ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Jemen
6.7.2015 - (2015/2760(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Fabio Massimo Castaldo, Ignazio Corrao namens de EFDD-Fractie
Het Europees Parlement,
– gezien de verklaring van de woordvoerder van de EDEO over de mogelijke hervatting van door de VN geleide besprekingen over Jemen in Genève op 14 juni 2015,
– gezien de gezamenlijke verklaring van 11 mei 2015 van de VV/HV, Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, over het voorstel voor een wapenstilstand in Jemen,
– gezien de gezamenlijke verklaring van 1 april 2015 van VV/HV Mogherini en commissaris Stylianides over de gevolgen van de gevechten in Jemen,
– gezien zijn eerdere resoluties over Jemen,
– gezien de conclusies van de Raad van 21 april 2015 over Jemen,
– gezien resoluties 2014 (2011), 2051 (2012), 2140 (2014), 2201 (2015) en 2216 (2015) van de VN-Veiligheidsraad,
– gezien het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst van 21 september 2014,
– gezien de verklaring van 24 mei 2015 van de twee medevoorzitters van de 24e Gezamenlijke Raad en ministeriële bijeenkomst van de Samenwerkingsraad van de Golf en de Europese Unie,
– gezien de overgangsovereenkomst voor Jemen uit 2011,
– gezien de persverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 25 juni 2015 over de situatie in Jemen,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat in Jemen een burgeroorlog woedt waarbij verscheidene facties betrokken zijn: de Houthi-troepen die voormalig president Ali Abdullah Saleh hebben verdreven, strijdmachten die trouw zijn gebleven aan de voormalige regering en zuidelijke separatisten die zich vooral rond Aden, in Zuid-Jemen en het gouvernement Ad Dali' bevinden; overwegende dat ook islamitische terreurgroepen - Al Qaida op het Arabisch schiereiland (AQAP) en met de Islamitische Staat (IS)/Da'esh verbonden milities - de crisis in hun voordeel benutten; overwegende dat de Jemenitische veiligheidstroepen verdeeld zijn en zich bij de verschillende facties hebben aangesloten;
B. overwegende dat de president van Jemen, Abd-Rabbu Mansour Hadi, het land op 25 maart 2015 heeft moeten ontvluchten toen de rebellen en hun bondgenoten zijn toevluchtsoord in het zuiden binnendrongen, de luchthaven innamen en een prijs op zijn hoofd zetten; overwegende dat Hadi en de regering zich momenteel in Saudi-Arabië bevinden;
C. overwegende dat op de topbijeenkomst van de Arabische Liga in maart 2015 is ingestemd met een militair offensief onder leiding van Saudi-Arabië tegen de Houthi-rebellen; overwegende dat de door Saudi-Arabië geleide en door de VS gesteunde coalitie op 26 maart 2015 is begonnen met luchtaanvallen op de rebellen en dat de levering van humanitaire hulp als gevolg van de vrijwel totale blokkade van de Jemenitische havens bijzonder moeilijk is geworden;
D. overwegende dat de VN op 1 juli 2015 het crisisniveau 3 - de hoogste graad van humanitaire noodsituatie - in Jemen hebben afgekondigd en dat het door strijd verscheurde land volgens ambtenaren van de VN op de rand van hongersnood balanceert; overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie heeft gewaarschuwd dat het Jemenitische gezondheidsstelsel op instorten staat;
E. overwegende dat het conflict in Jemen ertoe geleid heeft dat naar schatting 21 miljoen mensen, hetzij ongeveer 80 % van de bevolking, een vorm van humanitaire bijstand nodig hebben; overwegende dat de helft van de Jemenitische bevolking momenteel met voedselonzekerheid kampt als gevolg van een door de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië ingestelde zeeblokkade;
F. overwegende dat er binnenkort waarschijnlijk meer mensen zullen sterven aan ziekte en ondervoeding dan als gevolg van het conflict op zich, en dat in Aden tot dusver 8000 gevallen van knokkelkoorts zijn gemeld, waarvan 590 met fatale afloop; overwegende dat andere ziekten zoals malaria en via water overgedragen aandoeningen eveneens in opmars zijn en dat gezondheidsfaciliteiten nog maar moeizaam functioneren;
G. overwegende dat de Jemenitische bevolking voor 70 % jonger is dan 30 jaar en overwegend ongeschoold; overwegende dat jonge mensen geen andere mogelijkheid zien om te overleven dan zich bij de strijdende troepen aan te sluiten;
H. overwegende dat Jemen een bolwerk vormt voor Al Qaida op het Arabische schiereiland (AQAP) en in toenemende mate ook voor de Islamitische Staat/Da'esh; overwegende dat op 29 juni 2015 in de hoofdstad Sanaa een bomauto is ontploft tijdens een rouwceremonie ter herdenking van de slachtoffers van een andere autobomaanslag een week eerder, en dat hierbij ten minste 28 mensen zijn omgekomen; overwegende dat de Islamitische Staat in Jemen beide aanslagen heeft opgeëist;
I. overwegende dat krachtens resolutie 2216 (2015) van de VN-Veiligheidsraad een wapenembargo en andere gerichte sancties hebben opgelegd aan Houthi-leiders en andere individuen wier optreden ingaat tegen de vrede en stabiliteit in Jemen;
J. overwegende dat er in juni 2015 in Genève onder auspiciën van de VN gesprekken hebben plaatsgevonden over de crisis in Jemen, maar dat de vredesonderhandelingen tussen de strijdende facties geen staakt-het-vurenovereenkomst hebben opgeleverd; overwegende dat VN-woordvoerder Stéphane Dujarric heeft meegedeeld dat er geen datum is vastgelegd voor een tweede gespreksronde;
K. overwegende dat de door de VS gesteunde en door Saudi-Arabië geleide coalitie van Arabische landen sinds maart 2015 bombardementen uitvoert op de Houthi's en hun bondgenoten; overwegende dat de bombardementen volgens de VN tot dusver meer dan 3000 dodelijke slachtoffers en ruim 14 000 gewonden hebben gemaakt;
L. overwegende dat in het internationaal humanitair recht duidelijk is vastgelegd dat oorlogvoerende partijen al het mogelijke moeten doen om burgerslachtoffers te vermijden of tot een minimum te beperken; overwegende dat niets erop wijst dat de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië stappen heeft gezet om inbreuken op deze bepaling te verhinderen of recht te zetten;
M. overwegende dat een compound van het Ontwikkelingsprogramma van de VN in Aden op 28 juni 2015 tijdens een luchtaanval is geraakt, met schade en de dood van een veiligheidsagent tot gevolg; overwegende dat de strijdende partijen sinds het begin van het conflict geregeld al dan niet opzettelijk woongebieden en civiele infrastructuur hebben geraakt;
N. overwegende dat het door Saudi-Arabië geleide luchtoffensief er niet in geslaagd is de Houthi's terug te dringen en dat er inmiddels op ten minste zes fronten in het land wordt gevochten;
O. overwegende dat in de golfstaat in totaal al meer dan 1400 burgers om het leven zijn gekomen; overwegende dat het aantal ontheemden in het land momenteel op meer dan 300 000 wordt geraamd;
P. overwegende dat Jemen ook de rechtstreeks gevolgen ondervindt van de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika, aangezien meer dan 250 000 vluchtelingen, vooral uit Somalië, in het land vastzitten en er in moeilijke omstandigheden leven; overwegende dat Jemen bovendien volgens ramingen van de regering ongeveer een miljoen Ethiopische migranten telt;
Q. overwegende dat Jemen en vooral Zuid-Jemen rijk is aan olie en overwegende dat de straat van Bab el-Mandeb een kruispunt vormt voor de belangrijkste scheepsroutes ter wereld, onder meer voor naar schatting 4 % van het wereldwijde olietransport;
R. overwegende dat het grote archeologische en historische erfgoed van het land in toenemende mate wordt bedreigd als gevolg van het stijgende aantal luchtaanvallen op de oude binnenstad van Sanaa;
1. maakt zich ernstige zorgen over de snelle verslechtering van de veiligheidstoestand en humanitaire situatie in Jemen, die een destabiliserende impact heeft op de hele regio; betuigt zijn medeleven met de families van de slachtoffers en zijn sympathie met de Jemenitische bevolking;
2. keurt de destabiliserende acties van de Houthi's en militaire troepen die loyaal zijn aan voormalig president Saleh, en alle geweldplegingen door de in het conflict verwikkelde partijen af; vraagt dat alle partijen ogenblikkelijk ophouden geweld te gebruiken en roept op tot een humanitair bestand zodat er bijstand kan worden verleend aan al wie in grote nood verkeert;
3. veroordeelt met klem de aanvallen van AQAP en IS/Da'esh, die plaatsvinden in een zo al dramatische situatie; maakt zich ernstige zorgen over de mogelijkheid dat dergelijke terreurorganisaties de huidige situatie uitbuiten, en verheugt zich over het feit dat de EU zich andermaal vastbesloten heeft verklaard om de dreiging van extremistische en terroristische groeperingen aan te pakken;
4. vindt het verontrustend dat het conflict in Jemen deel uitmaakt van de machtsstrijd in de regio; vraagt Iran en Saudi-Arabië akkoord te gaan met maatregelen voor het opbouwen van vertrouwen die de situatie kunnen de-escaleren, een constructieve houding aan te nemen en te ijveren voor een hervatting van de onderhandelingen tussen de conflictpartijen, en te aanvaarden dat het voor een haalbare, duurzame en vreedzame regeling nodig zou kunnen zijn de huidige grenzen van Jemen te hertekenen;
5. is van mening dat alleen een wederzijds aanvaardbare politieke oplossing de impasse te doorbreken; meent dat een dergelijke oplossing moet uitgaan van het GCC-initiatief en het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst, ondanks het feit dat de situatie in het land hiermee niet gestabiliseerd is, en dat dit de enige haalbare optie blijft;
6. is ervan overtuigd dat alleen een brede politieke consensus en vreedzame onderhandelingen tussen de belangrijkste politieke groeperingen, met afgevaardigden die de politieke organisaties in wier naam zij onderhandelen daadwerkelijk vertegenwoordigen en hun reële steun hebben, in een atmosfeer zonder angst, een duurzame oplossing kunnen bieden, een eind kunnen maken aan het geweld, de vrede kunnen herstellen en de eenheid, soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Jemen kunnen handhaven;
7. sluit zich onvoorwaardelijk aan bij de oproep van de VN-vredesgezant voor Jemen, Ismail Ould Cheikh Ahmed, aan alle bij het conflict betrokken partijen om in te stemmen met een humanitaire pauze tijdens de voor moslims heilige ramadanmaand, zodat aan beide kanten van Jemen via de havens van Aden en Hodeida uiterst noodzakelijke hulp kan worden geleverd;
8. verheugt zich over het feit dat de Commissie voor 2015 25 miljoen euro aan humanitaire steun heeft uitgetrokken voor de bevolking van het land, die getroffen wordt door acute ondervoeding, het gewapende conflict en gedwongen verplaatsing, maar is van mening dat dit niet volstaat; vraagt om de terbeschikkingstelling van extra middelen, in overleg met andere internationale donoren, om een humanitaire crisis af te wenden en essentiële hulp te verschaffen aan mensen die in nood verkeren;
9. verheugt zich over de waardevolle bijdrage van maatschappelijke organisaties die het grootste deel van de interventies ter plaatse in Jemen op zich nemen, gaande van de levering van water en voedsel aan afgelegen dorpen tot de oprichting van ziekenhuizen op geïsoleerde plaatsen, dit alles met beperkte middelen;
10. gaat niet akkoord met de luchtaanvallen op het land door de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië, die tot talrijke doden en gewonden bij de burgerbevolking hebben geleid, en is van mening dat deze een schending inhouden van het internationale humanitaire recht, aangezien aanvallen waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en strijders of waarbij de burgerbevolking buitensporig wordt getroffen, verboden zijn; vraagt Saudi-Arabië en zijn coalitiepartners het internationale humanitaire recht na te leven, alle vermoede schendingen onverwijld te onderzoeken en de burgerslachtoffers schadevergoeding toe te kennen;
11. is uiterst bezorgd over de feitelijke lucht- en zeeblokkade door de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië, die in strijd is met het oorlogsrecht en een rechtstreekse bedreiging vormt voor het overleven van de bevolking; maakt zich met name zorgen over het gebrek aan brandstof, dat inhoudt dat voedsel, water en medische benodigdheden niet kunnen worden vervoerd en waterpompen en generatoren niet kunnen functioneren, waardoor het gevaar bestaat dat de verlening van basisdiensten aan de bevolking volledig tot stilstand komt;
12. maakt zich bijzonder grote zorgen over het feit dat het aanhoudende conflict en de land-, lucht- en zeeblokkade bij gebrek aan een staakt-het-vuren en een politieke oplossing waarschijnlijk een dramatische impact zal hebben op de humanitaire situatie evenals langetermijngevolgen op het vlak van bestaansmiddelen, voedselzekerheid en voeding voor kinderen;
13. vraagt de coalitie maatregelen te nemen om olietankers snel toegang te verlenen tot Jemen en de levering van brandstof aan de burgerbevolking en vooral voor ziekenhuizen en waterpompen te herstellen; roept de Houthi's en andere gewapende groeperingen er tegelijk toe op de overdracht van deze brandstof aan de burgerbevolking, VN-agentschappen en humanitaire organisaties toe te staan;
14. onderstreept dat gecoördineerd humanitair optreden onder leiding van de VN noodzakelijk is, verzoekt de internationale gemeenschap zich te verbinden tot een aanzienlijke verhoging van de humanitaire hulp;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de GCC, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische staten en de regering van Jemen.