Parlementaire vraag - O-000136/2018Parlementaire vraag
O-000136/2018

Ernstige schendingen bij het transport van dieren naar derde landen

29.11.2018

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000136/2018
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Anja Hazekamp, Stelios Kouloglou, Marisa Matias, Gabriele Zimmer, Lynn Boylan, Merja Kyllönen, Neoklis Sylikiotis, Sabine Lösing, Sofia Sakorafa, Tania González Peñas, Takis Hadjigeorgiou, Younous Omarjee, Stefan Eck, Estefanía Torres Martínez, Helmut Scholz, Maria Lidia Senra Rodríguez, Anne-Marie Mineur, Javier Couso Permuy
namens de GUE/NGL-Fractie
John Flack, Bart Staes, Keith Taylor, Tilly Metz, Fabio Massimo Castaldo, Maria Noichl, Pascal Durand, Eleonora Evi, Jan Huitema, Gerben-Jan Gerbrandy

In Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad worden de bepalingen vastgelegd voor de bescherming van dieren tijdens het vervoer binnen de Europese Unie.  In 2015 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de bepalingen van deze verordening ook van toepassing moeten zijn op het transport van levende dieren van de EU naar een derde land, dus met inbegrip van het deel van het transport dat buiten het grondgebied van de EU plaatsvindt[1].

De laatste paar jaar hebben ngo's herhaaldelijk bewijs verzameld van ernstige en structurele schendingen tijdens het vervoer van levende dieren binnen en buiten de EU. Deze onderzoeken hebben consistent grove schendingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 aan het licht gebracht. In het meest recente geval werden dieren vervoerd terwijl het buiten meer dan 30 graden was, zaten ze opeengepakt in overvolle vrachtwagens zonder voer of water en bezweken ze bijna van de hitte en uitputting. Tijdens het inladen van een vaartuig met vee in Raša, Kroatië, werd een stier uit het water getrokken, aan een van zijn poten opgehangen en gedwongen om aan boord van het schip te gaan, ondanks dat hij duidelijk niet in een conditie was om vervoerd te worden[2].

1.  Kan de Commissie de bewering uit haar brief van 31 mei 2018 staven, namelijk dat "het nalevingspercentage van de vervoersverordening de laatste twee jaar is gestegen en dat dat percentage praktisch 100% is als de dieren de EU-grens overgaan", en kan ze een verklaring geven voor de discrepanties tussen bovenstaande uitspraak en het schokkende bewijs dat is verzameld door ngo's?

2.  Is de Commissie het ermee eens dat als de lidstaten niet kunnen garanderen dat het vervoer van levende dieren vanuit de EU naar derde landen voldoet aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005, de export van levende dieren naar derde landen verboden zou moeten worden?

3.  Vindt de Commissie ook niet dat havens waar ernstige schendingen zijn geconstateerd bij de export van levende dieren onder geen beding EU-financiering mogen ontvangen om hun activiteiten voort te zetten of uit te breiden?

Ingediend: 29.11.2018

Doorgezonden: 3.12.2018

Uiterste datum beantwoording: 10.12.2018

Laatst bijgewerkt op: 4 december 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid