Ontwerpresolutie - B10-0135/2024Ontwerpresolutie
B10-0135/2024

ONTWERPRESOLUTIE over de verkeerde interpretatie van VN‑resolutie 2758 door de Volksrepubliek China en haar voortdurende militaire provocaties rond Taiwan

21.10.2024 - (2024/2891(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 136, lid 2, van het Reglement

Engin Eroglu, Petras Auštrevičius, Malik Azmani, Helmut Brandstätter, Dan Barna, Veronika Cifrová Ostrihoňová, João Cotrim De Figueiredo, Bernard Guetta, Svenja Hahn, Nathalie Loiseau, Ľubica Karvašová, Karin Karlsbro, Ana Vasconcelos, Lucia Yar, Dainius Žalimas
namens de Renew‑Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B10-0134/2024

Procedure : 2024/2891(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B10-0135/2024
Ingediende teksten :
B10-0135/2024
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B10‑0135/2024

Resolutie van het Europees Parlement over de verkeerde interpretatie van VN‑resolutie 2758 door de Volksrepubliek China en haar voortdurende militaire provocaties rond Taiwan

(2024/2891(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn aanbeveling van 21 oktober 2021 aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de politieke betrekkingen en samenwerking tussen de EU en Taiwan[1],

 gezien zijn resolutie van 7 juni 2022 over de EU en de veiligheidsuitdagingen in de Indo‑Pacifische regio[2],

 gezien zijn resolutie van 15 september 2022 over de situatie in de Straat van Taiwan[3],

 gezien zijn resolutie van 16 september 2021 over een nieuwe EU‑strategie ten aanzien van China[4],

 gezien zijn aanbeveling van 13 december 2023 aan de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de betrekkingen tussen de EU en China[5],

 gezien de top EU‑China van 1 april 2022,

 gezien het één‑China‑beleid van de EU,

 gezien het strategisch kompas voor veiligheid en defensie dat op 21 maart 2022 door de Raad is aangenomen,

 gezien de verklaring van 3 augustus 2022 van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 over het behoud van de vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan,

 gezien de zevende bijeenkomst op hoog niveau in het kader van de dialoog tussen de EU en de VS over China en de zesde bijeenkomst van het overleg op hoog niveau tussen de EU en de VS over de Indo‑Pacifische regio, die plaatsvonden op 9 en 10 september 2024,

 gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 18 april 2023 over de betrekkingen tussen de EU en China,

 gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 2016 getiteld “Elementen voor een nieuwe EU‑strategie ten aanzien van China” (JOIN(2016)0030) en de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad van 12 maart 2019 getiteld “EU‑China – Een strategische visie” (JOIN(2019)0005),

 gezien resolutie 2758 (XXVI) van de Algemene Vergadering van de VN van 25 oktober 1971 over het herstel van de wettelijke rechten van de Volksrepubliek China in de Verenigde Naties,

 gezien artikel 7 van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), dat op 9 mei 1992 is gesloten,

 gezien artikel 5 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO),

 gezien artikel 4 van het Statuut van de Internationale Organisatie van Criminele Politie (Interpol),

 gezien artikel 8 en artikel 18, punt h), van het Statuut van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO),

 gezien artikel 136, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat voor veel van de belangrijkste mondiale uitdagingen, zoals de strijd tegen klimaatverandering, de bescherming van de volksgezondheid, de regulering van de luchtvaart of de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, multilaterale samenwerking nodig is waarbij alle landen en belanghebbenden betrokken zijn;

B. overwegende dat de statuten van de meeste internationale organisaties die belast zijn met de aanpak van deze mondiale kwesties, waaronder de WHO, het UNFCCC, Interpol en de ICAO, niet‑statelijke entiteiten de mogelijkheid bieden om te participeren zonder dat de rechten van de lidstaten worden geschonden;

C. overwegende dat Taiwan een dynamisch pluralistisch politiek systeem en een bloeiende democratie heeft opgebouwd, zich wereldwijd consequent vreedzaam en coöperatief heeft opgesteld, de mondiale ontwikkelingen aanzienlijk heeft bevorderd en dus een wezenlijke bijdrage zou kunnen leveren aan het werk van diverse internationale organisaties;

D. overwegende dat VN‑resolutie 2758 betrekking heeft op de status van de Volksrepubliek China (VRC), maar niet inhoudt dat de VRC soevereiniteit over Taiwan heeft, noch een standpunt bevat over de toekomstige toetreding van Taiwan tot de VN of enige andere internationale organisatie; overwegende dat de VRC Vnresolutie‑resolutie 2758 echter nog steeds foutief interpreteert om op die manier de daadwerkelijke deelname van Taiwan aan internationale organisaties te blokkeren; overwegende dat deze acties laten zien dat de VRC ernaar streeft om de bestaande multilaterale internationale orde naar haar hand te zetten en kunnen worden beschouwd als een uiting van het feit dat China optreedt als “systemic rival” van het Westen;

E. overwegende dat de inzet van de EU voor actief multilateralisme, met de VN als hoeksteen daarvan, centraal staat in haar externe beleid, omdat internationale samenwerking onontbeerlijk blijft om mondiale crises, bedreigingen en uitdagingen doeltreffend aan te pakken; overwegende dat de EU en Taiwan gelijkgestemde partners zijn die de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, mensenrechten en de rechtsstaat delen; overwegende dat de deelname van Taiwan aan internationale organisaties, waaronder Interpol, het UNFCCC, de ICAO en de WHO daarom voor de EU van wezenlijk belang is;

F. overwegende dat steun voor de deelname van Taiwan aan internationale organisaties geen afbreuk doet aan het één‑China‑beleid van de EU, dat de politieke basis blijft voor de betrekkingen tussen de EU en China;

G. overwegende dat de recente militaire oefeningen van de VRC in de Straat van Taiwan en rond Taiwan, met name de oefeningen die op 14 oktober 2024 van start zijn gegaan, aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid; overwegende dat deze recente oefeningen, onder de codenaam “Joint Sword‑2024B”, uitgebreide militaire activiteiten omvatten, waaronder 125 militaire vluchten en de inzet van 17 marine‑ en kustwachtvaartuigen in de buurt van Taiwan;

H. overwegende dat de VRC klaarblijkelijk van plan is haar uiterst agressieve acties voort te zetten en ernaar streeft de status quo in de Straat van Taiwan te ondergraven, wat kan leiden tot een al dan niet bedoelde gevaarlijke escalatie, met ernstige gevolgen voor de mondiale stabiliteit en vrede, ook voor de EU;

I. overwegende dat de VRC als mondiale speler en met name als permanent lid van de VN‑Veiligheidsraad verantwoordelijkheid draagt voor de vrede en stabiliteit in de regio en met name in de Straat van Taiwan;

J. overwegende dat de Straat van Taiwan de belangrijkste route is voor schepen die vanuit de VRC, Japan, Zuid‑Korea en Taiwan naar Europa varen, en daarom van vitaal strategisch belang is voor de EU;

K. overwegende dat de EU zich ervoor blijft inzetten elk beschikbaar kanaal te gebruiken om initiatieven met het oog op de bevordering van de dialoog, samenwerking en vertrouwensopbouw tussen de VRC en Taiwan te stimuleren;

L. overwegende dat de antiafscheidingswet van de VRC van 2005 het gebruik van niet‑vreedzame middelen omvat, die ingezet kunnen worden na het overschrijden van dubbelzinnige drempels, om te bereiken wat de VRC “eenwording” met Taiwan noemt; overwegende dat een dergelijk militair optreden een ernstige bedreiging zou vormen voor de veiligheid en stabiliteit van de hele regio, met mogelijk ernstige wereldwijde gevolgen;

1. benadrukt met klem dat in VN‑resolutie 2758 geen melding wordt gemaakt van en daarom geen uitspraken worden gedaan over het toekomstige lidmaatschap van Taiwan van de VN of andere internationale organisaties;

2. is voorstander van de deelname van Taiwan aan vergaderingen, mechanismen en activiteiten van relevante internationale organisaties, met name de WHO, het UNFCCC, Interpol en de ICAO, en verzoekt de Commissie en de lidstaten de participatie van Taiwan aan deze internationale fora te bevorderen, overeenkomstig de bepalingen van hun respectieve statuten;

3. verwerpt de institutionalisering en normalisering van het standpunt van de VRC ten aanzien van Taiwan in de VN; verzoekt de VN‑organen openheid te geven met betrekking tot elk akkoord of elke vorm van druk die door de Volksrepubliek China op de VN wordt uitgeoefend om de toegang van Taiwan tot de VN en de VN‑faciliteiten te beperken, en om het verlenen van accreditaties aan Taiwanese maatschappelijke en niet‑gouvernementele organisaties te blokkeren; verzoekt de EU en haar lidstaten zich tegen dergelijk handelen te verzetten en tegelijkertijd de coördinatie en samenwerking met uitgesloten Taiwanese groepen te verbeteren;

4. wijst er nogmaals op dat de EU vast wil houden aan het één‑China‑beleid als de politieke basis voor de betrekkingen tussen de EU en China; wijst erop dat de EU in haar strategie ten aanzien van China benadrukt dat constructieve betrekkingen tussen China en Taiwan moeten bijdragen tot het bevorderen van vrede en veiligheid in de hele Aziatisch‑Pacifische regio, en dat de EU initiatieven steunt die gericht zijn op dialoog en het opbouwen van vertrouwen;

5. benadrukt dat Taiwan een democratie is en dat de bevolking daarom zelf moet kunnen beslissen hoe zij willen leven, en is van mening dat de status quo in de Straat van Taiwan niet eenzijdig mag worden veranderd door het gebruik van of de dreiging met geweld;

6. veroordeelt de huidige militaire oefeningen van de VRC in de Straat van Taiwan, met name de oefeningen die op 14 oktober 2024 zijn gestart rond Taiwan; verzoekt de VRC onmiddellijk een einde te maken aan haar provocerende militaire oefeningen rond Taiwan en alle acties te beëindigen die de spanningen in de Straat van Taiwan kunnen doen escaleren en de regionale stabiliteit kunnen ondermijnen; prijst de terughoudendheid en de gedisciplineerde reactie van de Taiwanese strijdkrachten en roept op tot regelmatige uitwisselingen tussen de EU en haar Taiwanese tegenhangers over relevante veiligheidskwesties;

7. herinnert de VRC aan haar verantwoordelijkheid, als VN‑lidstaat, om zich te houden aan het internationaal recht, zoals uiteengezet in het VN‑Handvest, en met name het VN‑Verdrag inzake het recht van de zee, waarin de nadruk wordt gelegd op de verplichting om geschillen vreedzaam op te lossen en de vrijheid van scheepvaart en overvliegen te eerbiedigen;

8. merkt op dat de provocerende acties van de VRC tegen Taiwan en in de ruimere regio, alsook de steun van de VRC aan de illegale en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, ernstige gevolgen hebben voor de betrekkingen tussen de EU en China; merkt op dat verdere escalatie een nadelig effect zou hebben op de economie van de EU en dat er dringend noodplannen en risicobeperkende maatregelen moeten worden ontwikkeld op basis van realistische escalatiescenario’s; dringt in dit verband aan op nauwere samenwerking en de uitwisseling van expertise tussen de EU en Taiwan met betrekking tot kwesties op het gebied van civiel‑militaire defensie, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging, en noodhulp;

9. verzet zich krachtig tegen de economische dwang die de VRC uitoefent tegen Taiwan en andere democratieën in de regio, alsook tegen EU‑lidstaten, en benadrukt dat dergelijke praktijken niet alleen illegaal zijn volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie, maar dat ze ook een verwoestend effect hebben op de reputatie van de VRC in de wereld en zullen leiden tot een verder verlies van vertrouwen in de VRC als partner; verzoekt de missies van de EU en haar lidstaten kwaadwillige handelspraktijken van China aan het licht te brengen en te melden, met name in het Globale Zuiden;

10. benadrukt dat de verschillende acties van de VRC op het gebied van cognitieve en legale oorlogvoering de status quo langzaam ondermijnen en dat daarbij de activiteiten in grijze zones die bedoeld zijn om opsporing, bestaande wetgeving en responsdrempels te omzeilen, worden opgevoerd; verzoekt de EU rode lijnen op het gebied van hybride activiteiten en cyberdreigingen vast te stellen en te handhaven met behulp van haar instrumentarium van sancties, met inbegrip van sectorale sancties, en krachtige diplomatieke en economische afschrikkingsmaatregelen af te spreken met gelijkgestemde partners;

11. benadrukt dat het strategische en economische zwaartepunt van de wereld verschuift naar de Indo‑Pacifische regio, waardoor het absoluut noodzakelijk is dat de EU voor deze regio een duidelijke en geloofwaardige aanpak op EU‑niveau hanteert; verzoekt de lidstaten daarom hun economische en diplomatieke aanwezigheid in de Indo‑Pacifische regio, ook in Taiwan, te versterken;

12. verwelkomt de toename van het aantal oefeningen ter ondersteuning van de vrijheid van scheepvaart door verschillende EU‑landen, waaronder Frankrijk, Nederland en Duitsland; merkt op dat deze activiteiten in overeenstemming zijn met het internationaal recht en dringt aan op meer samenwerking en coördinatie met regionale partners om de vrijheid van scheepvaart in de regio te versterken;

13. is ven mening dat uitingen van steun, zoals parlementaire bezoeken, waardevol zijn en is van mening dat zij afschrikkend kunnen werken indien zij gepaard gaan met concrete samenwerking op andere gebieden; benadrukt in dit verband zijn voornemen om in de toekomst officiële parlementaire delegaties naar Taiwan te sturen;

14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten van de Verenigde Naties, en de regering en het parlement van Taiwan.

Laatst bijgewerkt op: 23 oktober 2024
Juridische mededeling - Privacybeleid