Karl von Wogau (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben zojuist door de heer Martin op schandalige wijze toegesproken. Hoewel ik zeker niet van plan ben om persoonlijke aangelegenheden voor hem uit de doeken te doen, ben ik te allen tijde bereid om op passende wijze informatie over een en ander te verschaffen, want hier wordt gezinspeeld op iets dat elke grond ontbeert.