Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2018 Naar een externe EU-strategie tegen huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken – volgende stadia (2017/2275(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn resolutie van 4 oktober 2017 over de uitbanning van kinderhuwelijken(1),
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en met name artikel 16 daarvan, alsmede alle andere mensenrechtenverdragen en -instrumenten van de Verenigde Naties (VN),
– gezien artikel 23 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,
– gezien artikel 10, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten,
– gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, dat op 20 november 1989 is aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN, en zijn vier basisbeginselen nl. non-discriminatie (artikel 2), het belang van het kind (artikel 3), de mogelijkheden tot overleven, ontwikkeling en bescherming van het kind (artikel 6), en de mening van het kind (artikel 12) en gezien zijn resolutie van 27 november 2014 over het 25-jarig bestaan van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind(2);
– gezien artikel 16 van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen,
– gezien het VN-Verdrag inzake huwelijkstoestemming, de minimumleeftijd voor het huwelijk en de registratie van het huwelijk,
– gezien de resoluties van de Algemene Vergadering van de VN van 18 december 2014 en van 19 december 2016 inzake kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken,
– gezien resolutie 29/8 van de VN-Mensenrechtenraad van 2 juli 2015 over het intensiveren van de inspanningen om kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te voorkomen en uit te bannen, zijn resolutie 24/23 van 9 oktober 2013 over het intensiveren van de inspanningen om kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te voorkomen en uit te bannen: uitdagingen, resultaten, beste praktijken en gebrekkige tenuitvoerlegging en zijn resolutie 35/16 van 22 juni 2017 over kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken in humanitaire situaties,
– gezien het standpunt dat in juni 2015 in Johannesburg (Zuid-Afrika) is ingenomen door de Conferentie van de staatshoofden en regeringsleiders van de Afrikaanse Unie inzake kinderhuwelijken,
– gezien de gezamenlijke algemene nota van de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volkeren (CADHP) en het deskundigencomité van de Afrikaanse Unie betreffende de rechten en het welzijn van het kind (ACERWC) over de uitbanning van kinderhuwelijken,
– gezien artikel 32, artikel 37 en artikel 59, lid 4, van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul),
– gezien het rapport van het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA), getiteld "Marrying Too Young – End Child Marriage", uit 2012,
– gezien artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder artikel 9 daarvan,
– gezien de conclusies van de Raad van 26 oktober 2015 inzake het actieplan 2016-2020 inzake gendergelijkheid,
– gezien de conclusies van de Raad van 3 april 2017 over de bevordering en bescherming van de rechten van het kind,
– gezien de fundamentele beginselen als vastgelegd in de mededeling van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 2016 voor een mondiale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie,
– gezien het strategisch kader en het actieplan van de EU voor mensenrechten en democratie, die op 25 juni 2012(3)door de Raad zijn vastgesteld, gezien het actieplan inzake mensenrechten en democratie (2015-2019), dat op 20 juli 2015 door de Raad is vastgesteld(4), gezien het gezamenlijke werkdocument van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 27 juni 2017, getiteld "EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie (2015-2019): tussentijdse evaluatie – juni 2017" (SWD(2017)0254),
– gezien de herziene EU-richtsnoeren voor de bevordering en de bescherming van de rechten van het kind van 6 maart 2017, getiteld 'Geen kind aan zijn lot overlaten',
– gezien de Europese consensus inzake ontwikkeling van 7 juni 2017, waarin het voornemen van de EU om de mensenrechten en gendergelijkheid in haar beleid centraal te stellen, in overeenstemming met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, wordt bevestigd,
– gezien artikel 52 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0187/2018),
A. overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken een grove schending vormen van de mensenrechten, en met name van de rechten van vrouwen, waaronder het recht op gelijke behandeling, autonomie en lichamelijke integriteit, toegang tot onderwijs en bescherming tegen uitbuiting en discriminatie, en een probleem vormen dat niet alleen in derde landen bestaat, maar ook kunnen voorkomen in sommige lidstaten; overwegende dat uitbanning van deze praktijken een van de prioriteiten is van het buitenlands beleid van de EU op het gebied van de bevordering van vrouwenrechten en mensenrechten; overwegende dat verschillende internationale handvesten en verdragen, zoals het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en de optionele protocollen hierbij, het huwelijk van minderjarigen verbieden; overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken zeer negatieve gevolgen hebben voor de fysieke en mentale gezondheid en de persoonlijke ontwikkeling van de betrokkenen en voor de kinderen die geboren worden uit deze huwelijken, en daarmee voor de samenleving in haar geheel; overwegende dat een kinderhuwelijk een vorm van gedwongen huwelijk is, omdat kinderen per definitie niet in staat zijn om volledig, vrij en geïnformeerd met hun huwelijk of het tijdstip waarop dat voltrokken wordt in te stemmen; overwegende dat kinderen een zeer kwetsbare groep vormen;
B. overwegende dat de EU zich ertoe heeft verbonden de rechten van het kind te beschermen en overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken een schending zijn van deze rechten; overwegende dat de EU zich ertoe heeft verbonden de rechten van het kind in haar externe beleid uitvoerig te beschermen en bevorderen;
C. overwegende dat huwelijken niet juridisch mogen worden voltrokken zonder de volledige en vrije toestemming van beide partijen en dat personen die de minimumleeftijd om in het huwelijk te treden niet hebben bereikt, niet mogen trouwen;
D. overwegende dat het kinderhuwelijk een mondiaal probleem is dat de grenzen van landen, culturen en religies overschrijdt; overwegende dat er overal ter wereld jonge meisjes trouwen, van het Midden-Oosten tot Latijns-Amerika, van Azië tot Europa en van Afrika tot Noord-Amerika; overwegende dat ook jongens het slachtoffer zijn van kinderhuwelijken, maar in veel mindere mate dan meisjes;
E. overwegende dat tot op heden meer dan 750 miljoen vrouwen getrouwd zijn voor de leeftijd van 18 jaar, van wie 250 miljoen voor de leeftijd van 15 jaar; overwegende dat er momenteel ongeveer 40 miljoen meisjes van tussen de 15 en 19 jaar zijn die getrouwd zijn of samenwonen met hun partner; overwegende dat er elk jaar 15 miljoen meisjes trouwen voor de leeftijd van 18 jaar, van wie 4 miljoen voor de leeftijd van 15 jaar; overwegende dat ongeveer 156 miljoen jongens ook getrouwd zijn voor de leeftijd van 18 jaar, van wie 25 miljoen voor de leeftijd van 15 jaar; overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken vaker voorkomen in arme en onderontwikkelde regio's; overwegende dat het aantal kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken stijgt naarmate de wereldbevolking groeit; overwegende dat in een recent Unicef-rapport geschat wordt dat in 2050 1,2 miljard meisjes getrouwd zullen zijn voor de leeftijd van 18 jaar; overwegende dat negen van de tien landen met het hoogste aantal kinderhuwelijken worden geclassificeerd als fragiele staat;
F. overwegende dat kinderhuwelijken in het algemeen het gevolg zijn van armoede, gebrek aan onderwijs, diepgewortelde genderongelijkheid en -stereotypen, de perceptie dat het huwelijk "bescherming" biedt, de eer van de familie en het gebrek aan effectieve bescherming van de rechten van jongens en meisjes, alsmede schadelijke praktijken, percepties, gewoontes en discriminerende normen; overwegende dat deze factoren vaak worden verergerd door een beperkte toegang tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs en weinig kansen op de arbeidsmarkt en worden versterkt door bepaalde diepgewortelde sociale normen voor kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken;
G. overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken gepaard gaan met een hoog risico op zwangerschap op jonge leeftijd en ongewenste zwangerschap, hoge moeder- en zuigelingensterftecijfers, een geringer gebruik van anticonceptie en ongewenste zwangerschappen met verhoogde gezondheidsrisico’s, inadequate of geen toegang tot informatie over seksuele en reproductieve gezondheidszorg en meestal het einde betekenen van de schoolcarrière van meisjes; overwegende dat sommige landen zwangere meisjes en jonge moeders zelfs verbieden weer naar school te gaan; overwegende dat kinderhuwelijken ook kunnen uitmonden in dwangarbeid, slavernij en prostitutie;
H. overwegende dat het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind wijst op het belang van maatregelen om regelmatig schoolbezoek aan te moedigen, en dat veel meisjes om een aantal redenen niet naar school gaan, o.a. omdat scholen niet goed bereikbaar of erg duur zijn; overwegende dat de consequenties van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken voor meisjes onevenredig desastreus zijn en dat deze huwelijken levenslange consequenties hebben voor de slachtoffers en de betrokkenen zeer vaak de mogelijkheid ontnemen hun studie voort te zetten, aangezien meisjes tijdens de voorbereiding van een huwelijk of kort hierna meestal stoppen met naar school gaan; overwegende dat onderwijs, inclusief seksuele voorlichting, een efficiënt middel is om kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te voorkomen, omdat toegang tot onderwijs en een degelijke opleiding bijdraagt tot emancipatie en arbeidskansen en de keuzevrijheid bevordert alsmede het recht op zelfbeschikking en actieve deelname aan de samenleving waardoor individuen zich kunnen onttrekken aan elke vorm van curatele die een aantasting vormt van hun rechten zonder welke de gezondheid en de economische, juridische en maatschappelijke positie van vrouwen en meisjes, maar ook de ontwikkeling van de maatschappij als geheel worden belemmerd;
I. overwegende dat elk jaar 17 miljoen minderjarigen een kind krijgen, waardoor ze worden gedwongen verantwoordelijkheden van volwassen op zich te nemen en hun gezondheid, onderwijs en economische perspectieven in gevaar komen; overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken de kans vergroten dat meisjes op jonge leeftijd kinderen krijgen, waardoor zij te maken krijgen met aanzienlijke risico's en problemen tijdens hun zwangerschap en de bevalling, met name omdat zij praktisch geen toegang hebben tot medische voorzieningen, waaronder hoogwaardige gezondheidscentra, of alleen tot zeer ontoereikende, wat tot een hoog moedersterftecijfer leidt; overwegende dat er ook een hoger risico is op overdraagbare infecties, waaronder hiv; overwegende dat complicaties tijdens de zwangerschap of bij de bevalling in landen met lage en middelhoge inkomens de belangrijkste doodsoorzaak is bij meisjes in de leeftijdscategorie 15-19 jaar; overwegende dat het sterftecijfer onder baby's waarvan de moeder bij de bevalling een tiener is, ongeveer 50 % hoger ligt en dat deze baby’s een grotere kans hebben last te krijgen van problemen in de fysieke en cognitieve ontwikkeling; overwegende dat regelmatige zwangerschappen en zwangerschappen op jonge leeftijd op de langere termijn ook tot een reeks gezondheidscomplicaties kunnen leiden, en zelfs tot overlijden;
J. overwegende dat het kinderhuwelijk, het huwelijk op jonge leeftijd en het gedwongen huwelijk een schending vormen van de rechten van het kind en een gewelddaad tegen meisjes en jongens en dat staten als zodanig een plicht hebben aantijgingen te onderzoeken, daders te vervolgen en de slachtoffers, voornamelijk meisjes en vrouwen, schadeloos te stellen; overwegende dat deze huwelijken moeten worden veroordeeld en noch op culturele noch op religieuze redenen kunnen worden gerechtvaardigd; overwegende dat door het kinderhuwelijk, het huwelijk op jonge leeftijd en het gedwongen huwelijk het risico op gendergerelateerd geweld stijgt en dat deze huwelijken vaak gepaard gaan met huiselijk geweld en seksueel, fysiek, psychologisch, emotioneel en financieel misbruik en andere praktijken die schadelijk zijn voor meisjes en vrouwen, zoals vrouwenbesnijdenis en zogeheten eerwraak, en dat het risico stijgt dat vrouwen en meisjes tijdens hun leven blootstaan aan discriminatie en op gender gebaseerd geweld;
K. overwegende dat het aantal kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken aanzienlijk stijgt in instabiele situaties, gewapende conflicten en bij humanitaire en natuurrampen, situaties waarin er vaak geen medische en psychologische behandeling voorhanden is of een gebrekkige toegang tot onderwijs, en er vaak geen mogelijkheden zijn om in het levensonderhoud te voorzien en sociale netwerken en routines worden onderbroken; overwegende dat tijdens de recente migratiecrises sommige ouders die hun kinderen, met name dochters, tegen seksuele agressie willen beschermen of hen zien als een financiële last voor hun families, denken dat ze geen andere optie hebben dan hen voor de leeftijd van 18 jaar uit te huwelijken, omdat zij denken dat dit voor hen een manier is om aan de armoede te ontsnappen;
L. overwegende dat gedwongen huwelijken in het Verdrag van Istanbul worden aangemerkt als vorm van geweld tegen vrouwen en dat dit verdrag verlangt dat het dwingen van een kind tot het aangaan van een huwelijk en het lokken van een kind naar het buitenland met het oogmerk dat kind te dwingen tot het aangaan van een huwelijk strafbaar worden gesteld; overwegende dat het gebrek aan toegang van slachtoffers tot juridische, medische en maatschappelijke bijstand het probleem kan verergeren; overwegende dat 11 EU-lidstaten het verdrag nog moeten ratificeren;
M. overwegende dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken wegens hun aard meestal niet worden gemeld, dat deze gevallen van misbruik internationale en culturele grenzen overschrijden, en dat deze huwelijken kunnen leiden tot vormen van mensenhandel, met slavernij, uitbuiting en/of curatele tot gevolg;
N. overwegende dat in juli 2014 de eerste Girl Summit plaatsvond in Londen, met als doel binnenlandse en internationale initiatieven op gang te brengen om binnen één generatie vrouwenbesnijdenis, kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken uit te bannen;
O. overwegende dat het voorkomen van en reageren op alle vormen van geweld jegens meisjes en vrouwen, met inbegrip van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, een van de doelstellingen van het Genderactieplan 2016-2020 van de EU is;
P. overwegende dat kinderhuwelijken de ontwikkelingslanden tegen 2030 triljoenen dollars zullen kosten(5);
Q. overwegende dat kinderhuwelijken en huwelijken op jonge leeftijd nog steeds een taboeonderwerp zijn en publiek moeten worden aangekaart om een einde te maken aan het dagelijks leed van meisjes en de aanhoudende schending van hun mensenrechten; overwegende dat dit kan worden gedaan door het werk van journalisten, kunstenaars, fotografen en activisten over het onderwerp kinderhuwelijken te steunen en te delen;
1. merkt hierbij op dat sommige EU-lidstaten huwelijken op een leeftijd van 16 jaar toestaan als de ouders hiermee instemmen; dringt er bij de wetgevers, zowel die van de EU-lidstaten als die van derde landen, op aan de uniforme minimumleeftijd voor huwelijken vast te stellen op 18 jaar en de nodige administratieve, juridische en financiële maatregelen goed te keuren om de daadwerkelijke toepassing van deze minimumleeftijd te waarborgen, bijvoorbeeld door de registratie van huwelijken en geboorten te bevorderen en te garanderen dat meisjes toegang hebben tot institutionele ondersteuningsmechanismen, waaronder psychosociale begeleiding, beschermingsmechanismen en kansen om hun economische positie te versterken; wijst erop dat kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken als een ernstige schending van de mensenrechten en een inbreuk op de grondrechten van de betrokken minderjarigen moeten worden beschouwd, in de eerste plaats van het recht op vrijelijke toestemming en het recht op lichamelijke integriteit en geestelijke gezondheid, maar indirect ook van het recht op onderwijs en het volle genot van hun burger- en politieke rechten; veroordeelt kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken en is van mening dat elke inbreuk op deze wetgeving evenredig en doelmatig moet worden aangepakt;
2. is van mening dat het van belang is de meervoudige oorzaken van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken aan te pakken, waaronder schadelijke tradities, endemische armoede, conflicten, gewoonten, gevolgen van natuurrampen, stereotiepen, weinig aandacht voor gendergelijkheid en de rechten van vrouwen en meisjes, gezondheid en welzijn, gebrek aan passende onderwijs, zwakke juridische en beleidsmaatregelen met bijzondere aandacht voor kinderen uit achtergestelde gemeenschappen; dringt er in dat opzicht bij de EU en de lidstaten op aan samen te werken met de relevante VN-organen en andere partners om de aandacht te vestigen op het probleem van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken; dringt er bij de EU en de lidstaten op aan de doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling te verwezenlijken, zich actiever in te zetten voor de bestrijding van schadelijke praktijken, zoals vrouwenbesnijdenis, en de personen die zich schuldig maken aan dergelijke handelingen ter verantwoording te roepen; steunt verhoogde financiering van de EU en de lidstaten via ontwikkelingshulpmechanismen die gendergelijkheid en onderwijs bevorderen om de toegang tot onderwijs voor meisjes en vrouwen te verbeteren en hun kansen om deel te nemen aan gemeenschapsontwikkeling en aan economisch en politiek leiderschap te vergroten om op deze manier de oorzaken van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken aan te pakken;
3. erkent dat een wettelijk verbod op kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken niet het einde van deze praktijken garandeert; dringt er bij de EU en de lidstaten op aan de handhaving van internationale verdragen, wetten en programma’s beter onderling af te stemmen en te versterken, alsmede via diplomatieke betrekkingen te zorgen voor een betere coördinatie met overheden en organisaties in derde landen, om problemen met betrekking tot kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken aan te pakken; dringt er op aan dat alles in het werk gesteld wordt om wettelijke verboden te handhaven en ze aan te vullen met een bredere reeks van wetten en beleidsmaatregelen; erkent dat hiervoor alomvattende en integrale beleidsmaatregelen, strategieën en programma's moeten worden aangenomen en uitgevoerd, met inbegrip van de afschaffing van discriminerende wettelijke bepalingen met betrekking tot het huwelijk, de vaststelling van positieve maatregelen om de positie van jonge meisjes te versterken;
4. constateert dat genderongelijkheid, het gebrek aan respect voor meisjes en vrouwen in het algemeen en het vasthouden aan culturele en sociale tradities die de discriminatie van meisjes en vrouwen bestendigen een van de grootste obstakels is bij de bestrijding van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken; erkent verder het verband tussen kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken enerzijds en eerwraak anderzijds en roept op dergelijke misdaden naar behoren te onderzoeken en de beschuldigden te vervolgen; merkt daarnaast op dat jongens en jongemannen ook het slachtoffer van dergelijk geweld kunnen zijn; dringt erop aan in alle relevante EU-programma's en in de politieke dialogen van de EU met partnerlanden aandacht te besteden aan deze praktijken om voor mechanismen te zorgen om ze te bestrijden, alsmede door middel van voorlichtings- en bewustmakingsactiviteiten in partnerlanden;
5. wijst erop dat, om in zijn algemeenheid kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te bestrijden, het aan de Europese Unie is, als belangrijkste actor op het gebied van ontwikkelingshulp en mensenrechten, om het voortouw te nemen in samenwerking met regionale organisaties en lokale gemeenschappen; dringt er bij de EU en de lidstaten op aan samen te werken met ordehandhavingsinstanties en juridische instanties in derde landen, en opleidingen en technische bijstand te bieden om te helpen met de invoering en handhaving van de wetgeving die kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken verbiedt en wetgeving, sociale normen en culturele tradities af te schaffen die een rem zetten op de rechten en vrijheden van jonge meisjes en vrouwen; roept de lidstaten op bij te dragen aan initiatieven als het Spotlight-initiatief van de EU en de VN dat erop is gericht alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes uit te bannen;
6. verzoekt derhalve de lidstaten die dat nog niet hebben gedaan om in hun respectieve nationale wetgevingen een volledig verbod op kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken op te nemen, het strafrecht toe te passen en het Verdrag van Istanbul te ratificeren; roept de lidstaten ook op samen te werken met het maatschappelijk middenveld om hun acties op dit gebied onderling af te stemmen; benadrukt het belang van adequate steun op de lange termijn voor opvanghuizen voor vrouwen en vluchtelingen en ontheemde en niet-begeleide kinderen, zodat niemand als gevolg van een gebrek aan middelen bescherming wordt geweigerd; verzoekt derhalve alle lidstaten de minimumhuwelijksleeftijd die in de wetgeving is vastgelegd ook te handhaven en toe te zien op de situatie, door naar geslacht uitgesplitste gegevens en bewijs over verwante factoren te verzamelen, zodat de omvang van het probleem beter kan worden beoordeeld; verzoekt de Commissie een Europese databank op te zetten die ook wordt gevoed met gegevens van derde landen om het verschijnsel van gedwongen huwelijken in het oog te houden;
7. moedigt de Europese Unie aan in het kader van haar buitenlands beleid en haar ontwikkelingsbeleid een strategisch pact aan te bieden aan haar partners en daarin het volgende te eisen:
(a)
kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken voor alle partnerlanden te verbieden, alle lacunes in de wetgeving op te vullen en de wetgeving te handhaven in overeenstemming met de internationale mensenrechtennormen, onder meer door alle bepalingen te schrappen die kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken toestaan, rechtvaardigen of er aanleiding toe geven, waaronder die bepalingen die het mogelijk maken dat daders van verkrachting, seksueel misbruik, seksuele uitbuiting, ontvoering, mensenhandel of moderne vormen van slavernij vervolging en bestraffing ontlopen door met het slachtoffer te trouwen, in het bijzonder door dergelijke wetten af te schaffen of te wijzigen;
(b)
dit verbod te eerbiedigen en in de praktijk na te leven zodra de wet van kracht is geworden en alomvattende en integrale strategieën en programma's met meetbare oplopende streefdoelen op te zetten om kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te voorkomen en uit te bannen, en dat deze naar behoren worden gefinancierd en geëvalueerd, met name door toegang te garanderen tot strafrecht- en verantwoordingsmechanismen en rechtsmiddelen;
(c)
als overheid van een partnerland duurzaam leiderschap en de politieke wil te tonen om kinderhuwelijken uit te bannen en alomvattende juridische kaders en actieplannen te ontwikkelen met duidelijke mijlpalen en tijdpaden, waarin maatregelen ter preventie van kinderhuwelijken in verschillende sectoren worden geïntegreerd en aan te dringen op de bevordering van een politieke, economische, sociale, culturele en civiele context waarin vrouwen en meisjes worden beschermd, hun positie wordt versterkt en gendergelijkheid wordt bevorderd;
(d)
de middelen te mobiliseren die nodig zijn voor de verwezenlijking van deze doelstelling, er daarbij zorg voor dragend dat deze samenwerking wordt opengesteld voor alle institutionele actoren, zoals beroepsbeoefenaars in de justitiële en onderwijssector en in de gezondheidszorg, ordehandhavingsinstanties en gemeenschaps- en religieuze leiders en maatschappelijke organisaties die over de nodig expertise beschikken waar het gaat om de bestrijding van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken;
(e)
het niveau van ontwikkelingshulp dat aan overheidsinstanties wordt toegewezen te laten afhangen van de toezegging van het ontvangende land om zich met name te houden aan de mensenrechtennormen die gehanteerd worden bij de bestrijding van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken;
(f)
gebruik te maken van het Unfpa, alsmede het VN-Kinderfonds (Unicef) in een driehoekssamenwerking van genoemde organisaties, de Europese Unie, haar lidstaten en hun maatschappelijke organisaties die op dit terrein actief zijn en de partnerlanden bij de bestrijding van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken door middel van de uitvoering van gebudgetteerde nationale actieplannen, en daarbij met name gebruik te maken van programma's en methodes waarmee de culturele, religieuze en stammentradities kunnen worden doorbroken die, in werkelijkheid, vooral een aanslag vormen op de rechten van het kind en de waardigheid van kinderen; dringt er op aan dat in dit verband ook aanverwante zaken als eerwraak worden aangepakt;
(g)
zich bij de tenuitvoerlegging van genoemde programma's te baseren op de verdragen en de bijlagen daarbij, alsmede de specifieke doelstellingen en streefwaarden die zijn vastgelegd in de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 25 september 2015 in het kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de doelstellingen van duurzame ontwikkeling, en met name duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 3 ("Een goede gezondheid verzekeren en welzijn voor alle leeftijden bevorderen"), duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 4 ("Gelijke toegang tot inclusief, gelijkwaardig en kwalitatief onderwijs verzekeren en kansen voor levenslang leren voor iedereen bevorderen"), duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 16 ("Vreedzame en inclusieve samenlevingen bevorderen, toegang tot justitie voor iedereen en op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en inclusieve instellingen"), in het bijzonder "misbruik, uitbuiting, mensenhandel en alle vormen van geweld tegen en de marteling van kinderen uitbannen";
(h)
zich bij de tenuitvoerlegging van genoemde programma's ook te baseren op duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 5 ("Gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes bereiken"), met inbegrip van de toegang tot gezinsplanning, het hele aanbod van openbaar en universeel toegankelijke seksuele en reproductieve gezondheidszorg, met inbegrip van moderne anticonceptiemiddelen en veilige en legale zwangerschapsonderbreking voor meisjes; roept de Commissie en de lidstaten in dit verband op de SheDecides-beweging te steunen en extra financiering beschikbaar te stellen voor internationale hulp voor seksuele en reproductieve gezondheidszorg, waaronder veilige abortussen en informatie over abortussen, om tegenwicht te bieden aan de "global gag rule" die begin 2017 opnieuw werd ingevoerd door de regering van de Verenigde Staten;
(i)
kwesties met betrekking tot kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken aan de orde te stellen in de voortdurende dialoog tussen de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, Stavros Lambrinidis, en derde landen; spoort de Commissie en de lidstaten ertoe aan een genderperspectief op te nemen in de programma's voor vredesopbouw en de wederopbouw na conflicten, programma's op te zetten inzake levensonderhoud en onderwijs voor meisjes en vrouwen die het slachtoffer zijn van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, en hun toegang tot medische zorg en reproductieve gezondheidszorg in door conflicten getroffen gebieden te vergemakkelijken;
8. is van mening dat het van cruciaal belang is om ruimte te creëren voor een respectvolle dialoog met gemeenschapsleiders en dat de publieke opinie en de risicopersonen in het bijzonder bewust moet worden gemaakt met behulp van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes en via sociale netwerken en nieuwe media om kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken te bestrijden; roept daarom op tot de ontwikkeling van transversale beleids-, juridische, maatschappelijke en diplomatieke acties die als doel hebben dergelijke praktijken te voorkomen; is van mening dat het cruciaal is om binnen lokale gemeenschappen samen te werken met belangrijke betrokkenen zoals pubers - jongens én meisjes - leraren, ouders en religieuze en gemeenschapsleiders door middel van in de gemeenschap uitgevoerde programma's of specifieke informatiecampagnes om bewustzijn te kweken omtrent de negatieve effecten van kinderhuwelijken op kinderen, families en gemeenschappen, de geldende wetgeving inzake kinderhuwelijken en genderongelijkheid en manieren om toegang te krijgen tot financiering om deze problemen aan te pakken;
9. is van mening dat de versterking van de positie van vrouwen en meisjes door middel van onderwijs, sociale steun en economische kansen een cruciaal instrument is om deze praktijken te bestrijden; beveelt aan dat de EU gelijke rechten voor vrouwen en meisjes met betrekking tot de toegang tot onderwijs bevordert en beschermt, en hierbij in het bijzonder de nadruk te leggen op kosteloos, kwalitatief hoogwaardig basis- en middelbaar onderwijs, en voorlichting over seksuele en reproductieve gezondheid op te nemen in lesprogramma's en financiële prikkels en/of bijstand te geven aan de families van meisjes om hen te motiveren de meisjes in te schrijven op een school en ervoor te zorgen dat zij hun school afmaken; benadrukt dat de toegang van minderjarige vluchtelingen tot onderwijs moet worden gegarandeerd en dat hun integratie en opname in nationale onderwijsstelsels moeten worden bevorderd; erkent dat personen die het risico lopen op een kinderhuwelijk, huwelijk op jonge leeftijd of gedwongen huwelijk en zij die al op dergelijke wijze in het huwelijk zijn getreden, in termen van toegang tot onderwijs, psychosociale bijstand, huisvesting en andere kwalitatief hoogwaardige maatschappelijke diensten, evenals toegang tot mentale gezondheidszorg, ondersteuning en bescherming nodig hebben;
10. verzoekt de Europese Unie ervoor te zorgen dat er opleidingen worden gegeven aan ambtenaren, inclusief hun diplomatieke stafleden, maatschappelijk werkers, religieuze en gemeenschapsleiders, aan alle ordehandhavingsdiensten, juridische instanties van derde landen, leraren en ander personeel dat in contact komt met potentiële slachtoffers, zodat zij beter in staat zijn om gevallen van jonge meisjes en jongens die worden blootgesteld aan kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, huiselijk geweld, het risico om te worden verkracht, alsmede iedere andere praktijk of aantasting van de mensenrechten en de menselijke waardigheid, te herkennen en doeltreffend op te treden om de rechten en de waardigheid van die kwetsbare personen te beschermen;
11. verzoekt de Europese Unie ervoor te zorgen dat er opleidingen worden gegeven aan ordehandhavingsdiensten zodat zij beter in staat zijn om jonge meisjes te beschermen tegen huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, huiselijk geweld, het risico om te worden verkracht, alsmede iedere andere praktijk of aantasting van de menselijke waardigheid;
12. verzoekt de lidstaten aan migrantenvrouwen en -meisjes een eigen verblijfsvergunning te garanderen die niet van de status van hun echtgenoot of partner afhangt, vooral voor slachtoffers van lichamelijk en geestelijk geweld met inbegrip van gedwongen of gearrangeerde huwelijken, alsmede te waarborgen dat alle administratieve maatregelen worden genomen om hen te beschermen, met inbegrip van daadwerkelijke toegang tot bijstands- en beschermingsmechanismen;
13. roept de EU en haar lidstaten op te overwegen in derde landen beschermingsmaatregelen te ondersteunen en versterken voor slachtoffers van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, zoals veilige opvanghuizen en toegang tot juridische, medische en – indien nodig – consulaire bijstand;
14. is zich ervan bewust dat de Europese Unie, die hecht aan eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele waarden, waaronder de eerbiediging van de menselijke waardigheid, absoluut onberispelijk moet zijn in haar lidstaten, en verzoekt de Commissie een grootschalige bewustmakingscampagne te starten en een Europees Jaar te wijden aan de bestrijding van kinderhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken;
15. is een groot voorstander van het werk van het wereldwijde partnerschap Girls Not Brides om kinderhuwelijken uit te bannen en meisjes de kans te geven hun potentieel te verwezenlijken;
16. is ingenomen met de permanente campagne van de Afrikaanse Unie om kinderhuwelijken uit te bannen en met het werk van organisaties als de Royal Commonwealth Society die pleiten voor meer actie om kinderhuwelijken uit te bannen en genderongelijkheid aan te pakken;
17. wijst erop dat aan mannen en jongens dringend informatie en onderricht moeten worden geboden over de verdediging van de mensenrechten, met name de rechten van kinderen en vrouwen;
18. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Verenigde Naties.