel rechte profielen; goede spierontwikkeling O (matig) Profielen recht tot hol; middelmatige spierontwikkeling P (gering) Profielen hol tot zeer hol; beperkte spierontwikkeling BIJLAGE II VETHEID Hoeveelheid vet aan de buitenkant van het geslachte dier en aan de binnenzijde van de borstholte Vetklasse Omschrijving 1 (gering) Geen of zeer weinig vetbedekking 2 (licht) Lichte vetbedekking; spieren nog bijna overal zichtbaar 3 (middelmatig) Behalve op achterbout en schouder zijn de spieren bijna overal bedekt met vet; lichte vetafzettingen in de borstholte 4 (sterk vervet) Spieren bedekt met vet, echter op achterbout en schouder nog gedeeltelijk zichtbaar; enige duidelijke vetafzettingen in de borstholte 5 (zeer sterk vervet) Geslacht dier met een dikke laag dekvet; sterke vetafzettingen in de borstholte BIJLAGE III Indelingsschema voor geslachte dieren (artikel 3, lid 2, derde alinea) Klasse A B C Gewicht 7 kg 7,1 - 10 kg 10,1 - 13 kg Kwaliteit 1e 2e 1e 2e 1e 2e Vleeskleur Vetheid (*) lichtroze (1) (2) andere kleur of andere vetheidsklasse lichtroze (1) (2) andere kleur of andere vetheidsklasse lichtroze (2) (3) andere kleur of andere vetheidsklasse (*) Als omschreven in bijlage II.