Brussel, 20.7.2021

SWD(2021) 703 final

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

Verslag over de rechtsstaat 2021


Landenhoofdstuk over Bulgarije






bij het document

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over de rechtsstaat 2021


Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie

{COM(2021) 700 final} - {SWD(2021) 701 final} - {SWD(2021) 702 final} - {SWD(2021) 704 final} - {SWD(2021) 705 final} - {SWD(2021) 706 final} - {SWD(2021) 707 final} - {SWD(2021) 708 final} - {SWD(2021) 709 final} - {SWD(2021) 710 final} - {SWD(2021) 711 final} - {SWD(2021) 712 final} - {SWD(2021) 713 final} - {SWD(2021) 714 final} - {SWD(2021) 715 final} - {SWD(2021) 716 final} - {SWD(2021) 717 final} - {SWD(2021) 718 final} - {SWD(2021) 719 final} - {SWD(2021) 720 final} - {SWD(2021) 721 final} - {SWD(2021) 722 final} - {SWD(2021) 723 final} - {SWD(2021) 724 final} - {SWD(2021) 725 final} - {SWD(2021) 726 final} - {SWD(2021) 727 final}


Samenvatting

De hervormingen in Bulgarije op gebieden zoals justitie en corruptie werden eerst door de Commissie gevolgd in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing en worden momenteel gevolgd in het kader van het rechtsstaatmechanisme. Naar aanleiding van het verslag over de rechtsstaat 2020 hebben de Bulgaarse autoriteiten een speciaal actieplan vastgesteld dat betrekking heeft op kwesties in alle vier de pijlers.

De hervorming van het justitiële stelsel in Bulgarije is een geleidelijk proces met belangrijke gevolgen voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en het vertrouwen van de bevolking, maar er is nog steeds sprake van uitdagingen. Een nieuwe wet inzake de procureur-generaal en diens adjuncten is in werking getreden. Inmiddels is tegen deze wet beroep aangetekend bij het grondwettelijk hof, dat de wet ongrondwettelijk verklaarde. Als gevolg hiervan blijft het probleem met betrekking tot de verantwoording en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de procureur-generaal bestaan. Ook zorgen in verband met de samenstelling en werking van de hoge justitiële raad zijn nog niet weggenomen. In een ontwerp van een nieuwe grondwet werd een hervorming ten aanzien van deze kwestie voorgesteld, maar uiteindelijk niet goedgekeurd. De inspecteur-generaal en de inspecteurs van de inspectiedienst van de hoge justitiële raad zetten hun werkzaamheden voort, ondanks het feit dat hun mandaat in april 2020 verstreek. De promotieregeling binnen justitie stemt tot bezorgdheid, aangezien de benoeming van rechters in hogere functies niet heeft plaatsgevonden via de gewone procedure van een vergelijkend examen. Ondanks wetgevende inspanningen blijft de digitalisering van justitie in de praktijk nog steeds achter. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de efficiëntie van het administratieve rechtsstelsel.

De uitvoering van de institutionele hervormingen met betrekking tot corruptiebestrijding is geconsolideerd. De nieuwe strategie voor corruptiebestrijding voor de periode 2021-2027 is goedgekeurd en heeft een nieuwe reeks prioriteiten, dat wil zeggen het versterken van de capaciteiten om corruptie te bestrijden, het uitbreiden van de verantwoordingsplicht van lokale autoriteiten en het creëren van een omgeving voor de strijd tegen corruptie waarin een snelle respons mogelijk is. Met betrekking tot de doeltreffendheid van de maatregelen in verband met de integriteit van het openbaar bestuur, lobbyactiviteiten en de bescherming van klokkenluiders, waarvoor geen speciale regelgeving bestaat, blijven aanzienlijke uitdagingen bestaan. Ondanks de uitbreiding van de onderzoeksactiviteiten en de versterking van de middelen, blijft het aantal definitieve veroordelingen in ophefmakende corruptiezaken laag en moet in dit verband nog steeds een solide staat van dienst worden opgebouwd.

Wat betreft mediapluriformiteit is het Bulgaarse rechtskader gebaseerd op een reeks constitutionele waarborgen en wetgevende maatregelen. Nieuwe wetgeving is goedgekeurd om de richtlijn audiovisuele mediadiensten om te zetten, die erop gericht is de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media, de raad voor elektronische media, te versterken. Het gebrek aan transparantie op het gebied van media-eigendom is nog steeds een bron van zorg. De werkomgeving en de veiligheid van journalisten lijken niet te zijn verbeterd. De COVID-19-pandemie heeft gevolgen gehad voor de mediapluriformiteit en de bescherming van journalisten in economische termen, met name wat betreft de regionale journalistiek, maar er zijn geen specifieke steunmaatregelen vastgesteld.

Wat de controles en waarborgen betreft, blijft het beperkte gebruik van effectbeoordelingen en openbare raadplegingen in het wetgevingsproces een punt van zorg, met name in verband met wetsontwerpen die door het parlement worden voorgesteld. Vergelijkbare zorgen blijven bestaan in verband met de praktijk van het invoeren van belangrijke veranderingen door middel van amendementen op andere ongerelateerde wetgevingshandelingen, waarbij de vereisten met betrekking tot openbare raadpleging en effectbeoordeling worden omzeild. De noodregeling in verband met de COVID-19-pandemie is nog steeds van kracht. De middelen van de nationale mensenrechteninstellingen zijn verhoogd. Er is afgezien van het ontwerp van de wet inzake buitenlandse financiering voor niet-gouvernementele organisaties, maar de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in het land blijft beperkt.

Bij de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie in 2007 is het mechanisme voor samenwerking en toetsing ingesteld als een overgangsmaatregel om Bulgarije te helpen bij zijn voortdurende inspanningen om zijn justitiële stelsel te hervormen en de strijd tegen corruptie en de georganiseerde misdaad op te voeren 1 . Overeenkomstig de beschikking tot vaststelling van het mechanisme en zoals benadrukt door de Raad, houdt het mechanisme op te bestaan wanneer aan alle ijkpunten voor Bulgarije is voldaan 2 . Volgens het recentste verslag over het mechanisme voor samenwerking en toetsing, dat in oktober 2019 is goedgekeurd, heeft Bulgarije verdere toezeggingen gedaan en was de Commissie van oordeel dat Bulgarije in het kader van het mechanisme voldoende vooruitgang had geboekt om de toezeggingen die het land bij zijn toetreding tot de Unie heeft gedaan, na te komen. De Commissie onderstreepte eveneens dat Bulgarije consequent zal moeten blijven werken aan de omzetting van de in het verslag gespecificeerde verbintenissen in concrete wetgeving en aan de verdere uitvoering ervan. Bij een besluit in verband met de stopzetting van het mechanisme voor samenwerking en toetsing zal naar behoren rekening worden gehouden met de door de Raad en het Europees Parlement ingenomen standpunten 3 .

I.Justitieel stelsel

Het justitiële stelsel van de Republiek Bulgarije 4 omvat in totaal 182 gewone en gespecialiseerde rechtbanken. De gewone rechtbanken behandelen zaken in drie instanties. Dit stelsel omvat 113 districtsrechtbanken, 28 regionale rechtbanken en 5 hoven van beroep. De gespecialiseerde rechtbanken omvatten militaire rechtbanken, strafrechtbanken en administratieve rechtbanken. Het hof van cassatie is de rechtbank van laatste aanleg in zaken die reeds door gewone, militaire en gespecialiseerde strafrechtbanken zijn behandeld, terwijl voor bestuursrechtelijke zaken het administratief hooggerechtshof de rechtbank van laatste aanleg is. Ook het Openbaar Ministerie behoort tot het justitieel apparaat, wat niet het geval is voor het grondwettelijk hof van Bulgarije 5 . Het Openbaar Ministerie heeft een uniforme structuur en staat onder leiding van de procureur-generaal 6 . Bulgarije neemt deel aan het Europees Openbaar Ministerie. De hoge justitiële raad is de hoogste administratieve autoriteit binnen het Bulgaarse rechtswezen. Deze raad is verantwoordelijk voor het bestuur van het rechtswezen en moet de onafhankelijkheid ervan waarborgen. Rechters, aanklagers en onderzoekers 7 worden benoemd, gepromoveerd, overgeplaatst en ontslagen door hun respectieve kamer (de gerechtelijke kamer of de kamer voor rechtsvervolging) van de hoge justitiële raad 8 . De hoge raad van toezicht van de orde van advocaten is een bij wet ingesteld onafhankelijk en zelfstandig orgaan 9 .

Onafhankelijkheid

De mate waarin de rechterlijke macht in Bulgarije door het publiek als onafhankelijk wordt gezien, is nog steeds laag, is bij bedrijven gemiddeld en is licht gedaald ten opzichte van 2020. Slechts 31 % van het publiek is van mening dat de onafhankelijkheid “redelijk goed of zeer goed” is. Bedrijven achten de mate van onafhankelijkheid nog steeds “gemiddeld”, waarbij 43 % de onafhankelijkheid “redelijk goed of zeer goed” noemt 10 . Onder het publiek is de mate waarin de rechterlijke macht als onafhankelijk wordt gezien de afgelopen vijf jaar consistent laag gebleven. De mate waarin bedrijven de rechterlijke macht als onafhankelijk zagen, was tot 2019 zeer laag en is sindsdien gemiddeld, ondanks lichte schommelingen.

De nieuwe wet inzake de verantwoording en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de procureur-generaal en diens adjuncten is ongrondwettelijk verklaard en er blijven uitdagingen bestaan. De onmogelijkheid om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen tegen de procureur-generaal en diens adjuncten is een slepende kwestie die niet alleen door de Europese Commissie 11 , maar ook door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 12 en de Raad van Europa 13 reeds aan de orde is gesteld. De combinatie van de bevoegdheden van de procureur-generaal 14 en diens plaats in de hoge justitiële raad 15 leidt ertoe dat hij of zij een aanzienlijke invloed heeft binnen het Openbaar Ministerie, evenals mogelijkerwijs in de hoge justitiële raad (zowel in de raad voor rechtsvervolging als in de plenaire vergadering) en binnen de magistratuur 16 . Op 29 januari 2021 keurde het parlement een wet goed inzake de uitvoering van het Kolevi-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 17 , waarin een nieuw kader werd vastgesteld voor onderzoeken tegen de procureur-generaal en/of diens adjuncten 18 . Binnen het nieuwe mechanisme kreeg een speciale aanklager de opdracht onderzoeken tegen een procureur-generaal en/of diens adjuncten uit te voeren 19 . Een weigering van de speciale aanklager om een onderzoek te starten zou in eerste aanleg kunnen worden getoetst 20 voor de gespecialiseerde strafrechtbank 21 . Naar aanleiding van enkele van de suggesties van de Raad van Europa 22 werd in de nieuwe wet bepaald dat de speciale aanklager zou worden benoemd door de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad, in plaats van door de kamer voor rechtsvervolging van die hoge raad. Op 10 februari 2021 betwistte de president van de republiek de grondwettelijkheid van de nieuwe wet voor het grondwettelijk hof 23 . Naar aanleiding hiervan besloot de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad de selectieprocedure voor de speciale aanklager op te schorten in afwachting van de beslissing van het grondwettelijk hof 24 . Op 11 mei 2021 deed het grondwettelijk hof uitspraak, waarbij het verklaarde dat de bepalingen die door de president van de republiek werden betwist ongrondwettelijk waren en dat het volledige mechanisme bijgevolg ongrondwettelijk was 25 . Op 23 februari 2021 verzochten de Bulgaarse autoriteiten bovendien, naar aanleiding van een aanbeveling van de Commissie, om een nieuw advies van de Commissie van Venetië 26 over deze wet. Vanwege de uitspraak van het grondwettelijk hof zal het verwachte advies echter niet worden afgegeven. De Raad van Europa heeft een aantal andere problemen in verband met deze wet geconstateerd 27 . Deze problemen vloeien voort uit de bovengenoemde grote invloed van de procureur-generaal 28 , die ertoe kan leiden dat deze de controle heeft over de kandidaturen voor de functie van speciale aanklager 29 en diens benoeming 30 . Op 11 maart 2021 benadrukte het Comité van Ministers van de Raad van Europa 31 dat het beperken van de invloed van de procureur-generaal binnen het Openbaar Ministerie, diens eventuele potentiële invloed in de hoge justitiële raad 32 en binnen de magistratuur, van belang is om de uitvoering van een doeltreffend onderzoeksmechanisme mogelijk te maken, onder meer door de rechterlijke toetsing uit te breiden tot alle weigeringen van aanklagers om een onderzoek te starten 33 .

Het ontbreken van een rechterlijke toetsing van een beslissing van een aanklager om geen onderzoek in te stellen, stemt tot bezorgdheid. Op 11 maart 2021 herhaalde het Comité van Ministers van de Raad van Europa zijn aanbeveling met betrekking tot de invoering van een rechterlijke toetsing voor weigeringen van aanklagers om een onderzoek in te stellen, samen met regelingen om een buitensporige werklast voor rechtbanken en aanklagers te vermijden 34 . Deze aanbeveling werd gedaan in de context van het mechanisme voor versterkt toezicht van de Raad van Europa, dat in werking werd gesteld naar aanleiding van de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin de ondoeltreffendheid van strafrechtelijke onderzoeken als een structureel probleem werd aangemerkt 35 .

De zorgen in verband met de samenstelling en de werking van de hoge justitiële raad zijn nog niet weggenomen. De situatie waarin de meerderheid van de rechters nog steeds niet door collega-rechters wordt gekozen, is onveranderd gebleven 36 . Bovendien speelt de procureur-generaal, zoals uitgelegd in de voorgaande paragrafen, nog steeds een doorslaggevende rol 37 in de kamer voor rechtsvervolging 38 en heeft hij nog steeds een aanzienlijke invloed op de plenaire vergadering 39 en mogelijk ook op de gerechtelijke kamer 40 , aangezien leken 41 die door het parlement worden gekozen voor de gerechtelijke kamer ook afkomstig kunnen zijn uit de gelederen van de aanklagers 42 . Uit het stemmen in de praktijk 43 blijkt dat de door collega’s gekozen rechters in de hoge justitiële raad een beperkte invloed hebben op de besluitvorming en dat de procureur-generaal mogelijk invloed uitoefent op de hoge justitiële raad. Niettegenstaande de vooruitgang die door middel van eerdere hervormingen is geboekt 44 , wordt de toestand van de hoge justitiële raad door de Raad van Europa 45 en diverse belanghebbenden 46 nog steeds aangemerkt als een bron van zorg. Hoewel hervormingen hebben geleid tot een evenwichtigere samenstelling van de hoge justitiële raad 47 , blijft de betrokkenheid van aanklagers en met name de procureur-generaal bij het beheer van rechters aanleiding geven tot zorgen 48 . De pogingen om in de grondwet de samenstelling van de hoge justitiële raad te wijzigen 49 , met amendementen die in september 2020 werden ingediend, waren deels bedoeld om deze zorgen uit de weg te ruimen 50 . Een aanpak van het probleem met betrekking tot de samenstelling van de hoge justitiële raad is dringender geworden omdat het bestaande systeem gevolgen zou hebben voor de toekomstige verkiezingen van de leden van de hoge justitiële raad, van wie het huidige mandaat binnenkort afloopt, alsook voor andere belangrijke functies binnen de rechterlijke macht 51 . Een positieve ontwikkeling in verband met de werking van de hoge justitiële raad was de invoering van een onlineregister van standpunten die deze raad, met inbegrip van zijn plenaire vergadering en de twee kamers, heeft ingenomen tegen bedreigingen van de rechterlijke onafhankelijkheid 52 . Het register bevat echter slechts zaken waarin de hoge justitiële raad of andere gerechtelijke organen een standpunt hebben ingenomen en niet alle gevallen waarin een aanval is gedaan op de rechterlijke onafhankelijkheid, wat sommige belanghebbenden ontoereikend achten 53 . Daarnaast hebben belanghebbenden ook gewezen op zaken waarin sommige standpunten van de hoge justitiële raad worden gekenmerkt als strijdig met standpunten van de leden van de rechterlijke macht zelf 54 .

Het actieplan dat werd aangenomen om bepaalde uitdagingen aan te pakken waarop in het verslag over de rechtsstaat 2020 werd gewezen, heeft onder meer betrekking op hervormingen van het justitiële stelsel. Op 6 november 2020 maakte de regering een actieplan bekend 55 om de hervormingen met betrekking tot de verantwoordingsplicht en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de procureur-generaal te voltooien, de werking en samenstelling van de inspectiedienst van de hoge justitiële raad te verbeteren 56 , de criteria die een aanvullende vergoeding voor magistraten toestaan te herzien en de uitdagingen in verband met de rechterlijke onafhankelijkheid aan te pakken.

Er is een werkgroep opgericht die zich bezighoudt met een mogelijke hervorming van de samenstelling en werking van de inspectiedienst van de hoge justitiële raad. Als onderdeel van het bovengenoemde actieplan van de regering richtte de minister van Justitie in december 2020 een werkgroep op 57 die de opdracht heeft wetswijzigingen op te stellen om de problemen in verband met de inspectiedienst aan te pakken die in het verslag over de rechtsstaat 2020 58 en door de Commissie van Venetië 59 als punten van zorg werden aangemerkt. Momenteel controleert de inspectiedienst de werkzaamheden van de rechterlijke macht, verifieert hij de integriteit en eventuele belangenconflicten van magistraten en doet hij voorstellen aan de hoge justitiële raad betreffende het inleiden van tuchtprocedures tegen magistraten. De inspectiedienst bestaat uit een inspecteur-generaal en tien inspecteurs, die onafhankelijk zijn en door de nationale vergadering worden gekozen 60 . Het mandaat van de werkgroep omvat een evaluatie van integriteitscontroles, de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van magistraten, het creëren van een deontologisch preventiesysteem, eigendoms- en belangenverklaringen 61 en het formaliseren van de huidige praktijk waarbij het parlement de inspecteur-generaal en de inspecteurs kan benoemen uit personen die worden genomineerd door de plenaire vergaderingen van de hogere rechtbanken en beroepsorganisaties 62 . Er is echter geen specifiek tijdschema voor de afronding van de wijzigingen en de bezorgdheid omtrent de rechterlijke onafhankelijkheid en de uitoefening van druk op rechters, zoals aan de orde gesteld in het verslag over de rechtsstaat 2020 63 en door de Commissie van Venetië 64 , blijft bestaan. De inspecteur-generaal en de inspecteurs werken nog steeds op basis van een verstreken mandaat 65 , krachtens het continuïteitsbeginsel 66 . Ook andere instellingen bevinden zich in deze situatie: vijf andere onafhankelijke en toezichthoudende autoriteiten werken op basis van een verstreken mandaat 67 . In andere gevallen hebben wijzigingen van de regels inzake de verkiezing en het mandaat de automatische herverkiezing van de huidige directeurs mogelijk gemaakt 68 .

De promotieregeling voor magistraten stemt nog steeds tot bezorgdheid. Magistraten krijgen normaal gesproken een promotie nadat zij zijn geslaagd voor een vergelijkend examen 69 . In de praktijk is echter al meer dan drie jaar geen vergelijkend examen voor de promotie van rechters afgerond 70 . Naast het normale promotieproces door middel van een vergelijkend examen krijgen leken die lid zijn van de hoge justitiële raad na het einde van hun mandaat een promotie. De plenaire vergadering van het hof van cassatie heeft de grondwettelijkheid van de nieuwe wet betwist voor het grondwettelijk hof 71 , omdat zij van mening was dat deze een automatische promotie inhield. Op 11 mei 2021 oordeelde het grondwettelijk hof dat de wet die voorziet in de promotie van leken die lid zijn van de hoge justitiële raad aan het einde van hun mandaat grondwettelijk is, omdat de hoge justitiële raad nog steeds betrokken is bij de beslissing 72 . Belanghebbenden hebben het gebrek aan regelmatige vergelijkende examens voor promotie en het promotiemechanisme voor de leden van de hoge justitiële raad bekritiseerd 73 . Omdat er geen sprake is van regelmatige vergelijkende examens, vinden steeds meer detacheringen plaats. Belanghebbenden meldden met name dat het aantal gedetacheerde rechters sinds 2017 toeneemt 74 , evenals het aantal langetermijndetacheringen (met instemming) 75 , soms voor 90-100 maanden of langer 76 , teneinde de hogere functies in te vullen 77 . In de Europese normen wordt benadrukt dat promotie moet plaatsvinden op basis van verdienste 78 en dat detachering met instemming en op tijdelijke basis moet plaatsvinden en alleen in buitengewone omstandigheden 79 . De situatie waarin geen regelmatige op verdienste gebaseerde promoties plaatsvinden, kan gevolgen hebben voor de onafhankelijkheid van rechters. Er zijn ook zorgen geuit 80 in verband met de beoogde hervorming van de gerechtelijke kaart, waarbij rechters van districtsrechtbanken, die deel zouden gaan uitmaken van regionale rechtbanken, automatisch een promotie zouden krijgen 81 . Omdat de besprekingen zich nog in een vroeg stadium bevinden, is een brede raadpleging over de hervorming van de gerechtelijke kaart mogelijk 82 . Bovendien is het belangrijk dat een hervorming van de gerechtelijke kaart wordt gebaseerd op een grondige beoordeling van de waarschijnlijke effecten hiervan en dat hierbij de rechterlijke onafhankelijkheid en de toegang tot de rechter in stand worden gehouden 83 .

De hoge justitiële raad past momenteel de criteria voor beslissingen over aanvullende bezoldigingen aan. Er werden twee werkgroepen opgericht om de punten van zorg aan te pakken die de Raad van Europa heeft geuit met betrekking tot de ruime discretionaire bevoegdheden van de voorzitters van rechtbanken in verband met de toekenning van aanvullende bezoldigingen aan magistraten 84 . De ontwerpregels werden in maart 2020 opgesteld, maar zijn nog niet besproken in de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad noch openbaar gemaakt 85 . Het is daarom te vroeg om te beoordelen of de vastgestelde problemen zijn aangepakt in het licht van de aanbevelingen van de Raad van Europa. Het is van belang dat bij eventuele wijzigingen rekening wordt gehouden met die aanbevelingen 86 .

Het onlineregister voor het lidmaatschap van magistraten van beroepsorganisaties is verwijderd. De verplichting voor magistraten om hun lidmaatschap van beroepsorganisaties te melden 87 , werd in 2020 ingetrokken. Op het moment dat het verslag over de rechtsstaat 2020 werd gepubliceerd, was de onlinedatabank van magistraten die lid waren van beroepsorganisaties nog steeds beschikbaar op de website van de hoge justitiële raad. De autoriteiten hebben dit punt van zorg ondertussen aangepakt en het register is sinds 14 januari 2021 niet langer online beschikbaar.

Kwaliteit

De gerechtskosten zijn verlaagd voor online ingediende vorderingen. Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is gewijzigd om het te betalen bedrag voor elektronisch ingediende verzoeken om bijstand en bescherming met 15 % te verlagen. De maatregel is echter nog steeds te beperkt om de gerechtskosten voor het inleiden van procedures aanzienlijk te verlagen 88 , omdat deze slechts elektronisch ingediende dossiers en niet alle zaken betreft. Deze maatregel heeft bovendien geen betrekking op de drempel voor rechtsbijstand 89 en voorziet niet in een vrijstelling van de betaling van gerechtskosten voor begunstigden van rechtsbijstand 90 . De effecten van de hervorming worden bovendien beperkt door het gebrek aan digitalisering 91 . Daarnaast heeft het Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen van de VN specifieke zorgen geuit met betrekking tot de beperkte toegang tot de rechter voor vrouwen en meisjes 92 .

Er werden wijzigingen geïntroduceerd om het gebruik van videoconferenties in burgerlijke, administratieve en strafrechtelijke procedures mogelijk te maken. Op 17 december 2020 werden wijzigingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, het wetboek van administratieve rechtspraak en het wetboek van strafvordering goedgekeurd. Deze maken het gebruik van videoconferenties in burgerlijke en administratieve procedures mogelijk, evenals het gebruik van videoconferenties voor het verzamelen van bewijsmateriaal in strafrechtelijke procedures. Het systeem lijkt in de praktijk echter nog niet te zijn uitgevoerd 93 . Verdere verbeteringen zijn aangekondigd door middel van twee projecten in het kader van het nationaal herstel- en veerkrachtplan van Bulgarije 94 . Ondanks deze hervormingen en plannen is het momenteel voor personeel van rechtbanken en rechters niet mogelijk om veilig op afstand te werken 95 en is een beveiligde elektronische communicatie slechts beschikbaar voor de communicatie tussen rechtbanken, maar niet met andere juristen 96 . Hoewel het mogelijk is om elektronische bestanden voor lopende en afgesloten zaken te raadplegen en online informatie te ontvangen over gerechtskosten, is het nog steeds niet mogelijk om online een procedure in te leiden, online rechtsbijstand aan te vragen en officiële gerechtelijke stukken elektronisch te betekenen 97 . Het door het Europees Sociaal Fonds gefinancierde project voor de ontwikkeling van een model tot optimalisering van de gerechtelijke kaart van de Bulgaarse rechtbanken en openbare ministeries en van een uniform informatiesysteem voor de rechtbanken (2016-2020) 98 beslaat in totaal zeven activiteiten, waarvan er twee specifiek verband houden met de digitalisering en e-justitie 99 . Er zijn zorgen geuit met betrekking tot de uitvoering van het uniforme informatiesysteem voor de rechtbanken (UCIS) bij gebrek aan een volledig digitaliseringsproces 100 . Door de COVID-19-pandemie zijn de tekortkomingen van het justitiële stelsel van het land op het gebied van de digitalisering van justitie duidelijk geworden. Tijdens de noodtoestand 101 werd de behandeling van rechtszaken gedurende één maand opgeschort, met uitzondering van dringende zaken 102 . Toen de noodtoestand op 13 maart 2020 werd afgekondigd door de ministerraad keurde de gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad een nieuwe organisatie van werkzaamheden in rechtbanken goed om besmetting te beperken. Hoorzittingen op afstand zijn echter in zeer weinig zaken georganiseerd op initiatief van specifieke rechtbanken en werken op afstand was een uitzondering 103 .

De financiële en menselijke middelen van de gespecialiseerde strafrechtbank zijn uitgebreid. Aan de gespecialiseerde strafrechtbank (eerste aanleg), die problemen had in verband met het gebrek aan menselijke of financiële middelen, zijn twee aanvullende functies voor rechters toegewezen 104 . Dit is een positieve ontwikkeling waarmee een punt van zorg is aangepakt waarop werd gewezen in het landenhoofdstuk voor Bulgarije van het verslag over de rechtsstaat 2020. De gemelde investeringen van de regering in het justitiële stelsel zijn de afgelopen jaren toegenomen 105 .

De regeling die van toepassing was op advocatenkantoren is gewijzigd bij een nieuwe wet. In februari 2021 werden wijzigingen van de wet op de orde van advocaten ingevoerd, waarmee het mogelijk werd om eenpersoonsvennootschappen van advocaten op te richten en het niet langer verboden was voor advocaten om de functies van directeur en uitvoerend directeur van commerciële ondernemingen uit te oefenen 106 . Met deze wijzigingen werd het mogelijk om meer advocatenkantoren op te richten, wat vervolgens de mededinging tussen advocaten zou versterken en een betere toegang tot rechtsbeoefenaren mogelijk zou maken.

Efficiëntie

De efficiëntie van de administratieve rechtspraak wordt steeds beter. De prestaties van de administratieve rechtbanken behoren wat betreft de duur van de procedures tot de efficiëntste in de EU 107 . Vanwege het gebrek aan gegevens over de efficiëntie van litigieuze en niet-litigieuze civielrechtelijke en handelszaken (gerechten van eerste en tweede aanleg) is echter geen goede evaluatie van de algemene efficiëntie van het justitiële stelsel mogelijk 108 . Wat betreft de tijd die nodig is voor de afhandeling van zaken voor het hof van cassatie, doet Bulgarije het nog steeds goed in vergelijking met de andere lidstaten 109 . Bovendien worden, wat betreft de efficiëntie op specifieke gebieden van het EU-recht, zaken op het gebied van elektronische communicatie en consumentenbescherming snel afgehandeld 110 .

II.Corruptiebestrijding

Na de uitgebreide hervormingen van 2017 en 2018 heeft Bulgarije de commissie voor de bestrijding van corruptie en de verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen (hierna “commissie voor corruptiebestrijding” genoemd) opgericht. Deze commissie is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor zowel de preventieve als repressieve maatregelen met betrekking tot belangrijke corruptiezaken, het bijhouden en beheren van het openbare register van vermogensverklaringen, het monitoren van en advies geven over kwesties in verband met belangenconflicten en de inbeslagname van illegaal verkregen vermogensbestanddelen. Zij voert daarnaast beoordelingen van het risico op institutionele corruptie uit om op maat gemaakte actieplannen voor de integriteit van de instellingen te ontwikkelen. De aanbevelingen die naar aanleiding van deze beoordelingen aan openbare instellingen worden gedaan, zijn bindend en over vervolgmaatregelen moet er regelmatig verslag worden uitgebracht aan de commissie voor corruptiebestrijding. De bevoegdheid voor corruptiezaken op hoog niveau is overgedragen aan de gespecialiseerde strafrechtbank en het gespecialiseerde strafgerechtshof en het onderzoek in dergelijke zaken wordt verricht onder het toezicht van het bureau van de speciale aanklager.

Deskundigen en leidinggevenden uit het bedrijfsleven zijn van mening dat het niveau van corruptie in de openbare sector nog steeds hoog is. In de corruptieperceptie-index 2020 van Transparency International scoort Bulgarije 44/100, waarmee het in de Europese Unie op de 19e plaats en wereldwijd op de 69e plaats staat 111 . Deze perceptie is relatief stabiel gebleven 112 in de afgelopen vijf jaar 113 .

De commissie voor corruptiebestrijding heeft haar organisatorische structuur verder gestroomlijnd. Zij heeft haar financiële middelen, die begin 2021 werden verhoogd, gerationaliseerd 114 . Zij heeft daarnaast haar personeelsbestand uitgebreid, onder meer door nieuwe inspecteurs aan te werven in het directoraat dat verantwoordelijk is voor het bestrijden van corruptie. In 2020 nam de commissie voor corruptiebestrijding 6,2 miljoen EUR 115 aan illegaal verkregen vermogensbestanddelen in beslag en werd aan dertig personen een sanctie opgelegd vanwege belangenconflicten. In vergelijking met 2019 was er sprake van een afname (van ongeveer 20 %) van het aantal verrichte inspecties en het aantal ontvangen meldingen van vermeende inbreuken in verband met corruptie 116 .

De nieuwe strategie voor corruptiebestrijding voor de periode 2021-2027 werd in maart 2021 goedgekeurd. Hiermee wordt voortgebouwd op lessen die zijn getrokken uit de eerdere strategie, waarbij nieuwe prioriteiten zijn vastgesteld met betrekking tot sectoren met een hoog risico, waaronder het versterken van de capaciteit om corruptie te bestrijden; het uitbreiden van de verantwoordingsplicht van lokale autoriteiten en het creëren van een omgeving voor de strijd tegen corruptie waarin een snelle respons mogelijk is. De strategie bevat ook een lijst met relevante doelstellingen, prestatie-indicatoren en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering 117 .

Het actieplan dat in november 2020 werd aangenomen om bepaalde uitdagingen aan te pakken waarop in het verslag over de rechtsstaat 2020 werd gewezen, heeft ook betrekking op problemen in verband met corruptie. Het actieplan is erop gericht de onderzoeken te verbeteren en de werkzaamheden van de commissie voor corruptiebestrijding te blijven versterken. Bovendien wordt, zoals aangekondigd in het actieplan, momenteel nagedacht over manieren om de efficiëntie van onderzoeken en rechtszaken te verbeteren. Op 30 maart 2021 kreeg een werkgroep de opdracht wijzigingen van het wetboek van strafrecht aan te bevelen om de efficiëntie van onderzoeken en rechtszaken te verbeteren 118 .

Ondanks de uitbreiding van de onderzoeksactiviteiten, blijven de resultaten wat definitieve veroordelingen in corruptiezaken op hoog niveau betreft beperkt en bestaat er geen solide staat van dienst ten aanzien van definitieve veroordelingen. In 2020 sprak het hof van cassatie in totaal 33 vonnissen uit in corruptiezaken. In 19 zaken werd het oordeel bevestigd, in 8 zaken werd het besluit van de appelrechter ingetrokken en terugverwezen voor een nieuwe behandeling, in vier zaken werd het besluit van de appelrechter gewijzigd en in twee van deze zaken werd de strafrechtelijke procedure voortgezet 119 . Op 17 december 2020 beval OLAF aan bijna 6 miljoen EUR terug te vorderen na vermeend machtsmisbruik bij een Bulgaars ministerie 120 . Tot slot is er nog geen solide staat van dienst opgebouwd op het gebied van definitieve veroordelingen in corruptiezaken op hoog niveau 121 .

Er is beperkt bewijs voor de doeltreffendheid van maatregelen in verband met de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de handhaving van de gedragscode van ambtenaren 122 zijn institutionele tuchtcommissies binnen elke openbare dienst verantwoordelijk. De ontwikkeling van ethische normen voor het gedrag van hooggeplaatste ambtenaren (waaronder ministers en burgemeesters), systemen voor de controle van de integriteit en bijstand voor de uitvoering ervan valt onder de bevoegdheid van de commissie voor corruptiebestrijding 123 . Ethische bepalingen voor leden van het parlement zijn vastgelegd in het reglement van orde van de nationale vergadering 124 . De uitvoering hiervan valt onder de verantwoordelijkheid van een commissie van de nationale vergadering. Hoewel wettelijke bepalingen zijn vastgesteld, is er geen feitelijk bewijs dat deze worden uitgevoerd of doeltreffend zijn 125 . Wat de leden van de rechterlijke macht betreft, is er noch bewijs dat opleidingen inzake corruptiebestrijding worden aangeboden, noch dat een adviescommissie is opgezet voor zaken die verband houden met ethische kwesties. Wat betreft de politie heeft de inspectiedienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken in 2021 een nieuw systeem uitgerold voor video-opnames tijdens acties van veiligheidsfunctionarissen en controles langs de weg 126 . Bewijs van inbreuken op de integriteitsregels, waaronder corruptie, dat is vergaard door middel van een instrument voor video-opnames, is gebruikt om disciplinaire maatregelen te nemen, sancties op te leggen of politieagenten van verschillende diensten te veroordelen 127 .

Er is voorzien in een controlesysteem voor vermogensverklaringen en belangenconflicten. In 2020 verrichtte de commissie voor corruptiebestijding 21 587 controles van vermogens- en belangenverklaringen van hooggeplaatste ambtenaren (ten opzichte van 9 900 controles in 2019), met inbegrip van controles van personen die deelnamen aan de lokale verkiezingen 128 . De verklaringen zijn openbaar toegankelijk via het register van hooggeplaatste ambtenaren op de webpagina van de commissie voor corruptiebestrijding. Maatregelen in verband met belangenconflicten en onverenigbaarheden voor ambtenaren (die van toepassing zijn op de medewerkers van centrale en lokale overheden) zijn vastgesteld in de ambtenarenwet, de arbeidswet, de wet op het ministerie van Binnenlandse Zaken, de wet op het staatsagentschap voor nationale veiligheid, de douanewet en andere organieke wetten 129 .

Er zijn nog steeds geen speciale regels voor lobbyactiviteiten vastgesteld. Hoewel de regulering van lobbyactiviteiten deel uitmaakt van het nationale actieplan naar aanleiding van het verslag over de rechtsstaat 2020 130 , zijn er nog geen concrete vorderingen gemaakt. 

Er bestaat geen specifieke wet voor de bescherming van klokkenluiders. De bestaande strafwetgeving 131 die van toepassing is op getuigen voorziet echter mutatis mutandis in de bescherming van personen die misdaad, met inbegrip van corruptie, melden. Anonieme klachten zijn noch toegestaan, noch beschermd, wat betekent dat de commissie voor corruptiebestrijding de informatie die zij van onbekende personen of geheime bronnen ontvangt, niet kan gebruiken.

De autoriteiten hebben enkele maatregelen genomen om het risico op corruptie in verband met de maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie te beperken. Deze maatregelen hebben betrekking op sectoren met een groot risico op corruptie, zoals de gezondheidszorg en openbare aanbestedingen. Er werden dringende procedures voor openbare aanbesteding gebruikt, waarbij veel gebruik werd gemaakt van gunningsprocedures via onderhandelingen zonder bekendmaking en vereenvoudigde procedures (d.w.z. met een enkele aanbieder zonder eerder bewezen ervaring of bedrijfscapaciteit voor het specifieke contract). Als onderdeel van de beleidsbenadering voor de omgang met de COVID-19-pandemie komen vertegenwoordigers van het ministerie van Binnenlandse Zaken 132 , het ministerie van Gezondheid en de toezichtsautoriteiten periodiek bijeen om operationele informatie uit te wisselen en te beslissen over de maatregelen die moeten worden genomen, waaronder het beperken van het risico op corruptie. Binnen het directoraat-generaal voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit van het ministerie van Binnenlandse Zaken is een afzonderlijke eenheid opgericht om corruptie in de gezondheidszorg te bestrijden 133 .

III.Mediapluriformiteit en -vrijheid

Het Bulgaarse rechtskader 134 is gebaseerd op een reeks constitutionele waarborgen en wetgevende maatregelen, zoals de radio- en televisiewet 135 . De wet inzake de toegang tot openbare informatie regelt de toegang tot openbare informatie en het hergebruik van overheidsinformatie. De regulerende instantie voor de media, de raad voor elektronische media (CEM) is opgericht bij en werkt in overeenstemming met de radio- en televisiewet.

Er is een nieuwe wet aangenomen om de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media — CEM — te versterken en er worden stappen genomen om haar middelen uit te breiden. In december 2020 keurde de nationale vergadering de wet tot wijziging van de radio- en televisiewet 136 goed om de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten om te zetten. Hiermee zal de onafhankelijkheid van CEM worden verbeterd, met name door ervoor te zorgen dat CEM optreedt in het openbaar belang en maatregelen neemt voor de bescherming van de vrijheid en pluriformiteit op het gebied van meningsuiting en informatie en de onafhankelijkheid van aanbieders van mediadiensten. Met de verhoging van de begroting van CEM met 574 867 EUR (1,12 miljoen BGN), waarin is voorzien in de staatsbegroting voor 2021, moeten de punten van zorg worden aangepakt die zijn geuit in het verslag over de rechtsstaat 2020 met betrekking tot het tekort aan middelen van CEM om haar taken op doeltreffende wijze uit te voeren 137 . Hoewel dit een positieve ontwikkeling is, heeft de regering de begroting van de regulerende instantie voor de media onlangs, in maart en april 2021, verlaagd 138 . Bovendien is het nog de vraag of de geplande verhoging van de begroting toereikend zal zijn gezien de aanvullende taken in verband met de uitvoering van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten 139 .

Het gebrek aan transparantie op het gebied van media-eigendom is nog steeds een bron van zorg. Ondanks de regelmatige bijwerkingen van het openbaar register van CEM van lineaire en niet-lineaire mediadiensten als bedoeld in het verslag over de rechtsstaat 2020, worden gegevens over media-eigendom nog steeds niet volledig bekendgemaakt aan het publiek. Sommige belanghebbenden zijn bezorgd dat het probleem met de transparantie van de media kan worden verergerd door de aanzienlijke concentratie van de nieuwsmedia die in 2020 plaatsvond 140 .

Het gebrek aan regelgeving ter waarborging van de eerlijke en transparantie toewijzing van overheidsreclame 141 geeft nog steeds aanleiding tot zorg. Daarnaast hebben belanghebbenden erop gewezen dat de transparantie bij de toewijzing van overheidsmiddelen aan de media nog steeds problematisch is 142 .

De politieke inmenging in de media is nog steeds een nijpend probleem. Het ontbreken van wetgeving die voorkomt dat politici en partijen media bezitten, lijkt een belangrijke factor te zijn en in de sectoren televisie en kranten werd in dit opzicht een hoger risico geregistreerd 143 . De autoriteiten hebben een actieplan gepresenteerd waarin dit probleem is opgenomen als een van de prioriteiten voor het Bulgaarse programma voor nationale ontwikkeling 2030 144 . Er zijn echter nog geen concrete maatregelen vastgesteld.

De COVID-19-pandemie heeft negatieve gevolgen gehad voor de pluriformiteit van de media en er zijn geen maatregelen genomen om de mediasector rechtstreeks te steunen. De pandemie heeft de pluriformiteit van de media en de bescherming van journalisten met name in economische termen aangetast, als gevolg van loonsverlagingen en uitgestelde betalingen, wat een ernstige impact had op de regionale journalistiek, zoals opgemerkt door belanghebbenden 145 . Naar verluidt zijn enkele van de kleinere en regionale media failliet gegaan als gevolg van de pandemie 146 .

De werkomgeving en veiligheid van journalisten geven nog steeds aanleiding tot bezorgdheid 147 . Toegang tot openbare informatie blijft lastig en journalisten hebben nog steeds te maken met politieke druk en zelfcensuur 148 . Sinds het vorige verslag zijn zes nieuwe waarschuwingen van aanvallen op en intimidatie van journalisten geregistreerd op het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten 149 . Een van deze waarschuwingen betrof de zaak van een journalist die door de politie zou zijn geslagen en 24 uur zou zijn vastgehouden, die het Openbaar Ministerie niet wilde onderzoeken. De overige waarschuwingen hadden betrekking op aanvallen op en intimidatie van journalisten en andere actoren uit de media, evenals rechtszaken op verkeerde gronden. De COVID-19-pandemie heeft bovendien geleid tot de opschorting van de werkzaamheden aan het stappenplan, dat in maart 2020 door Reporters without Borders aan de Bulgaarse autoriteiten werd gestuurd, om de zorgen omtrent de persvrijheid in Bulgarije aan te pakken, waaronder aspecten zoals de veiligheid van journalisten, de toegang tot informatie, de toewijzing van overheidsreclames en de financiering van de media 150 .

IV.Andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen

Bulgarije is een representatieve democratische republiek met een rechtstreeks verkozen president, een parlementair eenkamerstelsel en een grondwettelijk hof dat met de grondwettigheidstoetsing van wetten is belast. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid voor het aannemen van wetten berust bij de nationale vergadering 151 . Bulgarije heeft twee nationale mensenrechteninstellingen. De eerste, de ombudsdienst, is een onafhankelijk grondwettelijk orgaan waarvan de leden door de nationale vergadering worden gekozen en dat tot taak heeft de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te bevorderen en te beschermen. De tweede is de commissie ter bescherming tegen discriminatie, een orgaan dat beleidsmaatregelen op het gebied van gendergelijkheid en non-discriminatie toepast.

Het opzetten van een post-monitoringmechanisme moet nog worden afgerond. Zoals meegedeeld in het verslag met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing van oktober 2019 152 en herhaald in het verslag over de rechtsstaat 2020, heeft de Bulgaarse regering besloten een aanvullend, uitgebreider mechanisme in te stellen voor binnenlandse monitoring in een coördinatie- en samenwerkingsraad (hierna “raad voor post-monitoring” genoemd). Deze raad moet de vooruitgang van Bulgarije op het gebied van de hervorming van het justitiële stelsel en de bestrijding van corruptie en de georganiseerde criminaliteit op een onafhankelijke, transparante en objectieve manier beoordelen 153 . De activiteiten van de raad zouden beginnen zodra het mechanisme voor samenwerking en toetsing formeel zou worden beëindigd. De oprichting van de burgerraad — een orgaan binnen de coördinatie- en samenwerkingsraad met leden van het maatschappelijk middenveld, waarvoor een selectieprocedure was gestart — is echter opgeschort in afwachting van het besluit van het administratief hooggerechtshof in verband met een beroep dat in verband met de kwestie is ingediend 154 .

Het actieplan dat werd aangenomen in antwoord op het verslag over de rechtsstaat 2020 bevat maatregelen die erop gericht zijn enkele vastgestelde problemen met betrekking tot controles en waarborgen aan te pakken. Dit omvat stappen om de middelen voor de nationale mensenrechteninstellingen te verhogen en het besluitvormingsproces te verbeteren. Voor het laatste werden twee initiatieven gepland: het opstellen van richtsnoeren voor effectbeoordelingen achteraf 155 en het uitvoeren van effectbeoordelingen achteraf van belangrijke wetten 156 .

In een recente studie wordt bevestigd dat beperkt gebruik wordt gemaakt van openbare raadplegingen en effectbeoordelingen, met name voor wetgeving die door leden van het parlement wordt voorgesteld. In een studie die werd verricht door het nationaal centrum voor parlementair onderzoek, dat deel uitmaakt van de nationale vergadering, werden de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering in de periode van april 2017 tot en met maart 2021 onderzocht 157 . De belangrijkste bevindingen bevestigen het toegenomen aantal wetsontwerpen dat door de leden van het parlement wordt voorgesteld 158 , zonder verplichte raadpleging van belanghebbenden, effectbeoordeling en controle van de verenigbaarheid met de EU-wetgeving 159 zoals voor ontwerpwetgeving die door de regering wordt voorgesteld. De autoriteiten hebben zich ertoe verbonden zich te houden aan de onlangs versterkte regels 160 en de praktijk voort te zetten waarbij de regering wetsontwerpen bij het parlement indient met een volledige of gedeeltelijke effectbeoordeling 161 . Deze inspanningen om de kwaliteit van effectbeoordelingen en openbare raadplegingen te verbeteren, hebben echter geen betrekking op de wetsontwerpen die door de leden van het parlement worden voorgesteld. Bovendien zijn wetgevende maatregelen slechts bij een beperkt aantal wetsontwerpen gebaseerd op wetenschappelijke kennis, ondanks het feit dat het opstellen van een effectbeoordeling sinds 2016 een verplichte stap in het wetgevingsproces is 162 . Om dit probleem aan te pakken, hebben de autoriteiten zich ertoe verbonden effectbeoordelingen achteraf uit te voeren van belangrijke wetgeving, waarvoor op 3 december 2020 richtsnoeren werden vastgesteld door de ministerraad 163 . Openbare raadplegingen en de feedback van belanghebbenden vormen bovendien een integraal onderdeel van het proces. Voor de meeste voorgestelde wetsontwerpen 164 geldt echter dat geen informatie beschikbaar is over openbare raadplegingen of discussies die door de leden van het parlement of de regering worden georganiseerd om de problemen en de redenen voor het goedkeuren van het wetsontwerp vast te stellen 165 . Daarnaast werden de standpunten van sommige of alle belanghebbenden slechts bij een zeer beperkt aantal van de voorgestelde wetsontwerpen opgenomen onder de redenen voor goedkeuring van de wet 166 .

De praktijk van het invoeren van belangrijke wetswijzigingen door middel van amendementen op andere wetgevingshandelingen blijft aanleiding tot zorg geven. De wetgevingstechniek waarbij overgangsbepalingen van één wetgevingshandeling worden gebruikt om belangrijke amendementen op andere niet-gerelateerde handelingen in te voeren, werd voortgezet 167 . Hiermee worden de zorgen die in het verslag over de rechtsstaat 2020 werden geuit, bevestigd, aangezien met dergelijke amendementen de vereisten inzake openbare raadplegingen en effectbeoordelingen worden omzeild 168 . Een andere trend die werd geconstateerd in het verslag over de rechtsstaat 2020 en die nog steeds een punt van zorg is, is daarnaast de wetgevingspraktijk waarbij tussen de eerste en de tweede lezing in de nationale vergadering belangrijke amendementen worden goedgekeurd zonder dat een openbare raadpleging plaatsvindt 169 .

De noodregeling in verband met de COVID-19-pandemie is nog steeds van kracht. Na de goedkeuring van de regeling voor de noodtoestand van 13 maart tot en met 13 mei 2020 170 , werd op 12 mei 2020 een wijziging op de volksgezondheidswet goedgekeurd 171 waarin een nieuwe noodregeling werd ingevoerd (hierna “epidemische noodtoestand” genoemd) 172 . Op 13 mei 2020 besloot de ministerraad, op voorstel van de minister van Volksgezondheid, om voor een maand een epidemische noodtoestand uit te roepen, die meerdere keren is verlengd en nog steeds van kracht is tot [31 juli 2021]. Deze nieuwe noodregeling is beoordeeld door het grondwettelijk hof 173 en op 23 juli 2020 grondwettelijk verklaard 174 .

De nationale vergadering heeft regels goedgekeurd om de continuïteit tijdens de COVID-19-pandemie te waarborgen. Om zich aan de situatie aan te passen, zette de nationale vergadering haar normale werkzaamheden voort en keurde zij op 6 november 2020 bepaalde regels goed, waardoor het voor leden van het parlement die vanwege COVID-19 in verplichte isolatie of quarantaine zijn, mogelijk is geworden om per videoconferentie deel te nemen aan plenaire vergaderingen 175 . Op 23 november 2020 vochten 54 parlementsleden de grondwettelijkheid van deze regels aan voor het grondwettelijk hof 176 , dat oordeelde dat de regels verenigbaar waren met de grondwet 177 .

De financiële en personele middelen van de nationale mensenrechteninstellingen zijn verhoogd. De begrotingen van de ombudsdienst en de commissie ter bescherming tegen discriminatie zijn verhoogd. De Bulgaarse autoriteiten hebben meegedeeld dat voor de geraamde begroting voor de periode 2021-2023 een verhoging van 10 % van de personele middelen voor beide instellingen gepland is. Met het oog op de verbetering van de capaciteit van de ombudsdienst is in de ontwerpbegroting bovendien voorzien in aanvullende uitgaven 178 .

Het ontwerp van wetgeving over grotere transparantie bij de buitenlandse financiering van ngo’s is niet verder nagestreefd. Het wetsontwerp dat op 3 juli 2020 werd ingediend 179 en gericht was op het opleggen van nieuwe verplichtingen aan non-profitorganisaties gaf aanleiding tot zorg onder belanghebbenden 180 wat betreft de verenigbaarheid ervan met het EU-recht 181 . Naar aanleiding van de publicatie van het verslag over de rechtsstaat 2020 werd het wetsontwerp niet verder besproken 182 . De ruimte voor het maatschappelijk middenveld blijft echter “ingeperkt” 183 en leden van het maatschappelijk middenveld lijken in sommige gevallen onder druk te worden gezet, door middel van lastercampagnes, intimidatie en negatieve verhalen 184 . In november 2020 ontving Bulgarije ter gelegenheid van de universele periodieke doorlichting verschillende aanbevelingen in verband met de noodzaak om de ruimte voor het maatschappelijk middenveld te verbeteren en intimidatie en bedreigingen aan te pakken 185 .



Bijlage I: lijst van bronnen in alfabetische volgorde*

* De lijst van de bijdragen die zijn ontvangen in het kader van de raadpleging voor het verslag over de rechtsstaat 2021 is te vinden op https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/upholding-rule-law/rule-law/rule-law-mechanism/2021-rule-law-report-targeted-stakeholder-consultation

Bulgaarse regering (2021), bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Bulgaarse regering (2021), Draft National Corruption Prevention and Counteraction Strategy (2021-2027),  https://www.strategy.bg/PublicConsultations/View.aspx?lang=bg-BG&Id=5828

Bulgarian Centre for Not-for-profit Law (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Bulgarian Donation Forum (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Bulgarian Helsinki Committee (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Bulgarian Institute for Legal Initiatives Foundation (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Bureau voor de grondrechten (2020), Coronavirus COVID-19 outbreak in the EU — Fundamental Rights Implications, https://fra.europa.eu/sites/default/files/fra_uploads/bulgaria-report-covid-19-april-2020_en.pdf  

Bureau voor de grondrechten (2021), Legal environment and space of civil society organisations in supporting fundamental rights in Bulgaria.

Centre for Media Pluralism and Media Freedom (2021), Media Pluralism Monitor 2021 Report on Bulgaria.

Cepej (2013), Revised Guidelines on the Creation of Judicial Maps to Support Access to Justice within a Quality Judicial System, https://rm.coe.int/european-commission-for-the-efficiency-of-justice-cepej-revised-guidel/168078c492

Cepej (2020), Study on the functioning of the judicial systems in the EU Member States.

Civicus Monitor — Tracking Civic Space — Bulgaria,  https://monitor.civicus.org/country/bulgaria/

Directoraat-generaal Communicatie (2019), Flash Eurobarometer 482: businesses’ attitudes towards corruption in the EU.

Directoraat-generaal Communicatie (2020), Special Eurobarometer 502: corruption.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens, arrest van 5 februari 2010, Kolevi/ Bulgarije.

Europees Netwerk van Raden voor de rechtspraak (2019), Independence and Accountability of the Judiciary – ENCJ Survey on the independence of judges.

Europees Parlement (2020), Resolutie over de rechtsstaat en de grondrechten in Bulgarije, (2020/2793(RSP)).

Europees Parlement, Member states must stop selling EU passports immediately, MEPs demand — Persbericht van 22 oktober 2020, https://www.europarl.europa.eu/news/nl/press-room/20201016IPR89564/member-states-must-stop-selling-eu-passports-immediately-meps-demand

Europese Commissie (2019), Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de vooruitgang van Bulgarije met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing, COM(2019) 498.

Europese Commissie (2020), Verslag over de rechtsstaat 2020 — Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie.

Europese Commissie (2021), EU-scorebord voor justitie.

Europese Commissie, Europees Bureau voor fraudebestrijding, OLAF recommends recovery of nearly € 6 million after alleged abuse of power at Bulgarian ministry — EU-persbericht nr. 04/2021, https://ec.europa.eu/anti-fraud/media-corner/news/01-02-2021/olaf-recommends-recovery-nearly-eu6-million-after-alleged-abuse-power_en

Fins voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (2019), Presidency report, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-14856-2019-INIT/en/pdf

Greco (2015), Fourth Evaluation Round – Evaluation report on Bulgaria, Corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors,  https://rm.coe.int/CoERMPublicCommonSearchServices/DisplayDCTMContent?documentId=09000016806c983f

Grondwettelijk hof, arrest nr. 6 van 2021 in zaak nr. 15 van 2020, http://www.constcourt.bg/bg/Acts/GetHtmlContent/96c8d204-d2eb-4785-beac-7133ed3b6cd2

Grondwettelijk hof, zaak nr. 15 van 2020 — http://www.constcourt.bg/bg/Cases/Details/585

Hof van cassatie van Bulgarije (2019), jaarverslag 2020.

Hof van cassatie van Bulgarije (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 18 juni 2020, Commissie/Hongarije, C-78/18.

Institute for Market Economics (IME) (2021), Study on secondment of magistrates,  https://ime.bg/bg/articles/komandirovane-na-magistrati-ili-kadruvane-tihomylkom/#ixzz6pUEALbxu

Kritiek van de hoge raad van toezicht van de orde van advocaten over de hervorming van de gerechtelijke kaart — https://www.vas.bg/bg/a/predlozheniyata-za-reforma-na-sdebnata-karta .

Magistrats Européens pour la Démocratie et les Libertés (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Ministerie van Financiën (2019), National Development Programme Bulgaria 2030,  https://www.minfin.bg/upload/46720/National%2BDevelopment%2BProgramme%2BBULGARIA%2B2030.pdf

Ministerraad (2020), Guidance for ex-post impact assessment, https://www.strategy.bg/Publications/View.aspx?lang=bg-BG&categoryId=&Id=320&y=&m=&d

Nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2017), Rules of organisation and procedure of the National Assembly, https://www.parliament.bg/en/rulesoftheorganisations

Nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2020), besluit tot verlenging van de noodtoestand — 3 april 2020, https://www.parliament.bg/bg/desision/ID/157396

Nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2020),    besluit tot uitroeping van de noodtoestand — 13 maart 2020, https://www.parliament.bg/bg/desision/ID/157374

Persbericht over de open brief aan de hoge justitiële raad tegen het gekozen model voor de hervorming van de gerechtelijke kaart, ondertekend door 500 rechters. — https://news.lex.bg/564

Persbericht van het hof van cassatie over het nationale instituut voor justitiebeheer — http://www.vks.bg/novini/nip.html

Raad van de Europese Unie (2017), Conclusies van de Raad over het mechanisme voor samenwerking en toetsing, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-15587-2017-INIT/nl/pdf

Raad van Europa, Comité van Ministers (2010), Recommendation CM/Rec(2010)12 of the Committee of Ministers to member states on judges: independence, efficiency and responsibilities.

Raad van Europa, Comité van Ministers (2019), Decision CM/Notes/1362/H46-6.

Raad van Europa, Comité van Ministers (2019), Interim Resolution, CM/ResDH(2019)367.

Raad van Europa, Comité van Ministers (2020), Decision CM/Del/Dec(2020)1377bis/H46-9.

Raad van Europa, Comité van Ministers (2021), Decision CM/Notes/1398/H46-6 van 9-11 maart,  https://search.coe.int/cm/Pages/result_details.aspx?ObjectID=0900001680a1abfa  

Raad van Europa, Commissie van Venetië (2010), Report on the Independence of the Judicial System Part I: The Independence of Judges (CDL-AD(2010)004).

Raad van Europa, Commissie van Venetië (2017), Bulgaria — Opinion on the judicial system act (CDL-AD(2017)018).

Raad van Europa, Commissie van Venetië (2019), Bulgaria — Opinion on draft amendments to the Criminal Procedure Code and the Judicial System Act, concerning criminal investigations against top magistrates (CDL-AD(2019)031).

Raad van Europa, Commissie van Venetië (2020), Bulgaria — Urgent interim opinion on the draft new constitution opinion (CDL-AD(2020)035).

Raad van Europa, Commissie van Venetië (2020), Poland — Joint Urgent Opinion of the Venice Commission and the Directorate General of Human Rights and Rule of Law (DGI) of the Council of Europe on amendments to the Law on the Common courts, the Law on the Supreme court and some other Laws, (CDL-AD(2020)017).

Raad van Europa, Department for the Execution of Judgments of the European Court of Human Rights (2021), Memorandum H/Exec(2021)9.

Raad van Europa, Platform ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten, https://www.coe.int/en/web/media-freedom/bulgaria

Regionaal bureau voor Europa van het OHCHR van de VN (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.

Reporters without Borders — Bulgaria, https://rsf.org/en/bulgaria  

Transparency International (2021), Corruption Perceptions Index 2020.

U.S. Department of the Treasury (2021), Specially designated nationals list update — 2 juni 2021, https://home.treasury.gov/policy-issues/financial-sanctions/recent-actions/20210602

Bijlage II — Bezoek aan Bulgarije

De diensten van de Commissie hebben in maart 2021 virtueel vergaderd met:

·Access to Information Programme

·Anti-corruption Fund Foundation

·Association of European Journalists — Bulgaria

·Bulgaars instituut voor wetgevingsinitiatieven

·Bulgaarse vereniging van rechters

·Bureau van de procureur-generaal

·Bureau van de speciale aanklager

·Centre for the Study of Democracy

·Commissie voor de bestrijding van corruptie en de verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen

·Directoraat voor de modernisering van het bestuur

·For the truth project

·Gespecialiseerde strafrechtbank

·Hof van cassatie

·Hoge justitiële raad

·Hoge raad van toezicht van de orde van advocaten

·Inspectiedienst van de hoge justitiële raad

·Instituut voor de markteconomie

·Ministerie van Binnenlandse Zaken

·Ministerie van Cultuur

·Ministerie van Justitie

·Nationale raad voor journalistieke ethiek

·Orde van advocaten Sofia

·Raad voor corruptiebestrijding

·Regulerende instantie voor audiovisuele diensten — CEM

·Uitgeversvakbond in Bulgarije

·Vereniging van aanklagers in Bulgarije

* De Commissie heeft eveneens de volgende organisaties ontmoet in een aantal horizontale vergaderingen:

·Amnesty International

·Center for Reproductive Rights

·Civicus

·Civil Liberties Union for Europe

·Civil Society Europe

·Conference of European Churches

·EuroCommerce

·European Center for Not-for-Profit Law

·European Centre for Press and Media Freedom

·European Civic Forum

·European Federation of Journalists

·European Partnership for Democracy

·European Youth Forum

·Front Line Defenders

·Human Rights House Foundation

·Human Rights Watch

·ILGA-Europe

·International Commission of Jurists

·International Federation for Human Rights

·International Planned Parenthood Federation European Network (IPPF EN)

·International Press Institute

·Netherlands Helsinki Committee

·Open Society European Policy Institute

·Philanthropy Advocacy

·Protection International

·Reporters without Borders

·Transparency International EU

(1)    Volgend op de conclusies van de Raad van 17 oktober 2006 (13339/06) werd het mechanisme voor samenwerking en toetsing ingesteld bij beschikking van de Commissie van 13 december 2006, PB L 354 van 14.12.2006, blz. 58.
(2)    Conclusies van de Raad over het mechanisme voor samenwerking en toetsing, 12 december 2017.
(3)    Hoewel het Europees Parlement de stopzetting van het mechanisme in eerste instantie steunde (zie de brief van voorzitter Sassoli aan voorzitter von der Leyen van 20 december 2019), heeft het inmiddels een ander standpunt ingenomen (zie de resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2020 over de rechtsstaat en de grondrechten in Bulgarije (2020/2793(RSP)). In de Raad is geen overeenstemming bereikt over conclusies over de kwestie. In zijn verslag van het voorzitterschap van 13 december 2019 maakte het Finse voorzitterschap melding van de verdeeldheid in de Raad over de te volgen lijn met betrekking tot Bulgarije.
(4)    Voor een beschrijving van het justitiële apparaat, zie bv. de Cepej-studie van 2020 over de werking van de rechtsstelsels in de EU-lidstaten.
(5)    Zie Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 2.
(6)    Artikelen 126 tot en met 128 van de grondwet.
(7)    Advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2019)031), punten 13 en 14: de meeste onderzoekers zijn politiefunctionarissen, die onder procedureel toezicht van de aanklagers staan; een kleiner aantal onderzoekers heeft het statuut van magistraat en werkt bij de nationale opsporingsdienst of bij opsporingsteams die deel uitmaken van de regionale openbare ministeries. Procedureel staan zij allemaal onder het toezicht van aanklagers. Procedureel toezicht houdt in dat alle beslissingen van een onderzoeker door een toezichthoudende aanklager kunnen worden herroepen. De toezichthoudende aanklager staat op zijn beurt onder toezicht van een aanklager met een hiërarchisch hogere functie, tot het niveau van procureur-generaal.
(8)    De plenaire vergadering van de hoge justitiële raad heeft 25 leden. De hoge justitiële raad bestaat uit een gerechtelijke kamer en een kamer voor rechtsvervolging. De gerechtelijke kamer bestaat uit zes rechters die door rechters worden gekozen, zes leden die door het parlement worden gekozen en de voorzitters van de twee hoogste rechtbanken, die ambtshalve leden zijn. De kamer voor rechtsvervolging bestaat uit vier aanklagers en één onderzoeksmagistraat die door hun collega’s worden gekozen, vijf leden die door het parlement worden gekozen en de procureur-generaal, die ambtshalve lid is.
(9)    Zie Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 3.
(10)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 48 en 50. De mate waarin de rechterlijke macht als onafhankelijk wordt gezien, wordt als volgt ingedeeld: zeer laag (minder dan 30 % van de respondenten beschouwt de rechterlijke onafhankelijkheid als redelijk goed en zeer goed); laag (30-39 %), gemiddeld (40-59 %), hoog (60-75 %), zeer hoog (meer dan 75 %).
(11)    Verslag over de vooruitgang van Bulgarije 2019 (COM(2019) 498), blz. 6.
(12)    EHRM, arrest van 5 februari 2010, Kolevi/Bulgarije, punten 121-127, 129, 135 en 136.
(13)    Raad van Europa, toezicht op de uitvoering van de arresten van het Europees Hof, Comité van Ministers, Besluit CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6 van 11 maart 2021 en CM/Notes/1398/H46-6 van 9-11 maart; Comité van Ministers, Besluit CM/Del/Dec(2020)1377bis/H46-9 van 1-3 september 2020 en CM/Notes/1377bis/H46-9 van 3 september 2020. Zie ook Comité van Ministers, Interim-resolutie CM/ResDH(2019)367 van 5 december 2019 en CM/Notes/1362/H46-6 van 3-5 december 2019; Advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2019)031).
(14)    De procureur-generaal kan alle beslissingen van alle aanklagers nietig verklaren of wijzigen zolang zij niet door een rechter zijn getoetst. Daarnaast kan hij aanklagers zonder hun instemming, gedurende een periode van drie maanden per kalenderjaar, overplaatsen en aanklagers schriftelijke instructies geven die uitsluitend de toepassing van de wet betreffen, ook in individuele zaken. De procureur-generaal heeft ook aanzienlijke macht over de aanklagers die aan het hoofd staan van een bureau van het Openbaar Ministerie op provinciaal en districtsniveau.
(15)    De procureur-generaal is ambtshalve lid en voorzitter van de kamer voor rechtsvervolging (die bestaat uit vier aanklagers en één onderzoeksmagistraat die door hun collega’s worden gekozen, vijf leden die door het parlement worden gekozen — die in de huidige samenstelling allemaal aanklagers of onderzoeksmagistraten zijn — en de procureur-generaal) en heeft daar een beslissende invloed op de loopbaan van en de tuchtprocedures tegen aanklagers. In de plenaire vergadering stemmen de leden met een functie in de rechtsvervolging meestal als blok en steunen zij de procureur-generaal.
(16)    Raad van Europa, toezicht op de uitvoering van de arresten van het Europees Hof, CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6 van 9-11 maart 2021. Zie ook Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 3.
(17)    EHRM, arrest van 5 februari 2010, Kolevi/Bulgarije. 
(18)    Wet tot aanvulling van het wetboek van strafvordering, afgekondigd in het staatsblad van Bulgarije, nr. 16 van 23 februari 2021.
(19)    Deze speciale aanklager zou op voordracht van zes leden van de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad of door kandidaatstelling voor een periode van vijf jaar worden benoemd met een meerderheid van vijftien stemmen (van in totaal 25 stemmen) in de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad. Bij het uitvoeren van het onderzoek had de speciale aanklager ondersteuning kunnen krijgen van een onderzoeksmagistraat van het gespecialiseerde Openbaar Ministerie. Aan het einde van het mandaat zou de speciale aanklager rechter of onderzoeksmagistraat kunnen worden, of aanklager kunnen blijven, op hetzelfde niveau als de functie die hij of zij voorafgaande aan het mandaat bij het Openbaar Ministerie had of op een hoger niveau. De speciale aanklager zou hiërarchisch en met betrekking tot zijn of haar besluitvorming onafhankelijk zijn geweest. .
(20)    De weigering van een gewone aanklager om een onderzoek in te stellen, kan niet worden onderworpen aan rechterlijke toetsing, maar kan alleen door een hogere aanklager worden herroepen.
(21)    Door de speciale aanklager onderzochte zaken zouden in eerste aanleg worden behandeld door de gespecialiseerde strafrechtbank, in tweede aanleg door het gespecialiseerd strafgerechtshof en in laatste aanleg door het hof van cassatie.
(22)      Raad van Europa, toezicht op de uitvoering van de arresten van het Europees Hof, Comité van Ministers, Besluit CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6 van 11 maart 2021 en CM/Notes/1398/H46-6 van 9-11 maart. In het wetsvoorstel werd rekening gehouden met enkele van de oriënterende opmerkingen van het directoraat Mensenrechten van de Raad van Europa, die op 15 december 2020 en op 18 en 19 januari 2021 aan de Bulgaarse autoriteiten werden gestuurd.
(23)    Constitutionele zaak nr. 4 van 2021.
(24)    Beslissing van de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad, Protocol nr. 6 van 8 april 2021.
(25)    Grondwettelijk hof, besluit nr. 7 van 2021.
(26)      Bij gebrek aan verbeteringen om de bestaande punten van zorg aan te pakken, merkte de Raad van Europa, bij monde van zijn Departement voor de uitvoering van arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op dat het nieuwe mechanisme als een tijdelijke oplossing moet worden beschouwd.
(27)    CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6 van 9-11 maart 2021.
(28)    Raad van Europa, toezicht op de uitvoering van de arresten van het Europees Hof, CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6 van 9-11 maart 2021. Zie ook Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 3.
(29)    Potentiële kandidaten die aanklagers zijn, konden hiermee hun loopbaan in gevaar brengen wanneer de procureur-generaal zich kantte tegen hun kandidaatstelling, omdat alle leden van de kamer van rechtsvervolging van de hoge justitiële raad ook ondergeschikten van de procureur-generaal zijn (H/Exec(2021)9 van 11 maart 2021, memorandum van het Departement voor de uitvoering van arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens).
(30)    Vanwege de combinatie van de bevoegdheden van de procureur-generaal en diens positie in de hoge justitiële raad leidt het stemmen met een meerderheid van 15 van de 25 stemmen in de plenaire vergadering er niet toe dat een procureur-generaal de benoeming of de loopbaan van personen die verantwoordelijk zijn voor het onderzoek naar de procureur-generaal niet kan beïnvloeden, zoals vereist in interim-resolutie CM/ResDH(2019)367 van het Comité van Ministers. Elf leden (van de 25) van de kamer voor rechtsvervolging zouden immers als blok kunnen stemmen om de belangen van de procureur-generaal te verdedigen. Op deze manier zouden zij een veto kunnen uitspreken tegen beslissingen van de plenaire vergadering of de plenaire vergadering ertoe kunnen dwingen alleen kandidaten in aanmerking te nemen die door de procureur-generaal zijn goedgekeurd. Bovendien kunnen zij met de hulp van een paar andere leden die in feite onder invloed staan van de procureur-generaal (CM/Notes/1398/H46-6) het belangrijkste deel van de meerderheid vormen.
(31)    Comité van Ministers, Besluit CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6.
(32)      Hierbij wordt ook rekening gehouden met het feit dat in 2022 een nieuwe hoge justitiële raad zal worden gekozen. In deze context heeft de Raad van Europa voorgesteld een dubbele meerderheid in te voeren voor de benoeming van de speciale aanklager in de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad, waarbij hij erop wijst dat het voorgestelde mechanisme slechts kan worden beschouwd als een tijdelijke oplossing voordat een bredere hervorming zou worden doorgevoerd.
(33)    Er wordt op gewezen dat in het verleden zorgen werden geuit over de mogelijkheid om een rechterlijke toetsing in te voeren, omdat een dergelijke wijziging van invloed zou zijn op de grondwettelijke bevoegdheden van het Openbaar Ministerie. Met de nieuwe wet waarin een rechterlijke toetsing wordt ingevoerd van alle weigeringen om een onderzoek tegen de procureur-generaal en diens adjuncten in te stellen, zijn alle twijfels in dit opzicht verdwenen.
(34)    Zie CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6, punt 3; CM/Del/Dec(2020)1377bis/H46-9, punt 4; CM/Del/Dec(2019)1362/H46-6.
(35)    Europees Hof voor de Rechten van de Mens, arrest van 3 juni 2015, S.Z./ Bulgarije, 29263/12.
(36)    CM/Rec(2010)12, punt 27; advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2020)035), punt 44; wet inzake het justitiële stelsel, artikel 16, leden 3 en 4 — De gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad (14 leden) wordt voorgezeten door een van de ambtshalve benoemde leden, de voorzitter van het hof van cassatie of de voorzitter van het administratief hooggerechtshof. Zes van haar leden worden rechtstreeks door rechters gekozen en zes andere worden door het parlement gekozen. Zowel in de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad als in de gerechtelijke kamer kan een meerderheid worden bereikt zonder de stemmen van de rechters die door hun collega’s zijn gekozen.
(37)    Vanwege de positie van de procureur-generaal binnen het Openbaar Ministerie en zijn rol als voorzitter van de kamer voor rechtsvervolging, heeft hij een doorslaggevende rol in de kamer voor rechtsvervolging en, in het verlengde daarvan, ook een belangrijke invloed op de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad.
(38)    Wet inzake het justitiële stelsel, artikel 16, leden 3 en 4 — De kamer voor rechtsvervolging (elf leden) wordt voorgezeten door het ambtshalve benoemde lid, nl. de procureur-generaal, en bestaat verder uit vijf door het parlement gekozen leden, vier door collega-aanklagers gekozen leden en één door collega-onderzoekers gekozen lid.
(39)    Wet inzake het justitiële stelsel, artikel 30, lid 1, en artikel 32 — De plenaire vergadering van de hoge justitiële raad (25 leden) bestaat uit beide bovengenoemde kamers en wordt voorgezeten door de minister van Justitie, die geen stemrecht heeft. De plenaire vergadering van de hoge justitiële raad beslist over de ontwerpbegroting, tuchtrechtelijke ontslagen en voordrachten voor de benoeming van de voorzitters van het hof van cassatie en het administratief hooggerechtshof en van de procureur-generaal (wet inzake het justitiële stelsel, artikel 30, lid 2). De twee kamers nemen beslissingen over benoemingen, promoties, overplaatsingen en ontslagen, aangelegenheden betreffende de verwerving en het herstel van vaste benoemingen en over tuchtsancties (wet inzake het justitiële stelsel, artikel 30, lid 5); de meerderheid van stemmen voor beslissingen van de gerechtelijke kamer wordt beschreven in artikel 33, lid 4, van de wet inzake het justitiële stelsel.
(40)    Advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2017)018), punt 19.
(41)    Leken zijn allemaal gekozen leden in de zin van de wet inzake het justitiële stelsel.
(42)    Artikel 16, lid 3, van de wet inzake het justitiële stelsel vereist dat de leden van de kamer worden gekozen uit rechters, aanklagers, onderzoeksmagistraten, wetenschappers met een masterdiploma in de rechtswetenschappen, advocaten en andere juristen met een uitstekende professionele reputatie en hoge morele normen, rekening houdend met hun beroepskwalificaties en specialisatie. — Momenteel zijn er geen aanklagers lid van de gerechtelijke kamer, maar blijkbaar waren sommige leden van de vorige gerechtelijke kamer oud-aanklagers.
(43)    Bij belangrijke besluiten lijken de leden van de kamer voor rechtsvervolging als blok te stemmen, samen met de door het parlement gekozen leden van de gerechtelijke kamer. Zie Comité van Ministers van de Raad van Europa (CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6); zie ook besluiten van de hoge justitiële raad — Protocol nr. 24 van 2019, stemming voor de verkiezing van de procureur-generaal; Protocol nr. 27 van 2019, nieuwe stemming voor de verkiezing van de procureur-generaal; Protocol nr. 26 van 2020, stemming om de discussie te beëindigen over de vraag of een tuchtprocedure moet worden ingeleid tegen de procureur-generaal op basis van een signaal van een beroepsorganisatie; Protocol nr. 2 van 2021, stemming om een analyse voor te bereiden inzake het voorstel om het beheer van een gebouw (een zomerverblijf) toe te kennen aan de hoge justitiële raad met het oog op de belangen van het Openbaar Ministerie van de Republiek Bulgarije; Protocol nr. 2 van 2021, stemming om het beheer van een gebouw (een zomerverblijf) toe te kennen aan de hoge justitiële raad met het oog op de belangen van het Openbaar Ministerie van de Republiek Bulgarije; Protocol nr. 3 van 2021, discussie over de stemming en goedkeuring van een model voor de reorganisatie van de gerechtelijke structuren op regionaal niveau en stappenplan met een actieplan voor de reorganisatie van de gerechtelijke structuren op districts- en beroepsniveau; zie ook een potentieel stempatroon in de gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad – Protocol nr. 1 van 2021, stemmen in verband met de nieuwe gerechtelijke kaart; Protocol nr. 2 van 2021, stemmen in verband met aanvullende functies bij lagere rechtbanken; Protocol nr. 3 van 2021, stemmen in verband met wijzigingen van de grenzen van de gerechtelijke regio’s.
(44)    Wijzigingen van de grondwet van Bulgarije (2015) — artikel 130 bis; wijzigingen van de wet inzake het justitiële stelsel (2016) — artikel 30, lid 1.
(45)    Comité van Ministers, Besluit CM/Del/Dec(2021)1398/H46-6. Zie ook advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2020)035), punt 40.
(46)    Bijdragen van het regionale bureau voor Europa van het OHCHR van de VN, Magistrats Européens pour la Démocratie et les Libertés en de stichting Bulgarian Institute for Legal Initiatives aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(47)    Advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2017)018), punt 9.
(48)    Adviezen van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2020)035), punt 42 en (CDL-AD(2017)018), punten 16, 17 en 19.
(49)    Er moet worden opgemerkt dat een wijziging van de samenstelling van de hoge justitiële raad een herziening van de grondwet vereist, waartoe kan worden besloten middels de procedure van de grote nationale vergadering, zoals de Bulgaarse autoriteiten eind 2020 wilden, of middels de vereenvoudigde gewone procedure van de nationale vergadering, zoals werd toegepast bij de hervorming die in 2015 werd doorgevoerd. Zie ook de Besluiten nr. 3 van 2003 en nr. 8 van 2005 van het grondwettelijk hof en de weigering om een besluit te nemen in zaak nr. 7 van 2015.
(50)    Op 17 augustus 2020 kondigde de eerste minister in een videoboodschap aan dat zijn partij een grondwetsontwerp zou voorstellen. Op 2 september 2020 werd het ontwerp van de nieuwe grondwet bij het parlement ingediend. Op 18 september 2020 verzocht de voorzitter van het parlement de Commissie van Venetië om een advies over het ontwerp. Op 25 november 2020 stemde het parlement tegen het ontwerp van de nieuwe grondwet en in december 2020 presenteerde de Commissie van Venetië uiteindelijk haar advies over het ontwerp.
(51)    De zittingsperiode van de huidige hoge justitiële raad loopt tot oktober 2022 en de nieuwe leden zullen volgens de eerder genoemde procedure worden benoemd. De ambtsperiode van de huidige voorzitter van het hof van cassatie loopt tot 10 februari 2022 en de nieuwe voorzitter zal worden gekozen door de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad.
(52)    Het register kan worden geraadpleegd op http://www.vss.justice.bg/page/view/106204 . Het register omvat ook de functies van andere gerechtelijke instanties, waaronder administratieve hoofden en rechters.
(53)    In een interview op 24 oktober 2020 beschuldigde de toenmalige vicevoorzitter van de nationale vergadering met naam genoemde rechters van het hof van cassatie ervan partijdig te zijn in een zaak die hem betrof en die zij behandelden. De hoge justitiële raad nam op 3 november 2020 een standpunt aan om de rechters te verdedigen nadat een beroepsorganisatie hierom had verzocht. In oktober 2020 publiceerde een website die gespecialiseerd is in juridisch nieuws een besluit van het gespecialiseerde strafgerechtshof (tweede aanleg), waarin de beroepsrechter (ook het administratief hoofd van de rechtbank) de beroepsmatige kwaliteiten van de rechter in eerste aanleg persoonlijk beoordeelt. Een beroepsorganisatie verzocht de hoge justitiële raad een standpunt in te nemen en criteria te ontwikkelen voor het taalgebruik dat voor de hogere rechtbank is toegestaan om de objectieve en subjectieve onafhankelijkheid van de rechtbank niet in gevaar te brengen. Er werd echter geen standpunt ingenomen en er werden geen criteria opgesteld.
(54)    Verklaring van de voorzitter van het administratief hooggerechtshof gericht tegen de voorzitter van het hof van cassatie, standpunt van 8 mei 2020. Verklaring van de kamer voor rechtsvervolging gericht tegen de voorzitter van het hof van cassatie, Protocol nr. 16 van 13 mei 2020. Zie ook Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, voetnoot 37, blz. 6.
(55)    Plan voor de uitvoering van maatregelen als reactie op de aanbevelingen van de Europese Commissie en de uitdagingen die zij vaststelde in het verslag van de rechtsstaat (hierna “actieplan” genoemd).
(56)    Zie de paragraaf hieronder over de mogelijke hervorming van de inspectiedienst van de hoge justitiële raad.
(57)    Zie het actieplan dat door de ministerraad is aangenomen; zie ook Besluit nr. LS-13-88/21.12.2020.
(58)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 3.
(59)    Commissie van Venetië (CDL-AD(2017)018), punt 58.
(60)    Art. 132a van de grondwet.
(61)    Op grond van afdeling 1a van de wet inzake het justitiële stelsel.
(62)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 3.
(63)    Zie Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 7-8.
(64)    Commissie van Venetië (CDL-AD(2017)018), punt 58.
(65)    De procedure voor de verkiezing van een nieuwe inspecteur-generaal en nieuwe inspecteurs had respectievelijk ten laatste op 9 februari 2020 en ten laatste op 14 januari 2020 moeten worden ingeleid (wet inzake het justitiële stelsel, artikel 44, lid 1). Tot op heden is die procedure nog niet ingeleid. Een vergelijkbare situatie heeft zich ook tijdens het mandaat van de vorige hoofdinspecteur voorgedaan, die op basis van een feitelijke verlenging van twee jaar heeft gewerkt.
(66)    Arrest nr. 13 van het grondwettelijk hof van 2010 in zaak nr. 12 van 2010, waarin het hof oordeelde dat het continuïteitsbeginsel van toepassing is op door een raad beheerde organen.
(67)    Commissie voor de bescherming van persoonsgegevens, mandaat verstreken sinds 16 april 2019; Commissie voor consumentenbescherming, mandaat verstreken sinds 27 maart 2020; Commissie voor energie- en waterregulering, mandaat verstreken sinds 20 april 2020.
(68)    Op 11 februari 2021 keurde de nationale vergadering wijzigingen goed van de wet inzake de bescherming van de mededinging, die een verlenging van het mandaat van de huidige directeur van het toezichthoudende orgaan met nog eens twee jaar mogelijk maakten. Zijn huidige mandaat zou in juni 2021 verstrijken. Zie ook de wet tot wijziging van de wet inzake de bescherming van de mededinging — https://www.parliament.bg/bg/laws/ID/163501 ; het bestuur van het nationale instituut voor justitiebeheer (dat bestaat uit vijf leden van de hoge justitiële raad, de minister van Justitie en één lid van het ministerie van Justitie) heeft de regels voor de benoeming van de directeur van het instituut gewijzigd, zodat een bijna automatische herbenoeming van de huidige directeur mogelijk is.
(69)    Alle vergelijkende examens worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden van de wet inzake het justitiële stelsel.
(70)    In 2018, 2019 en 2020 werden gewone vergelijkende examens voor promotie aangekondigd, maar geen van deze examens is afgerond ( http://www.vss.justice.bg/page/view/1878 ).
(71)    Vraag van 20 december 2020 van de plenaire vergadering van het hof van cassatie aan het grondwettelijk hof — zaak nr. 15 van 2020.
(72)    Arrest nr. 6 van het grondwettelijk hof van 2021 in zaak nr. 15 van 2020.
(73)    Bijdrage van de Magistrats Européens pour la Démocratie et les Libertés aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 15.
(74)    In 2017 waren er 83 gedetacheerde rechters; in 2018 waren er 104 gedetacheerde rechters; in 2019 waren er 144 gedetacheerde rechters; in 2020 waren er 202 gedetacheerde rechters. Zie voor meer informatie de studie van het Institute for Market Economics (IME).
(75)    In 2020 waren er 59 rechters die langer dan 24 maanden gedetacheerd waren. Zie voor meer informatie de studie over de detachering van magistraten van het Institute for Market Economics (IME).
(76)    Zie het register van door de rechtbanken gedetacheerde magistraten van 10 december 2020 dat door de hoge justitiële raad is opgesteld. Zie ook de bijdrage van het hof van cassatie aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(77)    Een dergelijke verstoorde praktijk van detachering wordt naar verluidt gebruikt voor de detachering zonder instemming binnen het Openbaar Ministerie als vermeende straf. Bijdrage van het Bulgarian Institute for Legal Initiatives en de voorzitter van het hof van cassatie aan het verslag over de rechtsstaat 2021 en informatie die is ontvangen in het kader van het landbezoek.
(78)    CM/Rec(2010)12, punt 44.
(79)    Commissie van Venetië (CDL-AD(2017)018), punten 86 en 87.
(80)    Meer dan 500 rechters hebben een open brief aan de hoge justitiële raad ondertekend waarin zij zich verzetten tegen het gekozen model voor de hervorming van de gerechtelijke kaart. De hoge raad van toezicht van de orde van advocaten heeft de hervorming ook bekritiseerd.
(81)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 15; bijdrage van het hof van cassatie aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(82)    Het ministerie van Justitie heeft een reeks openbare debatten georganiseerd (op 14, 25 en 29 juni 2021) over het voorgestelde model voor de hervorming van de gerechtelijke kaart, met deelname van een brede reeks vertegenwoordigers van verschillende beroepsorganisaties op het gebied van justitie, rechters van het hof van cassatie, advocaten, lokale rechtbanken, gemeenten en vertegenwoordigers van ngo’s.
(83)    Herziene richtsnoeren inzake het creëren van gerechtelijke kaarten ter bevordering van de toegang tot de rechter binnen een kwalitatief hoogwaardig justitieel stelsel, zoals aangenomen tijdens de 22e plenaire vergadering van de Cepej op 6 december 2013.
(84)    Volgens de informatie die van de Bulgaarse autoriteiten werd ontvangen in verband met het actieplan, werd bij besluit van de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad inzake Protocol nr. 26/22.10.20, It. 32 een werkgroep opgericht om wijzigingen van en aanvullingen op de regels voor het vaststellen en betalen van bonussen aan magistraten voor te stellen aan de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad, en om duidelijke, objectieve en transparantie criteria vast te stellen voor het definiëren van aanvullende bezoldigingen en voor het beperken van de discretionaire bevoegdheden van administratief directeurs binnen justitie. De werkgroep bestaat onder meer uit leden van de hoge justitiële raad, vertegenwoordigers van de gerechtelijke autoriteiten en van het bestuur van de hoge justitiële raad. Deze werkgroep heeft besloten te wachten totdat regels op grond van artikel 233, lid 6, eerste zin, van de wet inzake het justitiële stelsel zijn vastgesteld (op basis van de werklast van de respectievelijke rechterlijke instantie kan de hoge justitiële raad aanvullende bezoldigingen voor rechters, aanklagers en onderzoeksmagistraten vaststellen), zoals voorbereid door de werkgroep die is opgericht bij besluit over Protocol nr. 3/19.02.20, It. 1.1. en Protocol nr. 7/27.05.20, It. 4.1. van de commissie voor de gerechtelijke kaart, werklast en gerechtelijke statistiek bij de gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad. Bij een beslissing van 22 juni 2021 heeft de gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad regels vastgesteld voor het bepalen van de hoogte van de aanvullende bezoldiging op grond van de voorwaarden van artikel 233, lid 6, eerste zin, van de wet inzake het justitiële stelsel. De goedgekeurde regels moeten nog naar de commissie begroting en financiën van de plenaire vergadering van de hoge justitiële raad en naar de commissie voor de gerechtelijke kaart, werklast en gerechtelijke statistiek bij de gerechtelijke kamer worden gestuurd met het oog op actie overeenkomstig hun respectievelijke bevoegdheden. Volgens de Greco lijkt het stelsel van aanvullende bezoldigingen nog steeds te worden gekenmerkt door discretionair genomen beslissingen en een risico van ongepaste beïnvloeding. Greco, Fourth Evaluation Round — Evaluation report, aanbeveling x, punt 26; zie ook Commissie van Venetië (CDL-AD(2010)004), punten 46 en 51; Aanbeveling CM/Rec(2010)1 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, punt 55.
(85)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 7.
(86)    Aanbeveling CM/Rec(2010)12 van het Comité van Ministers aan de lidstaten over rechters: onafhankelijkheid, efficiëntie en verantwoordelijkheden, punt 55, waarin wordt opgemerkt dat systemen waarin de kernvergoeding van rechters afhankelijk wordt gemaakt van de prestaties moeten worden voorkomen, omdat deze kunnen leiden tot problemen in verband met de onafhankelijkheid van rechters.
(87)    COM(2019) 498, blz. 6, voetnoot 29; Commissie van Venetië (CDL-AD(2020)017), punt 29.
(88)    Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 9. Zie met betrekking tot de hoogte van de kosten in civielrechtelijke en handelszaken de grafieken 24 en 25 van het EU-scorebord voor justitie 2021.
(89)    In het huidige stelsel van rechtsbijstand in Bulgarije hebben zelfs personen met een inkomen op of iets onder de Eurostat-armoedegrens geen recht op rechtsbijstand. EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 24.
(90)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 25.
(91)    In de praktijk bestaat momenteel geen mogelijkheid om een zaak online in te dienen; geen mogelijkheid om in de vorm van een videoconferentie aan een hoorzitting deel te nemen; en geen mogelijkheid om een zaak online in te dienen. Zie EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 39 tot en met 45 voor meer informatie.
(92)      Meer in het bijzonder met name als gevolg van de alomtegenwoordige corruptie, het sociale stigma, de ontoegankelijkheid van het justitiële stelsel, de gendervooroordelen onder rechtshandhavingsambtenaren, waaronder de politie, en een beperkte kennis onder rechters en rechtshandhavingsinstanties van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 1979. Bijdrage van het regionale bureau voor Europa van het OHCHR van de VN aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 2.
(93)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 39 tot en met 44; Informatie die ook werd ontvangen in het kader van het landbezoek (bv. de vereniging van aanklagers in Bulgarije; Bulgaarse vereniging van rechters).
(94)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 11. Er moet worden opgemerkt dat het nationaal herstel- en veerkrachtplan verder kan worden aangepast en dat deze projecten uiteindelijk kunnen worden geschrapt uit het definitieve plan.
(95)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 41.
(96)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 42.
(97)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 44.
(98)    Verduidelijking van de hoge justitiële raad met betrekking tot het actieplan — digitalisering. Wat het UCIS betreft, is in de bovengenoemde verduidelijking en door belanghebbenden tijdens de landbezoeken gewezen op de ontevredenheid van rechters en personeelsleden die leidde tot de opschorting van het systeem op 16 september 2020 (en die werd verlengd tot 31 december 2020) voor nieuwe zaken. In de verduidelijking van de hoge justitiële raad werd aangekondigd dat alle rechtbanken op grond van het besluit van de plenaire vergadering vanaf 1 januari 2021 tot en met 1 juni 2021 weer nieuwe zaken zullen behandelen.
(99)    De ontwikkeling en uitvoering van een uniform informatiesysteem voor de rechtbanken — UCIS — en de ontwikkeling van een speciaal informatiesysteem voor de monitoring en analyse van de factoren die gerelateerd zijn aan de sociaal-economische ontwikkeling van het gerechtelijke district en de werklast van de rechtbanken — SISMA.
(100)    Meer bepaald meldden belanghebbenden dat alles op papier wordt gedaan en vervolgens wordt gecodeerd in het systeem. De hoge justitiële raad voert momenteel een aantal projecten uit, die worden gefinancierd uit zijn begroting en uit programma’s van externe geldschieters, om e-justitie te verbeteren en toegankelijker te maken.
(101)    Gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad, buitengewone vergadering, kort protocol nr. 9, 15 maart 2020.
(102)    Bijvoorbeeld om een voorlopige hechtenis te herbeoordelen of om maatregelen ter bescherming van slachtoffers en kinderen te nemen. Zie ook het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, Coronavirus COVID-19 outbreak in the EU Fundamental Rights Implications, blz. 3.
(103)    Bijdrage van het hof van cassatie aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(104)    Vergadering van de gerechtelijke kamer, Protocol nr. 3 van 2 februari 2021; vergadering van de gerechtelijke kamer, Protocol nr. 6 van 23 februari 2021. De gerechtelijke kamer van de hoge justitiële raad wees het voorstel van de commissie voor attestatie en vergelijkende examens aan de hoge justitiële raad af om geen aanvullende functies toe te kennen aan de gespecialiseerde strafrechtbank en keurde vervolgens de toevoeging van twee nieuwe functies aan het personeelsbestand van de gespecialiseerde strafrechtbank goed.
(105)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 29 tot en met 31.
(106)    Wet tot wijziging en aanvulling van de wet op de orde van advocaten — https://www.parliament.bg/bg/laws/ID/163509
(107)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 9 en 10. Er moet worden opgemerkt dat er geen geharmoniseerde methode bestaat om dergelijke prestaties te meten.
(108)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 7 en 8.
(109)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafiek 8.
(110)    EU-scorebord voor justitie 2021, grafieken 18 en 20.
(111)    Transparency International, Corruption Perceptions Index 2020, blz. 2-3. Het niveau van de waargenomen corruptie wordt als volgt ingedeeld: laag (de perceptie van corruptie in de overheidssector heeft onder deskundigen en bedrijfsleiders een score van meer dan 79); relatief laag (scores tussen 79-60), relatief hoog (scores tussen 59-50), hoog (scores lager dan 50).
(112)    In 2015 was de score 41, tegenover 44 in 2020. De score neemt significant toe/af wanneer deze meer dan vijf punten verandert; verbetert/verslechtert bij een verandering van 4-5 punten; is relatief stabiel bij een verandering van 1-3 punten in de afgelopen vijf jaar.
(113)    De Eurobarometer-gegevens over de corruptieperceptie en -ervaring van burgers en bedrijven, die vorig jaar werden vermeld, worden om de twee jaar bijgewerkt. De recentste gegevensreeksen zijn opgenomen in Special Eurobarometer 502 (2020) en Flash Eurobarometer 482 (2019).
(114)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(115)    12 172 551,64 BGN.
(116)    Informatie en bijdrage ontvangen van de commissie voor corruptiebestrijding in het kader van het bezoek aan Bulgarije.
(117)    Bijdrage van de commissie voor corruptiebestrijding. Zie ook het ontwerp van de nationale strategie voor corruptiepreventie en tegenmaatregelen (2021-2027).
(118)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 1.
(119)

     Jaarverslag van de werkzaamheden van het hof van cassatie in 2020, blz. 41-43.

(120)    Europese Commissie: Europees Bureau voor fraudebestrijding, OLAF recommends recovery of nearly € 6 million after alleged abuse of power at Bulgarian ministry, EU-persbericht nr. 04/2021.
(121)    Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 12. Daarnaast legde het Amerikaanse ministerie van Financiën (U.S. Department of the Treasury) in juni 2021 sancties op aan bepaalde Bulgaarse burgers (waaronder een voormalig parlementslid) vanwege corruptie overeenkomstig de Amerikaanse Global Magnitsky Act. U.S. Department of the Treasury, Specially designated nationals list update — 2 juni 2021.
(122)

     Goedgekeurd door de ministerraad bij Resolutie nr. 57 van 2 april 2020. De functie van de gedragscode voor ambtenaren binnen het integriteitssysteem voor de overheid wordt momenteel herzien met steun van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), in het kader van het project “Driving Public Administration Reform Forward”. 

(123)

     Artikel 32, lid 1, punt 6, van de wet inzake de bestrijding van corruptie en de verbeurdverklaring van illegaal verkregen eigendom.

(124)

     Nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2017), reglement van orde van de nationale vergadering.

(125)

     Zoals open of gesloten procedures en besluiten van de bevoegde entiteiten.

(126)    Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft voorzien in een groot aantal lichaamscamera’s (een project dat werd gefinancierd in het kader van het Fonds voor interne veiligheid van de Europese Commissie) en deze zijn sinds 2021 in gebruik.
(127)

     Verslag over de interne veiligheid: in de periode 2014-2020 werden acht verkeerspolitieagenten veroordeeld. Daarnaast: informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije.

(128)    In 2020 werden 83 316 vermogens- en belangenverklaringen van personen die werkzaam waren bij de staatsoverheid op tijd ingediend (d.w.z. 250 minder dan in 2019). In 46 gevallen was er sprake van een inbreuk op de administratieve regels (d.w.z. een afname van 38 % ten opzichte van 2019); en in twee zaken werden sancties opgelegd (d.w.z. een afname van 50 % ten opzichte van 2019). In 2020 verrichtten de interne inspectiediensten 4 750 controles (d.w.z. een afname van 23 % ten opzichte van 2019). In 2020 werden 21 administratieve inbreuken geconstateerd (ten opzichte van zes inbreuken in 2019), waarbij in vier gevallen sancties werden opgelegd en in negen gevallen het dienstverband werd beëindigd vanwege onverenigbaarheden (d.w.z. evenveel als in 2019). Het aantal vermogensverklaringen van hooggeplaatste ambtenaren dat voor 2020 werd ontvangen en verwerkt nam met ongeveer 36 % af ten opzichte van 2019. Het aantal verklaringen dat niet of te laat werd ingediend nam in 2020 met ongeveer 160 % toe ten opzichte van 2019. Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
(129)    In 2020 verrichtte de commissie voor corruptiebestrijding 28 controles (ten opzichte van 17 in 2019) in verband met gevallen van belangenconflicten en onverenigbaarheid. In 2020 werden in totaal dertig beslissingen goedgekeurd waarin een belangenconflict werd vastgesteld, ten opzichte van veertien dergelijke beslissingen in 2019. Bijdrage van het land aan het verslag over de rechtsstaat 2021. Zie ook Greco, Fourth Evaluation Round — Second compliance report, aanbevelingen iii en iv, punt 11. De Greco concludeerde dat aanbevelingen iii en iv over de openbaarmaking van vermogensbestanddelen en de openbaarmaking en vaststelling van belangenconflicten en van de effecten ervan op de preventie en opsporing van corruptie naar tevredenheid zijn uitgevoerd.
(130)    Zoals aangegeven in het verslag over de rechtsstaat 2020 bleek uit een recente analyse van het nationaal centrum voor parlementair onderzoek betreffende de periode van april 2017 tot en met december 2019 dat bijna 37 % van de aangenomen wetten andere wetten wijzigt door middel van amendementen, die ook worden opgenomen in de overgangs- en slotbepalingen van de wijzigingswetten. Belanghebbenden verklaarden deze praktijk bijzonder zorgwekkend te vinden, omdat zij niet alleen een negatieve impact heeft op de transparantie van het wetgevingsproces in het land, maar in sommige gevallen ook kan duiden op illegaal lobbywerk.
(131)    Artikel 123 (inzake de bescherming van getuigen) van het wetboek van strafvordering.
(132)    Directoraat-generaal nationale politie.
(133)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 29.
(134)    Bulgarije staat op de 112e plaats van de 180 gecontroleerde landen van de World Press Freedom Index van Reporters without Borders van 2021, één plek lager dan afgelopen jaar (de laatste plaats onder de EU-landen).
(135)    Radio- en televisiewet.
(136)    Aangekondigd in het staatsblad van Bulgarije, nr. 109/2020.
(137)    Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 15.
(138)    Besluit nr. 113/ 29.03.2021 en Besluit nr. 177/ 29.04.2021.
(139)    Informatie die CEM in het kader van het landbezoek heeft verstrekt.
(140)    Informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije en Media Pluralism Monitor 2021, Bulgaria, blz. 12. In de televisiesector is een hoog niveau van concentratie geregistreerd (vier eigenaren bezitten in totaal een marktaandeel van 92 %). Ook de cumulatieve publieksaandelen van de top 4 van tv-mediagroepen (74 %) en de top 4 van radiogroepen (79 %) duiden op een hoge concentratie. De onlinemediasector wordt gekenmerkt door een gebrek aan nauwkeurige gegevens.
(141)      Media pluralism Monitor 2021, Bulgaria, blz. 15.
(142)      Reporters without Borders, Bulgaria.
(143)      Media Pluralism Monitor 2021, Bulgaria, blz. 14.
(144)    Ministerie van Financiën (2019), Bulgaars programma voor nationale ontwikkeling 2030.
(145)    Informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije.
(146)      Media Pluralism Monitor 2021, Bulgaria, blz. 7.
(147)    Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 17.
(148)    Informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije.
(149)    De autoriteiten hebben niet op de waarschuwingen gereageerd. Raad van Europa, Platform voor de bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten.
(150)      Reporters Without Borders, Bulgaria.
(151)    Artikel 87 van de grondwet: elk lid van de nationale vergadering of de ministerraad heeft het recht om wetsvoorstellen in te dienen. Deze worden in twee lezingen door de nationale vergadering aangenomen. Het aangenomen wetsvoorstel wordt vervolgens naar de president van de Republiek Bulgarije gezonden, die een wetsbesluit ter afkondiging ervan ondertekent. De wet wordt afgekondigd in het staatsblad en treedt drie dagen na bekendmaking ervan in werking, behoudens andersluidende bepalingen in de desbetreffende wet. Zie ook het recente, in voetnoot 40 genoemde voorstel voor een herziening van de grondwet waarin het recht van wetgevend initiatief ook aan de raden voor de rechtspraak werd gegeven. Deze bepaling werd achteraf echter uit het voorstel verwijderd.
(152)    COM(2019) 498, blz. 3.
(153)    Bij Besluit nr. 21 van 14 februari 2020 is de oorspronkelijke inwerkingtreding van het besluit (nr. 240 van de ministerraad van 2019) tot oprichting van het nationaal mechanisme voor monitoring gewijzigd.
(154)    Het beroep werd ingediend door de ngo die werd getroffen door de annulering van de oorspronkelijke procedure voor de selectie van de zogenaamde burgerraad binnen het post-monitoringmechanisme.
(155)    Goedgekeurd bij Besluit nr. 885 van de ministerraad van 3 december 2020.
(156)    De belangrijke wetten worden gedefinieerd door de raad voor administratieve hervorming, na een periode van vijf jaar, volgens de wet inzake rechtshandelingen van 2016.
(157)    Zie voor meer informatie https://www.parliament.bg/pub/NCIOM/2021
(158)    Tijdens de 44e zitting van de nationale vergadering werd meer dan 60 % van de wetsontwerpen voorgesteld door leden van het parlement. — Studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017- maart 2021), blz. 9.
(159)    Studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017-maart 2021), blz. 62.
(160)    De methode voor de effectbeoordeling werd in 2019 bijgewerkt. De raad voor administratieve hervorming (een adviesorgaan van de ministerraad) keurde in februari 2021 nieuwe modelformulieren en richtsnoeren voor effectbeoordelingen goed. De regering publiceert de lijst van effectbeoordelingen ter raadpleging op haar website — www.strategy.bg
(161)    Op de website van het parlement is te zien dat deze documenten voor de wetsontwerpen van de ministerraad beschikbaar zijn.
(162)    Studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017-maart 2021), blz. 16 en 20.
(163)    Ministerraad (2020), richtsnoeren voor effectbeoordelingen achteraf.
(164)    93 % van de wetsontwerpen — zie de studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017-maart 2021), blz. 56 en 57.
(165)    Zie vorige voetnoot.
(166)    9 % van de wetsontwerpen — zie de studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017-maart 2021), blz. 59.
(167)    Bij 37 % van de voorgestelde wetsontwerpen werd met de definitieve en overgangsbepalingen andere wetgeving gewijzigd, 2 % meer dan het geval was bij de vorige nationale vergadering. Studie inzake de wetgevingsactiviteiten van de nationale vergadering (april 2017-maart 2021), blz. 46. (Bv. het invoeren van wijzigingen op het wetboek van strafrecht via het wetboek van maritieme handel, waarbij het ongereguleerde vervoer van personen strafbaar werd gesteld, ondanks dat dit reeds strafbaar is op grond van de administratieve wetgeving.)
(168)    Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Bulgarije, blz. 19.
(169)    Informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije. Zie bijvoorbeeld de wet tot vaststelling van het mechanisme voor verantwoording en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de procureur-generaal en diens adjuncten, waarbij de amendementen tussen de twee lezingen op het einde van de uiterste termijn werden ingediend en kort daarna werden goedgekeurd zonder uitvoerig debat. Het proces kan worden bekeken op https://www.parliament.bg/bg/bills/ID/163448
(170)    Nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2020),    besluit tot afkondiging van de noodtoestand, 13 maart 2020, en nationale vergadering van de Republiek Bulgarije (2020), besluit tot verlenging van de noodtoestand, 3 april 2020. Bij dit besluit werden omvangrijke bevoegdheden toegekend aan de regering om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de noodsituatie het hoofd te bieden.
(171)    Wet tot wijziging en aanvulling van de volksgezondheidswet.
(172)    Artikel 63 van de volksgezondheidswet. Volgens deze nieuwe regeling kon de ministerraad gedurende een zekere tijd een epidemische noodtoestand uitroepen, op voorstel van de minister van Volksgezondheid. Hierdoor konden bepaalde maatregelen die tijdens de noodtoestand waren genomen, van toepassing blijven en konden nieuwe maatregelen worden genomen, hoewel de noodtoestand afgelopen was.
(173)    Op verzoek van de president van de Republiek; Zaak nr. 7 van het grondwettelijk hof van 2020.
(174)    Arrest nr. 10 van het grondwettelijk hof van 2020 in zaak nr. 7 van 2020, 23 juli 2020.
(175)    Bijdrage van Bulgarije aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 42 en 43.
(176)    Zaak nr. 13 van het grondwettelijk hof van 2020.
(177)    Besluit nr. 2 van het grondwettelijk hof van 2021 in zaak nr. 13 van 2020.
(178)    Zie voor meer informatie het actieplan met maatregelen voor het aanpakken van de zorgen die werden geuit in het verslag over de rechtsstaat 2020 — https://www.strategy.bg/StrategicDocuments/View.aspx?lang=bg-BG&Id=1314
(179)    Wetsontwerp 054-01-60 — wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet inzake rechtspersonen zonder winstoogmerk.
(180)    De bezwaren die de belanghebbenden formuleren in hun advies, dat in het kader van de aannemingsprocedure van de wet bekend is gemaakt op de website van het parlement, hebben onder meer te maken met beperkingen van de vrijheid van vereniging, het vrije verkeer van kapitaal, en de openbaarheid van het register, die ook het gevolg kunnen zijn van uitvoeringsbesluiten (zie bijdrage van het Bulgarian Centre for Not-for-profit Law, het Bulgarian Donation Forum, het Bulgarian Helsinki Committee), https://www.parliament.bg/bg/bills/ID/157496
(181)    Zie in lijn hiermee — Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 18 juni 2020, Commissie/Hongarije, C-78/18.
(182)    Zodra het mandaat van de nationale vergadering verstrijkt, vervalt de hangende ontwerpwetgeving. Deze kan opnieuw worden ingediend door de volgende nationale vergadering, maar het wetgevingsproces moet dan vanaf het begin beginnen.
(183)    Zie de beoordeling van Civicus, Bulgarije. Beoordelingen zijn op een schaal van vijf categorieën gedefinieerd als: open, ingeperkt, belemmerd, onderdrukt en gesloten.
(184)    Informatie ontvangen in het kader van het bezoek aan Bulgarije.
(185)    Bijdrage van het regionale bureau voor Europa van het OHCHR van de VN aan het verslag over de rechtsstaat 2021, blz. 8 en 9.