Werken met sjablonen in Pages op de Mac
Een sjabloon is een vooraf gedefinieerde verzameling elementen, zoals een lay-out en plaatsaanduidingen voor tekst en afbeeldingen, waarmee je een document aanmaakt. Plaatsaanduidingen geven je een idee van hoe een document met deze sjabloon en de bijbehorende tekst- en objectstijlen eruitziet. Telkens wanneer je een nieuw document aanmaakt, kies je als basis een sjabloon uit de sjabloonkiezer (zie de afbeelding hieronder).
Wanneer je een sjabloon hebt geopend, kun je je eigen tekst toevoegen, plaatsaanduidingen voor afbeeldingen vervangen of verwijderen en nieuwe objecten toevoegen (tabellen, diagrammen, tekstvakken, vormen, lijnen en media).
Pages-sjablonen zijn bedoeld voor ofwel tekstverwerking ofwel paginalay-out. Zo zijn de sjablonen 'Opstel' en 'Nieuwsbrief - school' en de boeksjablonen met de paginarichting 'Staand' bedoeld voor tekstverwerking. De sjablonen 'Flyer met strookjes', 'Brochure - museum' en de boeksjablonen met de paginarichting 'Liggend' zijn bedoeld voor paginalay-out. Nadat je met het opstellen van je document bent begonnen, kun je niet meer overstappen op een andere sjabloon. Het is echter wel mogelijk om een document om te zetten van een tekstverwerkingsdocument in een paginalay-outdocument en omgekeerd.
In Pages-sjablonen kunnen gegevens worden opgenomen uit 'Mijn kaart' in Contacten. Zie 'Mijn kaart' instellen in Contacten voor informatie over het instellen van 'Mijn kaart'.
Bij het openen van een sjabloon wordt je mogelijk gevraagd om Pages toegang tot de gegevens van je contactpersonen te geven. Klik in het dialoogvenster op 'OK' om dit toe te staan. Klik op 'Sta niet toe' als je geen toegang wilt geven tot de gegevens van je contactpersonen. Zie Apps toestaan om gegevens van je contactpersonen te gebruiken voor meer informatie hierover.
Een sjabloon kiezen
Ga op de Mac naar de Pages-app .
Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op de knop 'Nieuw document'. Je kunt ook 'Archief' > 'Nieuw' kiezen uit het Pages-menu boven in het scherm.
Scrol in de sjabloonkiezer om een sjabloon te zoeken voor het type document (of envelop) dat je wilt aanmaken. Klik vervolgens dubbel op de sjabloon om deze te openen.
Een document aanmaken dat vooral uit tekst bestaat: Kies een van de sjablonen uit de categorie 'Eenvoudig' (dit zijn allemaal sjablonen voor tekstverwerkingsdocumenten).
Een brochure, een poster of een document met een complexere lay-out aanmaken: Kies een sjabloon die het meest lijkt op wat je wilt aanmaken. Er zijn verschillende sjablonen voor zowel tekstverwerkingsdocumenten als paginalay-outdocumenten.
Een interactief boek aanmaken: Kies een boeksjabloon. Boeken in de EPUB-structuur kunnen in Boeken en in andere eBook-readers worden geopend.
Een document aanmaken in de opmaak van een andere taal: Kies de taal uit het pop‑upmenu linksonder in de sjabloonkiezer en kies vervolgens een sjabloon. Zie Een document in een andere taal opmaken.
Bepaalde sjablonen worden pas naar je computer gedownload als je ze kiest of een document opent waarin de sjabloon wordt gebruikt. Als op dat moment je verbinding traag is of je offline bent, worden plaatsaanduidingen voor afbeeldingen in het document mogelijk met een lagere resolutie weergegeven tot je weer online bent of de sjabloon is gedownload.
Zie Je eerste document aanmaken voor meer informatie over het aanmaken van een document op basis van een sjabloon.
Het type sjabloon achterhalen
Ga op de Mac naar de Pages-app .
Open een document, klik op in de knoppenbalk en kijk of het aankruisvak 'Hoofdtekst van document' is ingeschakeld.
Als het aankruisvak is ingeschakeld, is de sjabloon bedoeld voor tekstverwerking. Zo niet, dan is de sjabloon bedoeld voor paginalay-out.
Omzetten naar een tekstverwerkingsdocument
Als je een paginalay-outdocument omzet naar een tekstverwerkingsdocument, blijven alle bestaande objecten, waaronder tekstvakken, in het document staan. Als tekstvakken en objecten in lagen zijn geplaatst, moet je de laagindeling en de tekstomloop aanpassen in het omgezette document.
Ga op de Mac naar de Pages-app en open een paginalay‑outdocument.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Archief' > 'Zet om naar tekstverwerking' (uit het Archief-menu boven in het scherm).
Klik op de tab 'Document' in de navigatiekolom 'Document' en schakel het aankruisvak 'Hoofdtekst van document' in.
Belangrijk: Als je je bedenkt, druk je op Command + Z op het toetsenbord om de laatste bewerking ongedaan te maken. Je kunt op deze toetscombinatie blijven drukken om je meest recente bewerkingen ongedaan te maken. Je kunt het document ook herstellen naar een vorige versie.
Omzetten naar een paginalay-outdocument
WAARSCHUWING: Wanneer je een tekstverwerkingsdocument omzet in een paginalay-outdocument, wordt alle bestaande hoofdtekst (de tekst die niet in een tekstvak staat) samen met alle objecten waarvoor 'Regelgebonden met tekst' is ingesteld, verwijderd. Als je de hoofdtekst en regelgebonden objecten wilt bewaren, moet je deze kopiëren voordat je het document omzet. Voeg vervolgens een tekstvak toe aan het nieuwe document en plak de gekopieerde tekst. Objecten die een vaste plek op de pagina hebben en niet met de tekst meebewegen, blijven behouden wanneer het document wordt omgezet.
Ga op de Mac naar de Pages-app .
Open een tekstverwerkingsdocument en voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Archief' > 'Zet om naar paginalay-out' (uit het Archief-menu boven in het scherm).
Klik op de tab 'Document' in de navigatiekolom 'Document' en schakel het aankruisvak 'Hoofdtekst van document' uit.
Belangrijk: Als je je bedenkt, druk je op Command + Z op het toetsenbord om de laatste bewerking ongedaan te maken. Je kunt op deze toetscombinatie blijven drukken om je meest recente bewerkingen ongedaan te maken. Je kunt het document ook herstellen naar een vorige versie.
Nieuwe documenten aanmaken op basis van een specifieke sjabloon
Je kunt in Pages instellen dat een nieuw document altijd met een bepaalde sjabloon wordt geopend in plaats van dat je met de sjabloonkiezer moet werken.
Ga op de Mac naar de Pages-app .
Kies 'Pages' > 'Instellingen' (uit het Pages-menu boven in het scherm).
Klik boven in het instellingenvenster op 'Algemeen' en selecteer vervolgens 'Gebruik sjabloon'.
Voer een van de volgende stappen uit:
De geselecteerde sjabloon gebruiken: Controleer of de naam van de sjabloon die je wilt gebruiken, wordt vermeld achter 'Gebruik sjabloon'.
Een andere sjabloon kiezen: Klik op de knop 'Wijzig sjabloon', klik op een sjabloon en klik daarna op 'Kies'.
Sluit het instellingenvenster.
Je kunt na het wijzigen van deze instelling nog steeds een nieuw document met een andere sjabloon openen. Houd hiervoor de Option-toets ingedrukt en kies 'Archief' > 'Nieuw uit sjabloonkiezer' (uit het Archief-menu boven in het scherm).
Een sjabloon voor visitekaartjes gebruiken
De sjablonen voor visitekaartjes zijn paginalay-outdocumenten, dus alle tekst bevindt zich in tekstvakken. Je kunt dit proces versnellen door de bewerkte tekst op het eerste kaartje te groeperen, de tekst te kopiëren en deze vervolgens op elk ander kaartje te plakken.
Ga op de Mac naar de Pages-app .
Schakel hulplijnen in (kies 'Pages' > 'Instellingen' uit het Pages-menu boven in het scherm, klik op 'Linialen' en schakel alle aankruisvakken onder 'Hulplijnen' in).
Met hulplijnen kun je tekst op elk kaartje op dezelfde plaats weergeven.
Kies 'Archief' > 'Nieuw' (uit het Archief-menu boven in het scherm) en klik vervolgens op 'Briefpapier' links in de sjabloonkiezer.
Scrol omlaag naar het gedeelte met visitekaartjes en klik dubbel op een visitekaartjessjabloon.
Met de nummers onderaan elke pagina wordt het commerciële visitekaartjespapier aangeduid waarvoor de pagina is ontworpen. Pagina's die je niet gebruikt, kun je verwijderen. Klik hiervoor op in de knoppenbalk, kies 'Paginaminiaturen', selecteer de pagina en druk op de Delete-toets op het toetsenbord.
Klik dubbel op een plaatsaanduiding voor tekst op het eerste kaartje en typ je eigen gegevens.
Klik met de Command-toets ingedrukt op alle tekst en afbeeldingen die je op de kaart hebt gewijzigd.
Klik op de tab 'Orden' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op 'Groepeer' onderaan de navigatiekolom.
Als alle tekst is gegroepeerd, kun je kopiëren en plakken met behoud van afstand en uitlijning.
Verwijder de tekstvakken op het volgende kaartje.
Selecteer de gegroepeerde tekst en afbeeldingen op het eerste visitekaartje, kies 'Wijzig' > 'Kopieer' en kies vervolgens 'Wijzig' > 'Plak' (uit het Wijzig-menu boven in het scherm).
Je kunt ook toetscombinaties gebruiken: Command + C voor kopiëren en Command + V voor plakken. De geplakte kopie overlapt de eerste kaart een klein beetje.
Sleep de geplakte kopie naar de kaart waarvan je de inhoud hebt verwijderd, totdat de hulplijnen verschijnen.
De hulplijnen verschijnen wanneer de nieuwe kopie horizontaal en verticaal exact is uitgelijnd met de tekst op de andere kaartjes.
Verwijder de tekst op de volgende kaart, plak nogmaals en sleep de geplakte kopie naar de lege kaart.
Ga verder met het verwijderen van plaatsaanduidingstekst, het plakken van de kopie en het uitlijnen van de inhoud totdat alle kaartjes op de pagina je gegevens bevatten.
Kies 'Archief' > 'Druk af' (uit het Archief-menu boven in het scherm), klik op het pop‑upmenu 'Printer', kies een printer en klik vervolgens op 'Druk af'.
Als je de ongewenste pagina niet direct uit de sjabloon hebt verwijderd, let er dan op dat je alleen de bewerkte pagina afdrukt.
Je kunt een van de vooraf gedefinieerde sjablonen aanpassen en deze vervolgens als een aangepaste sjabloon bewaren. Zie Aangepaste sjablonen aanmaken en beheren.