Belangrijke gebruiksinformatie voor de Apple Studio Display
Gebruik de Studio Display niet op plaatsen met veel stof in de lucht, sigaretten- of sigarenrook, asbakken, kachels of open haarden of in de buurt van een ultrasone luchtbevochtiger die gebruikmaakt van ongefilterd kraanwater. Minuscule deeltjes in de lucht veroorzaakt door roken, koken, verbranding of het gebruik van een ultrasone luchtbevochtiger die gebruikmaakt van ongefilterd kraanwater, kunnen in zeldzame gevallen de ventilatieopeningen van de Studio Display binnendringen en onder bepaalde omstandigheden een lichte waas veroorzaken aan de binnenkant van het glazen paneel dat het beeldscherm bedekt.
De Studio Display verplaatsen. Voordat je de Studio Display optilt of verplaatst, moet je de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen en alle andere kabels en snoeren loskoppelen.
Opmerking: Je kunt het netsnoer niet van het scherm loshalen.
Connectors en poorten gebruiken. Probeer nooit een connector in een poort te duwen als de connector niet lijkt te passen. Zorg ervoor dat de poort voor het netsnoer volledig stof- en vuilvrij is voordat je het netsnoer aansluit. Wanneer je een apparaat op een poort aansluit, moet je ervoor zorgen dat de poort volledig stof- en vuilvrij is, dat de connector in de poort past en dat je de connector op de juiste manier ten opzichte van de poort hebt geplaatst.
De Studio Display opbergen. Als je de Studio Display voor langere tijd wilt opbergen, doe je dat op een koele plek (de ideale temperatuur is 22 °C).
Het beeldscherm reinigen. Als je het reinigingsdoekje dat bij het glas met nanotextuur is meegeleverd wilt schoonmaken, was je het met de hand met afwasmiddel en water. Spoel het doekje goed uit en laat het drogen aan de lucht. Neem voor extra reinigingsdoekjes contact op met AppleCare of ga naar Apple Support. Zie De Studio Display reinigen voor meer informatie over het reinigen van het beeldscherm.
Omgevingsvereisten. Houd je bij gebruik en opslag van de Studio Display aan de onderstaande omgevingslimieten. Als je dat niet doet, kan dat een nadelige invloed op de prestaties hebben:
Temperatuur bij gebruik: 10 tot 35 °C
Temperatuur bij opslag: -40 tot 47 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 5% tot 90% (niet-condenserend)
Hoogte bij gebruik: Getest tot 5000 meter