VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk

2.6.2020 - (COM(2020)0200 – C9-0127/2020 – 2020/2068(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: José Manuel Fernandes

Procedure : 2020/2068(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A9-0105/2020
Ingediende teksten :
A9-0105/2020
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk

(COM(2020)0200 – C9-0127/2020 – 2020/2068(BUD))

Het Europees Parlement,

 gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2020)0200 – C9-0127/2020),

 gezien Verordening (EG) 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie[1],

 gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 10,

 gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 11,

 gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

 gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9-0105/2020),

1. is ingenomen met het besluit als een teken van solidariteit van de Unie met de burgers en regio’s in de Unie die door natuurrampen zijn getroffen;

2. benadrukt dat er via het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“het fonds”) dringend financiële bijstand moet worden verleend aan de regio’s in de Unie die in 2019 door natuurrampen zijn getroffen;

3.  is van mening dat de financiële bijstand die aan de lidstaten wordt verleend op eerlijke wijze moet worden verdeeld aan de zwaarst getroffen regio’s en gebieden;

4. wijst erop dat natuurrampen als gevolg van de klimaatverandering steeds intenser zullen worden en steeds vaker zullen voorkomen; dringt aan op een hervorming van het fonds in het volgende meerjarig financieel kader om rekening te houden met de toekomstige gevolgen van de klimaatverandering, waarbij wordt benadrukt dat het fonds slechts een instrument is voor herstel achteraf en dat de klimaatverandering in de eerste plaats een preventief beleid vereist dat in overeenstemming is met de Overeenkomst van Parijs en de Green Deal;

5. herinnert eraan dat de Europese Unie overeenkomstig de artikelen 174 en 349 VWEU haar optreden ter versterking van de territoriale samenhang moet vervolgen en rekening moet houden met de bijzondere kenmerken en beperkingen van de ultraperifere gebieden; wijst erop dat dezelfde natuurramp in een ultraperifeer gebied een grotere sociale en economische impact heeft dan in elke andere Europese regio en dat het herstel bijgevolg trager verloopt; is dan ook van mening dat de ultraperifere gebieden meer bijstand moeten ontvangen in het kader van het fonds;

6. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

7. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


 BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds[4] van de Europese Unie, en met name artikel 4, lid 3,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[5], en met name punt 11,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna “het fonds” genoemd) heeft tot doel de Unie in staat te stellen snel, doeltreffend en soepel op noodsituaties te reageren om solidariteit te betonen met de bevolking van door natuurrampen getroffen regio’s.

(2) Zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad[6], mag het fonds het jaarlijkse maximumbedrag van 500 000 000 EUR (in prijzen van 2011) niet overschrijden.

(3) Op 8 november 2019 heeft Portugal een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend in verband met extreme weersomstandigheden op de Azoren.

(4) Op 28 november 2019 heeft Spanje een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend in verband met extreme regenval die overstromingen veroorzaakte in de regio’s Valencia, Murcia, Castilla-La Mancha en Andalusia.

(5) Op 10 januari 2020 heeft Italië een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend in verband met extreme weersomstandigheden in 17 regio’s in het najaar van 2019.

(6) Op 29 januari 2020 heeft Oostenrijk een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend in verband met extreme weersomstandigheden in november 2019.

(7) De aanvragen van Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk voldoen aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage uit het fonds, zoals vastgesteld in artikel 4 van Verordening (EG) 2012/2002.

(8) Er dienen derhalve middelen uit het fonds beschikbaar te worden gesteld om te voorzien in een financiële bijdrage aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk.

(9) Opdat zo snel mogelijk middelen uit het Fonds ter beschikking kunnen worden gesteld, dient dit besluit van toepassing te zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld;

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2020 worden uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie de volgende vastleggings- en betalingskredieten ter beschikking gesteld:

a) een bedrag van 8 212 697 EUR voor Portugal;

b) een bedrag van 56 743 358 EUR voor Spanje;

c) een bedrag van 211 707 982 EUR voor Italië;

d) een bedrag van 2 329 777 EUR voor Oostenrijk.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf ... [de datum van vaststelling ervan].

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

 


TOELICHTING

De Commissie stelt voor middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna “het fonds” genoemd) beschikbaar te stellen om financiële bijstand te verlenen aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk naar aanleiding van de extreme weersomstandigheden die zich daar in het najaar van 2019 hebben voorgedaan.

Portugal - Orkaan

In oktober 2019 passeerde de orkaan Lorenzo over de Azoren en veroorzaakte daar zware schade aan publieke infrastructuur zoals havens, water-, energie- en communicatienetwerken, wegen, luchthavens, scholen en ziekenhuizen. De ramp bracht ook zware schade toe aan particuliere infrastructuur, bedrijven, de landbouw en het toerisme.

In de aanvraag, door de Commissie ontvangen op 8 november 2019, schatten de Portugese autoriteiten de totale door de ramp veroorzaakte rechtstreekse schade op 328,5 miljoen EUR oftewel 8,4 % van het bbp van de getroffen regio. Dit ligt ruim boven de drempelwaarde voor het beschikbaar stellen van middelen uit het Fonds voor een regio op NUTS-niveau 2, te weten 1 % van het regionale bbp in het geval van ultraperifere regio’s zoals de Azoren. Bijgevolg kan deze ramp worden gekwalificeerd als een “regionale natuurramp”, in de zin van artikel 2, lid 3, van de SFEU-verordening.

De totale kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, werden door de Portugese autoriteiten op 279,3 miljoen EUR geraamd. Dit heeft bijna uitsluitend betrekking op kosten voor het herstel van vervoersinfrastructuur, in het bijzonder havens.

De getroffen regio valt onder de categorie van “minder ontwikkelde regio” in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) voor de financieringsperiode 2014-2020. De Portugese autoriteiten hebben niet meegedeeld voornemens te zijn middelen van de ESIF-programma’s over te hevelen naar herstelmaatregelen.

De Commissie stelt voor om, net als in het verleden, het percentage van 2,5 % van de totale directe schade toe te passen voor aanvragen die vallen onder de bepaling van “regionale ramp”. De voorgestelde steun bedraagt dus in totaal 8 212 697 EUR.

De Portugese autoriteiten hebben overeenkomstig artikel 4 bis van de verordening om betaling van een voorschot verzocht. Op 11 december 2019 stelde de Commissie een uitvoeringsbesluit vast voor de toekenning van een voorschot van 10 %, oftewel 821 270 EUR, van de verwachte financiële bijstand van de EU. Het voorschot is volledig uitbetaald.

 

Spanje - Overstromingen

In september 2019 werd Zuidoost-Spanje getroffen door een zeldzaam weersverschijnsel omschreven als een “geïsoleerde depressie op grote hoogte”. Dit fenomeen gaat doorgaans gepaard met een extreme hoeveelheid neerslag, die in dit geval alle records van de afgelopen 140 jaar verbrak en leidde tot ernstige overstromingen in grote delen van Valencia, Murcia, Castilla-La Mancha en Andalusia. De ramp kostte 8 mensen het leven, dwong duizenden mensen om te evacueren en veroorzaakte zware schade aan wegen, spoorweg- en luchthaveninfrastructuur, waterleidingsystemen, beschermende infrastructuur, het milieu en woonhuizen. Ook werden de stranden ernstig geërodeerd en werd de kustinfrastructuur beschadigd.

In hun aanvraag van 28 november 2019, die op verzoek van de Commissie is aangevuld op 18 december 2019 en 29 januari 2020, raamden de Spaanse autoriteiten de schade op 2 269,7 miljoen EUR, oftewel 2,65 % van het gewogen regionale bbp (gemiddeld bbp gewogen tegen het aandeel van de schade in elke regio). Alle vier getroffen regio’s (Comunidad Valenciana, Región de Murcia, Castilla-La Mancha en Andalucía) zijn regio’s van NUTS-niveau 2. Op basis daarvan voldoet de aanvraag aan de criteria voor een regionale natuurramp zoals bepaald in artikel 2, lid 3, van de Verordening, waarin een drempelwaarde voor directe schade is vastgelegd van 1,5 % van het bbp van een regio.

De kosten voor nood- en herstelactiviteiten werden geraamd op 650,6 miljoen EUR, waarvan het grootste deel besteed moet worden aan schoonmaakactiviteiten en reparatie van infrastructuur.

Drie van de getroffen regio’s ( Murcia, Castilla-La Mancha en Andalucía) zijn zogenoemde “overgangsregio’s” in het kader van de ESIF, terwijl Comunidad Valenciana een “meer ontwikkelde regio” is. De Spaanse autoriteiten hebben niet te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen.

De Commissie stelt voor om, net als in het verleden, het percentage van 2,5 % van de totale directe schade toe te passen voor aanvragen die vallen onder de definitie van “regionale ramp”. De voorgestelde steun bedraagt dus in totaal 56 743 358 EUR.

Spanje heeft om betaling van een voorschot verzocht. Op 13 februari 2020 stelde de Commissie een uitvoeringsbesluit vast voor de toekenning van een voorschot van 10 % van de verwachte financiële bijstand van het fonds.  Vervolgens is een dienovereenkomstig bedrag van 5 674 336 EUR uitbetaald.

 

Italië - Extreme weersomstandigheden

Eind oktober en november 2019 deed zich in het grootste deel van Italië, van noord tot zuid, een aantal extreme weersomstandigheden voor die leidden tot zware schade door overstromingen en aardverschuivingen en die uitmondden in de rampzalige overstroming van Venetië. 17 regio’s hebben schade geleden, waarbij Veneto, Piëmont, Ligurië, Sicilië en Emilia-Romagna het zwaarst getroffen zijn. Veneto alleen, en in het bijzonder de zware overstroming van Venetië, was verantwoordelijk voor bijna een derde (1,8 miljard EUR) van de totale schade. Volgens de analyse van de Commissie kunnen de weerfenomenen waarop de aanvraag betrekking heeft, vanuit meteorologisch oogpunt als één gebeurtenis worden beschouwd.

In alle getroffen regio’s veroorzaakte de ramp ernstige schade aan wegen vanwege aardverschuivingen en omgevallen bomen, schade aan waterlopen en overstromingen van openbare en particuliere gebouwen. De extreme weersomstandigheden veroorzaakten zware verliezen voor de houtindustrie, de landbouw en het toerisme, aanzienlijke schade aan Natura 2000-gebieden, en verstoringen van rioolzuiveringsinstallaties en elektriciteits- en gasnetwerken.

In Veneto veroorzaakten overstromingen enorme schade aan openbare en particuliere eigendommen, handels- en economische bedrijvigheid en de tertiaire sector. Een hoogwaterstand van 1,87 meter boven zeeniveau leidde ertoe dat 85 % van de stad Venetië overstroomde, met als gevolg ernstige schade aan het artistiek en cultureel erfgoed van het historische centrum, waaronder ernstige schade aan kunstvoorwerpen en papieren voorwerpen als boeken, manuscripten en archieven.

De Italiaanse autoriteiten hebben op 10 januari 2020 een aanvraag ingediend voor een bijdrage uit het fonds. De totale directe schade werd geraamd op 5 619 878 miljoen EUR, oftewel 157 % boven de drempel voor “natuurramp”, van toepassing op Italië (schade van meer dan 3 miljard EUR in prijzen van 2011).

De Italiaanse autoriteiten hebben de kosten voor de nood- en herstelacties op 1 110,1 miljoen EUR geraamd, waarvan het grootste deel betrekking heeft op 1) uitgaven om de preventieve infrastructuur te herstellen en het culturele erfgoed te beschermen, en 2) kosten om essentiële infrastructuur te herstellen.

Van de 17 getroffen regio’s zijn er vijf “minder ontwikkelde regio’s” in het kader van de ESI-fondsen 2014-2020 (Basilicata, Calabria, Campania, Puglia en Sicilië), Abruzzo is een “overgangsregio”, en de andere regio’s zijn “meer ontwikkelde regio’s”. De Italiaanse autoriteiten hebben niet aan de Commissie te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de programma’s van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen. Italië heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.

De Commissie is van mening dat, in overeenstemming met praktijken in het verleden, de steun progressief moet zijn, waarbij een percentage van 2,5 % moet worden toegepast op het deel van de schade beneden de drempel voor “grote natuurramp” (d.w.z. 0,6 % van het bni of, indien dit bedrag lager is, 3 miljard EUR in prijzen van 2011) en 6 % op het deel van de schade boven de drempel. In dit specifieke geval komt de totale financiële bijdrage van het EUSF daarmee op 211 707 982 EUR.

 

Oostenrijk

Het zuidwesten van Oostenrijk is in november 2019 getroffen door zware overstromingen, met name in de aan Italië grenzende alpiene regio’s Kärnten en Oost-Tirol. De extreme weersomstandigheden werden veroorzaakt door dezelfde meteorologische omstandigheden die in Italië tot een ramp hebben geleid. Er werd aanzienlijke schade aangericht aan belangrijke openbare infrastructuur (vooral wegen, bruggen en spoorwegen), particuliere woningen en bedrijven. Er kwamen nog ongewone sneeuwval en lawines bij, die schade aan de bosbouw veroorzaakten.

De Oostenrijkse autoriteiten hebben op 29 januari 2020 een aanvraag ingediend voor een bijdrage uit het fonds en deze aanvraag op 9 maart 2020 geactualiseerd. De totale directe schade wordt geschat op 93,2 miljoen EUR en ligt daarmee ruim onder de drempel voor “grote natuurramp” die geldt voor Oostenrijk (schade van meer dan 0,6 % van het bni van Oostenrijk, oftewel 2 307,9 miljoen EUR). Het ligt ook onder de drempel voor een zogenoemde “regionale ramp” (1,5 % van het regionale bbp, gewogen naar het aandeel van de schade in de getroffen regio’s). Omdat de schade werd veroorzaakt door dezelfde weerfenomenen als de grote natuurramp in Italië, komt Oostenrijk echter in aanmerking voor steun op grond van de zogenoemde “buurlandregel” van artikel 2, lid 4, van de verordening.

De kosten voor nood- en herstelactiviteiten werden door de Oostenrijkse autoriteiten geraamd op 61,3 miljoen EUR. Het grootste deel van de subsidiabele kosten betreft uitgaven om de schade aan het vervoersnetwerk te herstellen en maatregelen tegen bodemerosie.

De getroffen regio’s zijn “meer ontwikkelde regio’s” in het kader van de ESIF. Oostenrijk heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht. Oostenrijk heeft te kennen gegeven middelen uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling te willen gebruiken voor de heraanleg van beschermende bossen.

De Commissie stelt voor om het gebruikelijke percentage van 2,5 % te hanteren, zoals gebruikelijk is voor rampen in het kader van de “buurlandregel”. De voorgestelde steun uit het fonds bedraagt daarmee in totaal 2 329 777 EUR.

 

Conclusie

De voorgestelde beschikbaarstelling voor Spanje, Portugal, Italië en Oostenrijk bedraagt in totaal 278 993 814 EUR. Hiervoor is een wijziging van de begroting 2020 nodig, door middel van een ontwerp van gewijzigde begroting. Omdat reeds een bedrag van 6 495 606 EUR is uitbetaald als voorschot dient DAB 4/2020 (COM(2020)190) om begrotingsonderdeel 13 06 01 “Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie” te verhogen met 272 498 208 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten.

Het totale bedrag dat begin 2020 beschikbaar was, bedroeg 1 150 524 045 EUR, zijnde de som van de toewijzing voor 2020 (597 546 284 EUR) en het deel van de toewijzing voor 2019 (552 977 761 EUR), dat niet was uitgegeven en was overgedragen naar 2020.

Dit is het eerste besluit tot beschikbaarstelling van middelen in 2020. Hierna zal er nog 722 143 660 EUR over zijn tot 1 oktober 2020, ver boven het bedrag dat overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening opzij moet worden gezet tot die datum (25 % van de totale jaarlijkse toewijzing voor 2020, oftewel 149 386 571 EUR).

De rapporteur pleit voor de snelle goedkeuring van het bij dit verslag gevoegde voorstel van de Commissie zodat de genoemde bedragen op korte termijn beschikbaar kunnen worden gesteld, als teken van Europese solidariteit met de vier getroffen lidstaten. De rapporteur dringt erop aan dat deze financiële bijdrage met grote spoed aan de lidstaten wordt verstrekt, aangezien de natuurrampen zich al in 2019 hebben voorgedaan.

 

 

 

BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Johan Van Overtveldt

Voorzitter

Begrotingscommissie

BRUSSEL

Betreft: Advies over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2020)02002020/2068(BUD))

Geachte voorzitter,

Een voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) voor bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk (COM(2020)0200) is voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Naar ik heb begrepen is het de bedoeling dat over dit voorstel binnenkort een verslag wordt goedgekeurd in de Begrotingscommissie.

 

In het voorstel worden de volgende bedragen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar gesteld:

(a) een bedrag van 8 212 697 EUR voor Portugal in het kader van de gevolgen van de orkaan Lorenzo die de Azoren in oktober 2019 trof;

(b) een bedrag van 56 743 358 EUR voor Spanje in het kader van de gevolgen van overstromingen in de regio’s Valencia, Murcia, Castilla-La Mancha en Andalucía in september 2019;

(c) een bedrag van 211 707 982 EUR voor Italië in het kader van de gevolgen van extreme weersomstandigheden in het najaar van 2019, die vooral de regio’s Veneto, Piemonte, Liguria, Sicilië en Emilia-Romagna troffen;

(d) een bedrag van 2 329 777 EUR voor Oostenrijk in het kader van de gevolgen van de zware overstromingen in het zuidoostelijk deel van Oostenrijk, met name in Kärnten en Oost-Tirol.

 

De regels die van toepassing zijn op financiële bijdragen van het SFEU zijn vastgelegd in Verordening (EG) 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

 

De commissiecoördinatoren hebben dit voorstel besproken en mij verzocht u te schrijven dat de meerderheid in deze commissie geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van voornoemde bedragen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie zoals door de Commissie voorgesteld.

 

Hoogachtend,

Younous Omarjee

INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

28.5.2020

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

38

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Rasmus Andresen, Clotilde Armand, Robert Biedroń, Anna Bonfrisco, Olivier Chastel, Lefteris Christoforou, David Cormand, Paolo De Castro, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Alexandra Geese, Valentino Grant, Elisabetta Gualmini, Francisco Guerreiro, Valerie Hayer, Eero Heinäluoma, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Moritz Körner, Joachim Kuhs, Ioannis Lagos, Hélène Laporte, Pierre Larrouturou, Janusz Lewandowski, Margarida Marques, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Dimitrios Papadimoulis, Karlo Ressler, Bogdan Rzońca, Nils Torvalds, Nils Ušakovs, Rainer Wieland, Angelika Winzig

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Fabienne Keller, Petros Kokkalis

 


 

 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

38

+

ECR

Bogdan Rzońca

GUE/NGL

Petros Kokkalis, Dimitrios Papadimoulis

ID

Anna Bonfrisco, Valentino Grant, Joachim Kuhs, Hélène Laporte

NI

Ioannis Lagos

PPE

Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Niclas Herbst, Monika Hohlmeier, Janusz Lewandowski, Siegfried Mureşan, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Karlo Ressler, Rainer Wieland Angelika Winzig

RENEW

Clotilde Armand, Olivier Chastel, Valerie Hayer, Fabienne Keller, Moritz Körner, Nils Torvalds

S&D

Robert Biedroń, Paolo De Castro, Eider Gardiazabal Rubial, Elisabetta Gualmini, Eero Heinäluoma, Pierre Larrouturou, Margarida Marques, Victor Negrescu, Nils Ušakovs

VERTS/ALE

Rasmus Andresen, David Cormand, Alexandra Geese, Francisco Guerreiro

 

0

-

 

 

 

0

0

 

 

 

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 4 juni 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid