Je MacBook Air configureren voor nieuwe Mac-gebruikers
In deze gids komt elke stap van het configuratieproces aan bod. De gids is bedoeld om samen met de configuratie-assistent te worden gebruikt.
Tip: Bij sommige stappen moet je wellicht scrollen om een optie te selecteren. Als je niet weet hoe je op een Mac scrolt, veeg je gewoon met twee vingers omhoog en omlaag op de trackpad. Als je later gebaren wilt aanpassen, volg je de instructies voor de trackpad van de MacBook Air.
Voordat je begint
Houd tijdens de configuratie je iPhone of iPad bij de hand, als je deze hebt. Voor sommige stappen is namelijk verificatie op een ander apparaat nodig.
Tijdens de configuratie heb je de mogelijkheid om gegevens van een andere computer, bijvoorbeeld een Windows-pc, over te zetten. Als je dat wilt doen, zorg je dat de computer waarvan je de gegevens wilt overzetten in de buurt is en dat deze is bijgewerkt met de nieuwste beschikbare softwareversie.
Met de configuratie-assistent kun je de MacBook Air gemakkelijk en vrij snel configureren. Als je echter ook gegevens wilt overzetten, moet je extra tijd inplannen.
Je taal, land of regio instellen en verbinding maken met een wifinetwerk
Je taal kiezen. Hiermee wordt de taal voor je Mac ingesteld. Om de taal later te wijzigen, open je Systeeminstellingen, klik je in de navigatiekolom op 'Taal en regio' en kies je de gewenste opties.
Je land of regio instellen. Hiermee wordt de notatie van onder meer de datum, valuta en temperatuur op de Mac ingesteld. Om je instellingen later te wijzigen, open je Systeeminstellingen, klik je in de navigatiekolom op 'Algemeen', klik je aan de rechterkant op 'Taal en regio' en kies je de gewenste opties.
Toegankelijkheidsvoorzieningen inschakelen. Bekijk de toegankelijkheidsopties voor zicht, motoriek, gehoor en cognitieve vaardigheden, of klik op 'Niet nu'. Als je je Mac wilt configureren met VoiceOver, druk je op de Escape-toets op het toetsenbord. Je kunt ook driemaal op Touch ID (rechtsboven op het toetsenbord) drukken om aanvullende toegankelijkheidsopties weer te geven. Zie Toegankelijkheid op de Mac voor meer informatie.
Verbinding maken met een wifinetwerk. Kies je wifinetwerk en voer indien nodig het wachtwoord in. Als je ethernet gebruikt, kun je ook op 'Andere netwerkopties' klikken en de instructies op het scherm volgen. Je hebt een extra ethernetadapter nodig om de ethernetkabel op de USB-C-poort van je MacBook Air aan te sluiten, zoals de Belkin USB-C-naar-Gigabit Ethernet-adapter.
Om later een ander wifinetwerk te kiezen, open je Systeeminstellingen, klik je op 'Wifi' in de navigatiekolom, kies je een netwerk en voer je indien nodig het wachtwoord in.
Opmerking: Tijdens de configuratie wordt je mogelijk gevraagd de nieuwste versie van macOS te downloaden. Volg de installatie-instructies en ga daarna verder met het configuratieproces.
Informatie overzetten vanaf een andere computer
Je kunt je gegevens, zoals bestanden, contacten en accounts, van een Windows-pc naar je nieuwe Mac overbrengen. Zie Informatie overzetten vanaf een andere Mac als je gegevens vanaf een andere Mac wilt overzetten. Je kunt de gegevens draadloos overzetten, of je Windows-pc met een ethernetkabel op je MacBook Air aansluiten.
Voordat je begint. Zorg dat je Windows-pc is bijgewerkt met de nieuwste softwareversie. Download vervolgens Migratie-assistent op de Windows-pc. Zie Gegevens overzetten van pc naar Mac met Migratie-assistent voor het downloaden van de juiste Migratie-assistent voor je besturingssysteem en voor meer informatie over dit proces.
Gegevens draadloos overzetten. Je Windows-pc en je nieuwe Mac moeten zich in hetzelfde wifinetwerk bevinden. Klik op je Windows-pc op het installatiescherm en volg de instructies.
Gegevens overzetten via een ethernetkabel. Je kunt je Windows-pc via een ethernetkabel rechtstreeks op je Mac aansluiten. Je hebt een ethernetadapter nodig om de kabel op de USB-C-poort van je MacBook Air aan te sluiten, zoals de Belkin USB-C-naar-Gigabit Ethernet-adapter. Afhankelijk van de poorten op de Windows-pc heb je mogelijk een adapter nodig om de ethernetkabel aan te sluiten. Nadat je de computers op elkaar hebt aangesloten, klik je op de Windows-pc op het installatiescherm en volg je de instructies.
Gegevens later overzetten. Je kunt er ook voor kiezen om nu nog geen gegevens over te zetten. Klik in dat geval op 'Niet nu' in het venster van Migratie-assistent. Zie Je gegevens overzetten naar je nieuwe MacBook Air voor het overzetten van gegevens na afloop van de configuratie.
Inloggen met je Apple ID en je computeraccount configureren
Log in met je Apple ID. Als je al een ander Apple apparaat hebt, bijvoorbeeld een iPhone of een iPad, heb je waarschijnlijk al een Apple ID. Als je geen Apple ID hebt, kun je er nu een aanmaken (het is gratis).
Je Apple ID bestaat uit een e‑mailadres en een wachtwoord. Je Apple ID is de account die je gebruikt voor alles wat je met Apple doet, zoals gebruikmaken van de App Store, de Apple TV-app en iCloud. Je Apple ID is niet hetzelfde als de gebruikersnaam en het wachtwoord waarmee je inlogt bij de computeraccount op je Mac. Zie Apple ID op de Mac voor meer informatie.
Tip: Het is het beste om je eigen Apple ID te hebben en deze niet te delen.
Voer in dit scherm een of meer van de volgende stappen uit:
Je hebt al een Apple ID: Geef je e‑mailadres en wachtwoord voor je Apple ID op. Als je een iPhone of iPad hebt, wordt er een verificatiecode naar dit apparaat gestuurd. Als je geen iPhone of iPad hebt, wordt er een sms met een verificatiecode gestuurd naar het telefoonnummer dat aan je Apple ID is gekoppeld. Als je geen verificatiecode op je apparaat of in een sms-bericht ontvangt, volg je de instructies op het scherm.
Je hebt nog geen Apple ID: Klik op 'Maak nieuw Apple ID aan'.
Je bent je Apple ID of wachtwoord vergeten: Klik op de link 'Apple ID of wachtwoord vergeten?'.
Je wilt op dit moment niet met een Apple ID inloggen of een Apple ID aanmaken: Klik op 'Configureer later'. Na afloop van de configuratie kun je met een Apple ID inloggen of een nieuwe Apple ID aanmaken. Open Systeeminstellingen en klik op 'Log in met je Apple ID' in de navigatiekolom.
Opmerking: Nadat je met je Apple ID bent ingelogd, lees je de voorwaarden. Om ze te accepteren, schakel je het aankruisvak in, klik je op 'Akkoord' en ga je verder.
Een computeraccount aanmaken. Voeg je naam toe en maak vervolgens een accountnaam en wachtwoord aan. Daarmee kun je later je MacBook Air ontgrendelen en andere acties goedkeuren. Je kunt ook een hint toevoegen om je wachtwoord op te vragen mocht je je wachtwoord zijn vergeten. Om de inlogafbeelding van je account te wijzigen, klik je erop en kies je een optie.
Opmerking: Je computeraccount is niet hetzelfde als je Apple ID, maar als je ooit het wachtwoord waarmee je je Mac ontgrendelt vergeet, kun je met je Apple ID het wachtwoord opnieuw instellen als je deze optie tijdens de configuratie aankruist.
Maak van deze Mac je nieuwe Mac
Als je al een ander apparaat hebt geconfigureerd met iOS 15 of nieuwer of iPadOS 15 of nieuwer, zie je een scherm voor een snelle configuratie met de tekst 'Maak van deze Mac je nieuwe Mac'. Als je geen iPhone of iPad met de juiste softwareversie hebt, zie je deze stap niet. (Weet je niet welke softwareversie er op je iPhone of iPad staat? Zie De softwareversie op een iPhone, iPad of iPod zoeken.)
Als je 'Maak van deze Mac je nieuwe Mac' gebruikt, kun je diverse configuratiestappen overslaan door de instellingen te gebruiken die in je iCloud-account worden bewaard. Om je huidige instellingen te gebruiken, klik je op 'Ga door'. Het configuratieproces gaat verder naar Touch ID en Apple Pay configureren.
Als je de instellingen voor je nieuwe MacBook Air wilt aanpassen, klik je op 'Pas instellingen aan' en ga je verder naar de volgende stap.
De instellingen voor privacy en beveiliging van je Mac aanpassen, Schermtijd inschakelen en Siri activeren
Locatievoorzieningen inschakelen. Je kunt kiezen of je apps zoals Kaarten wilt toestaan om de locatie van je Mac te gebruiken. Om je instellingen voor Locatievoorzieningen later te wijzigen, open je Systeeminstellingen, klik je op 'Privacy en beveiliging' in de navigatiekolom, klik je op 'Locatievoorzieningen' en kies je de gewenste opties.
Als je Locatievoorzieningen niet inschakelt, zie je een scherm waarin je je tijdzone kiest.
Analysegegevens delen met Apple en ontwikkelaars. Je kunt aangeven of je diagnostische informatie en gegevens naar Apple wilt versturen en of Apple crash- en gebruiksgegevens met ontwikkelaars mag delen. Om deze instellingen later te wijzigen, open je Systeeminstellingen, klik je op 'Privacy en beveiliging' in de navigatiekolom, klik je op 'Analyse en verbeteringen' en kies je de gewenste opties.
Schermtijd configureren. Met Schermtijd kun je onder meer je dagelijkse en wekelijkse gebruik van de MacBook Air bekijken, beperkingen instellen voor hoelang je bepaalde apps kunt gebruiken en de schermtijd van je kinderen beheren. Om dit in te schakelen, klik je op 'Ga door'; klik anders op 'Configureer later'. Als je ervoor kiest om dit later te configureren, open je Systeeminstellingen en klik je op 'Schermtijd' in de navigatiekolom om de gewenste opties te kiezen. Zie Schermtijd op de Mac voor meer opties en details.
Je gegevens beveiligen met FileVault. Met FileVault zijn je gegevens beter beveiligd. Tijdens de configuratie kun je ervoor kiezen om FileVault in te schakelen om je gegevens te beschermen. Je kunt er bovendien voor kiezen om toe te staan dat je schijf via je iCloud-account kan worden ontgrendeld als je je wachtwoord vergeet. Zie De gegevens op de Mac versleutelen met FileVault voor meer informatie over FileVault en hoe je dit later configureert.
Siri en 'Hé, Siri' inschakelen. Je kunt Siri en 'Hé, Siri' inschakelen tijdens de configuratie (zodat je Siri-verzoeken kunt uitspreken). Om Siri te configureren, klik je op 'Activeer Vraag het aan Siri'. Om 'Hé, Siri' te configureren, spreek je verschillende Siri-commando's uit wanneer daarom wordt gevraagd. Om Siri en 'Hé, Siri' later in te schakelen, open je Systeeminstellingen, klik je op 'Siri en Spotlight' in de navigatiekolom en kies je de gewenste opties. Zie Siri op de Mac voor meer informatie over Siri.
Tijdens de configuratie kun je er ook voor kiezen om audio te delen met Apple om Siri te verbeteren. Je kunt later altijd wijzigen of je audio wel of niet wilt delen. Open Systeeminstellingen, klik op 'Privacy en beveiliging' in de navigatiekolom, klik op 'Analyse en verbeteringen' (mogelijk moet je omlaag scrollen) en kies de gewenste opties.
Touch ID en Apple Pay configureren
Touch ID configureren. Tijdens de configuratie kun je een vingerafdruk aan Touch ID toevoegen (de knop rechtsboven op je toetsenbord). Hiermee kun je je MacBook Air ontgrendelen, aankopen met Apple Pay autoriseren en bij bepaalde apps van derden inloggen. Volg de instructies op het scherm om Touch ID te configureren. Om Touch ID later te configureren of om extra vingerafdrukken toe te voegen, open je Systeeminstellingen en klik je op 'Touch ID en wachtwoord' in de navigatiekolom. Om een vingerafdruk toe te voegen, klik je op en volg je de instructies op het scherm.
Zie Touch ID gebruiken op de Mac in de macOS-gebruikershandleiding voor meer informatie.
Apple Pay configureren. Als je Touch ID configureert, kun je Apple Pay configureren en een betaalkaart, creditcard of winkelkaart toevoegen om aankopen te doen met Touch ID. Voer de gegevens van de kaart in en volg de instructies op het scherm. Als je al een kaart gebruikt voor media-aankopen, wordt je mogelijk gevraagd om deze kaart eerst te verifiëren.
Om Apple Pay later te configureren of om extra kaarten toe te voegen, open je Systeeminstellingen en klik je op 'Wallet en Apple Pay'. Volg de instructies op het scherm om Apple Pay te configureren.
Opmerking: Je bank bepaalt of een betaalkaart in aanmerking komt voor gebruik met Apple Pay. Tijdens het verificatieproces wordt je mogelijk gevraagd om aanvullende informatie te verstrekken. Een groot aantal creditcards en betaalkaarten kan met Apple Pay worden gebruikt. Zie het Apple Support-artikel Apple Pay: deelnemende banken voor informatie over de beschikbaarheid van Apple Pay en deelnemende banken.
De bureaubladweergave configureren
Je weergave kiezen. Selecteer 'Licht', 'Donker' of 'Automatisch' voor de weergave van je bureaublad. Om later iets anders te kiezen dan wat je tijdens de configuratie hebt ingesteld, open je Systeeminstellingen, klik je op 'Weergave' en selecteer je een optie. Je kunt ook andere weergaveopties instellen, zoals de markeringskleur of de grootte van de symbolen in de navigatiekolom.
Opmerking: Als je voor de snelle configuratie kiest met 'Maak van deze Mac je nieuwe Mac', sla je deze stap over.
De configuratie is voltooid
Je nieuwe MacBook Air is klaar voor gebruik. Zie Wanneer je klaar bent met het configureren van je MacBook Air voor vervolgstappen.