17.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 241/1 |
RICHTLIJN (EU) 2015/1535 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 9 september 2015
betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 114, 337 en 43,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien de adviezen van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd. Derhalve is het verbod van kwantitatieve beperkingen alsmede van maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen van het goederenverkeer een van de hoekstenen van de Unie. |
(3) |
Met het oog op de goede werking van de interne markt dient te worden gezorgd voor een zo groot mogelijke doorzichtigheid van de nationale initiatieven tot vaststelling van technische voorschriften. |
(4) |
Handelsbelemmeringen die voortvloeien uit technische voorschriften met betrekking tot producten, zijn slechts toegestaan indien zij noodzakelijk zijn om aan dwingende eisen te voldoen en een doelstelling van algemeen belang beogen waarvoor zij de essentiële waarborg vormen. |
(5) |
Het is voor de Commissie onontbeerlijk vóór de vaststelling van technische voorschriften over de noodzakelijke informatie te beschikken. De lidstaten, die krachtens artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) de vervulling van haar taak moeten vergemakkelijken, moeten haar derhalve in kennis stellen van hun ontwerpen op het gebied van technische voorschriften. |
(6) |
Alle lidstaten moeten eveneens in kennis worden gesteld van de door een hunner beoogde technische regelgeving. |
(7) |
De interne markt heeft ten doel te zorgen voor een gunstig klimaat voor het concurrentievermogen van het bedrijfsleven. Voor het beter benutten van de voordelen van deze markt door de bedrijven is met name een ruime informatievoorziening nodig. Het is daarom van belang voor de marktdeelnemers de mogelijkheid te scheppen hun beoordeling kenbaar te maken van het effect van nationale technische regelgeving die andere lidstaten voornemens zijn in te voeren, door te voorzien in regelmatige publicatie van de titels van de medegedeelde ontwerpen alsmede door bepalingen inzake de vertrouwelijkheid van deze ontwerpen. |
(8) |
Het is met het oog op de rechtszekerheid passend dat de lidstaten het feit dat een nationaal technisch voorschrift met inachtneming van de formaliteiten van de onderhavige richtlijn is vastgesteld, openbaar maken. |
(9) |
Voor wat betreft de technische regelgeving met betrekking tot producten, impliceren de maatregelen die voor de goede werking of de verdere verdieping van de markt moeten zorgen, met name een grotere doorzichtigheid van de nationale voornemens alsmede een uitbreiding van de gronden en voorwaarden voor de beoordeling van het mogelijke effect van de overwogen regelgeving op de markt. |
(10) |
Het is vanuit dit gezichtspunt van belang de voor een product opgelegde voorschriften als een geheel te beoordelen en rekening te houden met de ontwikkelingen in de nationale praktijk ter zake van de regelgeving voor producten. |
(11) |
De eisen die geen technische specificaties zijn ten aanzien van de levenscyclus van een product nadat dit in de handel is gebracht, kunnen van invloed zijn op het vrije verkeer van dit product of kunnen belemmeringen doen ontstaan voor de goede werking van de interne markt. |
(12) |
Het is noodzakelijk om het begrip „de facto technisch voorschrift” te verduidelijken. Met name de bepalingen waarmee de overheid naar technische specificaties of naar andere eisen verwijst of tot naleving daarvan aanspoort, alsmede de bepalingen ten aanzien van producten waarbij de overheid in het algemeen belang betrokken is, hebben tot gevolg dat de naleving van genoemde specificaties of eisen een dwingender karakter krijgen dan dat wat deze wegens de in de particuliere sfeer gelegen oorsprong ervan normaal zouden hebben. |
(13) |
De Commissie en de lidstaten moeten bovendien kunnen beschikken over de nodige tijd om wijzigingen van de beoogde maatregel voor te stellen, met het doel de belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen die hieruit kunnen voortvloeien, op te heffen of te beperken. |
(14) |
De betreffende lidstaat dient bij de definitieve vaststelling van de beoogde maatregel met deze wijzigingen rekening te houden. |
(15) |
De interne markt impliceert, met name wanneer toepassing van het beginsel van onderlinge erkenning door de lidstaten onmogelijk is, dat de Commissie bindende handelingen vaststelt of een voorstel tot vaststelling van die handelingen indient. Een specifieke tijdelijke status-quo is ingesteld om te voorkomen dat de goedkeuring van nationale maatregelen de vaststelling, door het Europees Parlement en de Raad of door de Commissie, van hetzelfde gebied bestrijkende bindende handelingen bemoeilijkt. |
(16) |
De betrokken lidstaat moet, krachtens de algemene verplichtingen van artikel 4, lid 3, VEU, de inwerkingtreding van de beoogde maatregel gedurende voldoende tijd opschorten om hetzij een gemeenschappelijk onderzoek van de voorgestelde wijzigingen, hetzij de uitwerking van een voorstel voor een wetgevingshandeling of de vaststelling van een bindende handeling van de Commissie mogelijk te maken. |
(17) |
Met het doel de vaststelling van maatregelen door het Europees Parlement en de Raad te vergemakkelijken, is het wenselijk dat de lidstaten zich onthouden van het goedkeuren van een technisch voorschrift, wanneer de Raad in eerste lezing een standpunt over een voorstel van de Commissie heeft vastgesteld. |
(18) |
Er dient te worden voorzien in een permanent comité waarvan de leden worden aangewezen door de lidstaten en dat tot taak heeft medewerking te verlenen bij de inspanningen van de Commissie om de eventuele hinder voor het vrije verkeer van goederen te verlichten. |
(19) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijnen, onverlet te laten, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
1. In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) „product”: alle producten die industrieel worden vervaardigd, en alle landbouwproducten, met inbegrip van visproducten;
b) „dienst”: elke dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen elke dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer van diensten wordt verricht.
Voor de toepassing van deze definitie wordt verstaan onder:
i) „op afstand”: een dienst die wordt geleverd zonder dat de partijen gelijktijdig aanwezig zijn,
ii) „langs elektronische weg”: een dienst die wordt verzonden en ontvangen via elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en de opslag van gegevens, en die geheel via draden, radio, optische middelen of andere elektromagnetische middelen wordt verzonden, doorgeleid en ontvangen,
iii) „op individueel verzoek van een afnemer van diensten”: een dienst die op individueel verzoek via de transmissie van gegevens wordt geleverd.
Een indicatieve lijst van niet onder deze definitie vallende diensten staat in bijlage I;
c) „technische specificatie”: een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product, zoals kwaliteitsniveau, prestaties, veiligheid of afmetingen, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake verkoopbenaming, terminologie, symbolen, beproeving en beproevingsmethoden, verpakking, het merken of etiketteren, en de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures.
Onder de term „technische specificatie” zijn ook begrepen de productiemethoden en -procedés voor de landbouwproducten uit hoofde van artikel 38, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), voor de producten bestemd voor menselijke voeding, voor diervoeding en voor de geneesmiddelen als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), alsmede de productiemethoden en -procedés voor de overige producten, wanneer die gevolgen hebben voor de kenmerken van deze producten;
d) „andere eis”: een eis die, zonder een technische specificatie te zijn, ter bescherming van met name de consument of het milieu wordt opgelegd en betrekking heeft op de levenscyclus van het product nadat dit in de handel is gebracht, zoals voorwaarden voor gebruik, recycling, hergebruik of verwijdering van het product, wanneer deze voorwaarden op significante wijze de samenstelling, de aard of de verhandeling van het product kunnen beïnvloeden;
e) „regel betreffende diensten”: een algemene eis betreffende de toegang tot en de uitoefening van dienstenactiviteiten als bedoeld in punt b), met name bepalingen met betrekking tot de dienstverlener, de diensten en de afnemer van diensten, met uitzondering van regels die niet specifiek betrekking hebben op de in datzelfde punt gedefinieerde diensten.
Voor de toepassing van deze definitie:
i) |
wordt een regel geacht specifiek betrekking te hebben op de diensten van de informatiemaatschappij wanneer die regel, gezien de motivering en de tekst van het dispositief, in zijn totaliteit of in enkele specifieke bepalingen ervan specifiek tot doel heeft die diensten uitdrukkelijk en gericht te reglementeren, |
ii) |
wordt een regel niet geacht specifiek betrekking te hebben op de diensten van de informatiemaatschappij indien het slechts impliciet of incidenteel op die diensten van toepassing is; |
f) „technisch voorschrift”: een technische specificatie of andere eis of een regel betreffende diensten, met inbegrip van de erop toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen die de jure of de facto moeten worden nageleefd voor de verhandeling, de dienstverrichting, de vestiging van een verrichter van diensten of het gebruik in een lidstaat of in een groot deel van een lidstaat, alsmede de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, behoudens die bedoeld in artikel 7, van de lidstaten waarbij de vervaardiging, de invoer, de verhandeling of het gebruik van een product dan wel de verrichting of het gebruik van een dienst of de vestiging als dienstverlener wordt verboden.
De facto technische voorschriften zijn met name:
i) |
wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat die hetzij verwijzen naar technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten, hetzij naar beroepscodes of codes voor goede praktijken die zelf verwijzen naar technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten waarvan de naleving een vermoeden geeft met de voorschriften welke bij deze wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen zijn vastgesteld, in overeenstemming te zijn, |
ii) |
vrijwillige overeenkomsten waarbij de overheid partij is en die in het algemeen belang gericht zijn op de naleving van technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten, met uitsluiting van bestekken voor overheidsopdrachten, |
iii) |
technische specificaties of andere eisen of regels betreffende diensten die verbonden zijn met fiscale of financiële maatregelen die het verbruik van producten of het gebruik van diensten beïnvloeden, doordat zij de naleving van die technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten aanmoedigen; hieronder vallen niet de technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten die samenhangen met de nationale stelsels van sociale zekerheid. |
Hieronder vallen de technische voorschriften die worden vastgesteld door de door de lidstaten aangewezen instanties die zijn opgenomen in de lijst welke door de Commissie wordt opgesteld en in voorkomend geval bijgewerkt in het kader van het in artikel 2 bedoelde comité.
Wijziging van die lijst geschiedt volgens dezelfde procedure;
g) „ontwerp voor een technisch voorschrift”: de tekst van een technische specificatie, een andere eis of een regel betreffende diensten, met inbegrip van bestuursrechtelijke bepalingen, die is uitgewerkt met de bedoeling deze als technisch voorschrift vast te stellen of uiteindelijk te doen vaststellen, en die zich in een stadium van voorbereiding bevindt waarin het nog mogelijk is daarin ingrijpende wijzigingen aan te brengen.
2. Deze richtlijn geldt niet voor:
a) |
radio-omroepdiensten; |
b) |
televisieomroepdiensten bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e), van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad (6). |
3. Deze richtlijn geldt niet voor regels betreffende zaken die vallen onder een regeling van de Unie inzake telecommunicatiediensten, zoals bedoeld in Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad (7).
4. Deze richtlijn geldt niet voor regels betreffende zaken die vallen onder een regeling van de Unie inzake financiële diensten, als genoemd in de indicatieve lijst van bijlage II bij deze richtlijn.
5. Deze richtlijn geldt niet voor regels die zijn uitgevaardigd door of voor gereglementeerde markten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (8), dan wel door of voor andere markten of instellingen die compensatie- of verrekeningsverrichtingen voor die markten doen, met uitzondering van artikel 5, lid 3, van de onderhavige richtlijn.
6. Deze richtlijn is niet van toepassing op de maatregelen die de lidstaten in het kader van de Verdragen nodig achten om de bescherming van personen, met name van werknemers, bij het gebruik van producten te waarborgen, voor zover deze maatregelen geen gevolgen hebben voor de producten.
Artikel 2
Er wordt een permanent comité opgericht, samengesteld uit door de lidstaten aangewezen vertegenwoordigers, die zich kunnen laten bijstaan door deskundigen of adviseurs, en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.
Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 3
1. Het comité vergadert ten minste tweemaal per jaar.
Het comité komt in een bijzondere samenstelling bijeen om de vraagstukken in verband met de diensten van de informatiemaatschappij te bespreken.
2. De Commissie doet het comité een verslag toekomen over de tenuitvoerlegging en de toepassing van de in de onderhavige richtlijn vervatte procedures en legt de voorstellen voor ter opheffing van bestaande of te verwachten belemmeringen voor het handelsverkeer.
3. Het comité bepaalt zijn standpunt ten aanzien van de in lid 2 bedoelde mededelingen en voorstellen en kan in dat verband de Commissie met name aansporen om:
a) |
teneinde het gevaar van belemmeringen voor het handelsverkeer te voorkomen, in voorkomend geval te bereiken dat de betrokken lidstaten eerst zelf onderling een besluit omtrent passende maatregelen nemen; |
b) |
elke passende maatregel te treffen; |
c) |
na te gaan voor welke gebieden een harmonisatie noodzakelijk blijkt en, in voorkomend geval, passende harmonisatiewerkzaamheden in een bepaalde sector te verrichten. |
4. De Commissie moet het comité raadplegen:
a) |
bij de keuze van het in deze richtlijn bedoelde praktische systeem voor de uitwisseling van informatie en bij de eventuele wijzigingen die daarin moeten worden aangebracht; |
b) |
bij het heronderzoek van de werking van het systeem waarin deze richtlijn voorziet. |
5. Het comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over ieder door haar ontvangen voorontwerp voor een technisch voorschrift.
6. Iedere aangelegenheid betreffende de tenuitvoerlegging van deze richtlijn kan op verzoek van de voorzitter van het comité of op verzoek van een lidstaat aan het comité worden voorgelegd.
7. De werkzaamheden van het comité en de aan het comité te verstrekken gegevens zijn vertrouwelijk.
Het comité en de nationale overheidsdiensten kunnen echter, met inachtneming van de nodige voorzorg, natuurlijke of rechtspersonen die tot de particuliere sector kunnen behoren, om deskundigenadvies vragen.
8. Wat de regels betreffende diensten betreft, kunnen de Commissie en het comité advies inwinnen bij natuurlijke of rechtspersonen uit het bedrijfsleven of universiteiten, en waar mogelijk bij representatieve organen, die in staat zijn deskundig advies te verstrekken inzake de sociale en maatschappelijke doelstellingen en gevolgen van elk ontwerp voor een regel betreffende diensten, en houden rekening met hun advies, wanneer daarom wordt verzocht.
Artikel 4
De lidstaten stellen de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 1, in kennis van alle aan normalisatie-instellingen gedane verzoeken om de opstelling van technische specificaties of een norm voor specifieke producten met het oog op de vaststelling van een technisch voorschrift voor deze producten als ontwerp voor een technisch voorschrift, en zij geven de redenen voor de vaststelling op.
Artikel 5
1. Onverminderd artikel 7 delen de lidstaten de Commissie onverwijld ieder ontwerp voor een technisch voorschrift mee, tenzij het een integrale omzetting van een internationale of Europese norm betreft, in welk geval louter met een mededeling van de betrokken norm kan worden volstaan. Zij geven de Commissie tevens kennis van de redenen waarom de vaststelling van dit technisch voorschrift nodig is, tenzij die redenen reeds uit het ontwerp zelf blijken.
In voorkomend geval delen de lidstaten tegelijkertijd aan de Commissie de tekst mee, tenzij deze reeds in samenhang met een eerdere mededeling is doorgegeven, van de in hoofdzaak en rechtstreeks betrokken wettelijke en bestuursrechtelijke basisbepalingen, indien kennis van die tekst noodzakelijk is om de reikwijdte van het ontwerp van het technische voorschrift te kunnen beoordelen.
De lidstaten gaan in de in de eerste en de tweede alinea van dit lid genoemde omstandigheden tot een nieuwe mededeling aan de Commissie over, indien zij in het ontwerp voor een technisch voorschrift significante wijzigingen aanbrengen die een verandering van het toepassingsgebied, een verkorting van het oorspronkelijk geplande tijdschema voor de toepassing, een toevoeging van specificaties of eisen of het stringenter maken ervan tot gevolg hebben.
Wanneer met het ontwerp voor een technisch voorschrift in het bijzonder beperking, om redenen van volksgezondheid of bescherming van de consument of van het milieu, van de verhandeling of het gebruik van een stof, preparaat of chemisch product wordt beoogd, delen de lidstaten tevens mee, hetzij een samenvatting, hetzij de referenties van de relevante gegevens over die stof, dat preparaat of product en verkrijgbare vervangende producten, voor zover deze gegevens beschikbaar zijn, alsmede de verwachte gevolgen van de maatregel voor de volksgezondheid of voor de bescherming van consument en milieu, met, in de geëigende gevallen, een risicoanalyse volgens de beginselen genoemd in het betrokken deel van afdeling II, punt 3, van bijlage XV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (9).
De Commissie stelt de overige lidstaten onverwijld van het haar voorgelegde ontwerp voor een technisch voorschrift en van alle aan haar verstrekte documenten in kennis. Zij kan het ontwerp tevens voor advies voorleggen aan het in artikel 2 van deze richtlijn bedoelde comité en, in voorkomend geval, aan het comité dat op het betrokken gebied bevoegd is.
Wat de in artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt iii), van deze richtlijn bedoelde technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten betreft, kunnen de opmerkingen of uitvoerig gemotiveerde meningen van de Commissie of van de lidstaten alleen betrekking hebben op het aspect dat eventueel een belemmering vormt voor het handelsverkeer of, wat betreft de regels betreffende diensten, het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging van dienstverleners, doch niet op het fiscale of financiële aspect van de maatregel.
2. De Commissie en de lidstaten kunnen bij de lidstaat die een ontwerp voor een technisch voorschrift ter kennis heeft gebracht, opmerkingen indienen, waarmee deze lidstaat bij de verdere uitwerking van het technisch voorschrift zoveel mogelijk rekening dient te houden.
3. De lidstaten delen onverwijld de definitieve tekst van een technisch voorschrift aan de Commissie mee.
4. De op grond van dit artikel verstrekte inlichtingen worden niet als vertrouwelijk aangemerkt, tenzij de kennisgevende lidstaat uitdrukkelijk verzoekt deze inlichtingen als zodanig te beschouwen. Een dergelijk verzoek wordt met redenen omkleed.
In geval van een dergelijk verzoek kunnen het in artikel 2 bedoelde comité en de nationale overheden, met inachtneming van de nodige voorzorg, natuurlijke of rechtspersonen die tot de particuliere sector kunnen behoren, om deskundigenadvies vragen.
5. Wanneer het ontwerp voor een technisch voorschrift deel uitmaakt van een maatregel waarvan mededeling in het ontwerpstadium in andere handelingen van de Unie is voorgeschreven, kunnen de lidstaten de in lid 1 bedoelde mededeling op grond van die andere handeling verrichten, mits uitdrukkelijk wordt aangegeven dat die mededeling tevens uit hoofde van de onderhavige richtlijn geschiedt.
Het ontbreken van een reactie van de Commissie, in het kader van de onderhavige richtlijn, op een ontwerp voor een technisch voorschrift laat het besluit dat in het kader van andere handelingen van de Unie mocht worden genomen, onverlet.
Artikel 6
1. De lidstaten stellen de goedkeuring uit van een ontwerp voor een technisch voorschrift voor de duur van drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in artikel 5, lid 1, bedoelde mededeling ontvangt.
2. De lidstaten:
— |
stellen de goedkeuring van een ontwerp voor een technisch voorschrift in de vorm van een vrijwillige overeenkomst in de zin van artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt ii), met vier maanden uit, |
— |
stellen de goedkeuring van elk ander ontwerp voor een technisch voorschrift onverminderd de leden 3, 4 en 5 van dit artikel (met uitsluiting van ontwerpen inzake diensten) met zes maanden uit, |
te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in artikel 5, lid 1, bedoelde mededeling ontvangt, indien de Commissie of een andere lidstaat binnen een termijn van drie maanden na die datum in een uitvoerig gemotiveerde mening te kennen geeft, dat de beoogde maatregel aspecten bezit die eventueel belemmeringen kunnen opleveren voor het vrije verkeer van goederen in het kader van de interne markt,
— |
stellen onverminderd de leden 4 en 5, de goedkeuring van een ontwerp voor een regel betreffende diensten met vier maanden uit, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in artikel 5, lid 1, bedoelde mededeling ontvangt, indien de Commissie of een andere lidstaat binnen een termijn van drie maanden na die datum in een uitvoerig gemotiveerde mening te kennen geeft, dat de beoogde maatregel aspecten bezit die eventuele belemmeringen kunnen opleveren voor het vrije verkeer van diensten of voor de vrijheid van vestiging van verrichters van diensten in het kader van de interne markt. |
Wat ontwerpen voor regels betreffende diensten betreft, kunnen de uitvoerig gemotiveerde meningen van de Commissie of van de lidstaten geen afbreuk doen aan maatregelen inzake het cultuurbeleid, met name op audiovisueel gebied, die de lidstaten overeenkomstig het recht van de Unie kunnen nemen, rekening houdend met hun taalkundige verscheidenheid, specifieke nationale en regionale kenmerken en hun cultuurbezit.
De betrokken lidstaat doet de Commissie verslag over het gevolg dat hij voornemens is aan dergelijke uitvoerig gemotiveerde meningen te geven. De Commissie geeft haar commentaar op deze reactie.
Wat de regels inzake diensten betreft, geeft de betrokken lidstaat in voorkomende gevallen aan om welke redenen geen rekening met de uitvoerig gemotiveerde meningen kan worden gehouden.
3. De lidstaten stellen de goedkeuring van een ontwerp voor een technisch voorschrift, met uitsluiting van ontwerpen voor regels betreffende diensten, met twaalf maanden uit, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in artikel 5, lid 1, van deze richtlijn bedoelde mededeling ontvangt, indien de Commissie binnen een termijn van drie maanden na die datum te kennen geeft op dit gebied overeenkomstig artikel 288 VWEU een richtlijn, een verordening of een besluit te willen voorstellen of vaststellen.
4. De lidstaten stellen de goedkeuring uit van een ontwerp voor een technisch voorschrift voor de duur van twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in artikel 5, lid 1, van deze richtlijn bedoelde mededeling ontvangt, indien de Commissie binnen drie maanden na die datum kennis geeft van de constatering dat het ontwerp voor een technisch voorschrift betrekking heeft op een materie die wordt bestreken door een voorstel voor een richtlijn, voor een verordening of voor een besluit dat overeenkomstig artikel 288 VWEU bij het Europees Parlement en de Raad is ingediend.
5. Indien de Raad in eerste lezing een standpunt vaststelt tijdens de in de leden 3 en 4 bedoelde status-quoperiode, strekt deze periode, behoudens het bepaalde in lid 6, zich over 18 maanden uit.
6. De in de leden 3, 4 en 5 bedoelde verplichtingen gelden niet:
a) |
wanneer de Commissie de lidstaten mededeelt dat zij afziet van haar voornemen een dwingend besluit voor te stellen of vast te stellen; |
b) |
wanneer de Commissie de lidstaten van de intrekking van haar ontwerp of voorstel in kennis stelt; of |
c) |
bij de vaststelling van een bindende handeling door het Europees Parlement en de Raad of door de Commissie. |
7. De leden 1 tot en met 5 zijn niet van toepassing als een lidstaat:
a) |
om dringende redenen wegens een ernstige en onvoorziene situatie die verband houdt met de bescherming van de gezondheid van mens en dier, de bescherming van planten, of de veiligheid, en in het geval van regels betreffende diensten, ook met de bescherming van de openbare orde, met name de bescherming van minderjarigen, op zeer korte termijn technische voorschriften moet uitwerken en deze onmiddellijk daarop moet vaststellen en invoeren, zonder dat raadpleging mogelijk is, of |
b) |
om dringende redenen wegens een ernstige situatie die verband houdt met de bescherming van de veiligheid en de integriteit van het financiële systeem, met name de bescherming van deposanten, beleggers en verzekerden, regels betreffende financiële diensten moet vaststellen en onverwijld moet invoeren. |
In de in artikel 5 bedoelde mededeling vermeldt deze lidstaat de redenen voor de urgentie van de betrokken maatregelen. De Commissie spreekt zich zo spoedig mogelijk uit over de mededeling. Zij neemt de nodige maatregelen in geval van misbruik van deze procedure. Het Europees Parlement wordt door de Commissie op de hoogte gehouden.
Artikel 7
1. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten of op de vrijwillige overeenkomsten waarbij de lidstaten:
a) |
zich voegen naar bindende handelingen van de Unie die de aanneming van technische voorschriften of regels betreffende diensten tot gevolg hebben; |
b) |
voldoen aan de uit een internationale overeenkomst voortvloeiende verplichtingen die de aanneming van gemeenschappelijke technische voorschriften of regels betreffende diensten in de Unie tot gevolg hebben; |
c) |
gebruikmaken van in bindende handelingen van de Unie vervatte vrijwaringsclausules; |
d) |
artikel 12, lid 1, van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) toepassen; |
e) |
zich beperken tot het gevolg geven aan een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie; |
f) |
zich beperken tot wijziging van een technisch voorschrift in de zin van artikel 1, lid 1, onder f), overeenkomstig een verzoek van de Commissie, teneinde een belemmering voor het handelsverkeer of, wat betreft regels betreffende diensten, voor het vrije verkeer van diensten of de vrijheid van vestiging van dienstverleners op te heffen. |
2. Artikel 6 is niet van toepassing op de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten waarmee een fabricageverbod wordt beoogd, voor zover deze bepalingen geen belemmering vormen voor het vrije verkeer van goederen.
3. Artikel 6, leden 3 tot en met 6, is niet van toepassing op de in artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt ii), bedoelde vrijwillige overeenkomsten.
4. Artikel 6 is niet van toepassing op de in artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt iii), bedoelde technische specificaties, andere eisen of regels betreffende diensten.
Artikel 8
De Commissie brengt om de twee jaar aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de resultaten van de toepassing van deze richtlijn.
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie jaarstatistieken over de ontvangen kennisgevingen bekend.
Artikel 9
Wanneer de lidstaten een technisch voorschrift vaststellen, wordt daarbij naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van dat voorschrift. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 10
Richtlijn 98/34/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage III, deel A, van de onderhavige richtlijn genoemde handelingen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, van de ingetrokken richtlijn en bijlage III, deel B, van de onderhavige richtlijn genoemde termijnen voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.
Artikel 11
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 12
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 9 september 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
N. SCHMIT
(1) Advies van 14 juli 2010 (PB C 44 van 11.2.2011, blz. 142) en het advies van 26 februari 2014 (PB C 214 van 8.7.2014, blz. 55).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 15 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 juli 2015.
(3) Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37). De oorspronkelijke titel was „Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften”. Deze richtlijn werd gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).
(4) Zie bijlage III, deel A.
(5) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
(6) Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1).
(7) Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).
(8) Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(10) Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4).
BIJLAGE I
Indicatieve lijst van diensten die niet onder artikel 1, lid 1, punt b), tweede alinea, vallen
1. Diensten die niet „op afstand” worden geleverd
Diensten die in de fysieke aanwezigheid van de verrichter en de afnemer worden verricht, ook wanneer daarbij elektronische apparatuur wordt gebruikt:
a) |
onderzoek of behandeling in de spreekkamer van een arts met behulp van elektronische apparatuur, in de fysieke aanwezigheid van de patiënt; |
b) |
raadpleging van een elektronische catalogus in een winkel, in de fysieke aanwezigheid van de klant; |
c) |
reservering van een vliegtuigticket via een computernetwerk in een reisagentschap, in de fysieke aanwezigheid van de klant; |
d) |
beschikbaarstelling van elektronische spelletjes in een speelhal in de fysieke aanwezigheid van de gebruiker. |
2. Diensten die niet „langs elektronische weg” worden geleverd
— |
Diensten met een materiële inhoud, ook wanneer daarbij elektronische apparatuur wordt gebruikt:
|
— |
offlinediensten: verspreiding van cd-rom's of software op disketten; |
— |
diensten die niet via elektronische systemen voor de opslag en verwerking van gegevens worden geleverd:
|
3. Diensten die niet „op individueel verzoek van een afnemer van diensten” worden geleverd
Diensten die via de verzending van gegevens zonder individuele oproep worden verricht en bestemd zijn voor gelijktijdige ontvangst door een onbeperkt aantal ontvangers (point-to-multipoint-transmissie):
a) |
televisieomroepdiensten (waaronder „near-video-on-demand”), bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e), van Richtlijn 2010/13/EU; |
b) |
radio-omroepdiensten; |
c) |
teletekst (via televisie). |
BIJLAGE II
Indicatieve lijst van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, lid 4
— |
Beleggingsdiensten |
— |
Verzekeringen en herverzekeringen |
— |
Bankdiensten |
— |
Transacties in verband met pensioenfondsen |
— |
Diensten inzake termijntransacties of opties |
Deze diensten omvatten in het bijzonder:
a) |
de beleggingsdiensten bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 2004/39/EG, de diensten van collectieve beleggingsondernemingen; |
b) |
diensten in verband met werkzaamheden die onder de wederzijdse erkenning vallen en worden bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (1); |
c) |
transacties in verband met de verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten bedoeld in Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (2). |
(1) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(2) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
BIJLAGE III
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 10)
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad |
|
Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad |
|
Bijlage II, deel 1, titel H, bij de Toetredingsakte van 2004 |
Uitsluitend de verwijzing, in punt 2, naar Richtlijn 98/34/EG |
Richtlijn 2006/96/EG van de Raad |
Uitsluitend de verwijzing, in artikel 1, naar Richtlijn 98/34/EG |
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad |
Uitsluitend artikel 26, lid 2 |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in intern recht
(bedoeld in artikel 10)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
98/34/EG |
— |
98/48/EG |
5 augustus 1999 |
2006/96/EG |
1 januari 2007 |
BIJLAGE IV
Concordantietabel
Richtlijn 98/34/EG |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1, eerste alinea, aanhef |
Artikel 1, lid 1, aanhef |
Artikel 1, eerste alinea, punt 1 |
Artikel 1, lid 1, onder a) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, eerste alinea |
Artikel 1, lid 1, onder b), eerste alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, tweede alinea, eerste streepje |
Artikel 1, lid 1, onder b), tweede alinea, punt i) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, tweede alinea, tweede streepje |
Artikel 1, lid 1, onder b), tweede alinea, punt ii) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, tweede alinea, derde streepje |
Artikel 1, lid 1, onder b), tweede alinea, punt iii) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, derde alinea |
Artikel 1, lid 1, onder b), derde alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, vierde alinea, aanhef |
Artikel 1, lid 2, aanhef |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, vierde alinea, eerste streepje |
Artikel 1, lid 2, onder a) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 2, vierde alinea, tweede streepje |
Artikel 1, lid 2, onder b) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 3 |
Artikel 1, lid 1, onder c) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 4 |
Artikel 1, lid 1, onder d) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, eerste alinea |
Artikel 1, lid 1, onder e), eerste alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, tweede alinea |
Artikel 1, lid 3 |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, derde alinea |
Artikel 1, lid 4 |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, vierde alinea |
Artikel 1, lid 5 |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, vijfde alinea, aanhef |
Artikel 1, lid 1, onder e), tweede alinea, aanhef |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, vijfde alinea, eerste streepje |
Artikel 1, lid 1, onder e), tweede alinea, punt i) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 5, vijfde alinea, tweede streepje |
Artikel 1, lid 1, onder e), tweede alinea, punt ii) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, eerste alinea |
Artikel 1, lid 1, onder f), eerste alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, tweede alinea, aanhef |
Artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, aanhef |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, tweede alinea, eerste streepje |
Artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt i) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, tweede alinea, tweede streepje |
Artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt ii) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, tweede alinea, derde streepje |
Artikel 1, lid 1, onder f), tweede alinea, punt iii) |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, derde alinea |
Artikel 1, lid 1, onder f), derde alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 11, vierde alinea |
Artikel 1, lid 1, onder f), vierde alinea |
Artikel 1, eerste alinea, punt 12 |
Artikel 1, lid 1, onder g) |
Artikel 1, tweede alinea |
Artikel 1, lid 6 |
Artikel 5 |
Artikel 2 |
Artikel 6, leden 1 en 2 |
Artikel 3, leden 1 en 2 |
Artikel 6, lid 3, aanhef |
Artikel 3, lid 3, aanhef |
Artikel 6, lid 3, tweede streepje |
Artikel 3, lid 3, onder a) |
Artikel 6, lid 3, derde streepje |
Artikel 3, lid 3, onder b) |
Artikel 6, lid 3, vierde streepje |
Artikel 3, lid 3, onder c) |
Artikel 6, lid 4, aanhef |
Artikel 3, lid 4, aanhef |
Artikel 6, lid 4, onder c) |
Artikel 3, lid 4, onder a) |
Artikel 6, lid 4, onder d) |
Artikel 3, lid 4, onder b) |
Artikel 6, leden 5 tot en met 8 |
Artikel 3, leden 5 tot en met 8 |
Artikel 7 |
Artikel 4 |
Artikel 8 |
Artikel 5 |
Artikel 9, leden 1 tot en met 5 |
Artikel 6, leden 1 tot en met 5 |
Artikel 9, lid 6, aanhef |
Artikel 6, lid 6, aanhef |
Artikel 9, lid 6, eerste streepje |
Artikel 6, lid 6, onder a) |
Artikel 9, lid 6, tweede streepje |
Artikel 6, lid 6, onder b) |
Artikel 9, lid 6, derde streepje |
Artikel 6, lid 6, onder c) |
Artikel 9, lid 7, eerste alinea, aanhef |
Artikel 6, lid 7, eerste alinea, aanhef |
Artikel 9, lid 7, eerste alinea, eerste streepje |
Artikel 6, lid 7, eerste alinea, onder a) |
Artikel 9, lid 7, eerste alinea, tweede streepje |
Artikel 6, lid 7, eerste alinea, onder b) |
Artikel 9, lid 7, tweede alinea |
Artikel 6, lid 7, tweede alinea |
Artikel 10, lid 1, aanhef |
Artikel 7, lid 1, aanhef |
Artikel 10, lid 1, eerste streepje |
Artikel 7, lid 1, onder a) |
Artikel 10, lid 1, tweede streepje |
Artikel 7, lid 1, onder b) |
Artikel 10, lid 1, derde streepje |
Artikel 7, lid 1, onder c) |
Artikel 10, lid 1, vierde streepje |
Artikel 7, lid 1, onder d) |
Artikel 10, lid 1, vijfde streepje |
Artikel 7, lid 1, onder e) |
Artikel 10, lid 1, zesde streepje |
Artikel 7, lid 1, onder f) |
Artikel 10, leden 2, 3 en 4 |
Artikel 7, leden 2, 3 en 4 |
Artikel 11, eerste zin |
Artikel 8, eerste alinea |
Artikel 11, tweede zin |
Artikel 8, tweede alinea |
Artikel 12 |
Artikel 9 |
Artikel 13 |
— |
— |
Artikel 10 |
Artikel 14 |
Artikel 11 |
Artikel 15 |
Artikel 12 |
Bijlage III |
— |
Bijlage IV |
— |
Bijlage V |
Bijlage I |
Bijlage VI |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
— |
Bijlage IV |