Afbeeldingen importeren van een camera in Voorvertoning op de Mac
Nadat je foto's hebt geïmporteerd van een digitale camera of een ander apparaat met een camera, zoals een iPhone, kun je de afbeeldingen bewerken in Voorvertoning.
Sluit je camera of apparaat op je Mac aan en zorg ervoor dat de Mac en de camera of het apparaat zijn ingeschakeld.
Als het apparaat met een wachtwoord is vergrendeld, voer je het wachtwoord in.
Kies in het programma Voorvertoning op de Mac 'Archief' > 'Importeer van [naam camera]'.
Als er meer dan één camera op de Mac is aangesloten, kies je 'Archief' > 'Importeer van camera' > [naam camera].
Er verschijnt een venster met miniaturen van alle foto's die op de camera staan.
Met de knoppen onder aan het venster kun je de miniaturen in een lijst weergeven (), grotere miniaturen zien () of afbeeldingen roteren ().
Sleep de schuifknop rechtsonder in het venster om de grootte van de miniaturen te wijzigen.
Om een foto definitief van de camera te verwijderen, selecteer je de foto en klik je op de knop met het minteken .
Om alleen bepaalde foto's te importeren, selecteer je deze en klik je vervolgens op 'Importeer'. Om alle foto's op de camera te importeren, klik je op 'Importeer alles'.
Kies waar je de afbeeldingen wilt bewaren en klik op 'Kies doel'.
De afbeeldingen worden op die locatie geïmporteerd en in één venster in Voorvertoning geopend.