ONTWERPRESOLUTIE over de verkeerde interpretatie van VN‑resolutie 2758 door de Volksrepubliek China en haar voortdurende militaire provocaties rond Taiwan
21.10.2024 - (2024/2891(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 136, lid 2, van het Reglement
Danilo Della Valle
namens de Fractie The Left
B10‑0130/2024
Resolutie van het Europees Parlement over de verkeerde interpretatie van VN‑resolutie 2758 door de Volksrepubliek China en haar voortdurende militaire provocaties rond Taiwan
Het Europees Parlement,
– gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties,
– gezien Resolutie 2758 van de Algemene Vergadering van de VN van 25 oktober 1971,
– gezien de Indo-Pacifische strategie van de EU,
– gezien het door de EU en haar lidstaten erkende één-Chinabeleid,
– gezien artikel 136, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de regio Azië-Stille Oceaan van strategisch en toenemend belang is voor vrede, veiligheid, politieke stabiliteit en de wereldhandel; overwegende dat meer dan de helft van de wereldbevolking in deze regio woont en dat deze goed is voor 60 % van het mondiale bbp en twee derde van de mondiale economische groei;
B. overwegende dat het beleid van betrokkenheid van de EU bij de regio Azië‑Stille Oceaan gebaseerd is op de beginselen van vrede, samenwerking en eerbiediging van het internationaal recht;
C. overwegende dat VN-resolutie 2758, die op 25 oktober 1971 door de Algemene Vergadering van de VN is aangenomen, betrekking heeft op de vertegenwoordiging van China in de VN; overwegende dat de VN met deze resolutie de Volksrepubliek China (VRC) heeft erkend als de enige legitieme vertegenwoordiger van China in de VN en heeft besloten dat “de vertegenwoordigers van Chiang Kai‑shek onmiddellijk van de plaats die zij illegaal in de Verenigde Naties en in alle daarmee verbonden organisaties bezetten, moeten worden weggestuurd”; overwegende dat VN-resolutie 2758 de basis vormt van het “één-Chinaprincipe”;
D. overwegende dat 181 van de 193 VN-lidstaten het één-Chinaprincipe erkennen en betrekkingen met de VRC onderhouden;
E. overwegende dat het één-Chinabeleid een reeds lang bestaand standpunt van de EU is, waarmee zij de VRC erkent als de enige legitieme vertegenwoordiger van China;
F. overwegende dat de VRC op 14 oktober 2024 een nieuwe reeks militaire oefeningen voor de kust van Taiwan is begonnen — “Joint Sword-2024 B” — die wordt omschreven als een “sterke waarschuwing” met “een krachtig afschrikkend effect op de separatistische activiteiten van ‘Taiwanese onafhankelijkheidselementen’”, en een “legitieme en noodzakelijke maatregel voor het waarborgen van de nationale soevereiniteit”; overwegende dat de oefeningen worden beschouwd als een reactie op een toespraak van de Taiwanese president; overwegende dat de Taiwanese autoriteiten de oefeningen hebben veroordeeld als “irrationele provocaties” en Peking hebben verzocht de keuze van het Taiwanese volk te eerbiedigen; overwegende dat de VRC de afgelopen jaren haar militaire activiteiten in de Straat van Taiwan aanzienlijk heeft opgevoerd;
G. overwegende dat de Verenigde Staten de afgelopen jaren hun militaire aanwezigheid in de Indo-Pacifische regio hebben vergroot, onder meer door het houden van grootschalige militaire oefeningen met bondgenoten, zoals Australië, Japan, Zuid‑Korea en andere regionale partners; overwegende dat het hierbij onder meer gaat om de Rim of the Pacific Exercise (Rimpac), Talisman Sabre (met Australië), Malabar (met India, Japan en Australië) en Vigilant Storm (met Zuid‑Korea), alsmede de oprichting van de alliantie Aukus tussen Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, waarmee een tegen de VRC gerichte “omsingelingsstrategie” verder wordt bevorderd;
H. overwegende dat de toename van de militaire steun van de VS aan Taiwan, met inbegrip van de verkoop van geavanceerde wapens en versterkte militaire betrekkingen, het risico op militaire escalatie in de Straat van Taiwan vergroot;
I. overwegende dat stabiliteit in de regio van essentieel belang is voor de wereldhandel en voor maritieme routes die cruciaal zijn voor de economie van de EU, zoals de routes die door de Zuid-Chinese Zee lopen;
J. overwegende dat de EU pleit voor de vreedzame beslechting van geschillen, dialoog en eerbiediging van het internationaal recht, met inbegrip van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;
1. herhaalt dat het achter het één-Chinabeleid staat waarmee de VRC als enige legitieme vertegenwoordiger van China wordt erkend; herhaalt in dit verband zijn volledige steun voor VN-resolutie 2758 als kernbeginsel van het internationaal recht;
2. spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de toenemende spanningen in de Straat van Taiwan en roept alle partijen op hun toon te matigen en van unilaterale stappen om de status-quo te wijzigen of een militaire oplossing van het geschil af te zien;
3. betreurt het gebruik van militaire dreigementen door de VRC en herhaalt zijn steun voor een vreedzame oplossing van de Taiwanese kwestie, in overeenstemming met het internationaal recht en het VN-Handvest;
4. uit zijn bezorgdheid over het door de Verenigde Staten gevoerde omsingelingsbeleid, dat tot uiting komt in de versterking van militaire allianties in de regio, zoals Aukus, Quad (met India, Japan en Australië) en Japhus (met Japan en de Filipijnen), en door gezamenlijke militaire oefeningen, zoals Rimpac, Talisman Sabre, Malabar en Vigilant Storm, waardoor de spanningen escaleren en de regionale stabiliteit wordt ondermijnd;
5. betreurt de toegenomen militaire steun die de Verenigde Staten aan Taiwan verlenen, waaronder de verstrekking van geavanceerde wapens en militaire samenwerking, die kunnen leiden tot een gevaarlijke wapenwedloop en militaire escalatie in de Straat van Taiwan en de bredere Indo-Pacifische regio;
6. benadrukt dat eenzijdig optreden van een partij de regio Azië-Stille Oceaan verder kan destabiliseren, waardoor de kans afneemt dat territoriale en politieke geschillen vreedzaam worden beslecht;
7. roept alle partijen op een einde te maken aan het militariseringsbeleid in de regio en een diplomatieke dialoog aan te gaan waarin het internationaal recht en het één-Chinaprincipe worden geëerbiedigd; dringt er bij alle partijen in de regio Azië-Stille Oceaan op aan een constructieve dialoog aan te gaan met als doel de spanningen te verminderen en stabiliteit te bevorderen door middel van vreedzame en via onderhandelingen tot stand gekomen oplossingen;
8. roept de Europese Unie op een onafhankelijker en autonomer buitenlands beleid te voeren in de regio Azië-Stille Oceaan, met volledige inachtneming van het VN-Handvest en het internationaal recht; verzoekt de EU een actievere diplomatieke rol te spelen bij het bevorderen van vrede en het voorkomen van de verdere militarisering van de regio;
9. verzoekt de EU en haar lidstaten de diplomatieke samenwerking met zowel de VRC als de Verenigde Staten te intensiveren om bij te dragen tot de de-escalatie van de spanningen rond Taiwan en om vrede en stabiliteit in de regio te bevorderen;
10. herhaalt dat elke beslechting van geschillen in de Indo-Pacifische regio, met inbegrip van geschillen over Taiwan, gebaseerd moet zijn op de eerbiediging van de soevereiniteit van een staat, het internationaal recht en het één-Chinaprincipe en moet worden bereikt door middel van een vreedzaam onderhandelingsproces, zonder gebruik van geweld of militarisering;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Europese Raad, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering van de Verenigde Staten, de regering van de Volksrepubliek China, de Taiwanese autoriteiten, de regeringen van Australië, Japan en Zuid-Korea en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.