Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/0248(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0215/2018

Ingediende teksten :

A8-0215/2018

Debatten :

Stemmingen :

PV 03/07/2018 - 11.10

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0278

Aangenomen teksten
PDF 188kWORD 69k
Dinsdag 3 juli 2018 - Straatsburg
Maatregelen ter versterking van de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde *
P8_TA(2018)0278A8-0215/2018

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2018 over het gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft maatregelen ter versterking van de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (COM(2017)0706 – C8-0441/2017 – 2017/0248(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2017)0706),

–  gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C8-0441/2017),

–  gezien artikel 78 quater van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0215/2018),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis)  Btw-fraude is vaak gekoppeld aan georganiseerde misdaad en een zeer klein aantal van die georganiseerde netwerken kan verantwoordelijk zijn voor miljarden euro's aan grensoverschrijdende btw-fraude, hetgeen niet alleen gevolgen heeft voor de inning van opbrengsten in de lidstaten maar ook een negatieve impact heeft op de eigen middelen van de Unie. De lidstaten hebben derhalve een gedeelde verantwoordelijkheid om de btw-opbrengsten van alle lidstaten te beschermen.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
(2)  Administratieve onderzoeken zijn vaak nodig om btw-fraude te bestrijden, met name wanneer de belastingplichtige niet gevestigd is in de lidstaten waar de belasting verschuldigd is. Om een goede handhaving van de btw te garanderen en om dubbel werk en administratieve lasten bij de belastingautoriteiten en de bedrijven te vermijden, moet, wanneer ten minste twee lidstaten een administratief onderzoek nodig achten naar de bedragen die zijn aangegeven door een belastingplichtige die niet op hun grondgebied gevestigd is maar die daar wel belastbaar zijn, de lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is, het onderzoek verrichten en moeten de verzoekende lidstaten de lidstaat van vestiging daarbij helpen door actief deel te nemen aan het onderzoek.
(2)  Een administratief onderzoek is vaak nodig om btw-fraude te bestrijden, met name wanneer de belastingplichtige niet gevestigd is in de lidstaat waar de belasting verschuldigd is. Om een goede handhaving van de btw te garanderen, om dubbel werk te vermijden en om administratieve lasten bij de belastingautoriteiten en de bedrijven te reduceren, moet een administratief onderzoek worden verricht naar de bedragen die zijn aangegeven door een belastingplichtige die niet op hun grondgebied gevestigd is maar die daar wel belastbaar is. De lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is, moet het onderzoek verrichten en de verzoekende lidstaat of lidstaten moet/moeten de lidstaat van vestiging daarbij helpen door actief deel te nemen aan het onderzoek.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Ten behoeve van effectieve en efficiënte btw-controles op grensoverschrijdende handelingen voorziet Verordening (EU) nr. 904/2010 in de aanwezigheid van ambtenaren in administratiekantoren en tijdens administratieve onderzoeken in andere lidstaten. Om de belastingautoriteiten beter in staat te stellen grensoverschrijdende leveringen van goederen en diensten te onderzoeken, moeten er gezamenlijke controles worden opgezet waarbij ambtenaren van twee of meer lidstaten één controleteam kunnen vormen en actief kunnen deelnemen aan een gezamenlijk administratief onderzoek.
(11)  Ten behoeve van effectieve en efficiënte btw-controles op grensoverschrijdende handelingen voorziet Verordening (EU) nr. 904/2010 in de aanwezigheid van ambtenaren in administratiekantoren en tijdens administratieve onderzoeken in andere lidstaten. Om de belastingautoriteiten beter in staat te stellen, door hen meer technische en menselijke hulpbronnen ter beschikking te stellen, grensoverschrijdende goederenleveringen en dienstverrichtingen te onderzoeken, moeten er gezamenlijke controles worden opgezet waarbij ambtenaren van twee of meer lidstaten één controleteam kunnen vormen en in een geest van samenwerking en productiviteit, en op basis van door de lidstaten overeen te komen voorwaarden, actief kunnen deelnemen aan een gezamenlijk administratief onderzoek om grensoverschrijdende btw-fraude, die momenteel de belastinggrondslag van de lidstaten uitholt, op te sporen en te bestrijden.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)  Om de zwaarste vormen van grensoverschrijdende fraude te bestrijden, moeten het beheer, de taken en de werking van Eurofisc worden verduidelijkt en versterkt. Eurofisc-verbindingsambtenaren moeten snel toegang kunnen hebben tot alle noodzakelijke inlichtingen, deze kunnen uitwisselen, verwerken en analyseren, en eventuele vervolgacties kunnen coördineren. Verder moet de samenwerking met andere autoriteiten die betrokken zijn bij de strijd tegen btw-fraude op Unieniveau, worden versterkt, met name door de uitwisseling van doelgerichte inlichtingen met Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Daarom moeten Eurofisc-verbindingsambtenaren de mogelijkheid hebben om informatie en inlichtingen spontaan dan wel op verzoek te delen met Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Op die manier kunnen Eurofisc-verbindingsambtenaren gegevens en inlichtingen ontvangen die in het bezit zijn van Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding, om de werkelijke plegers van btw-fraude te kunnen identificeren.
(13)  Om de zwaarste vormen van grensoverschrijdende fraude te bestrijden, moeten het beheer, de taken en de werking van Eurofisc worden verduidelijkt en versterkt. Eurofisc-verbindingsambtenaren moeten snel toegang kunnen hebben tot alle noodzakelijke inlichtingen, deze kunnen uitwisselen, verwerken en analyseren, en eventuele vervolgacties kunnen coördineren. Verder moet de samenwerking met andere autoriteiten die betrokken zijn bij de strijd tegen btw-fraude op Unieniveau, worden versterkt, met name door de uitwisseling van doelgerichte inlichtingen met Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Daarom moeten Eurofisc-verbindingsambtenaren informatie en inlichtingen spontaan dan wel op verzoek delen met Europol, het Europees Bureau voor fraudebestrijding en, in het geval van deelnemende lidstaten, het Europees Openbaar Ministerie, met name bij vermoedens van btw-fraude boven een bepaald bedrag. Op die manier kunnen Eurofisc-verbindingsambtenaren gegevens en inlichtingen ontvangen die in het bezit zijn van Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding, om de werkelijke plegers van btw-fraude te kunnen identificeren.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
(15)  De wijze van toezending van verzoeken om btw-teruggaaf - overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2008/9/EG35 van de Raad - biedt een mogelijkheid om de administratieve lasten voor de bevoegde autoriteiten te verlichten bij het invorderen van onbetaalde btw-schulden in de lidstaat van vestiging.
(15)  De wijze van toezending van verzoeken om btw-teruggaaf overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2008/9/EG35 van de Raad biedt een mogelijkheid om de administratieve lasten voor de bevoegde autoriteiten te verlichten bij het invorderen van onbetaalde belastingverplichtingen in de lidstaat van vestiging.
__________________
__________________
35 Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (PB L 44 van 20.2.2008, blz. 23).
35 Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (PB L 44 van 20.2.2008, blz. 23).
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  Om de financiële belangen van de Unie tegen zware grensoverschrijdende btw-fraude te beschermen, moeten de lidstaten die aan het Europees Openbaar Ministerie deelnemen, inlichtingen over ernstige strafbare feiten die een inbreuk vormen op het btw-stelsel als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad, aan dat ministerie verstrekken, inclusief via Eurofisc-verbindingsambtenaren36.
(16)  Om de financiële belangen van de Unie tegen zware grensoverschrijdende btw-fraude te beschermen, moeten de lidstaten die aan het Europees Openbaar Ministerie deelnemen, inlichtingen over ernstige strafbare feiten die een inbreuk vormen op het btw-stelsel als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad, tijdig aan dat ministerie verstrekken, inclusief via Eurofisc-verbindingsambtenaren36.
__________________
__________________
36 Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).
36 Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
(18)  De Commissie heeft slechts toegang tot de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 904/2010 verstrekte of verzamelde inlichtingen voor zover zulks noodzakelijk is voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de elektronische systemen die door de Commissie worden gehost en door de lidstaten worden gebruikt voor de toepassing van deze verordening.
(18)  De Commissie moet toegang hebben tot de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 904/2010 verstrekte of verzamelde inlichtingen voor zover zulks noodzakelijk is voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de elektronische systemen die door de Commissie worden gehost en door de lidstaten worden gebruikt voor de toepassing van deze verordening, en om te garanderen dat deze verordening naar behoren ten uitvoer wordt gelegd. Daarnaast moet de Commissie bezoeken aan de lidstaten kunnen brengen om te evalueren hoe de regelingen voor administratieve samenwerking functioneren.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
(19)  Voor de toepassing van deze verordening dient te worden overwogen de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad37, teneinde de in artikel 23, lid 1, onder e), van die verordening bedoelde belangen te vrijwaren. Deze beperkingen zijn noodzakelijk en proportioneel, gelet op de potentiële inkomstenderving voor de lidstaten en het cruciale belang van inlichtingenverstrekking ten behoeve van een doeltreffende fraudebestrijding.
(19)  Voor de toepassing van deze verordening dient te worden overwogen de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad37, teneinde de in artikel 23, lid 1, onder e), van die verordening bedoelde belangen te vrijwaren. Deze beperkingen zijn noodzakelijk en proportioneel, gelet op de potentiële inkomstenderving voor de lidstaten en het cruciale belang van inlichtingenverstrekking ten behoeve van een doeltreffende fraudebestrijding. Deze beperkingen mogen evenwel niet verder gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is voor het verwezenlijken van die doelstelling, en moeten voldoen aan de hoge normen zoals bedoeld in artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Daarnaast moeten toekomstige uitvoeringshandelingen voor deze verordening in overeenstemming zijn met de gegevensbeschermingsvereisten van Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad37bis.
__________________
__________________
37 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
37 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
37 bis Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 bis (nieuw)
(20 bis)  Zeer weinig lidstaten publiceren schattingen van btw-verliezen die het gevolg zijn van intracommunautaire fraude. Met vergelijkbare gegevens over intracommunautaire btw-fraude zou een beter gerichte samenwerking tussen lidstaten kunnen worden bewerkstelligd. Daarom moet de Commissie samen met de lidstaten een gezamenlijke statistische benadering ontwikkelen om btw-fraude te kwantificeren en te analyseren.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 7 – lid 4
4.  Het in lid 1 bedoelde verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een specifiek administratief onderzoek omvatten. De aangezochte autoriteit verricht het administratieve onderzoek in overleg met de verzoekende autoriteit. Er kan gebruik worden gemaakt van de in de artikelen 28 tot en met 30 van deze verordening bedoelde instrumenten en procedures. Indien de aangezochte autoriteit van oordeel is dat geen administratief onderzoek nodig is, stelt zij de verzoekende autoriteit onverwijld in kennis van de redenen waarop zij haar oordeel baseert.
4.  Wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat een administratief onderzoek nodig acht, dient zij een met redenen omkleed verzoek in. De aangezochte autoriteit mag niet weigeren het onderzoek in kwestie te verrichten en verstrekt, indien de informatie reeds beschikbaar is, deze vóór ontvangst van enig verzoek aan de verzoekende autoriteiten. De lidstaten dragen er zorg voor dat er tussen de verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit een regeling wordt getroffen waarbij door de verzoekende autoriteit gemachtigde ambtenaren, met het oog op de verzameling van de in de tweede alinea bedoelde inlichtingen, deelnemen aan het administratieve onderzoek dat op het grondgebied van de aangezochte autoriteit wordt verricht. De ambtenaren van de verzoekende en de aangezochte autoriteiten zijn gezamenlijk, in een geest van samenwerking en productiviteit, met de uitvoering van een dergelijk administratief onderzoek belast. De ambtenaren van de verzoekende autoriteit hebben toegang tot dezelfde informatie, bescheiden en plaatsen, en mogen, voor zover de wetgeving van de aangezochte lidstaat dit toestaat, rechtstreeks personen bevragen om grensoverschrijdende btw-fraude, die momenteel de nationale belastinggrondslag uitholt, op te sporen en te bestrijden.
Niettegenstaande de eerste alinea kan een onderzoek naar de bedragen die zijn aangegeven door een in de lidstaat van de aangezochte autoriteit gevestigde belastingplichtige en die belastbaar zijn in de lidstaat van de verzoekende autoriteit, enkel worden geweigerd op een van de volgende gronden:
(a)  op de in artikel 54, lid 1, bedoelde gronden, die door de aangezochte autoriteit zijn beoordeeld conform een verklaring van beste praktijken met betrekking tot het verband tussen het onderhavige lid en artikel 54, lid 1, die overeenkomstig de procedure waarin artikel 58, lid 2, voorziet, dient te worden vastgesteld;
(b)  op de in artikel 54, leden 2, 3 en 4, bedoelde gronden;
(c)  op grond van het feit dat de aangezochte autoriteit de verzoekende autoriteit over dezelfde belastingplichtige al inlichtingen heeft verstrekt die verkregen zijn in het kader van een administratief onderzoek dat minder dan twee jaar voordien heeft plaatsgevonden.
Indien de aangezochte autoriteit op de in punt a) of punt b) bedoelde gronden weigert een administratief onderzoek als bedoeld in de tweede alinea in te stellen, verstrekt zij de verzoekende autoriteit niettemin de datums en bedragen van de relevante prestaties die de belastingplichtige de twee voorgaande jaren in de lidstaat van de verzoekende autoriteit heeft verricht.
Wanneer de bevoegde autoriteiten van ten minste twee lidstaten een administratief onderzoek nodig achten, mag de aangezochte autoriteit niet weigeren dat onderzoek te verrichten. De lidstaten dragen er zorg voor dat er tussen die verzoekende autoriteiten en de aangezochte autoriteit een regeling wordt getroffen waarbij door de verzoekende autoriteiten gemachtigde ambtenaren, met het oog op de verzameling van de in de tweede alinea bedoelde inlichtingen, deelnemen aan het administratieve onderzoek dat op het grondgebied van de aangezochte autoriteit wordt verricht. De ambtenaren van de verzoekende en de aangezochte autoriteiten zijn gezamenlijk met de uitvoering van een dergelijk administratief onderzoek belast. De ambtenaren van de verzoekende autoriteiten oefenen dezelfde controlebevoegdheden uit als die welke aan de ambtenaren van de aangezochte autoriteit zijn verleend. De ambtenaren van de verzoekende autoriteiten hebben toegang tot dezelfde plaatsen en bescheiden als de ambtenaren van de aangezochte autoriteit maar alleen met het oog op de uitvoering van het administratieve onderzoek.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 12 bis (nieuw)
(1 bis)  het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 12 bis
Alle lidstaten voeren een reeks operationele doelstellingen in voor het terugdringen van het percentage late antwoorden en het verbeteren van de kwaliteit van verzoeken om inlichtingen, en brengen de Commissie op de hoogte van deze doelstellingen.";
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 13 – lid 3
3.  De inlichtingen worden toegezonden door middel van standaardformulieren of met andere middelen die de desbetreffende bevoegde autoriteiten passend achten. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de standaardformulieren vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.  De inlichtingen worden toegezonden met gebruikmaking van standaardformulieren of met andere middelen die de desbetreffende bevoegde autoriteiten passend achten. De Commissie stelt de standaardformulieren vast door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 14 – lid 1 – alinea 2
(2 bis)  In artikel 14, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:
Een lidstaat kan ervan afzien aan de automatische uitwisseling van één of meer van die categorieën inlichtingen deel te nemen indien het vergaren van inlichtingen voor dergelijke uitwisseling zou vergen dat aan btw-plichtigen nieuwe verplichtingen worden opgelegd of de lidstaat een buitensporige administratieve last zou opleggen.
"Een lidstaat kan ervan afzien aan de automatische uitwisseling van één of meer van die categorieën inlichtingen deel te nemen indien het vergaren van inlichtingen voor dergelijke uitwisseling zou vergen dat aan btw-plichtigen buitensporige verplichtingen worden opgelegd of de lidstaat een buitensporige administratieve last zou opleggen.";
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter a
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 17 – lid 1 – letter e
(e)  de inlichtingen betreffende de status van gecertificeerd belastingplichtige overeenkomstig artikel 13 bis van Richtlijn 2006/112/EG, alsook de datum van toekenning, weigering en intrekking van die status.
(e)  de inlichtingen met betrekking tot de status van gecertificeerd belastingplichtige overeenkomstig artikel 13 bis van Richtlijn 2006/112/EG, alsook de datum van toekenning, weigering en intrekking van die status;
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 17 – lid 1 – letter f
f)  de inlichtingen die hij overeenkomstig artikel 143, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 2006/112/EG vergaart, alsook het land van oorsprong, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijzen van de afzonderlijke artikelen en het nettogewicht.
f)  de inlichtingen die hij overeenkomstig artikel 143, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 2006/112/EG vergaart, alsook het land van oorsprong, de identificatiegegevens van de exporteur, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijs van het artikel en het nettogewicht.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter e
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 17 – lid 3
3.  De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen de precieze categorieën van inlichtingen als bedoeld in lid 1, onder f), van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.;
3.  De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen de specifieke categorieën die moeten worden opgenomen op standaardformulieren en templates en in procedures voor het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in lid 1, onder f), van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 1 bis
1 bis.  Iedere lidstaat verleent zijn ambtenaren die nagaan of aan de in artikel 143, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde voorwaarden is voldaan, toegang tot de in artikel 17, lid 1, onder b) en c), van deze verordening bedoelde inlichtingen ten aanzien waarvan door de andere lidstaten geautomatiseerde toegang wordt verleend.
1 bis.  Iedere lidstaat verleent zijn ambtenaren die nagaan of aan de in artikel 143, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde voorwaarden is voldaan, toegang tot de in artikel 17, lid 1, onder b) en c), van deze verordening bedoelde inlichtingen, waaronder tot het register dat het overzicht van gecertificeerde belastingplichtigen bevat, ten aanzien waarvan door de andere lidstaten geautomatiseerde toegang wordt verleend.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b – punt i
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 – letter e – punt i
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude op te sporen of te identificeren;
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude en ernstige wanpraktijken op te sporen of te identificeren;
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b – punt i
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 – letter e – punt ii
(ii)  de toegang verloopt via een Eurofisc-verbindingsambtenaar als bedoeld in artikel 36, lid 1, die beschikt over een persoonlijke gebruikersidentificatie voor de elektronische systemen die toegang tot deze inlichtingen bieden.
(ii)  de toegang verloopt via een Eurofisc-verbindingsambtenaar als bedoeld in artikel 36, lid 1, die beschikt over een persoonlijke gebruikersidentificatie voor de elektronische systemen die toegang bieden tot deze inlichtingen en voor toegang tot het register dat het overzicht van gecertificeerde belastingplichtigen bevat.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 bis – alinea 1 – inleidende formule
Wat de in artikel 17, lid 1, onder f), bedoelde inlichtingen betreft, zijn ten minste de volgende gegevens toegankelijk:
Wat de in artikel 17, lid 1, onder f), bedoelde inlichtingen betreft, zijn ten minste de volgende inlichtingen toegankelijk:
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 bis – alinea 1 – letter a
(a)  de btw-identificatienummers die zijn toegekend door de lidstaat die de inlichtingen ontvangt;
(a)  de btw-identificatienummers die zijn toegekend door de lidstaat die de inlichtingen ontvangt en het register dat het overzicht van gecertificeerde belastingplichtigen bevat;
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 bis – alinea 1 – letter c
(c)  het land van oorsprong, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijzen van de afzonderlijke artikelen en het nettogewicht van de goedereninvoer, gevolgd door een intracommunautaire goederenlevering, verricht door elk van de onder b) bedoelde personen ten behoeve van elke persoon aan wie een btw-identificatienummer als bedoeld onder a) is toegekend;
(c)  het land van oorsprong, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijs van het artikel en het nettogewicht van de goedereninvoer, gevolgd door een intracommunautaire goederenlevering, verricht door elk van de onder b) bedoelde personen ten behoeve van elke persoon aan wie een btw-identificatienummer als bedoeld onder a) is toegekend;
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 bis – alinea 1 – letter d – inleidende formule
(d)  het land van oorsprong, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijzen van de afzonderlijke artikelen en het nettogewicht van de goedereninvoer, gevolgd door een intracommunautaire goederenlevering, verricht door elk van de onder b) bedoelde personen ten behoeve van elke persoon aan wie door een andere lidstaat een btw-identificatienummer is toegekend onder de volgende voorwaarden:
(d)  het land van oorsprong, het land van bestemming, de goederencode, de valuta, het totale bedrag, de wisselkoers, de prijs van het artikel en het nettogewicht van de goedereninvoer, gevolgd door een intracommunautaire goederenlevering, verricht door elk van de onder b) bedoelde personen ten behoeve van elke persoon aan wie door een andere lidstaat een btw-identificatienummer is toegekend onder de volgende voorwaarden:
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 – lid 2 bis – alinea 1 – letter d – punt i
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude op te sporen of te identificeren;
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude en ernstige wanpraktijken op te sporen of te identificeren;
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 5
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 21 bis – lid 2 – alinea 1 – punt i
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude op te sporen of te identificeren;
(i)  de toegang houdt verband met een onderzoek naar een vermoeden van fraude of heeft tot doel plegers van fraude en ernstige wanpraktijken op te sporen of te identificeren;
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 28 – lid 2 bis
2 bis.  De verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat, met het oog op de verzameling en de uitwisseling van de in artikel 1 bedoelde inlichtingen, door de verzoekende autoriteit gemachtigde ambtenaren, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, mogen deelnemen aan de administratieve onderzoeken die op het grondgebied van de aangezochte lidstaat worden uitgevoerd. De ambtenaren van de verzoekende en de aangezochte autoriteiten zijn gezamenlijk met de uitvoering van dergelijke administratieve onderzoeken belast. De ambtenaren van de verzoekende autoriteit oefenen dezelfde controlebevoegdheden uit als die welke aan de ambtenaren van de aangezochte autoriteit zijn verleend. De ambtenaren van de verzoekende autoriteiten hebben toegang tot dezelfde plaatsen en bescheiden als de ambtenaren van de aangezochte autoriteit maar alleen met het oog op de uitvoering van het administratieve onderzoek. De verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat beide autoriteiten, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, een gemeenschappelijk controleverslag opstellen.
2 bis.  De verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat, met het oog op de verzameling en de uitwisseling van de in artikel 1 bedoelde inlichtingen, door de verzoekende autoriteit gemachtigde ambtenaren, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, mogen deelnemen aan de administratieve onderzoeken die op het grondgebied van de aangezochte lidstaat worden uitgevoerd. De ambtenaren van de verzoekende en de aangezochte autoriteiten zijn gezamenlijk met de uitvoering van dergelijke administratieve onderzoeken belast, in een geest van wederzijds vertrouwen en vruchtbare samenwerking, en met inachtneming van de administratieve praktijken van die autoriteiten en van de nationale wetgeving van de lidstaat van de aangezochte autoriteit, met als doel het bestrijden van grensoverschrijdende btw-fraude. De ambtenaren van de verzoekende autoriteiten hebben toegang tot dezelfde plaatsen en bescheiden als de ambtenaren van de aangezochte autoriteit maar alleen met het oog op de uitvoering van het administratieve onderzoek. De verzoekende autoriteiten en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat deelnemende autoriteiten, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, een gemeenschappelijk controleverslag opstellen.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter a
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 33 – lid 1
1.  Om de multilaterale samenwerking bij de bestrijding van btw-fraude te bevorderen en te vergemakkelijken, wordt bij dit hoofdstuk een netwerk ingesteld voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen tussen de lidstaten en voor de coördinatie van eventuele vervolgacties, hierna "Eurofisc" genoemd.
1.  Om de multilaterale samenwerking bij de bestrijding van btw-fraude te bevorderen en te vergemakkelijken, wordt bij dit hoofdstuk een netwerk ingesteld voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude tussen de lidstaten en voor de coördinatie van eventuele vervolgacties, hierna "Eurofisc" genoemd.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter b – punt i
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 33 – lid 2 – letter b
(b)  verrichten en coördineren de lidstaten de snelle multilaterale uitwisseling en de gezamenlijke verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen op de beleidsgebieden waarop Eurofisc actief is (hierna "Eurofisc-werkterreinen" genoemd);
(b)  verrichten en coördineren de lidstaten de snelle multilaterale uitwisseling en de gezamenlijke verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende frauderegelingen op de beleidsgebieden waarop Eurofisc actief is (hierna "Eurofisc-werkterreinen" genoemd);
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 – letter b – punt ii
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 33 – lid 2 – letter d
(d)  coördineren de lidstaten de administratieve onderzoeken van de deelnemende lidstaten naar de verdachten en de plegers van fraude die zijn geïdentificeerd door de in artikel 36, lid 1, bedoelde Eurofisc-verbindingsambtenaren.
(d)  coördineren de lidstaten de administratieve onderzoeken van de deelnemende lidstaten naar fraude die is geïdentificeerd door de in artikel 36, lid 1, bedoelde Eurofisc-verbindingsambtenaren.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 12
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 34 – lid 2
2.  Lidstaten die gekozen hebben om deel te nemen aan een Eurofisc-werkterrein, nemen actief deel aan de multilaterale uitwisseling en de gezamenlijke verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen tussen alle deelnemende lidstaten en aan de coördinatie van eventuele vervolgacties.
2.  Lidstaten die gekozen hebben om deel te nemen aan een Eurofisc-werkterrein, nemen actief deel aan de multilaterale uitwisseling en de gezamenlijke verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude tussen alle deelnemende lidstaten en aan de coördinatie van eventuele vervolgacties.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 13
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 35 – alinea 1
De Commissie geeft Eurofisc technische en logistieke ondersteuning. De Commissie heeft geen toegang tot de in artikel 1 bedoelde inlichtingen die via Eurofisc kunnen worden uitgewisseld, behalve in de in artikel 55, lid 2, vastgestelde omstandigheden.
De Commissie geeft Eurofisc de noodzakelijke technische en logistieke ondersteuning. De Commissie heeft toegang tot de in artikel 1 bedoelde inlichtingen, die via Eurofisc kunnen worden uitgewisseld, in de in artikel 55, lid 2, vastgestelde omstandigheden.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 36 – lid 3
3.  De Eurofisc-werkterreincoördinatoren kunnen, op eigen initiatief dan wel op verzoek, een aantal bijeengebrachte en verwerkte inlichtingen doorgeven aan Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) op de door de deelnemers aan het werkterrein overeengekomen wijze.
3.  De Eurofisc-werkterreincoördinatoren kunnen, op eigen initiatief dan wel op verzoek, ter zake doende inlichtingen over de belangrijkste gevallen van fraude met btw doorgeven aan Europol en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) op de door de deelnemers aan het werkterrein overeengekomen wijze.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter c
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 36 – lid 4
4.  De Eurofisc-werkterreincoördinatoren stellen de van Europol en OLAF ontvangen inlichtingen beschikbaar aan de andere deelnemende Eurofisc-verbindingsambtenaren; deze inlichtingen worden langs elektronische weg uitgewisseld.
4.  De Eurofisc-werkterreincoördinatoren kunnen Europol en OLAF om ter zake doende inlichtingen verzoeken. De Eurofisc-werkterreincoördinatoren stellen de van Europol en OLAF ontvangen inlichtingen beschikbaar aan de andere deelnemende Eurofisc-verbindingsambtenaren; deze inlichtingen worden langs elektronische weg uitgewisseld.
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 16
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 48 – lid 1 – alinea 2
Wanneer de lidstaat van vestiging vaststelt dat een belastingplichtige die overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2008/9/EG om teruggaaf van btw verzoekt, onbetwiste btw-schulden in die lidstaat van vestiging heeft, kan hij de lidstaat van teruggaaf in kennis stellen van deze schulden, in welk geval de lidstaat van teruggaaf de belastingplichtige vraagt of de terug te geven btw rechtstreeks mag worden overgemaakt aan de lidstaat van vestiging om de openstaande btw-schulden aan te zuiveren. Wanneer de belastingplichtige met deze overmaking instemt, maakt de lidstaat van teruggaaf dit bedrag namens de belastingplichtige over aan de lidstaat van vestiging voor zover zulks vereist is om de openstaande btw-schuld aan te zuiveren. De lidstaat van vestiging deelt de belastingplichtige uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het door de lidstaat van teruggaaf overgemaakte bedrag mee of zijn btw-schuld met dit bedrag ten dele of geheel is aangezuiverd.
Wanneer de lidstaat van vestiging vaststelt dat een belastingplichtige die overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2008/9/EG om teruggaaf van btw verzoekt, onbetwiste btw-schulden in die lidstaat van vestiging heeft, stelt hij de lidstaat van teruggaaf in kennis van deze schulden, in welk geval de lidstaat van teruggaaf de belastingplichtige vraagt of de terug te geven btw rechtstreeks mag worden overgemaakt aan de lidstaat van vestiging om de openstaande btw-schulden aan te zuiveren. Wanneer de belastingplichtige met deze overmaking instemt, maakt de lidstaat van teruggaaf dit bedrag namens de belastingplichtige over aan de lidstaat van vestiging voor zover zulks vereist is om de openstaande btw-schuld aan te zuiveren. De lidstaat van vestiging deelt de belastingplichtige uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van het door de lidstaat van teruggaaf overgemaakte bedrag mee of zijn btw-schuld met dit bedrag ten dele of geheel is aangezuiverd.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 18
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 49 – lid 2 bis – alinea 2
De lidstaten kunnen het Europees Bureau voor fraudebestrijding alle beschikbare inlichtingen over inbreuken op het gemeenschappelijk btw-stelsel meedelen zodat dit bureau passende maatregelen in overweging kan nemen in overeenstemming met zijn opdracht.
Onverminderd artikel 36, lid 3, kunnen de lidstaten het Europees Bureau voor fraudebestrijding alle beschikbare inlichtingen over inbreuken op het gemeenschappelijk btw-stelsel meedelen zodat dit bureau passende maatregelen in overweging kan nemen in overeenstemming met zijn opdracht.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 bis (nieuw)
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 49 bis (nieuw)
(18 bis)  het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 49 bis
De lidstaten en de Commissie richten een gemeenschappelijk systeem op voor het verzamelen van statistieken over intracommunautaire btw-fraude en publiceren nationale schattingen van btw-verliezen die het gevolg zijn van deze fraude, evenals schattingen voor de Unie als geheel. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de praktische regelingen met betrekking tot een dergelijk statistisch systeem vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.".
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 ter (nieuw)
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 50 – lid 1 bis (nieuw)
(18 ter)  aan artikel 50 wordt het volgende lid toegevoegd:
"1 bis. Indien een lidstaat bredere inlichtingen aan een derde land verstrekt dan de inlichtingen die worden genoemd in hoofdstukken II en III van deze verordening, mag die lidstaat niet weigeren die inlichtingen te verstrekken aan een andere lidstaat die om samenwerking verzoekt of belang heeft bij het ontvangen ervan."
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 19 – letter a
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 55 – lid 2
2.  De door de instantie voor veiligheidsaccreditatie van de Commissie gemachtigde personen hebben slechts toegang tot deze inlichtingen voor zover dat noodzakelijks is voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de elektronische systemen die door de Commissie worden gehost en door de lidstaten worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van deze verordening.
2.  De door de instantie voor veiligheidsaccreditatie van de Commissie gemachtigde personen hebben toegang tot deze inlichtingen voor zover dat noodzakelijk is voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de elektronische systemen die door de Commissie worden gehost en door de lidstaten worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van deze verordening en om te garanderen dat deze verordening naar behoren ten uitvoer wordt gelegd.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1 – punt 19 – letter b
Verordening (EU) nr. 904/2010
Artikel 55 – lid 5
5.  Op de in deze verordening bedoelde opslag, verwerking of uitwisseling van inlichtingen zijn de bepalingen van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad(*) van toepassing. Voor de juiste toepassing van deze verordening beperken de lidstaten evenwel de reikwijdte van de verplichtingen en rechten die zijn neergelegd in de artikelen 12 tot en met 22 en in de artikelen 5 en 34 van Verordening (EU) 2016/679, voor zover dit noodzakelijk is om de in artikel 23, lid 1, onder e), van die verordening bedoelde belangen te vrijwaren. De verwerking en de opslag van inlichtingen als bedoeld in deze verordening geschieden uitsluitend met het oog op de in artikel 1, lid 1, van deze verordening genoemde doeleinden en de termijnen voor de opslag van deze inlichtingen worden beperkt tot de mate waarin dat voor de verwezenlijking van deze doeleinden noodzakelijk is.
5.  Op de in deze verordening bedoelde opslag, verwerking of uitwisseling van inlichtingen zijn de bepalingen van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad(*) van toepassing. Voor de juiste toepassing van deze verordening beperken de lidstaten evenwel de reikwijdte van de verplichtingen en rechten die zijn neergelegd in de artikelen 12 tot en met 22 en in de artikelen 5 en 34 van Verordening (EU) 2016/679, voor zover dit noodzakelijk is om de in artikel 23, lid 1, onder e), van die verordening bedoelde belangen te vrijwaren. De verwerking en de opslag van inlichtingen als bedoeld in deze verordening worden uitsluitend goedgekeurd met het oog op de in artikel 1, lid 1, van deze verordening genoemde doeleinden en de termijnen voor de opslag van deze inlichtingen worden beperkt tot de mate waarin dat voor de verwezenlijking van deze doeleinden noodzakelijk is.
Laatst bijgewerkt op: 7 november 2019Juridische mededeling - Privacybeleid