EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 20.7.2021
SWD(2021) 713 final
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
Verslag over de rechtsstaat 2021
Landenhoofdstuk over Kroatië
bij het document
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Verslag over de rechtsstaat 2021
Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie
{COM(2021) 700 final} - {SWD(2021) 701 final} - {SWD(2021) 702 final} - {SWD(2021) 703 final} - {SWD(2021) 704 final} - {SWD(2021) 705 final} - {SWD(2021) 706 final} - {SWD(2021) 707 final} - {SWD(2021) 708 final} - {SWD(2021) 709 final} - {SWD(2021) 710 final} - {SWD(2021) 711 final} - {SWD(2021) 712 final} - {SWD(2021) 714 final} - {SWD(2021) 715 final} - {SWD(2021) 716 final} - {SWD(2021) 717 final} - {SWD(2021) 718 final} - {SWD(2021) 719 final} - {SWD(2021) 720 final} - {SWD(2021) 721 final} - {SWD(2021) 722 final} - {SWD(2021) 723 final} - {SWD(2021) 724 final} - {SWD(2021) 725 final} - {SWD(2021) 726 final} - {SWD(2021) 727 final}
Samenvatting
Het Kroatische rechtsstelsel heeft vooruitgang geboekt bij het verkorten van de duur van de procedures en het wegwerken van de achterstand, maar verdere verbeteringen zijn nodig om ernstige problemen op het gebied van efficiëntie en kwaliteit aan te pakken. De verdere uitbreiding van de nieuwe elektronische communicatiemiddelen in rechtbanken heeft het gebruik ervan geleidelijk doen toenemen. Het lopende proces voor de benoeming van de nieuwe voorzitter van het hooggerechtshof heeft aanleiding gegeven tot controverse en tot herhaaldelijke minachtende openbare verklaringen gericht tegen rechters. In de context van uiteenlopende standpunten over de volgende voorzitter van het hooggerechtshof, benadrukte het grondwettelijk hof de noodzaak van samenwerking tussen de overheidsinstanties. De staatsraad voor de rechtspraak heeft voorstellen gedaan om zijn rol bij het selecteren van rechters te versterken — een kwestie waarop reeds in het verslag over de rechtsstaat 2020 is gewezen. Een reeks vermeende ethische inbreuken en tuchtrechtelijke inbreuken door rechters heeft geleid tot procedures voor de staatsraad voor de rechtspraak en voor raadkamers, alsook tot een strafrechtelijk onderzoek. De mate waarin de rechterlijke macht als onafhankelijk wordt gezien, is nog steeds zeer laag. Er is nog steeds sprake van personeelstekorten bij de staatsraad voor de rechtspraak en bij de staatsraad voor het Openbaar Ministerie, hoewel beperkte personele versterkingen zijn toegewezen om de recentelijk gepubliceerde vermogensaangiften van rechters en openbaar aanklagers te verifiëren.
Een nieuwe strategie voor corruptiepreventie voor 2021-2030 is nu onderwerp van de openbare raadplegingsprocedure. Evenals met de vorige strategie wordt met het ontwerpvoorstel van de strategie ook beoogd het rechtskader betreffende het voorkomen van belangenconflicten, dat momenteel wordt opgesteld, te versterken. Er zijn nog steeds geen gedragscodes voor de leden van de regering en de parlementsleden, terwijl “draaideurpraktijken” slechts gedeeltelijk zijn gereguleerd. Er moeten nog steeds gedetailleerde regels inzake lobbywerk worden ingevoerd. Hoewel er wijzigingen van het kader inzake de politieke onschendbaarheid van de leden van de regering zijn aangekondigd, is er nog geen wetgevingsactie ondernomen. Procedures voor overheidsopdrachten blijven hoge risico’s met betrekking tot corruptie opleveren en dankzij meldingen van klokkenluiders zijn verschillende gevallen aan het licht gekomen. De vervolging en het onderzoek van corruptie op hoog niveau worden voortgezet, maar als gevolg van langdurige procedures lopen veroordelingen vaak vertraging op.
Kroatië is zijn mediawetgeving aan het actualiseren om de richtlijn audiovisuele mediadiensten om te zetten, waarbij de herziening van de wet betreffende elektronische media in 2021 nog moet worden aangenomen. Er blijft bezorgdheid bestaan over de politieke onafhankelijkheid van het agentschap voor elektronische media, en in de context van de herziening van deze wet worden nieuwe kwalificatie-eisen voor potentiële leden van zijn bestuursorgaan overwogen. Kroatië heeft een solide kader voor de transparantie inzake informatie over media-eigendom en overweegt verdere verbeteringen. Hoewel staatsreclame gedeeltelijk geregeld is bij de wet betreffende elektronische media, melden belanghebbenden dat die wet vaak de politieke onafhankelijkheid ondermijnt van mediadiensten die economisch afhankelijk zijn van dergelijke financiering, met name op lokaal niveau. Hoewel er een rechtskader voor de bescherming van journalisten is, worden zij nog steeds geconfronteerd met bedreigingen. Met name het grote aantal strategische rechtszaken ter ontmoediging van publieksparticipatie (strategic lawsuits against public participation, SLAPP’s) dat tegen journalisten is gericht, vormt nog steeds een ernstig probleem. De toegang tot informatie is bij wet gewaarborgd, maar er zijn nog steeds vertragingen in de behandeling van verzoeken van journalisten.
Met betrekking tot controles en waarborgen ervaren belanghebbenden de burgerparticipatie eerder als formalistisch dan als inhoudelijk, hoewel openbare raadplegingen in wetgevingsprocedures zijn vervat. Kroatië heeft geen noodtoestand uitgeroepen en de maatregelen in verband met de COVID-19-pandemie waren gebaseerd op de tweemaal gewijzigde wet inzake infectieziekten. Het grondwettelijk hof heeft deze maatregelen getoetst en oordeelde dat zij verenigbaar waren met de grondwet en dat het parlement naar manieren moet zoeken om tijdens de pandemie te kunnen blijven functioneren. De toegang van de ombudsdienst voor het volk tot de informatie die nodig is om onderzoeken te verrichten moet verder worden verbeterd. Het nationale plan voor het creëren en mogelijk maken van een omgeving voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld 2021-2027 bevindt zich sinds 2016 nog steeds in de ontwerpfase — een kwestie waarop in het verslag over de rechtsstaat 2020 is gewezen.
I.Justitieel stelsel
Kroatië heeft een drieledig rechtsstelsel, met algemene en gespecialiseerde rechterlijke instanties. De rechtbanken van eerste aanleg met algemene bevoegdheid, die civielrechtelijke en strafrechtelijke zaken behandelen, bestaan uit gemeentelijke rechtbanken (34), terwijl de provinciale rechtbanken (15) de rechtbanken van tweede aanleg met algemene bevoegdheid en bepaalde bevoegdheden van eerste aanleg zijn. De rechtbanken met gespecialiseerde bevoegdheid bestaan uit negen handelsrechtbanken en vier administratieve rechtbanken van eerste aanleg, en het hoger strafhof, de hoge rechtbank voor delicten, de hoge handelsrechtbank en de hoge administratieve rechtbank van tweede aanleg. Het hooggerechtshof behandelt alle soorten rechtszaken. Het grondwettelijk hof voert grondwettelijke toetsing uit. Een onafhankelijke staatsraad voor de rechtspraak waarborgt de autonomie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
. Het bureau van het Openbaar Ministerie is een autonoom, onafhankelijk justitieel orgaan, dat optreedt als openbaar aanklager en juridische acties onderneemt om staatseigendommen te beschermen en rechtsmiddelen toe te passen om de grondwet en de wetten te beschermen. Elk bureau van het Openbaar Ministerie wordt geleid door een openbaar aanklager. De procureur-generaal is het hoofd van het bureau van het Openbaar Ministerie van de Republiek Kroatië (DORH), als het hoogste bureau van het Openbaar Ministerie. De bevoegdheden inzake de benoeming en de loopbaan van openbaar aanklagers en adjunct-openbaar aanklagers berusten bij de staatsraad voor het Openbaar Ministerie, terwijl de bevoegdheden inzake vertegenwoordiging en beheer bij de procureur-generaal berusten
. De staatsraad voor het Openbaar Ministerie is een onafhankelijk orgaan met zelfbestuur dat de autonomie en onafhankelijkheid van het bureau van het Openbaar Ministerie moet waarborgen
. Kroatië neemt deel aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM). De Kroatische orde van advocaten is een onafhankelijke beroepsorganisatie met zelfbestuur die belast is met het voeren van tuchtprocedures ten aanzien van advocaten.
Onafhankelijkheid
De mate waarin de rechterlijke macht als onafhankelijk wordt gezien, vertoont een neerwaartse trend. Bij het grote publiek is de mate waarin de rechterlijke macht als onafhankelijk wordt gezien, in 2021 afgenomen, en zij blijft het laagste in de EU (het aandeel dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht als redelijk goed of zeer goed beschouwt, is van 24 % naar 17 % gedaald)
. Ook bedrijven percipiëren de mate van onafhankelijkheid als zeer laag en deze is tot het laagste niveau in de EU gedaald (het aandeel dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht als redelijk goed of zeer goed beschouwt, is 16 % gebleven, terwijl het aandeel van de bedrijven die de onafhankelijkheid als zeer slecht ervaren van 36 % naar 43 % is gestegen)
. Het EU-scorebord voor justitie 2021 vertoont sinds 2016 een neerwaartse trend. De belangrijkste reden die het grote publiek opgeeft voor het gepercipieerde gebrek aan onafhankelijkheid van rechtbanken en rechters is de perceptie van inmenging of druk van de overheid en politici
. Uitgebreidere enquêtes zouden kunnen bijdragen tot een oplossing voor deze kwesties, door te onderzoeken welke specifieke redenen bij de verschillende belanghebbenden in het rechtsstelsel ten grondslag liggen aan het aanhoudend lage niveau van de perceptie van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
.
Het lopende proces voor de benoeming van de nieuwe voorzitter van het hooggerechtshof heeft aanleiding gegeven tot controverse en het grondwettelijk hof heeft het belang van samenwerking tussen overheidsinstanties benadrukt. Op 15 juli 2021 liep het vierjarige mandaat van de vorige voorzitter van het hooggerechtshof ten einde. Het proces voor de benoeming van de nieuwe voorzitter heeft tot een intensieve gedachtewisseling tussen de hoogste vertegenwoordigers van overheidsinstanties geleid, met onder meer herhaalde negatieve verklaringen over rechters van het hooggerechtshof en andere rechters. Volgens de grondwet wordt de voorzitter van het hooggerechtshof door het parlement benoemd op voordracht van de president van de republiek. De algemene vergadering van het hooggerechtshof en de bevoegde parlementaire commissie maken hun standpunten over de kandidaat kenbaar. Zoals door het grondwettelijk hof is verduidelijkt, zijn deze adviezen, die ten aanzien van alle kandidaten moeten worden gegeven, niet bindend voor de president van de republiek. In overeenstemming met de in 2018 aangenomen wijzigingen, heeft de staatsraad voor de rechtspraak het bureau van de president van de republiek in februari 2021 de sollicitaties van de drie kandidaten (met inbegrip van de zittende voorzitter van het hooggerechtshof) doen toekomen. De president van de republiek stelde het parlement een kandidaat voor die niet op de vacature had gesolliciteerd, waarbij hij aanvoerde dat de wijzigingen van 2018 van de wet inzake rechtbanken waarin de procedure van vacature wordt beschreven “ongrondwettelijk” zijn. Het grondwettelijk hof kwam later tot de bevinding dat de wijzigingen van 2018 in overeenstemming met de grondwet zijn. Het hof verduidelijkte dat de president van de republiek alleen een keuze kan maken uit de kandidaten die op de vacature hebben gesolliciteerd; de president kan echter ook besluiten om geen van de kandidaten die hebben gesolliciteerd voor te stellen en het parlement van dat besluit in kennis stellen. Een afgewezen kandidaat kan verzoeken om herziening van de beslissing van het parlement voor het grondwettelijk hof. Het hof benadrukte ook de grondwettelijke vereiste van samenwerking tussen overheidsinstanties om gezamenlijke oplossingen in overeenstemming met de rechtsstaat te vinden en om destabiliserende situaties, die de werking van het hooggerechtshof zouden belemmeren, te voorkomen. Na de uitspraak van het grondwettelijk hof verzocht de president van de republiek om de kennisgeving van vacature opnieuw te publiceren. Na een nieuwe kennisgeving stelde de president van de republiek het parlement in juni 2021 een van de vijf kandidaten die hadden gesolliciteerd voor (geen van de huidige rechters van het hooggerechtshof heeft gesolliciteerd), maar het parlement heeft de kandidaat niet aangesteld. Op 7 juli 2021 publiceerde de staatsraad voor de rechtspraak de derde openbare oproep. Aangezien de nieuwe voorzitter van het hooggerechtshof niet is benoemd voordat de termijn van de vorige voorzitter afliep, zal deze rol, mogelijk voor langere tijd, door de waarnemend voorzitter van het hooggerechtshof worden vervuld. Overwegende dat de kandidaat voor het ambt van voorzitter van het hooggerechtshof tegelijkertijd ook als nieuwe rechter zou kunnen worden benoemd (als de persoon al geen rechter was), moet worden opgemerkt dat volgens de aanbevelingen van de Raad van Europa over het selectieproces van rechters, wanneer op grond van de grondwet of andere wettelijke bepalingen het staatshoofd, de regering of de wetgevende macht moet beslissen, het advies van een onafhankelijke en bevoegde autoriteit die in grote mate voortkomt uit de rechterlijke macht (in dit geval de algemene vergadering van het hooggerechtshof) in de praktijk door de desbetreffende benoemingsautoriteit moet worden opgevolgd.
De staatsraad voor de rechtspraak heeft voorstellen gedaan om zijn rol bij de selectie van rechters te versterken. Uit het verslag over de rechtsstaat 2020 blijkt dat de staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie voor uitdagingen staan als gevolg van wijzigingen die hun rol bij de selectie van rechters en openbaar aanklagers hebben beperkt. Met betrekking tot rechters is bij de wijzigingen van 2018 het aantal punten verlaagd dat de staatsraad voor de rechtspraak aan kandidaten kan toekennen op basis van het gesprek, met als gevolg dat de raad minder mogelijkheden heeft om onderscheid tussen de kandidaten te maken. In maart 2021 werkte de staatsraad voor de rechtspraak aan een analyse van de bepalingen van het recht inzake de selectie van rechters en stelde hij veranderingen voor. De raad benadrukte dat de huidige bepalingen voor het toekennen van punten aan kandidaten in de selectieprocedure afbreuk doen aan zijn vermogen om op te treden als onafhankelijk en autonoom orgaan dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht moet waarborgen. Volgens de raad zorgt het huidige systeem, waarin de punten die op het nationale opleidingsinstituut voor gerechtelijke ambtenaren zijn behaald bij de selectie van rechters doorslaggevend zijn, ervoor dat de raad geen significante rol of invloed heeft bij het selecteren van rechters. In de nieuwe voorstellen komt naar voren hoe de rol van de raad in de selectieprocedure kan worden verbeterd. De raad heeft ook verbeteringen aan het kader voor tuchtprocedures ten aanzien van rechters voorgesteld, vooral met betrekking tot termijnen. In dit verband zijn de middelen waarover de staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie beschikken belangrijke elementen om de kwaliteit van de werkzaamheden van de beide raden te verbeteren.
De staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie hebben aanvullende middelen ontvangen om de recentelijk gepubliceerde vermogensaangiften van rechters en openbaar aanklagers te verifiëren. In januari 2021 werden de vermogensaangiften van rechters en openbaar aanklagers online gepubliceerd en openbaar gemaakt. Uit het verslag over de rechtsstaat 2020 blijkt dat ondersteuning met elektronische instrumenten en voldoende personele middelen nodig zou zijn om ervoor te zorgen dat de staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie de aangiften doeltreffend en snel kunnen controleren, indien mogelijk al voordat ze online worden gepubliceerd. De beide raden zijn begonnen met het nemen van maatregelen om hun ICT-systemen met databanken van de bevoegde autoriteiten te kunnen verbinden. Wanneer de raden eenmaal met deze databanken zijn verbonden, zouden de vermogens echter efficiënter kunnen worden gecontroleerd. Zoals vermeld in het verslag over de rechtsstaat 2020, sporen deze ICT-systemen niet automatisch tegenstrijdigheden tussen de aangegeven en de reële vermogens van rechters en openbaar aanklagers op. In april 2021 ontvingen de raden drie functionarissen (één ambtenaar werd overgeplaatst naar de staatsraad voor het Openbaar Ministerie en twee naar de staatsraad voor de rechtspraak) die tijdelijk werden overgeplaatst vanuit het ministerie van Justitie en Openbaar Bestuur om te helpen met de handmatige verificatie van vermogensaangiften. De invoering van een geautomatiseerde softwareoplossing voor de beide raden, gericht op geautomatiseerde gegevensvergelijking, is tegen het einde van 2021 gepland. Verdere verbeteringen van de softwareoplossing voor de beide raden en voor de commissie voor de oplossing van belangenconflicten (die sinds 2018 een softwareoplossing gebruikt) worden pas in 2024 verwacht, in overeenstemming met het nationale herstel- en veerkrachtplan.
De staatsraad voor de rechtspraak, de raadkamers en de onderzoeksinstanties reageren op een reeks vermeende ethische inbreuken en tuchtrechtelijke inbreuken door rechters. Begin 2021 werden meerdere gebeurtenissen waarbij rechters betrokken waren en die in 2020 en 2021 zouden hebben plaatsgevonden uitgebreid besproken in de pers en door het publiek. Bij één situatie waren vijf rechters betrokken die de beperkingen in het kader van de COVID-19-pandemie zouden hebben overtreden. De voorzitter van het hooggerechtshof zette procedures in gang vanwege een inbreuk op de code inzake rechtsethiek. In maart constateerde één raadkamer een inbreuk met betrekking tot één rechter, terwijl een andere raadkamer geen inbreuk met betrekking tot de overige vier rechters constateerde. In een beroep tegen alle vijf de beslissingen besloot de ethische raad op 13 mei 2021 dat alle vijf de rechters de code inzake rechtsethiek hadden geschonden door de beperkingen in het kader van de COVID-19-pandemie te overtreden. De tweede situatie betrof beschuldigingen van schendingen van de onpartijdigheid en ongepaste geschenken van de verdachte in een strafzaak (een prominente publieke figuur) aan rechters die uitspraak doen, waarbij de voorzitter van de betrokken rechtbank tuchtprocedures voor de staatsraad voor de rechtspraak in gang zette. De procedures met betrekking tot rechters, met inbegrip van strafrechtelijke procedures, lopen nog. De raadkamers in de rechtbanken beslissen over inbreuken op de code inzake rechtsethiek met betrekking tot de rechters in die rechtbanken. Er kan beroep tegen de beslissing worden ingesteld voor de ethische raad, een panel van rechters die zijn geselecteerd door de voorzitters van alle raadkamers. Beslissingen over strafrechtelijke sancties met betrekking tot rechters worden genomen door de staatsraad voor de rechtspraak en kunnen voor het grondwettelijk hof worden aangevochten.
Kwaliteit
Het gebruik van elektronische communicatiemiddelen in rechtbanken neemt geleidelijk toe. Uit het EU-scorebord voor justitie 2021 blijkt dat de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) voor dossierbeheer en de elektronische communicatie tussen rechtbanken en partijen nog steeds tot de minst ontwikkelde in de EU behoren. Wat het gebruik van ICT in het dossierbeheer betreft, is de invoering van het systeem voor elektronische dossiers voor de laatste rechtbanken gaande; dit systeem moet eind 2021 operationeel zijn. Met betrekking tot elektronische communicatiemiddelen is het systeem van elektronische communicatie, dat het mogelijk maakt om via elektronische weg documenten met rechtbanken uit te wisselen, ingevoerd bij handels-, gemeentelijke en provinciale rechtbanken, de hoge handelsrechtbank en het hooggerechtshof (alleen voor civielrechtelijke zaken). Momenteel wordt dit systeem voornamelijk gebruikt door advocaten, notarissen, gerechtelijk deskundigen, taxateurs en tolken, en insolventiefunctionarissen. Het gebruik van het systeem van elektronische communicatie is in de loop van 2020 toegenomen, nadat elektronische communicatie bij wet verplicht werd gesteld voor rechtspersonen (burgers kunnen er nog steeds voor kiezen om papier te gebruiken). Er is echter nog steeds ruimte voor verbetering, met name in strafzaken: hoewel er technische voorwaarden voor de elektronische communicatie tussen de openbaar aanklagers en rechtbanken bestaan, zijn wijzigingen van het wetboek van strafvordering noodzakelijk, die voor 2022 zijn gepland. Met betrekking tot de elektronische communicatie tussen de openbaar aanklagers en de politie, is er een proef gedaan. De politie stuurt aanklachten in delictzaken naar de rechtbanken, maar om ervoor te zorgen dat rechtbanken via elektronische weg met de politie kunnen communiceren, zijn wetswijzigingen nodig. De bekendmaking van rechterlijke beslissingen in eerste en tweede aanleg blijft zeer beperkt. Het is de bedoeling dat het systeem voor elektronische dossiers tegen 2023 wordt uitgebreid met een speciale anonimiseringsmodule waarmee rechterlijke beslissingen op een openbaar toegankelijk en doorzoekbaar portaal kunnen worden bekendgemaakt.
De staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie hebben tijdelijke versterking gekregen, maar er is nog steeds sprake van een personeelstekort. Zoals vermeld in het verslag over de rechtsstaat 2020 hebben de staatsraad voor de rechtspraak en de staatsraad voor het Openbaar Ministerie aanzienlijke bevoegdheden
, maar blijft hun administratieve capaciteit zeer beperkt. Deze situatie is niet wezenlijk verbeterd. Hoewel de beide raden in 2020 formeel meer financiële middelen hebben ontvangen (25 % meer voor de staatsraad voor de rechtspraak en 40 % meer voor de staatsraad voor het Openbaar Ministerie in vergelijking met 2019), hebben de beperkingen in verband met de COVID-19-pandemie ertoe geleid dat deze middelen pas later werden aangewend voor het aannemen van nieuw personeel. Tot dusver hebben de raden slechts beperkte tijdelijke versterking gekregen voor het verifiëren van de vermogensaangiften van rechters en openbaar aanklagers.
Een nieuw hoger strafhof is met zijn werkzaamheden als gespecialiseerd hof van beroep in strafzaken begonnen. Het hoger strafhof is in januari 2021 gestart met zijn werkzaamheden als gespecialiseerde rechtbank met de bevoegdheid om uitspraak te doen over beroepen tegen beslissingen van provinciale rechtbanken (die optreden als strafhof in eerste of in tweede aanleg)
. Het hof is met zijn werkzaamheden begonnen na de uitspraak van het grondwettelijk hof, waarin werd geoordeeld dat het hoger strafhof geen afbreuk doet aan de grondwettelijke positie van het hooggerechtshof. Er is voorzien in het nodige operationele en administratieve personeel en in een naar behoren uitgeruste rechtszaal. De staatsraad voor de rechtspraak heeft 11 van de in totaal 15 rechters benoemd, zoals bepaald bij het besluit van de minister van Justitie en Openbaar Bestuur voor deze rechtbank, alsook de nieuwe voorzitter van het hof. Het is de bedoeling dat het nieuwe hof als rechtbank van tweede aanleg de werklast van het hooggerechtshof verlicht. Het hooggerechtshof zou zich als rechtbank in derde aanleg op de juridische aspecten van strafzaken kunnen richten.
Efficiëntie
De achterstand en de duur van de procedures zijn afgenomen in rechtbanken van tweede aanleg en voornamelijk toegenomen in rechtbanken van eerste aanleg en blijven tot de grootste en langste in de EU behoren
. De COVID-19-pandemie en de zware aardbevingen in Zagreb en Petrinja hebben een negatieve invloed gehad op de efficiëntie van met name rechtbanken van eerste aanleg, grotendeels als gevolg van uitgestelde terechtzittingen, terwijl de rechtbanken van tweede aanleg en het hooggerechtshof, die voornamelijk werken op basis van schriftelijke gerechtelijke dossiers, efficiënter zijn blijven werken. In 2020 bleef de gemiddelde duur van de procedures bij de rechtbanken van eerste aanleg tot de langste in de EU behoren en nam die voornamelijk toe, tot 1 000 dagen in litigieuze handelszaken (735 in 2019) en 705 dagen in strafzaken bij de gemeentelijke rechtbanken (691 in 2019), terwijl die in litigieuze civielrechtelijke zaken afnam tot 826 dagen (854 in 2019)
. De gemiddelde duur van de procedures is voornamelijk afgenomen voor de provinciale rechtbanken, terwijl litigieuze civielrechtelijke zaken in tweede aanleg slechts 233 dagen duurden (258 in 2019) en strafzaken 804 dagen duurden (930 in 2019). Voor de rechtbanken van eerste aanleg nam de achterstand in handelszaken met 13 % af (in vergelijking met 2019), maar in 2020 nam die in litigieuze civielrechtelijke zaken met 15 % toe, in bestuursrechtelijke zaken met 12 % en in strafzaken met 9 %. Bij de provinciale rechtbanken van tweede aanleg nam de achterstand in litigieuze civielrechtelijke zaken met 22 % en in strafzaken met 9 % af. Zowel de hoge handelsrechtbank als het hooggerechtshof hebben de duur van de procedures verder ingekort en de achterstand teruggebracht in respectievelijk handelszaken en civielrechtelijke zaken. Begin 2021 is het ministerie van Justitie en Openbaar Bestuur begonnen met het opstellen van actieplannen om de werkzaamheden van rechtbanken efficiënter te laten verlopen, met de bedoeling om voor elk rechtsgebied en voor elke gespecialiseerde rechtbank een aangepast plan te ontwikkelen.
II.Corruptiebestrijding
Het ministerie van Justitie en Openbaar Bestuur is de centrale instantie voor corruptiepreventie met een speciale eenheid voor de coördinatie van de uitvoering van de corruptiebestrijdingsstrategieën en bijbehorende actieplannen. Het fungeert ook als centraal orgaan voor de uitwisseling van gegevens over corruptiebestrijding. De raad voor de preventie van corruptie (een adviesorgaan van de regering bestaande uit vertegenwoordigers van overheidsinstellingen en niet-gouvernementele organisaties) en de nationale raad voor het toezicht op de uitvoering van de strategie voor corruptiebestrijding brengen twee keer per jaar verslag uit aan het parlement. Het bureau voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (USKOK) is het gespecialiseerde Openbaar Ministerie dat zich bezighoudt met corruptiedelicten, en de nationale politiedienst voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (PNUSKOK) is de gespecialiseerde politieafdeling die belast is met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van complexe corruptiedelicten. Het nieuwe hoger strafhof werd in 2021 operationeel als hof van tweede aanleg in door het USKOK vervolgde corruptiezaken. De ombudsdienst is bezig met het ontwikkelen van zijn nieuwe taak, namelijk meldingen van klokkenluiders beheren.
Deskundigen en bedrijfsleiders percipiëren het niveau van corruptie in de overheidssector nog steeds als hoog. In de corruptieperceptie-index 2020 van Transparency International scoort Kroatië 47/100, waarmee het op de 18e plaats komt in de Europese Unie en op de 63e plaats wereldwijd. Deze perceptie is de afgelopen vijf jaar verslechterd
.
Een nieuwe strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 is momenteel onderwerp van een openbare raadpleging, terwijl de vorige strategie is verstreken. Het besluit om het proces voor het opstellen van de nieuwe strategie te starten werd genomen op 19 november 2020. Na intern overleg wordt het ontwerpvoorstel van de strategie nu voor openbare raadpleging gepubliceerd. De nieuwe strategie zal worden aangevuld met driejaarlijkse uitvoeringsplannen. Het eerste uitvoeringsplan moet de periode 2022-2024 bestrijken en zal pas na de goedkeuring van de strategie worden opgesteld. Volgens de autoriteiten zal de omvattende strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 erop gericht zijn een breed scala van openstaande vraagstukken te behandelen door vast te stellen welke specifieke gebieden van corruptie sterker moeten worden aangepakt, zoals ook in internationale aanbevelingen wordt onderstreept. De strategie zal voornamelijk gericht zijn op preventie, versterking van het institutionele en wettelijke kader voor corruptiebestrijding, bewustmaking van de schadelijkheid van corruptie bij het grote publiek, grotere transparantie van de werkzaamheden van overheidsorganen en verbetering van integriteitssystemen op tal van prioriteitsgebieden.
Het institutionele kader voor corruptiebestrijding is enigszins aangepast om de efficiëntie te vergroten. Op 22 juli 2020 werden het ministerie van Justitie en het ministerie van Openbaar Bestuur samengevoegd tot het ministerie van Justitie en Openbaar Bestuur. Met deze nieuwe structuur wordt beoogd de werkzaamheden van de sector voor corruptiepreventie te verbeteren, waarin nu twee nieuwe organisatorische eenheden zijn opgenomen. Voorts omvat de raad voor de preventie van corruptie nu vertegenwoordigers van de nationale verkiezingscommissie, de ombudsdienst en het centrale staatsbureau voor de ontwikkeling van de digitale samenleving. De personele en financiële middelen zijn recentelijk enigszins toegenomen. De commissie voor de oplossing van belangenconflicten heeft echter een beperkt aantal personeelsleden.
Het wetgevingskader voor corruptiebestrijding moet nog steeds worden hervormd. De afschaffing van de politieke onschendbaarheid van de leden van de regering werd aangekondigd in het regeringsprogramma 2020-2024, maar tot dusver blijven de voorschriften zoals aangegeven in artikel 34 van de wet inzake de regering, die voorziet in onschendbaarheid voor alle misdrijven waarop maximaal vijf jaar gevangenisstraf staat. Omkoping wordt in het wetboek van strafrecht bestraft met maximaal tien jaar gevangenisstraf en dezelfde bepalingen zijn ook op buitenlandse ambtenaren van toepassing. Het huidige ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030, dat onderwerp is van een openbare raadpleging, voorziet in een specifieke mijlpaal om het kader ter bestrijding van omkoping in internationale handelstransacties te verbeteren. In dit verband wordt in de ontwerpstrategie voorgesteld om het wetgevingskader inzake onschendbaarheid voor de leden van de regering te versterken door onschendbaarheid voor corruptiedelicten uit te sluiten, zoals ook door de Greco wordt aanbevolen.
De vervolging en het onderzoek van corruptiezaken op hoog niveau worden voortgezet, maar als gevolg van langdurige procedures lopen veroordelingen vaak vertraging op. De positieve trend voor de vervolging en het onderzoek van corruptie heeft zich voortgezet, ook op lokaal niveau. In 2020 klaagde het bureau van het Openbaar Ministerie 84 personen aan (109 personen in 2019). In dezelfde periode hebben de rechtbanken uitspraak gedaan met betrekking tot 92 personen, waarvan er 78 werden veroordeeld (85 %). Met betrekking tot de sancties voor corruptiedelicten kregen 31 personen een gevangenisstraf opgelegd (voor 12 personen werd de gevangenisstraf omgezet in een taakstraf) en werden 47 personen voorwaardelijk veroordeeld. In 2020 nam de duur van onderzoeken onder leiding van de openbaar aanklagers in het bureau voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (USKOK) toe (als gevolg van de COVID-19-pandemie en de complexiteit van de zaken). In slechts ongeveer 28 % van de zaken van USKOK werd het onderzoek binnen zes maanden afgerond (90 % in 2019). In ongeveer 35 % van de zaken duurde het onderzoek maximaal één jaar, terwijl het onderzoek in de overige 35 % van de zaken 18 maanden of langer duurde. Zodra de zaken voor de rechtbank komen, is er voor verscheidene corruptiezaken op hoog niveau sprake van langdurige procedures die rechterlijke beslissingen vertragen. Er zijn geen duidelijke stappen gezet om iets te doen aan de inefficiënties van het justitieel stelsel die in het verslag over de rechtsstaat 2020 zijn gemeld. Om deze kwestie aan te pakken, is in de ontwerpstrategie vastgesteld dat het rechtskader voor de vervolging van corruptiedelicten moet worden verbeterd om de gerechtelijke procedures te bespoedigen. Wat de huidige beschikbare middelen betreft, gaf USKOK aan dat er zich moeilijkheden voordoen bij het aanwerven van nieuwe openbaar aanklagers omdat de kandidaten niet aan de deskundigheidseisen voldoen. Zowel USKOK als de nationale politiedienst voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (PNUSKOK) meldden dat de samenwerking bij het onderzoeken en vervolgen van corruptiedelicten goed verloopt. De nationale autoriteiten gaven aan dat de beschikbare middelen toereikend worden bevonden en dat er online gespecialiseerde opleidingen betreffende corruptiebestrijding beschikbaar zijn. Er zijn tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot de beschikbaarheid van uitrusting voor het uitvoeren van complexe onderzoeksactiviteiten. Volgens de ontwerpstrategie zal PNUSKOK zowel op nationaal als lokaal niveau gedigitaliseerd en gerenoveerd worden.
Sinds het verslag over de rechtsstaat 2020 is er beperkte vooruitgang geboekt bij het versterken van het rechtskader inzake de preventie van belangenconflicten. Uit het verslag over de rechtsstaat 2020 blijkt dat het rechtskader inzake belangenconflicten moet worden verbeterd wat de uitvoering ervan betreft en om ervoor te zorgen dat de commissie voor de oplossing van belangenconflicten voldoende bevoegdheden heeft om afschrikkende sancties op te leggen en haar essentiële preventieve rol te vervullen. Hoewel het rechtskader inzake belangenconflicten niet is veranderd, is het ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 bedoeld om het te verbeteren, zonder dat duidelijk wordt gemaakt wat dit precies zou inhouden. De beslissingen van de commissie voor de oplossing van belangenconflicten zijn het onderwerp geweest van een aantal uitspraken van de administratieve rechtbanken en het grondwettelijk hof. Zo bevestigde de hoge administratieve rechtbank, met betrekking tot de bevoegdheden van de commissie uit hoofde van artikel 5 van de wet betreffende de voorkoming van belangenconflicten, op 12 september 2019 de praktijk van de commissie en de sancties die zij had opgelegd. Op 10 december 2020 deed de hoge administratieve rechtbank uitspraak over een beroep en oordeelde de rechter, door te verwijzen naar de bepalingen in artikel 5 van de wet betreffende de voorkoming van belangenconflicten, dat de commissie voor de oplossing van belangenconflicten niet bevoegd is om alleen een schending van de gedragsbeginselen van overheidsfunctionarissen te bestraffen
. De kwestie betreft de interpretatie van artikel 5
en de mogelijkheid voor de commissie om alleen op basis van deze bepaling sancties op te leggen aan overheidsfunctionarissen
. De gevolgen van deze uitspraak zijn belangrijk, aangezien zij betrekking hebben op de sanctiebevoegdheden van de commissie voor de oplossing van belangenconflicten
. De Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (Greco) onderzocht de bevoegdheden van de commissie voor de oplossing van belangenconflicten en benadrukte dat de commissie alleen kan vaststellen of er van een schending sprake is, maar dat zij geen sancties kan opleggen met betrekking tot de artikelen 2 en 5 van de wet
. In dit verband adviseerde de Greco de beschikbare sancties voor schendingen van de wet betreffende de voorkoming van belangenconflicten te herzien om ervoor te zorgen dat aan alle schendingen passende consequenties zijn verbonden. Het maatschappelijk middenveld heeft zijn bezorgdheid geuit over de mogelijke vermindering van de sanctiebevoegdheden van de commissie na de uitspraak van de hoge administratieve rechtbank
. De commissie voor de oplossing van belangenconflicten heeft bezorgdheid geuit over uiteenlopende jurisprudentie en stelde het bureau van het Openbaar Ministerie voor om voor het hooggerechtshof het buitengewoon beroep in te stellen tegen de beslissing van de hoge administratieve rechtbank met als doel deze uitspraak te vernietigen, wat op 14 mei werd geweigerd. Op 27 mei 2021 deed de hoge administratieve rechtbank een aanvullende uitspraak in verband met artikel 5 van de wet, waarmee de uitspraak van de administratieve rechtbank van 19 december 2020 werd bevestigd.
Er zijn geen ethische regels voor de leden van de regering en de parlementsleden en “draaideurpraktijken” zijn nog altijd slechts gedeeltelijk gereguleerd, zoals vermeld in het verslag over de rechtsstaat 2020. Het ontbreken van een gedragscode voor de leden van de regering en de parlementsleden werd opgemerkt door de Greco en er zijn enkele maatregelen genomen om gevolg te geven aan deze aanbevelingen. De regels betreffende draaideurpraktijken zijn niet versterkt en hebben nog steeds een beperkte reikwijdte. Met betrekking tot de bepaling op grond waarvan functionarissen gedurende een periode van twaalf maanden na beëindiging van hun ambt geen baan in de particuliere sector mogen aanvaarden, is die periode door de Greco te kort bevonden, en de Greco heeft ook aanbevolen dat de commissie voor de voorkoming van belangenconflicten een bemiddelende rol krijgt op dit gebied.
Er is een gedragscode voor ambtenaren op staatsniveau, maar op lokaal en regionaal niveau ontbreekt het grotendeels aan gedragscodes. De gedragscode voor ambtenaren op staatsniveau is sinds 2011 van kracht. Op lokaal niveau hebben ambtenaren echter alleen een eigen gedragscode als de lokale/regionale overheid er een heeft aangenomen. Volgens het ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 zijn er op lokaal en regionaal overheidsniveau 142 gedragscodes van kracht. Met de strategie wordt ernaar gestreefd dit aantal te verhogen tot 576 in 2030.
Sinds het verslag over de rechtsstaat 2020 is er op het gebied van lobbywerk enige vooruitgang geboekt en moet er nog steeds uitvoerige wetgeving worden ingevoerd. Met het regeringsprogramma voor 2020-2024 en het ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 wordt de aanneming van omvattende regelgeving beoogd. Hiertoe is een werkgroep opgericht door het ministerie van Justitie
. De noodzaak om lobbywerk te reguleren werd ook benadrukt door de Greco, aangezien haar aanbevelingen op dit gebied nog steeds niet zijn uitgevoerd
.
Er is een groot aantal beroepen aangetekend in procedures voor overheidsopdrachten, die nog steeds hoge risico’s met betrekking tot corruptie opleveren. In het ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 worden overheidsopdrachten aangemerkt als een gebied dat kwetsbaar is voor de risico’s van corruptie. De staatscommissie voor het toezicht op de procedures voor overheidsopdrachten is een onafhankelijk besluitvormingsorgaan (tribunaal) dat verantwoordelijk is voor de beoordeling van beroepen die met betrekking tot overheidsopdrachten zijn ingesteld. In de loop van de jaren is de werklast van deze commissie toegenomen: in 2020 was 66 % van de overheidsopdrachten onderwerp van een beroepsprocedure voor de staatscommissie voor het toezicht op de procedures voor overheidsopdrachten. De cruciale rol van de staatscommissie voor het toezicht op de procedures voor overheidsopdrachten wordt ook erkend in de ontwerpstrategie voor corruptiebestrijding, waarmee verdere versterking van het rechtskader ervan wordt beoogd. Het is belangrijk dat met de hervorming van de staatscommissie haar onafhankelijkheid wordt gewaarborgd, met name wat betreft de benoeming en discipline van de leden van de staatscommissie, in overeenstemming met het EU-recht en rekening houdend met de aanbevelingen van de Raad van Europa. Volgens het ontwerpvoorstel van de strategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 zal het wetgevingskader voor overheidsopdrachten ook worden verbeterd door een versterking van het toezichtmechanisme en de transparantie van de procedures.
De ombudsdienst heeft de eerste externe meldingen van klokkenluiders ontvangen. Na de aanneming van de wet betreffende de bescherming van melders van onregelmatigheden kan de ombudsdienst sinds 2019 meldingen over mogelijk wangedrag of mogelijke misstanden ontvangen. Zoals gemeld door de ombudsdienst werden in 2020 45 klachten behandeld. In dezelfde periode kwamen verschillende ophefmakende corruptiegevallen aan het licht naar aanleiding van meldingen van klokkenluiders.
Om het risico van corruptie met betrekking tot overheidsopdrachten gedurende de COVID-19-pandemie te beperken, hebben functionarissen nieuwe specifieke opleidingen gevolgd
. Met betrekking tot de vervolging werden slechts enkele activiteiten van het bureau van het Openbaar Ministerie uitgesteld als gevolg van de pandemie en werkten de rechtshandhavingsautoriteiten in twee diensten om het risico van contact tot een minimum te beperken. Voorts heeft het ministerie van Economie en Duurzame Ontwikkeling specifieke aanbevelingen gedaan met het oog op de versterking van het systeem voor overheidsopdrachten in de context van de pandemie
.
III.Mediapluriformiteit en -vrijheid
De vrijheid van meningsuiting en informatie is verankerd in de grondwet, terwijl de mediapluriformiteit wordt gewaarborgd door verschillende wetten, met name de wet betreffende de elektronische media en de mediawet. Deze wetten voorzien in de onafhankelijke regulerende instantie voor de media, het agentschap voor elektronische media (AEM), en garanderen dat informatie over media-eigendom voor het publiek beschikbaar is. Een kader voor de toegang tot informatie en openbare documenten is grotendeels voorhanden. De herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten
kan pas in Kroatische wet worden omgezet, als de herziene wet betreffende de elektronische media is goedgekeurd, maar dat is voorlopig nog niet gebeurd. De regering is bovendien voornemens de tweede pijler van het rechtskader voor de Kroatische media, de mediawet, te actualiseren met een voorstel dat eind 2021 wordt verwacht.
Er worden nieuwe kwalificatie-eisen overwogen voor de potentiële leden van het bestuursorgaan van het agentschap voor elektronische media. Het agentschap wordt geleid door een directeur die tevens leiding geeft aan de raad voor elektronische media, het bestuursorgaan van het agentschap. De financiële onafhankelijkheid van het agentschap wordt gewaarborgd doordat deze verbonden is aan de inkomsten van elektronische mediadiensten. De leden van de raad worden bij gewone meerderheid van stemmen benoemd door het parlement, na een voorstel van de regering, op basis van een openbare oproep tot de voordracht van kandidaten. Het feit dat de leden van de raad voor meerdere termijnen van vijf jaar kunnen worden herbenoemd alsook de doorslaggevende invloed van de parlementaire meerderheid bij de benoeming van het orgaan zijn aangemerkt als factoren die mogelijk afbreuk doen aan de politieke onafhankelijkheid van de toezichthouder. De regering is met de ontwerpwet betreffende elektronische media voornemens verdere eisen in te voeren met betrekking tot de opleiding, vaardigheden en beroepservaring van de potentiële leden van de raad.
Er is geen onafhankelijke zelfregulerende mediaraad die zowel de pers en de nieuwsmediasector als uitgevers en journalistenverenigingen vertegenwoordigt. De zelfregulerende gedragscode van de vereniging van Kroatische journalisten is slechts toepasselijk voor de journalisten die in de vereniging worden vertegenwoordigd, en lijkt onvoldoende te worden erkend om journalisten in de praktijk te kunnen beschermen. Het ministerie van Cultuur en Media overweegt om in de context van het voorstel voor een nieuwe mediawet steun te verlenen aan de aanstelling van een onafhankelijke, zelfregulerende mediaraad.
Er zijn verdere verbeteringen van het kader voor de transparantie van informatie over media-eigendom gepland. De regering is in haar ontwerp voor de herziene wet betreffende de elektronische media voornemens de beschikbare informatie vollediger te maken door te vereisen om een uittreksel uit het register met informatie over de uiteindelijke begunstigden bij te voegen en om elektronische publicaties te registreren. Momenteel wordt informatie over media-eigendom met betrekking tot audiovisuele en digitale media beschikbaar gesteld op de website van het agentschap voor elektronische media. Informatie over de gedrukte media wordt verzameld door de kamer van koophandel en gepubliceerd in het Kroatische staatsblad. De indicator van de Media Pluralism Monitor 2021 (monitor voor de pluriformiteit van de media 2021) betreffende de transparantie van de media-eigendom laat een middelgroot risico zien, waarbij wordt benadrukt dat de identiteit van de uiteindelijke begunstigde met het huidige kader kan worden verhuld. Belanghebbenden beweren dat het door het agentschap voor elektronische media bijgehouden register mogelijk leemten vertoont met betrekking tot elektronische publicaties. Volgens de Media Pluralism Monitor 2021 is in Kroatië sprake van grote marktaandelen van toonaangevende media in verschillende marktsegmenten
.
Hoewel er basisregels betreffende staatsreclame zijn, melden belanghebbenden dat met staatsreclame vaak de politieke onafhankelijkheid van de media wordt ondermijnd, met name op lokaal niveau. De wet betreffende de elektronische media bepaalt dat overheidsinstellingen en bedrijven die overwegend in handen zijn van de staat verplicht zijn 15 % van hun jaarlijkse middelen, die bestemd zijn voor de promotie van hun diensten of activiteiten, te gebruiken voor reclame in regionale of lokale televisie- of radio-omroepen. In de Media Pluralism Monitor 2021 is geconcludeerd dat met het huidige kader omroepen vaak afhankelijk zijn van regionale en lokale politiek, terwijl kranten vaak beleidsmaatregelen en standpunten steunen die stroken met de politieke voorkeur van de eigenaar. Met name van regionale en lokale media wordt vaak gedacht dat zij sterk afhankelijk zijn van reclame door lokale overheden, waarmee de kans wordt vergroot dat hun redactionele onafhankelijkheid wordt ondermijnd.
De Kroatische autoriteiten hebben enkele mediaspecifieke maatregelen genomen om het effect van de COVID-19-pandemie te verzachten. Als gevolg van de pandemie zijn de krantenverkoop en de reclame-inkomsten gedaald en hebben veel media de lonen verlaagd en personeel ontslagen. Met name freelancejournalisten werden daardoor getroffen. De vakbond van Kroatische journalisten is van mening dat de arbeidsomstandigheden van journalisten tijdens de pandemie aanzienlijk zijn verslechterd. Mediabedrijven hebben kunnen profiteren van algemene steunprogramma’s van de regering. Naar aanleiding van de steunverzoeken van belanghebbenden heeft de regering via het agentschap voor elektronische media een openbare oproep gedaan om freelancejournalisten en deeltijdwerknemers in de media te ondersteunen.
De toegang tot informatie is bij wet gewaarborgd, maar er zijn nog steeds grote vertragingen in de behandeling van verzoeken van journalisten door de overheidsinstanties. De uitvoering van de wet betreffende het recht op toegang tot informatie wordt gewaarborgd door de commissaris voor informatie en diens bureau. In een groot aantal gevallen is de rechtstreekse betrokkenheid van het bureau van de commissaris voor informatie vereist opdat er gevolg wordt gegeven aan verzoeken van journalisten om toegang tot informatie. Volgens de Media Pluralism Monitor 2021 bestaat er een middelgroot risico in verband met de bescherming van het recht op informatie. De Greco heeft aanbevolen dat er maatregelen moeten worden genomen om de uitvoering van beslissingen van de commissaris voor informatie in overeenstemming met de wet te versterken.
Er bestaat weliswaar een rechtskader voor de bescherming van journalisten, maar journalisten blijven zowel online als offline het doelwit van haatuitingen en bedreigingen. Een aantal spraakmakende zaken had betrekking op verbale aanvallen van politici op journalisten, waarbij duidelijk spanningen in de relatie tussen bepaalde politici en de media naar voren kwamen. Verder hebben belanghebbenden gezegd dat zij zich er ernstige zorgen over maken dat de Kroatische radio en televisie vertegenwoordigers van de vakbond van Kroatische journalisten en de vereniging van Kroatische journalisten zou hebben ontslagen of met ontslag hebben bedreigd. Het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten heeft sinds oktober 2020 vijf waarschuwingen geregistreerd in verband met gebeurtenissen in Kroatië, met name in verband met bedreigingen of beledigingen van journalisten alsook een proces dat tegen een mediadienst is aangespannen wegens laster. Hoewel er in 2020 fysieke aanvallen op journalisten hebben plaatsgevonden, lijkt dit geen wijdverspreid probleem te zijn en geven de politiediensten gevolg aan dat soort gevallen.
Strategische rechtszaken ter ontmoediging van publieksparticipatie (SLAPP’s) vormen nog steeds een ernstig probleem. Bij een enquête door de vereniging van Kroatische journalisten in april 2021 werden 924 actieve rechtszaken tegen journalisten en de media in Kroatië geteld (in vergelijking met 905 in 2020). De vereniging benadrukt dat deze rechtszaken een grote impact hebben op de betrokken media, waarbij met name het bestaan van kleinere, lokale mediadiensten en freelancejournalisten in gevaar komt. Voorbeelden van dergelijke zaken zijn onder meer rechtszaken tegen journalisten door vooraanstaande politici of overheidsfunctionarissen
. Hoewel rechtbanken vaak de betrokken journalisten in het gelijk stellen, vormen SLAPP’s een aanzienlijk financieel risico voor journalisten en kunnen zij een behoorlijk intimiderend effect hebben. Veel SLAPP’s tegen journalisten zijn gebaseerd op beschuldigingen van laster. Belanghebbenden hebben de regering verzocht deze kwestie aan te pakken, onder meer door laster uit het strafrecht te verwijderen. De Kroatische autoriteiten hebben een groep van deskundigen opgezet die advies moet geven over beleidsinitiatieven om strategische rechtszaken ter ontmoediging van burgerparticipatie tegen te gaan.
IV.Andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen
Kroatië heeft een parlementair eenkamerstelsel, waarin het grondwettelijk hof achteraf grondwettelijke toetsingen kan uitvoeren, ook in concrete gevallen op basis van een grondwettelijke klacht. Wetsontwerpen kunnen door elk lid van het parlement of de regering worden ingediend. De ombudsdienst voor het volk, die verantwoordelijk is voor de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de vrijheden, de commissaris voor informatie en de ombudsdienst voor gendergelijkheid, die de rol van het orgaan voor gelijke kansen vervult, zijn allemaal onafhankelijke organen die een rol spelen in het systeem van controles en waarborgen.
Hoewel openbare raadplegingen in de wetgevingsprocedures zijn vervat, wordt burgerparticipatie door belanghebbenden eerder als formalistisch dan als inhoudelijk ervaren. Openbare raadplegingen worden georganiseerd via het centrale overheidsportaal voor elektronische raadplegingen. Het regeringsbureau voor wetgeving coördineert de openbare raadplegingen en beheert het portaal voor elektronische raadplegingen. Het aantal jaarlijks georganiseerde openbare raadplegingen is voornamelijk gestegen. Het bureau van de commissaris voor informatie heeft, in het kader van zijn reguliere activiteiten, bijgehouden hoe de raadplegingen in 2020 werden georganiseerd
. Net als in voorgaande jaren hielden onregelmatigheden meestal verband met de duur van de raadpleging en het ontbreken van redenen om de termijn te verkorten. Klachten hebben bovendien ook betrekking op het niet publiceren van het verslag over de georganiseerde raadpleging, en op het niet goedkeuren of niet bekendmaken van plannen voor openbare raadplegingen. Voorts ervaren belanghebbenden de openbare raadplegingen, ook met het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties, eerder als formalistisch dan als inhoudelijk. Voor 2021 zijn verbeteringen van het portaal voor elektronische raadplegingen gepland die voornamelijk zijn bedoeld om de bestaande functies uit te breiden en te upgraden.
Het is de bedoeling dat de uitvoering van het regelgevingsbeleid wordt verbeterd. In maart 2021 is het regeringsbureau voor wetgeving gestart met een project voor technische ondersteuning ter versterking van de analysecapaciteit om passende methodologische instrumenten en processen toe te passen voor de uitvoering van de regelgevingseffectbeoordelingen vooraf en achteraf. Met het project zou binnen de overheidsinstanties waar dat het meest relevant is, de toepassing worden verspreid van gerelateerde methoden en processen, door opleidingen te verzorgen voor de voornaamste actoren en belanghebbenden binnen het systeem van effectbeoordeling van de regelgeving, zoals vakministeries. Het doel is om de totale capaciteit en de prestaties op het gebied van regelgeving te verbeteren, hoewel problemen met het niet opnemen van secundaire wetgeving en beperkte middelen op lokaal en regionaal niveau kunnen blijven bestaan. Er bestaan ook nog tekortkomingen in de uitvoering van regelgevingseffectbeoordelingen. Regelgevingseffectbeoordelingen worden voornamelijk uitgevoerd door de ministeries, terwijl het regeringsbureau voor wetgeving opleidingen in methodologie en het opstellen van wetgeving geeft. Het mandaat van het regeringsbureau voor wetgeving is beperkt tot het onderzoek van effectbeoordelingen voor primaire wetgeving. Als gevolg daarvan wordt ondergeschikte regelgeving niet gecontroleerd, behalve de kmo-toets. Bovendien ontbreekt het de overheidsinstanties, en in het bijzonder lokale en regionale overheden, aan de personele middelen of ervaring om het regelgevingsbeleid op doeltreffende wijze uit te voeren.
De maatregelen in verband met de COVID-19-pandemie zijn genomen op basis van de tweemaal gewijzigde wetgeving inzake infectieziekten. Kroatië heeft geen noodtoestand uitgeroepen. In plaats daarvan zijn maatregelen om de COVID-19-pandemie aan te pakken genomen op basis van de wet betreffende de bescherming van de bevolking tegen infectieziekten, en op basis van de wet betreffende het stelsel voor civiele bescherming, die beide tweemaal zijn gewijzigd sinds het begin van de pandemie. De grondwettigheid en de rechtmatigheid van zowel het gewijzigde rechtskader als de specifieke ingevoerde beperkende maatregelen zijn aangevochten voor het grondwettelijk hof, dat heeft bevestigd dat zij in overeenstemming met de grondwet waren. Het grondwettelijk hof heeft ook de moties behandeld die waren ingediend door personen die verzochten om toetsing van de grondwettigheid en rechtmatigheid van bepaalde hiermee samenhangende beslissingen van de autoriteit voor civiele bescherming. Het hof bevestigde de rechtmatigheid ervan en erkende dat zij een legitiem doel hadden, namelijk het leven en de gezondheid van de burgers beschermen, en dat zij noodzakelijk waren om dat doel te bereiken. In afzonderlijke procedures die het op eigen initiatief was gestart, stelde het hof vast dat één maatregel van de autoriteit voor civiele bescherming niet aan het evenredigheidsvereiste voldeed.
Het grondwettelijk hof oordeelde dat het parlement alternatieve manieren moest vinden om de participatie van de parlementsleden gedurende de COVID-19-pandemie te waarborgen. Het parlement is zowel tijdens de COVID-19-pandemie als in de nasleep van de aardbeving in december 2020 blijven doorwerken. In april 2020 werd het reglement van orde gewijzigd, waarbij in speciale situaties het aantal parlementsleden die gelijktijdig in de stemzaal kunnen zitten werd beperkt, en de duur van de debatten verder werd ingekort. In oktober 2020 verklaarde het grondwettelijk hof deze wijzigingen ongrondwettelijk, met als argument dat er technische mogelijkheden waren om de werkzaamheden van het parlement zodanig te organiseren dat de deelname van de parlementsleden aan plenaire vergaderingen en andere debatten niet zou worden beperkt. In november 2020 werd een nieuwe wijziging van het reglement van orde aangenomen om ervoor te zorgen dat alle parlementsleden aan de debatten konden deelnemen. De plenaire vergaderingen worden tegelijkertijd in meerdere zalen georganiseerd, en daarbij wordt ook gebruikgemaakt van toegang op afstand. Het IT-systeem biedt echter niet de mogelijkheid de door de individuele leden van het parlement uitgebrachte stemmen te registreren, en deelname op afstand is alleen mogelijk voor leden die in thuisisolatie of isolatie zijn gegaan. Met betrekking tot het parlementaire toezicht op de COVID-19-maatregelen, heeft het parlement de regering in december 2020 verzocht om driemaal per jaar een verslag in te dienen over de gevolgen van de uitvoering van de wet betreffende de bescherming van de bevolking tegen infectieziekten, zolang het besluit inzake de afkondiging van de epidemie van kracht blijft. In januari 2021 diende de regering het eerste verslag in met betrekking tot de periode van maart 2020 tot januari 2021, dat het parlement met meerderheid van stemmen aannam. Met betrekking tot de wetgevingsprocedure werd tussen januari 2020 en maart 2021 51 % van het totale aantal wetten aangenomen via de spoedprocedure, wat neerkomt op een daling ten opzichte van 2019. Een significant aandeel van deze wetten hield verband met de COVID-19-pandemie.
De ombudsdienst voor het volk is begonnen met de uitoefening van zijn nieuwe bevoegdheden. In 2020 werd een nieuw reglement van orde voor de ombudsdienst aangenomen door het parlement, waarmee binnen de ombudsdienst een nieuwe afdeling ter bescherming van klokkenluiders werd opgericht, gevolgd door de benoeming van één extra personeelslid dat verantwoordelijk is voor deze taken. Volgens de ombudsdienst voor het volk blijft het ministerie van Binnenlandse Zaken de ombudsdienst de toegang tot informatie over de behandeling van irreguliere migranten weigeren
. In dat opzicht blijft de kwestie van het bieden van toegang tot informatie aan de vertegenwoordigers van de ombudsdienst, gebaseerd op de interpretatie van de relevante nationale wet, onderwerp van discussie tussen de ombudsdienst en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aanbevelingen van het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (ENNHRI)
om ervoor te zorgen dat nationale institutionele structuren, zoals de ombudsdienst, toegang tot informatie krijgen om onafhankelijke, deugdelijke en snelle onderzoeken te waarborgen, zijn van bijzonder belang in het licht van de aantijgingen over uitzettingen aan de buitengrenzen
, met als doel te garanderen dat de grondrechten te allen tijde in acht worden genomen. De Kroatische autoriteiten hebben, in samenwerking met de Europese Commissie, EU-agentschappen en betrokken belanghebbenden, waaronder de ombudsdienst, een onafhankelijk monitoringmechanisme voor grenstoezicht opgezet, dat op 8 juni 2021 in werking trad.
De regering is nog bezig met de voorbereiding van het nationale plan voor het creëren en mogelijk maken van een omgeving voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld 2021-2027. Zoals aangegeven in het verslag over de rechtsstaat 2020, moet het beoogde nationale plan het wettelijke, financiële en institutionele ondersteuningssysteem voor de activiteiten van maatschappelijke organisaties verbeteren, aangezien deze belangrijk worden geacht voor de sociaal-economische ontwikkeling van Kroatië, alsook om vorm te geven aan relevant EU- en internationaal beleid en dit uit te voeren. Het regeringsbureau voor samenwerking met ngo’s is voornemens om maatschappelijke organisaties via een openbare oproep bij de werkgroep van deskundigen te betrekken. Het regeringsbureau blijft de open dagen voor ngo’s organiseren. De ruimte voor het maatschappelijk middenveld in Kroatië wordt als vernauwd aangemerkt
. De ombudsdienst heeft in 2020 een zaak geopend in verband met de ruimte voor het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers in de context van de COVID-19-pandemie.
Bijlage I: lijst van bronnen in alfabetische volgorde*
* De lijst van de bijdragen die zijn ontvangen in het kader van de raadpleging voor het verslag over de rechtsstaat 2021 is te vinden op
https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/upholding-rule-law/rule-law/rule-law-mechanism/2021-rule-law-report-targeted-stakeholder-consultation
Algemene vergadering van het hooggerechtshof (2021), persbericht van 18 mei 2021,
http://www.vsrh.hr/EasyWeb.asp?pcpid=560
Algemene vergadering van het hooggerechtshof van Kroatië (2021), persbericht van 26 maart 2021,
http://www.vsrh.hr/EasyWeb.asp?pcpid=560
Arrest van het grondwettelijk hof van 14 september 2020, U-II-2379/2020,
https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/full/2020_09_105_1969.html
Arrest van het grondwettelijk hof van 2 juli 2019, U-III-673/2018,
https://sljeme.usud.hr/usud/praksaw.nsf/fOdluka.xsp?action=openDocument&documentId=C12570D30061CE54C125842D00218646
Arrest van het grondwettelijk hof van 23 maart 2021, U-I-1039/2021,
https://sljeme.usud.hr/Usud/Praksaw.nsf/C12570D30061CE54C12586A200446E08/$FILE/U-I-1039-2021%20i%20dr.pdf
Arrest van het grondwettelijk hof van 3 november 2020, U-I-4658/2019,
https://sljeme.usud.hr/Usud/Praksaw.nsf/C12570D30061CE54C1258615004B58C4/$FILE/U-I-4658-2019%20i%20dr.pdf
Asylum Information Database, Country Report Croatia, update voor 2020,
https://asylumineurope.org/wp-content/uploads/2021/05/AIDA-HR_2020update.pdf
Bureau van de president van de republiek (2021), persbericht van 8 maart 2021,
https://www.predsjednik.hr/vijesti/predsjednik-republike-predlozio-je-zlatu-durdevic-za-predsjednicu-vrhovnog-suda-republike-hrvatske/
Bureau van de president van de republiek (2021), persbericht van 25 maart 2021,
https://www.predsjednik.hr/vijesti/ured-predsjednika-republike-hrvatske-uputio-dopis-drzavnom-sudbenom-vijecu/
Centrum voor vredesstudies (Centar za mirovne studije) en het Kroatische platform voor internationale burgersolidariteit (CROSOL) (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Ethische raad van het hooggerechtshof, De ethische raad van het hooggerechtshof van de Republiek Kroatië heeft een besluit genomen over de klachten van rechters in de procedure voor het beoordelen van de aanwezigheid van een schending van de code inzake rechtsethiek (tekst in het Kroatisch) — Persbericht van 31 mei 2021,
http://www.vsrh.hr/EasyWeb.asp?pcpid=560
;
http://www.vsrh.hr/CustomPages/Static/HRV/Files/2021dok/Priopcenja/Ev%205-2021-3.pdf
;
http://www.vsrh.hr/CustomPages/Static/HRV/Files/2021dok/Priopcenja/Ev%207-2021-4.pdf
;
http://www.vsrh.hr/CustomPages/Static/HRV/Files/2021dok/Priopcenja/Ev%208-2021-3.pdf
;
http://www.vsrh.hr/CustomPages/Static/HRV/Files/2021dok/Priopcenja/Ev%208-2021-4.pdf
).
European Civic Forum (GONG) (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Europese Commissie (2019-2021), EU-scorebord voor justitie.
GONG (2021), Letter to GRECO: The Commission must not be destroyed, 4 februari 2021,
https://www.gong.hr/en/good-governance/anti-corruption-policy/letter-to-greco-plenkovic-undermines-the-fight-aga/
Greco (2020), Fifth evaluation round — Evaluation Report on Croatia on preventing corruption and promoting integrity in central governments (top executive functions) and law enforcement agencies, 24 maart 2020,
https://rm.coe.int/fifth-round-evaluation-report-on-croatia-preventing-corruption-and-pro/16809cff22
Greco, Fourth Evaluation Round: Fourth Evaluation Round, Addendum to the Second Compliance Report Croatia, Addendum to the Second Compliance Report Croatia, 21 oktober 2020,
https://rm.coe.int/fourth-evaluation-round-corruption-prevention-in-respect-of-members-of/1680a010c3
Hoge administratieve rechtbank, persbericht van 3 februari 2021,
https://sudovi.hr/sites/default/files/priopcenja/2021-02/Visoki%20upravni%20sud%20Republike%20Hrvatske%20-%20priop%C4%87enje%20za%20javnost%203.%20velja%C4%8De%202021.pdf
Hooggerechtshof van Kroatië (2021), persbericht van 18 mei 2021,
http://www.vsrh.hr/EasyWeb.asp?pcpid=560
Hooggerechtshof van Kroatië (2021), verzoek van de voorzitter van het hooggerechtshof, 5 maart 2021,
http://www.vsrh.hr/CustomPages/Static/HRV/Files/2021dok/Priopcenja/Prituzba-2021.pdf
Human Rights House Zagreb (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
ILGA-Europe (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Kroatisch parlement, Strategie voor corruptiebestrijding 2015-2020, 27 februari 2015,
https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2015_03_26_545.html
Nationale verslagen opgesteld door het Franse nationale mensenrechteninstituut (CNCDH), de Kroatische, Griekse, Servische en Sloveense nationale mensenrechteninstituten, [datum – nog bij te werken],
http://ennhri.org/rights-at-borders/
Novi list (2021), Nieuwe vacature gepubliceerd voor de voorzitter van het hooggerechtshof, uiterste termijn voor kandidaturen is 30 dagen (tekst in het Kroatisch), 31 maart 2021,
https://www.novilist.hr/novosti/hrvatska/raspisan-novi-poziv-za-predsjednika-vrhovnog-suda/?meta_refresh=true
Ontwerpstrategie voor corruptiebestrijding voor 2021-2030 zoals gepubliceerd voor openbare raadpleging, 25 juni 2021,
https://esavjetovanja.gov.hr/ECon/MainScreen?entityId=16930
Osservatorio Balcani Caucaso Transeuropa (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Raad van Europa (2021), Platform ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten, President of Croatian Journalists’ Union Maja Sever Threatened with Dismissal, no. 40/2021.
Raad van Europa, Platform ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten (2021), Defamation Lawsuit against INDEX d.o.o., no. 80/2021.
Telegram (2021), Ovo je bomba. Telegram otkriva tajnu snimku: ovako HDZ-ov gradonačelnik Požege diktira koje firme moraju dobiti poslove, 12 januari 2021,
https://www.telegram.hr/politika-kriminal/ovo-je-bomba-telegram-otkriva-tajnu-snimku-ovako-hdz-ov-gradonacelnik-pozege-diktira-koje-firme-moraju-dobiti-poslove/
Uitspraak van de hoge administratieve rechtbank van 10 december 2020, Usž–2745/18-5,
https://www.sukobinteresa.hr/sites/default/files/akti/2021/milan_bandic_p-130-14_presuda_visokog_upravnog_suda_republike_hrvatske.pdf
Uitspraak van de hoge administratieve rechtbank van 12 september 2019, Usž-1948/192,
https://www.sukobinteresa.hr/sites/default/files/akti/2019/p-73-18-19-27.pdf
Uitspraak van de hoge administratieve rechtbank van 27 mei 2020, Usž – 2889/20-2,
https://www.sukobinteresa.hr/sites/default/files/akti/2021/andrej_plenkovic_p-381-18_presuda_visokog_upravnog_suda_usz-2889-20.pdf
Večernji list (2020), Dosje o Bandićevoj poskupjeloj Žičari: Laži, aneksi, tužbe ljubavne afere, osvete..., 29 november 2020,
https://www.vecernji.hr/vijesti/dosje-o-bandicevoj-poskupjeloj-zicari-lazi-aneksi-tuzbe-ljubavne-afere-osvete-1449799
Večernji list (2020), USKOK i PNUSKOK provode izvide o sljemenskoj žičari, 27 november 2020,
https://www.vecernji.hr/vijesti/uskok-i-pnuskok-provode-izvide-o-sljemenskoj-zicari-1449498
Vereniging van Kroatische journalisten (2020), CJA’s poll: over 905 lawsuits against journalists and the media currently active in Croatia, 1 mei 2020,
https://hnd.hr/eng/cja-s-poll-over-905-lawsuits-against-journalists-and-the-media-currently-active-in-croatia
Vereniging van Kroatische journalisten (2021), At least 924 lawsuits against journalists and the media currently active in Croatia, 16 april 2021,
https://hnd.hr/eng/cja-survey-at-least-924-lawsuits-against-journalists-and-the-media-currently-active-in-croatia
Vereniging van Kroatische journalisten (2021), Bačić’s persecution of the leaders of the CJA and the Journalists’ Union is a new blow to media freedom, 13 maart 2021,
https://hnd.hr/eng/bacic-s-persecution-of-the-leaders-of-the-cja-and-the-journalists-union-is-a-new-blow-to-media-freedom
Vereniging van Kroatische journalisten en de vakbond van Kroatische journalisten (2021), bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2021.
Vereniging van rechters (2021), persbericht van 29 april 2021,
http://uhs.hr/archives/1544
De diensten van de Commissie hebben in april en mei 2021 virtueel vergaderd met:
·Ministerie van Justitie en Openbaar Bestuur
·Ministerie van Cultuur en Media
·Bureau voor samenwerking met ngo’s
·Regeringsbureau voor wetgeving
·Hooggerechtshof
·Staatsraad voor de rechtspraak
·Staatsraad voor het Openbaar Ministerie
·Bureau van het Openbaar Ministerie (met inbegrip van gespecialiseerde vervolging van corruptie door USKOK)
·PNUSKOK — gespecialiseerde politie voor corruptiebestrijding
·Nationale commissie voor het toezicht op de procedures voor overheidsopdrachten
·Commissie voor de voorkoming van belangenconflicten
·Parlementaire nationale raad voor het toezicht op de uitvoering van de strategie voor corruptiebestrijding
·Regeringsraad voor de preventie van corruptie
·Secretariaat van het parlement
·Agentschap voor elektronische media
·Bureau van de commissaris voor informatie
·Ombudsdienst
·Vakbond van Kroatische journalisten
·Vereniging van Kroatische journalisten
·Vereniging van Kroatische krantenuitgevers
·Nationale Rekenkamer
·Vereniging van rechters (rechter Damir Kontrec)
·Orde van advocaten
·GONG
·Centar za mirovne studije (Centrum voor vredesstudies)
·Human Rights House
·CROSOL
·Peace Institute
* Tijdens een reeks horizontale vergaderingen heeft de Commissie ook de volgende organisaties ontmoet:
·Amnesty International
·Center for Reproductive Rights
·Civicus
·Civil Liberties Union for Europe
·Civil Society Europe
·Conference of European Churches
·EuroCommerce
·European Center for Not-for-Profit Law
·European Centre for Press and Media Freedom
·European Civic Forum
·European Federation of Journalists
·European Partnership for Democracy
·European Youth Forum
·Front Line Defenders
·Human Rights House Foundation
·Human Rights Watch
·ILGA-Europe
·International Commission of Jurists
·International Federation for Human Rights
·International Planned Parenthood Federation European Network (IPPF EN)
·International Press Institute
·Netherlands Helsinki Committee
·Open Society European Policy Institute
·Philanthropy Advocacy
·Protection International
·Reporters without Borders
·Transparency International EU