ONTWERPRESOLUTIE over de achteruitgang van de democratie en de bedreiging van het politieke pluralisme in Georgië
4.10.2024 - (2024/2822(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 136, lid 2, van het Reglement
Joachim Stanisław Brudziński, Adam Bielan, Mariusz Kamiński, Rihards Kols, Małgorzata Gosiewska, Jaak Madison, Carlo Fidanza, Michał Dworczyk, Alberico Gambino, Sebastian Tynkkynen, Ivaylo Valchev, Veronika Vrecionová, Ondřej Krutílek, Assita Kanko, Jadwiga Wiśniewska, Alexandr Vondra
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B10-0070/2024
B10‑0071/2024
Resolutie van het Europees Parlement over de achteruitgang van de democratie en de bedreiging van het politieke pluralisme in Georgië
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties en verslagen over Georgië, met name zijn resolutie van 25 april 2024 over hernieuwde pogingen tot invoering van een wet op buitenlandse agenten in Georgië en de hieruit voortvloeiende beperkingen voor het maatschappelijk middenveld[1],
– gezien het besluit van de Europese Raad van december 2023 om Georgië de status van kandidaat-lidstaat van de EU toe te kennen,
– gezien de aanbevelingen van het verslag 2023 over Georgië van de Commissie van 8 november 2023,
– gezien artikel 136, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Europese Raad, in het licht van hetgeen sinds de Rozenrevolutie door talrijke Georgische regeringen is bereikt, en de constante steun van het maatschappelijk middenveld in het land, Georgië in zijn besluit van 15 december 2023 de status van kandidaat-lidstaat heeft toegekend met dien verstande dat de stappen zoals omschreven in de aanbevelingen van de Commissie van 8 november 2023 zullen worden uitgevoerd;
B. overwegende dat het maatschappelijk middenveld in Georgië van oudsher zeer levendig en actief is en een centrale rol heeft gespeeld bij het op gang brengen en bevorderen van democratische veranderingen in het land, alsook bij het waarborgen van en toezien op de tenuitvoerlegging ervan;
C. overwegende dat de regerende partij Georgische Droom talrijke acties heeft ondernomen die de Europese aspiraties van het Georgische volk rechtstreeks ondermijnen; het meest opmerkelijke voorbeeld betreft de wet inzake “transparantie betreffende buitenlandse invloed” van 28 mei 2024 (de “wet op buitenlandse agenten”), die breed wordt gezien als zijnde gebaseerd op een notoire wet die door Rusland op grote schaal is ingezet om afwijkende meningen te onderdrukken;
D. overwegende dat door het buitenland gefinancierde niet-gouvernementele organisaties, media en vakbonden zich krachtens deze wet moeten laten registreren als “agenten van buitenlandse invloed”, en dat bepaalde soorten organisaties, zoals bedrijven of ngo’s die overheidsfinanciering ontvangen, niet voor registratie in aanmerking komen – in navolging van gelijksoortige wetgeving in Rusland;
E. overwegende dat het voorgestelde wetsvoorstel op kritiek en veroordeling van de Georgische samenleving en de internationale gemeenschap is gestuit en wordt gezien als een instrument van buitenlandse inmenging – gesteund door Rusland en bedoeld om het streven van Georgië naar toetreding tot de Europese Unie te ondermijnen;
F. overwegende dat de Georgische president Salome Zoerabisjvili heeft geweigerd het wetsvoorstel te ondertekenen en het heeft aangemerkt als een “Russische wet” die indruist tegen de Georgische grondwet en Europese normen; overwegende dat haar veto werd overreden door een meerderheid in het parlement;
G. overwegende dat de EU in juni 2024, na de goedkeuring van de wet op buitenlandse agenten, het toetredingsproces van Georgië heeft stilgelegd en 30 miljoen EUR aan financiële bijstand uit de Europese Vredesfaciliteit heeft opgeschort;
H. overwegende dat stap 9 van het verslag over Georgië van de Commissie van 8 november 2023 een aanbeveling bevat voor Georgië om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld onbelemmerd zijn gang kan gaan, en dat stap 1 Georgië oproept desinformatie tegen de EU en haar waarden te bestrijden;
I. overwegende dat de Verenigde Staten op 6 juni 2024 visumbeperkingen hebben opgelegd aan tientallen Georgische functionarissen wegens de aanneming van de “wet op buitenlandse agenten”, en aan twee hoge politiefunctionarissen wegens de brute onderdrukking van de betogingen, alsook aan twee leiders van gewelddadige extremistische groeperingen die banden hebben met het Kremlin;
J. overwegende dat het wetsvoorstel heeft geleid tot grootschalige straatprotesten die door de politie op brute wijze uit elkaar zijn geslagen, onder meer door het gebruik van traangas en oproeruitrusting tegen vreedzame demonstranten en de arrestatie van honderden mensen;
K. overwegende dat de steun onder de Georgische bevolking voor toetreding tot de EU nog steeds uitzonderlijk hoog is en meer dan 80 % bedraagt;
L. overwegende dat de oprichter van de partij Georgische Droom, de zeer invloedrijke oligarch Bidzina Ivanisjvili, met ingang van 30 december 2023 weer politiek actief is geworden en de functie van “honorair voorzitter” van de partij op zich heeft genomen; overwegende dat het bijgewerkte partijstatuut Ivanisjvili als honorair voorzitter een aantal prerogatieven toekent waarmee de machtsconcentratie bij zijn persoon formeel wordt bekrachtigd zonder dat naar enig verantwoordingsmechanisme wordt verwezen;
M. overwegende dat Micheil Saakasjvili, die van 2004 tot 2013 president van Georgië was en een leider is van de grootste oppositiepartij, sinds oktober 2022 in hechtenis wordt gehouden en in de gevangenis is mishandeld en tijdens rechtszittingen vernederend is behandeld, hetgeen de integriteit van de komende verkiezingen in twijfel trekt;
N. overwegende dat een toenemend aantal incidenten erop wijst dat Georgië te kampen heeft met een onveilige mediaomgeving, hetgeen een bedreiging vormt voor de Georgische democratie; overwegende dat Georgië op de jaarlijkse persvrijheidslijst van Reporters Without Borders op plek 103 van de 180 landen staat, een daling met 26 plaatsen ten opzichte van het voorgaande jaar;
O. overwegende dat de parlementsverkiezingen die op 26 oktober 2024 in Georgië zullen worden gehouden, worden beschouwd als een keerpunt dat mogelijk bepalend zal zijn voor de toekomst van Georgië in de komende decennia;
P. overwegende dat bij de recente verkiezingen in Georgië veel problemen zichtbaar werden die de afgelopen jaren een belemmering hebben gevormd voor het democratiseringsproces van het land; overwegende dat er in de aanloop naar de verkiezingen alarmerende berichten zijn die wijzen op erger wordende problemen, zoals dat de oppositie onder druk wordt gezet en dat oppositieleden zelfs fysiek zijn aangevallen;
Q. overwegende dat de wet op buitenlandse agenten enorme gevolgen heeft voor het kunnen functioneren van een onafhankelijk maatschappelijk middenveld, met inbegrip van ngo’s die gespecialiseerd zijn in verkiezingswaarneming; overwegende dat de wet het zeer moeilijk heeft gemaakt om voor de komende verkiezingen lokale waarnemers voor korte termijn te vinden;
R. overwegende dat Georgische Droom het narratief verspreidt dat het Westen probeert een hernieuwde oorlog aan te wakkeren tussen Georgië en Rusland, welke Georgië in 2008 binnenviel en nog steeds een deel van zijn grondgebied bezet houdt; overwegende dat deze anti-westerse communicatiestrategie door Georgische Droom is gebruikt om te rechtvaardigen dat het geen steun heeft verleend aan EU-verklaringen tegen Belarus of Iran, en zich verzet tegen steun aan Moldavië en Oekraïne;
S. overwegende dat de Russische minister van Buitenlandse Zaken erop heeft gezinspeeld dat het Kremlin bereid was een akkoord met Georgië te sluiten om de patstelling over Abchazië en Zuid-Ossetië te beëindigen, en dat die verklaring door een aantal functionarissen van Georgische Droom werd verwelkomd en erop duidt dat de betrekkingen met Rusland steeds beter worden; overwegende dat Rusland tegelijkertijd het proces van grensverlegging (“borderisation”) en de geleidelijke bezetting van delen van Georgië voortzet en heeft aangekondigd een permanente marinebasis te willen bouwen in een bezette regio van Georgië;
1. spreekt nogmaals zijn krachtige steun uit voor de democratische ontwikkeling van Georgië en de Euro-Atlantische aspiraties van zijn bevolking;
2. blijft bezorgd over de mensenrechtenschendingen en het antidemocratische handelen van de Georgische Droom-regering; veroordeelt ten stelligste de aanneming van de wet op buitenlandse agenten – een wet naar Russisch model – en beschouwt deze wet als een instrument voor inmenging in de komende parlementsverkiezingen; onderstreept dat dergelijke pogingen om politieke controle uit te oefenen op de activiteiten van het maatschappelijk middenveld of deze in te perken, in tegenspraak zijn met democratische waarden en met de aanbevelingen van de Commissie;
3. is volledig solidair met het Georgische volk en het levendige Georgische maatschappelijk middenveld, dat van oudsher een zeer actieve en belangrijke rol speelt bij de toenadering van Georgië tot het Westen, het bevorderen van democratisering en het aandringen op Euro-Atlantische integratie, overeenkomstig de wensen van het Georgische volk; betreurt in dit verband de toenemende anti-westerse en vijandige retoriek van vertegenwoordigers van de regerende partij jegens de westerse strategische partners van Georgië, waaronder de Verenigde Staten, de Europese Unie en EU-ambtenaren, en de verspreiding van Russische desinformatie en manipulatie door die partij;
4. is verontrust over de aanhoudende en zeer verontrustende gevallen van intimidatie en geweld tegen de oppositie, alsook over de dreiging van verdere repressie zoals geuit door oligarch Bidzina Ivanisjvili om de democratische prowesterse oppositie te verbieden en afwijkende meningen het zwijgen op te leggen;
5. verzoekt de Georgische autoriteiten ervoor te zorgen dat de parlementsverkiezingen van 26 oktober in Georgië democratisch, eerlijk en vrij zullen verlopen en in overeenstemming zullen zijn met de democratische normen waarvan Georgië heeft verklaard zich eraan te zullen houden; waarschuwt dat iedere poging tot inmenging in het verloop of de uitslag van deze verkiezingen ongeoorloofd is;
6. verzoekt de Georgische autoriteiten en verkiezingsorganen nauw samen te werken met zowel internationale verkiezingswaarnemingsmissies als Georgische waarnemers, die toezicht zullen houden op het verloop van de verkiezingen wat betreft de naleving van de verbintenissen in het kader van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en andere internationale verplichtingen en normen voor democratische verkiezingen, alsook van de nationale wetgeving;
7. is verontrust over het besluit om slechts een beperkt aantal stembureaus in het buitenland te openen, ondanks talrijke verzoeken van de Georgische diaspora, waardoor de meerderheid van de in het buitenland wonende Georgiërs hun stemrecht verliest;
8. veroordeelt ten stelligste alle fysieke aanvallen op politici en campagnevoerders; is uiterst bezorgd over het klimaat van straffeloosheid voor politiek gemotiveerd geweld, zoals in het geval van Levan Chabeisjvili;
9. vraagt de Commissie om meer en intensievere steun voor het maatschappelijk middenveld in Georgië, met name in het licht van de druk waaronder zij recent zijn komen te staan als gevolg van de wet op buitenlandse agenten;
10. stelt met bezorgdheid vast dat de vervolging van maatschappelijke organisaties door de Georgische regering de laatste tijd heviger is geworden; is met name ontzet over het feit dat de regering het bureau voor corruptiebestrijding gebruikt om druk uit te oefenen op organisaties als Transparency International Georgia en Choose Europe, in een schijnbare poging om het hun lastig te maken effectief toezicht te houden op de komende verkiezingen;
11. uit zijn bezorgdheid over de reeks brute geweldplegingen tegen politieke figuren en leiders van het maatschappelijk middenveld zowel tijdens als in de periode na de demonstraties die afgelopen voorjaar plaatsvonden tegen de wet op buitenlandse agenten; uit zijn bezorgdheid over het feit dat niet één dader is vastgehouden, aangeklaagd of zelfs geïdentificeerd, en roept de Georgische autoriteiten op de daders van deze afranselingen voor de rechter te brengen;
12. betreurt dat de EU het door Donald Tusk voorgestelde model van strijdbare democratie (“militant democracy”) heeft onderschreven, aangezien dit de geloofwaardigheid van de EU-instellingen ondermijnt wanneer zij buiten de grenzen van de lidstaten pleiten voor de rechtsstaat en de mensenrechten;
13. is ernstig bezorgd over de sterker wordende Russische invloed in het land, alsook over de acties van de Georgische Droom-regering die toenadering tot Rusland zoekt — ondanks het feit dat Rusland op heimelijke wijze Georgische grondgebied inneemt en Oekraïne heeft aangevallen — door in weerwil van de sancties van de EU de handelsbanden juist te versterken en te weigeren zelf ook sancties op te leggen aan Moskou;
14. dringt er bij Georgië – als kandidaat-lidstaat van de Europese Unie – met klem op aan sancties op te leggen aan Rusland als reactie op de grootschalige Russische invasie van Oekraïne, en effectieve maatregelen te handhaven om te voorkomen dat Europese sancties worden omzeild, zoals ook is toegezegd door Georgië;
15. wijst de Georgische regering er nogmaals op dat de overgrote meerderheid van de bevolking een uitgesproken voorstander is van een prowesterse koers van het land en van toetreding tot de EU;
16. uit zijn goedkeuring over de sancties die door de Verenigde Staten zijn opgelegd aan functionarissen van Georgische Droom; verzoekt de EU vergelijkbare reisverboden op te leggen aan personen die betrokken zijn bij de aanneming van de wet op buitenlandse agenten, en dergelijke verboden ook toe te passen op andere hooggeplaatste leden van de regeringspartij en tot rechters die politiek gemotiveerde rechterlijke uitspraken hebben gedaan;
17. veroordeelt met klem de destructieve en persoonlijke bijdrage van de meest invloedrijke oligarch van Georgië, Bidzina Ivanisjvili, aan het orkestreren van de aanhoudende politieke crisis en het systematisch saboteren van de prowesterse koers van het land ten gunste van een oriëntatie op Rusland; betreurt zijn voortdurende inspanningen om de democratische instellingen van Georgië uit te hollen en de aspiraties van de Georgische bevolking te verloochenen; herhaalt met klem zijn oproep aan de Raad en de democratische partners van de EU om onmiddellijk gerichte persoonlijke sancties op te leggen aan Ivanisjvili vanwege zijn rechtstreekse betrokkenheid bij de ondermijning van het politieke proces in Georgië en vanwege het feit dat zijn handelen in strijd is met de fundamentele belangen van het land;
18. herhaalt zijn oproep aan de Raad en de democratische partners van de EU om te overwegen persoonlijke sancties op te leggen aan Ivanisjvili vanwege zijn rol in de verslechtering van het politieke proces in Georgië en vanwege het feit dat zijn handelen in strijd is met de belangen van de bevolking van het land;
19. onderstreept dat opschorting van de visumliberaliseringsovereenkomst met Georgië pas mag worden overwogen nadat er persoonlijke sancties zijn opgelegd aan leden van de regerende partij en de zeer invloedrijke oligarch Bidzina Ivanisjvili;
20. benadrukt dat de Georgische regering de volledige en onmiskenbare verantwoordelijkheid draagt voor het leven, de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van voormalig president Micheil Saakasjvili en volledig ter verantwoording moet worden geroepen voor elke vorm van schade die hem wordt berokkend; herhaalt met klem zijn dringende verzoek om zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating;
21. betreurt dat EP-leden in het verleden geen toestemming hebben gekregen om president Saakasjvili te bezoeken om de omstandigheden van zijn gevangenschap te beoordelen; verzoekt de Georgische autoriteiten hun standpunt te wijzigen en bezoeken van EP-leden toe te staan;
22. merkt op dat de Georgische regering verdere draconische beperkingen heeft opgelegd ten aanzien van de toegang tot openbare informatie, waaronder archieven uit het Sovjettijdperk, en daarbij ten onrechte de algemene verordening gegevensbescherming van de EU[2] heeft gebruikt om haar handelswijze te rechtvaardigen; merkt op dat sommige van de belangrijkste archieven van Georgië uit het Sovjettijdperk (zoals het archief van de voormalige KGB en dat van het voormalige Centraal Comité van de Communistische Partij) sinds oktober jongstleden volledig zijn gesloten, zonder dat hiervoor enige verklaring is gegeven;
23. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE, alsmede de president, de regering en het parlement van Georgië.
- [1] P9_TA(2024)0381
- [2] Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/679/oj).