GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
22.4.2008
– José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, João de Deus Pinheiro, Peter Šťastný, Fernando Fernández Martín, Francisco José Millán Mon, José Ribeiro e Castro, namens de PPE-DE-Fractie
– Martin Schulz, Marie-Arlette Carlotti, Manuel António dos Santos, Edite Estrela, Claudio Fava, Raimon Obiols i Germà, Sérgio Sousa Pinto, Luis Yañez-Barnuevo García, namens de PSE-Fractie
– Janelly Fourtou, Josu Ortuondo Larrea, Gianluca Susta, Renate Weber, , namens de ALDE-Fractie
– Cristiana Muscardini, Adam Bielan, Inese Vaidere, , namens de UEN-Fractie
– Monica Frassoni, Raül Romeva i Rueda, Alain Lipietz, , namens de Verts/ALE-Fractie
– Willy Meyer Pleite, namens de GUE/NGL-Fractie
– Irena Belohorská
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties:
– PPE-DE (B6‑0147)
– PSE (B6‑0148)
– Verts/ALE (B6‑0149)
– ALDE (B6‑0150)
– UEN (B6‑0172)
– GUE/NGL (B6‑0173)
over de vijfde Top EU-LAC in Lima
Resolutie van het Europees Parlement over de vijfde Top EU-LAC in Lima
Het Europees Parlement,
– gezien de verklaringen die zijn goedgekeurd na afloop van de vier topconferenties van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en de Caraïben en van de Europese Unie die tot dusver werden gehouden in achtereenvolgens Rio de Janeiro (28 en 29 juni 1999), Madrid (17 en 18 mei 2002), Guadalajara (28 en 29 mei 2004) en Wenen (12 en 13 mei 2006),
– gezien het gezamenlijk communiqué van de 13e ministeriële bijeenkomst tussen de Groep van Rio en de Europese Unie, die op 20 april 2007 in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) werd gehouden,
– gezien het gezamenlijk communiqué van de ministeriële bijeenkomst in het kader van de Dialoog van San José tussen de EU-trojka en de ministers van de Midden-Amerikaanse landen, die op 19 april 2007 in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) werd gehouden,
– gezien de slotakte van de van 14 tot 16 juni 2005 te Lima gehouden 17e Interparlementaire Conferentie Europese Unie - Latijns-Amerika,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 15 november 2001 over een globaal partnerschap en een gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika [1], en van 27 april 2006 over een sterker partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika,[2]
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 29 november 2007 over handel en klimaatverandering,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 oktober 2007 over vrouwenmoorden in Mexico en Midden-Amerika en de rol van de Europese Unie in de strijd tegen dit fenomeen,
– gezien de resoluties van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering van 20 december 2007,
– gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,
A. overwegende dat het meer dan ooit noodzakelijk is het biregionaal strategisch partnerschap dat op de vier eerdere topbijeenkomsten het licht zag, verder te verdiepen,
B. overwegende dat er weliswaar belangrijke stappen zijn gezet, maar dat er nog veel te doen staat, zowel met betrekking tot de politieke als de veiligheidsaspecten als op het gebied van sociale, commerciële en budgettaire aspecten van het partnerschap,
C. overwegende dat het strategisch partnerschap moet leiden tot meer toenadering tussen de respectieve samenlevingen, hun niveau van sociale ontwikkeling moet bevorderen, en een doorslaggevende bijdrage moet leveren aan een drastische terugdringing van armoede en sociale ongelijkheid in Latijns-Amerika, waaraan een bijdrage moet worden geleverd door de economische groei waarvan de laatste jaren sprake is in de regio, alsmede door de handel en de velerlei soorten van steun en het doorgeven van ervaringen op het gebied van sociale cohesie door de Europese Unie,
1. herhaalt zijn belofte om het werk van de verschillende organen ter bevordering van de regionale integratie in Europa en Latijns-Amerika te ondersteunen en alles te doen wat in haar macht ligt om ervoor te zorgen dat de Top van Lima een reële stap voorwaarts zal betekenen voor het strategisch partnerschap; verzoekt het Peruaanse en Sloveense covoorzitterschap van de topbijeenkomst, het Sloveense voorzitterschap van de Unie, de Europese Commissie en de Raad van de Unie in dit verband vastberaden inspanningen te leveren;
Beginselen en prioriteiten van het biregionaal strategisch partnerschap
2. spreekt opnieuw zijn steun uit aan de biregionale aanpak en de toekenning van prioriteit aan het bilateraal strategisch partnerschap als het middel bij uitstek om de gedeelde beginselen, waarden en belangen van de partners aan weerszijden van de Atlantische Oceaan veilig te stellen;
3. wijst tevens nogmaals op het belang van de Verklaring van de Top van Madrid (2002) over de gemeenschappelijke waarden en standpunten van beide regio's, alsmede het gemeenschappelijke standpunt over multilateralisme, regionale integratie en sociale cohesie zoals dat werd herbevestigd op de topbijeenkomsten van Guadalajara (2004) en Wenen (2006);
4. stelt een allesomvattende strategische visie voor het partnerschap voor, zodat het niet bij op zichzelf staande voorstellen of acties blijft, maar er als uiteindelijk doel tegen het jaar 2012 een Euro-Latijns-Amerikaanse globale interregionale associatiezone tot stand wordt gebracht die een echt strategisch partnerschap inhoudt op politiek, economisch, sociaal en cultureel gebied en op het gebied van het gezamenlijk streven naar duurzame ontwikkeling;
5. beveelt aan dat het partnerschap op politiek en veiligheidsgebied steunt op een regelmatige, sectorale en effectieve politieke dialoog en op een Euro-Latijns-Amerikaans Handvest voor vrede en veiligheid, dat, op basis van het Handvest van de Verenigde Naties, vaste vorm kan geven aan het gezamenlijk uitwerken van politieke, strategische en veiligheidsvoorstellen;
6. beklemtoont dat het, om te bewerkstelligen dat de handels- en economische betrekkingen tussen de partners ten goede komen aan beide partijen, noodzakelijk is dat deze:
- –bijdragen aan de diversifiëring en modernisering van de nationale productieapparaten in Latijns-Amerika – die nog steeds sterk afhankelijk zijn van enkele exportproducten, veelal grondstoffen of halfindustriële producten – met technologische alternatieven die doeltreffend zijn en een positieve impact hebben op het scheppen van werkgelegenheid en het verhogen van de gezinsinkomens;
- –het economische boven het strikt commerciële stellen, daarbij rekening houdende met de asymmetrie in de economieën van de twee regio’s en de benodigde nadruk op de sociale en milieuaspecten, waaronder programma’s voor de overdracht van en scholing in milieuvriendelijke en hernieuwbare technologieën via gemengde biregionale investeringen en gezamenlijke productiestelsels;
- –het accent leggen op het belang de inachtneming van het beginsel van rechtszekerheid te garanderen en de noodzaak een adequaat kader te creëren dat bevorderlijk is voor investeringen;
- –rekening houden met de onderlinge verschillen in ontwikkelingsniveau, hetgeen inhoudt dat de EU modaliteiten voor speciale gedifferentieerde behandeling toepast, met name ten aanzien van de landen met een laag economisch en sociaal ontwikkelingsniveau;
- –stimulerend werken op de Latijns-Amerikaanse integratie;
7. betuigt zijn instemming met de door de Top van Lima voorgestelde Agenda en de prioriteit die wordt toegekend aan twee grote themagebieden, enerzijds vraagstukken met betrekking tot armoede, ongelijkheid en integratie, en anderzijds duurzame ontwikkeling en de daarmee samenhangende vraagstukken op het gebied van milieu, klimaatverandering en energie;
8. wijst er opnieuw op dat de snelle oprichting van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat) na de vorige Top van Wenen als parlementaire instelling van het strategisch partnerschap een belangrijke versterking impliceert van de democratische legitimiteit van het partnerschap en zijn institutionele kader, omdat daarin de aan de Vergadering toebehorende functies van debat, controle en follow-up van vraagstukken met betrekking tot het strategisch partnerschap zijn geïntegreerd;
9. beveelt aan dat op de Top van Lima nogmaals wordt gewezen op de gehechtheid van de EU en LAC aan de beginselen en waarden van de pluralistische en vertegenwoordigende democratie, aan de vrijheid van meningsuiting en pers, aan de eerbiediging van de mensenrechten en de afwijzing van elke vorm van dictatuur en autoritarisme;
Gezamenlijke acties om te komen tot een doeltreffend multilateralisme
10. wijst met nadruk op de voordelen die het gemeenschappelijke streven naar multilateralisme kan opleveren voor de Euro-Latijns-Amerikaanse partners, die gezamenlijk meer dan duizend miljoen personen vertegenwoordigen, een derde van de lidstaten van de Verenigde Naties (VN), en meer dan een kwart van de wereldhandel;
11. stelt voor dat het strategisch partnerschap gebaseerd wordt op realistische doelstellingen en gezamenlijke programma's die zijn ingegeven door de gemeenschappelijke keuze voor het multilateralisme (protocol van Kyoto, Internationaal Strafhof, bestrijding van de doodstraf en het terrorisme, fundamentele rol van het VN-systeem, enz.);
12. beveelt aan gemeenschappelijke acties te ondernemen op alle terreinen en in alle fora waar hun beginselen, waarden en belangen duidelijk convergeren, met inbegrip van collectieve vrede en een veiligheidsbeleid in het kader van de VN, de bescherming van de mensenrechten, het milieubeschermingsbeleid, ontwikkeling, deelneming van de civil society aan het proces van global governance en de hervorming van het internationale financiële en handelsstelsel en de internationale instellingen daarvan (Wereldbank, Internationaal Monetair Fonds, Wereldhandelsorganisatie);
13. onderstreept opnieuw dat een multilaterale benadering de meest adequate wijze is om de gemeenschappelijke problemen en uitdagingen waarvoor de Euro-Latijns-Amerikaanse partners zich geplaatst zien, zoals de bestrijding van terrorisme, drugshandel, georganiseerde misdaad, corruptie en het witwassen van geld, de handel in personen - inclusief de maffia's die gebruik maken en profiteren van illegale immigratie - en de klimaatverandering, of vraagstukken in verband met de energieveiligheid, het hoofd te bieden;
14. herhaalt dat het zijn overtuiging is dat het terrorisme moet worden bestreden met strikte eerbiediging van de mensenrechten, de burgerlijke vrijheden en de rechtsstaat; dringt aan op de onvoorwaardelijke en onmiddellijke vrijlating van alle in Colombia ontvoerde personen, en in de eerste plaats de zieken onder hen; deze vrijlating moet plaatsvinden op grond van een unilateraal besluit van de FARC of welke andere organisatie ook die verantwoordelijk is voor hun ontvoering, of anders in het kader van een overeenkomst voor dringende humanitaire uitwisseling;
15. steunt de herhaalde resoluties van de Verenigde Naties, de Top EU-LAC en het Europees Parlement waarin dwangmaatregelen worden afgewezen zoals die welke vervat zijn in de bepalingen van de extraterritoriale wetten, die vanwege hun unilaterale en extraterritoriale karakter in strijd zijn met het internationale recht, de handel tussen de Euro-Latijns-Amerikaanse partners verstoren en hun gemeenschappelijke streven naar multilateralisme in gevaar brengen;
Een beslissende impuls voor de regionale integratie en de partnerschapsovereenkomsten
16. is van mening dat de sluiting en efficiënte toepassing van alomvattende, ambitieuze en evenwichtige partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en Latijns-Amerika die bijdragen aan de eerbiediging van de mensenrechten en de economische en sociale rechten van de bevolking en aan wederzijdse duurzame ontwikkeling, alsmede aan het beperken van de sociale ongelijkheden, ter aanvulling van het multilateralisme van de WTO, een strategisch doel vormen in een internationale context die gekenmerkt wordt door steeds grotere onderlinge afhankelijkheid, economische groei en het opkomen van nieuwe economische grootmachten, waardoor de wereld voor steeds meer uitdagingen wordt geplaatst;
17. stelt daarom op economisch en handelsgebied voor een Euro-Latijns-Amerikaanse globale interregionale partnerschapszone te creëren op basis van een met de WTO en het regionalisme verenigbaar model, en wel in twee fasen:
- a)een eerste fase die gekenmerkt wordt door de afronding van de onderhandelingen over de zo spoedig mogelijke sluiting van een Interregionale Partnerschapsovereenkomst EU-Mercosur, EU-Andesgemeenschap en EU-Midden-Amerika, alsmede een verdieping van de reeds bestaande overeenkomsten EU-Mexico en EU-Chili;
- b)een tweede fase, die zou lopen tot 2012, gericht op de sluiting van een Globale Interregionale Partnerschapsovereenkomst, die een juridische en institutionele grondslag zou vormen, en volledige geografische dekking zou verschaffen aan de verschillende onderdelen van het strategisch partnerschap, en zou voorzien in het vrije verkeer van personen en biregionale handel door middel van de verdieping van enerzijds de integratieovereenkomsten in Latijns-Amerika en anderzijds het proces van partnerschap van de Unie met alle landen en landengroepen in de regio;
18. stelt voor dat de Top van Lima een onderzoek gelast naar de haalbaarheid en de ecologische en sociale duurzaamheid van de Globale Interregionale Partnerschapsovereenkomst, met het oog op het creëren van de voorgestelde Globale Partnerschapszone;
De agenda van Lima voor de uitroeiing van armoede, ongelijkheid en uitsluiting
19. verzoekt de Top van Lima ervoor te zorgen dat in het kader van deze agenda ook een beperkt aantal duidelijke, concrete en verifieerbare toezeggingen ten aanzien van al deze onderwerpen worden gedaan, waarmee een nieuwe impuls kan worden gegeven aan het strategisch partnerschap en de levensstandaard van de burgers aan weerszijden van de Atlantische Oceaan substantieel kan worden verbeterd; beveelt aan dat bijzondere aandacht wordt geschonken aan de beperking van de sociale ongelijkheden en de integratie van de bevolkingsgroepen die zich momenteel in de marge van de samenleving bevinden en kansarm zijn, in de eerste plaats de inheemse bevolkingen;
20. dringt er bij de deelnemers van de Top EU-LAC op aan in de biregionale overeenkomsten ook systematisch de Verklaring van de Verenigde Naties betreffende de rechten van inheemse bevolkingsgroepen op te nemen;
21. acht het van wezenlijk belang dat de twee regio's de doelstelling van sociale cohesie op een permanente, coherente en praktische manier opnemen in al hun gezamenlijke initiatieven en programma's; is van oordeel dat de Euro-Latijns-Amerikaanse partners een solidair project delen waarbij markteconomie en sociale cohesie geen tegenstrijdige begrippen hoeven te zijn, maar elkaar moeten aanvullen;
22. beveelt aan dat de agenda van Lima voor de uitroeiing van armoede, ongelijkheid en uitsluiting concrete maatregelen omvat zoals:
- –gezamenlijke acties gericht op het gezamenlijke streefdoel de millenniumontwikkelingsdoelstellingen tegen 2015 te verwezenlijken,
- –gebruikmaking van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking van de Unie, afgestemd op de reële behoeften ter plaatse, waarbij de maatregelen in belangrijke mate gericht moeten zijn op opkomende en midden-inkomenslanden waarvoor samenwerking op technologisch gebied en op het gebied van hoger onderwijs en innovatie, alsmede economische samenwerking, van bijzonder belang zijn;
- –het geleidelijk inzetten van middelen die afkomstig zijn uit het Instrument ter bevordering van democratie en mensenrechten van de Unie voor steun en programma's die gericht zijn op verbetering van de governance, de democratische instellingen en de mensenrechtensituatie in Latijns-Amerika;
- –openstelling van de programma's van de EU inzake opleiding, onderwijs, wetenschappelijke en technische samenwerking, cultuur, gezondheid en migratie voor de Latijns-Amerikaanse landen,
- –steun aan programma's voor institutionele en belastinghervormingen,
- –instelling van een Biregionaal Solidariteitsfonds,
- –verhoging van de hiervoor toegewezen begrotingsmiddelen, zodat zij beantwoorden aan de grote ambities;
23. vraagt de partnerlanden een krachtig en doeltreffend beleid op het gebied van democratisch bestuur, sociale zaken, openbare financiën en belastingen te voeren, teneinde de sociale cohesie te vergroten en armoede, ongelijkheden en sociale uitsluiting te bestrijden;
24. beschouwt het onderwijs en de investeringen in menselijk kapitaal als de grondslagen van sociale cohesie, economische en sociale ontwikkeling en sociale mobiliteit; bevestigt zijn resolute steun aan de totstandbrenging van een "gemeenschappelijke ruimte EU-LAC voor hoger onderwijs"; onderstreept dat zowel in Latijns-Amerika als in Europa de staat de toegang tot onderwijs en andere openbare voorzieningen (gezondheid, water, veiligheid) moet garanderen;
25. acht het onontbeerlijk dat een nieuwe impuls wordt gegeven aan het beleid van de Unie ten aanzien van Latijns-Amerika op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, waarvan de bestrijding van armoede en sociale ongelijkheden het sleutelelement moet blijven, en waarbij een gedifferentieerde benadering moet worden toegepast, rekening houdend met de verschillende economische en sociale omstandigheden en het ontwikkelingsniveau van de landen in Latijns-Amerika;
26. is dan ook van oordeel dat de ontwikkelingssamenwerking ten aanzien van Latijns-Amerika niet meer mag steunen op een uitsluitend op hulpverlening gerichte aanpak, maar dat het accent moet worden gelegd op samenwerking op technologisch gebied en op het gebied van hoger onderwijs en innovatie, en op gebruikmaking van de middelen die op dit gebied worden gegenereerd in de context van het zevende kaderprogramma;
Ontwikkeling van systemen van samenwerking op het gebied van het migratiebeleid
27. stelt de Top een systematische biregionale dialoog inzake migratie voor die de bescherming van de mensenrechten van migrerende werknemers garandeert, ongeacht hun situatie, en gericht is op de ontwikkeling en verdieping van de samenwerking op het gebied van het vrije verkeer van personen met de Latijns-Amerikaanse oorsprong- en transitlanden, waarbij hetzelfde algemene en evenwichtige criterium dient te worden toegepast als met de Afrikaanse landen, de Middellandse-Zeelanden en de buurlanden in het oosten en het zuidoosten van de Unie;
28. wenst dat de problemen in verband met illegale immigratie en de mogelijkheden van legale migratie voorrang krijgen in deze dialoog, met name in de dialoog met de landen van oorsprong en/of de transitlanden van illegale immigranten;
29. stelt voor te overwegen tegen 2012 gemeenschappelijke bepalingen en regels van algemene strekking vast te stellen, teneinde het verkeer van niet alleen goederen, diensten en kapitaal, maar ook personen te bevorderen, en aldus geleidelijk aan een zo ruim mogelijk partnerschap tot stand te brengen ten voordele van beide partners en conform de door de Verenigde Naties bepleite mondiale aanpak inzake migratie;
30. beklemtoont opnieuw dat de kosten van geldovermakingen door migrerende werknemers, die momenteel buitensporig hoog zijn, moeten worden beperkt, en dat de terugkeer van degenen die zulks wensen dient te worden ondersteund via programma's die al hun rechten en hun menselijke waardigheid en eigenheid eerbiedigen;
31. verzoekt de Europese Commissie een mededeling te presenteren over een uitbreiding tot de landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied van de prioriteiten, de instrumenten en de prognoses van de door de Europese Raad in december 2005 vastgestelde en in december 2006 aangevulde globale aanpak van migratie;
De agenda van Lima ten aanzien van duurzame ontwikkeling, met name milieu, klimaatverandering en energie
32. pleit ervoor dat in de politieke agenda tussen de Europese Unie en de Latijns-Amerikaanse landen voorrang wordt gegeven aan samenwerking op het gebied van klimaatverandering en maatregelen ter voorkoming van mondiale verwarming; wijst er nogmaals op dat de armsten, en vooral de inheemse bevolkingen, de eerste slachtoffers zijn van klimaatverandering en achteruitgang van het milieu;
33. herhaalt dat de alliantie tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika in dit opzicht uitermate belangrijk is, gezien het belang dat beide partijen hechten aan de bevordering van duurzame ontwikkeling en het milieuevenwicht, wat tot wederzijdse steun voor elkaars milieu-initiatieven op internationaal niveau dient te leiden;
34. verzoekt de Latijns-Amerikaanse partners, ingeval er meningsverschillen bestaan over de details van de maatregelen ter bestrijding van klimaatverandering (bijvoorbeeld wat betreft het luchtverkeer), een constructieve houding aan de dag te leggen en initiatieven in geen geval volledig te blokkeren;
35. beveelt de Euro-Latijns-Amerikaanse partners aan samen te werken met het oog op de toetreding tot het Protocol van Kyoto van de landen die grote vervuilers zijn en het Protocol nog niet hebben onderschreven, en hun standpunten in de onderhandelingen over de internationale instrumenten inzake mondiale verwarming te versterken en te coördineren, en tevens een sterke impuls te geven tot handel in emissies tussen beide regio's;
36. acht het onontbeerlijk dat economische ontwikkeling en duurzame ontwikkeling samengaan; steunt in deze context de minst begunstigde landen bij hun dubbele inspanning de vervuilende emissies te beperken en hun vooruitgang en maatschappelijk welzijn te bevorderen;
37. pleit voor de instelling van gezamenlijke mechanismen en samenwerking in het kader van de internationale organen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (zoals de Amazon Cooperation Treaty Organisation) ten behoeve van de besluitvorming over en financiering van de bescherming en duurzame ontwikkeling van grote mondiale natuurreservaten op het grondgebied van diverse Latijns-Amerikaanse staten, zoals het Amazonegebied;
38. verzoekt de Europese Commissie mee te werken aan het bevorderen van milieubeleidsmaatregelen in de landen van Latijns-Amerika; is van oordeel dat de samenwerking op het niveau van de beste praktijken dient te worden versterkt en dat dit zich tevens dient te weerspiegelen in de EU-financiering en het ontwikkelingsbeleid;
39. verzoekt de Top van Lima gemeenschappelijke initiatieven te ontwikkelen op terreinen zoals klimaatverandering, woestijnvorming, energie (met name hernieuwbare energieën en agrobrandstoffen), water, biodiversiteit, bossen en het beheer van chemische producten op basis van de Overeenkomst van Bali;
40. verzoekt de Top van Lima mogelijke oplossingen voor de mondiale voedselcrisis te behandelen, te onderzoeken en voor te stellen;
Versterking van de institutionele mechanismen voor promotie en prognose
41. beveelt tevens het volgende aan:
- a)de oprichting van een Euro-Latijns-Amerikaanse Stichting ter bevordering van een publiek-private dialoog tussen de partners, die in het verlengde ligt van bestaande stichtingen voor andere geografische gebieden zoals Azië of het Middellandse-Zeegebied; verzoekt de Commissie een concreet voorstel uit te werken om dit idee vaste vorm te geven,
- b)de oprichting van een Biregionaal Centrum voor conflictpreventie dat gericht is op het vooraf opsporen van oorzaken van mogelijke gewelddadige en gewapende conflicten en op het zoeken naar de beste methoden om dergelijke conflicten te voorkomen of een eventuele escalatie te verhinderen,
- c)herhaalt zijn voorstel een Waarnemingscentrum voor migratie op te richten dat belast is met de permanente en gedetailleerde follow-up van alle kwesties in verband met migratiestromen in het Euro-Latijns-Amerikaanse gebied;
42. acht het onontbeerlijk dat de parlementaire dimensie van het strategisch partnerschap wordt versterkt en dat wordt gezorgd voor de adequate integratie van het onlangs opgerichte Parlement van de Mercosur in de Euro-Latijns-Amerikaanse Vergadering;
0
0 0
43. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan het voorzitterschap van de vijfde Top EU-LAC, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie, alsmede aan de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van alle landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Latijns-Amerikaanse Parlement, het Midden-Amerikaanse Parlement, het Andesparlement en het Parlement van de Mercosur.