Index 
 Volledige tekst 
Procedure : 2020/2732(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B9-0229/2020

Ingediende teksten :

B9-0229/2020

Debatten :

PV 23/07/2020 - 10
CRE 23/07/2020 - 10

Stemmingen :

PV 23/07/2020 - 12
PV 23/07/2020 - 16

Aangenomen teksten :

P9_TA(2020)0206

Aangenomen teksten
PDF 164kWORD 49k
Donderdag 23 juli 2020 - Brussel
Conclusies van de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 17-21 juli 2020
P9_TA(2020)0206B9-0229/2020

Resolutie van het Europees Parlement van 23 juli 2020 over de conclusies van de buitengewone Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 (2020/2732(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de artikelen 225, 295, 310, 311, 312, 323 en 324, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en de artikelen 2, 3 en 15 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

–  gezien zijn tussentijds verslag van 14 november 2018 over het meerjarig financieel kader 2021-2027 – Standpunt van het Parlement met betrekking tot een akkoord(1),

–  gezien zijn resolutie van 10 oktober 2019 over het meerjarig financieel kader 2021-2027 en eigen middelen: tijd om de verwachtingen van de burger in te lossen(2),

–  gezien zijn resolutie van 15 mei 2020 over het nieuwe meerjarig financieel kader, eigen middelen en het herstelplan(3),

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020,

–  gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de COVID-19-uitbraak duizenden levens heeft geëist in Europa en daarbuiten, en tot een ongekende crisis heeft geleid met desastreuze gevolgen voor mensen, gezinnen, werknemers en bedrijven, met als gevolg dat ook een antwoord zoals nooit tevoren is vereist;

B.  overwegende dat het herstel van Europa moet worden gebaseerd op de Europese Green Deal, de digitale agenda voor Europa, de nieuwe industriële strategie en ondernemerschap, zodat onze economieën sterker, veerkrachtiger, duurzamer en in een sterkere concurrentiepositie uit deze crisis komen;

C.  overwegende dat de EU en haar lidstaten zich hebben verplicht tot de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, de Europese pijler van sociale rechten en de Overeenkomst van Parijs;

D.  overwegende dat de interne markt onherstelbare klappen dreigt te krijgen;

E.  overwegende dat de Europese Raad zijn standpunt extreem laat heeft vastgesteld, na drie toppen zonder resultaat, waardoor de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader (MFK) vertraging opliepen;

F.  overwegende dat de in het MFK vastgelegde langetermijnprioriteiten van de EU niet mogen worden opgeofferd omwille van het herstel;

G.  overwegende dat het Parlement ten volle betrokken moet worden bij de toepassing van het herstelinstrument, zowel bij het verkrijgen als bij het verstrekken van leningen;

H.  overwegende dat het Parlement garant moet staan voor een transparant en democratisch herstel en moet worden betrokken bij de evaluatie vooraf en achteraf van het herstelplan;

1.  betreurt de vele slachtoffers van het coronavirus, en huldigt iedereen die zich tegen de pandemie inzet of heeft ingezet; is van mening dat mensen in de EU een collectieve plicht tot solidariteit hebben in deze ongekende en uitzonderlijke omstandigheden;

2.  verneemt met instemming dat de staatshoofden en regeringsleiders een herstelinstrument hebben aangenomen om de economie weer op gang te brengen, zoals het Parlement in mei al had voorgesteld; neemt kennis van de oprichting van het herstelinstrument, een historische stap voor de EU; betreurt echter dat de subsidiecomponent in de definitieve overeenkomst drastisch werd gereduceerd; herinnert eraan dat de gekozen rechtsgrondslag voor het opzetten van het herstelinstrument impliceert dat de gekozen leden van het Europees Parlement geen formele rol krijgen;

3.  verwerpt echter het politieke akkoord over het meerjarig financieel kader 2021-2027 in zijn huidige vorm; is bereid onmiddellijk constructieve onderhandelingen met de Raad aan te gaan om het voorstel te verbeteren; herinnert aan het mandaat van het Parlement van november 2018; benadrukt dat het krachtens artikel 312 van het VWEU vereist is dat het Parlement zijn goedkeuring hecht aan de verordening tot bepaling van het meerjarig financieel kader;

4.  betreurt het dat het blind vasthouden aan nationale belangen en standpunten maar al te vaak in de weg staat van gemeenschappelijke oplossingen in het algemeen belang; waarschuwt dat de bezuinigingen op het MFK indruisen tegen de doelstellingen van de EU; is bijvoorbeeld van mening dat de voorgestelde bezuinigingen op gezondheids- en onderzoeksprogramma’s gevaarlijk zijn nu er een wereldwijde pandemie aan de gang is; is van mening dat de voorgestelde bezuinigingen op het onderwijs, de digitale transformatie en innovatie de toekomst van de volgende generatie Europeanen op het spel zetten; is van mening dat de voorgestelde bezuinigingen op de programma’s ter ondersteuning van de transitie van koolstofafhankelijke regio’s indruisen tegen de “Green Deal”-agenda van de EU; is van mening dat de voorgestelde besparingen op het gebied van asiel, migratie en grensbeheer de EU in een zwakkere positie zullen brengen, terwijl de wereld steeds instabieler en onzekerder wordt;

5.  is van mening dat de staatshoofden en regeringsleiders van de EU de kwestie van het terugbetalingsplan voor het herstelinstrument onvoldoende geregeld hebben; herinnert eraan dat er in dit verband slechts drie mogelijkheden zijn: verdere bezuinigingen op programma’s met een toegevoegde waarde op EU-niveau tot 2058, een verhoging van de bijdragen van de lidstaten of het creëren van nieuwe eigen middelen; is van mening dat alleen het creëren van nieuwe eigen middelen kan helpen om de schulden van de EU terug te betalen en tegelijkertijd de EU-begroting veilig te stellen en de fiscale druk op de nationale schatkisten en de EU-burgers te verlichten; herinnert eraan dat het creëren van nieuwe eigen middelen de enige aanvaardbare terugbetalingsmethode is voor het Parlement;

6.  betreurt het dat de Europese Raad de voorgestelde “overbruggingsoplossing” heeft afgewezen, die de acute behoefte aan investeringen in 2020 moest lenigen, en die tot doel had onmiddellijke crisisrespons te bieden aan EU-burgers en begunstigden, en de nodige financiering te verstrekken tussen de eerste responsmaatregelen en het herstel op langere termijn;

7.  herinnert eraan dat de conclusies van de Europese Raad betreffende het MFK niet meer zijn dan een politiek akkoord tussen de staatshoofden en regeringsleiders; benadrukt dat het Parlement weigert voor voldongen feiten te worden geplaatst, en bereid is zijn goedkeuring van het MFK op te schorten tot er een bevredigende overeenkomst is bereikt in de komende MFK-onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad; herinnert eraan dat alle 40 uit het MFK gefinancierde EU-programma’s door het Parlement als medewetgever moeten worden goedgekeurd;

8.  draagt de betrokken parlementaire teams op om, in overeenstemming met het respectieve mandaat van het Parlement voor trialogen, over de relevante wetgevingsdossiers te onderhandelen; draagt zijn onderhandelingsteam inzake het MFK/eigen middelen op om op basis van het volgende mandaat te onderhandelen;

Prioriteiten van het Parlement met het oog op een algemeen akkoord

De rechtsstaat

9.  betreurt ten zeerste dat de Europese Raad de inspanningen van de Commissie en het Parlement om de rechtsstaat, de grondrechten en de democratie in het kader van het MFK en NextGenerationEU te handhaven, aanzienlijk heeft verzwakt; bevestigt zijn verzoek om de werkzaamheden van de medewetgever te voltooien, zodat het mechanisme kan worden ingevoerd dat door de Commissie is voorgesteld om de EU-begroting te beschermen wanneer de in artikel 2 van het VEU vastgelegde waarden systematisch worden bedreigd, en wanneer de financiële belangen van de Unie op het spel staan; benadrukt dat dit mechanisme, om effectief te zijn, met een omgekeerde gekwalificeerde meerderheid moet worden geactiveerd; onderstreept dat dit mechanisme de verplichting van overheidsinstanties of van lidstaten tot het doen van betalingen aan uiteindelijke begunstigden of ontvangers, onverlet laat; onderstreept dat de verordening rechtsstaat volgens de medebeslissingsprocedure moet worden vastgesteld;

Eigen middelen

10.  herhaalt nogmaals dat het Parlement het MFK niet zal goedkeuren zonder een akkoord over de hervorming van het stelsel van eigen middelen van de EU, met inbegrip van de invoering van een pakket nieuwe eigen middelen tegen het einde van het MFK 2021-2027, dat minstens de kosten in verband met NextGenerationEU moet dekken (hoofdsom en rente), om de geloofwaardigheid en duurzaamheid van het NextGenerationEU-terugbetalingsplan te waarborgen; onderstreept dat dit pakket ook tot doel moet hebben het aandeel van de op het bruto nationaal inkomen (bni) gebaseerde bijdragen te beperken;

11.  benadrukt derhalve dat deze hervorming een pakket nieuwe eigen middelen moet omvatten, die met ingang van 1 januari 2021 in de begroting van de Unie moeten worden opgenomen; benadrukt dat de heffing op plastic slechts een eerste gedeeltelijke stap is om aan de verwachtingen van dit Parlement te voldoen; is voornemens in de loop van de eerste helft van het volgende MFK te onderhandelen over een juridisch bindend tijdschema, dat door de begrotingsautoriteit moet worden goedgekeurd, om in de loop van de eerste helft van het volgende MFK nieuwe eigen middelen in te voeren, zoals de regeling voor de handel in emissierechten (en de opbrengsten daarvan bij een eventuele uitbreiding in de toekomst), het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, een heffing op digitale diensten, de belasting op financiële transacties en de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting; dringt aan op het gebruik van de tussentijdse herziening van het MFK om in de tweede helft van het MFK 2021-2027, indien nodig, aanvullende eigen middelen toe te voegen, om ervoor te zorgen dat aan het einde van het MFK 2021-2027 de doelstellingen worden bereikt;

12.  verklaart zich nogmaals sterk voorstander van het beëindigen van alle kortingen en correctiemechanismen, en wel zo snel mogelijk; betreurt het dat de Europese Raad de kortingen voor sommige lidstaten niet alleen heeft behouden, maar zelfs heeft verhoogd; herhaalt zijn standpunt over de inningskosten voor douanerechten, die tot 10 % moeten worden teruggebracht, zoals oorspronkelijk het geval was;

EU-Vlaggenschipprogramma’s

13.  betreurt de bezuinigingen op toekomstgerichte programma’s in zowel het MFK 2021‑2027 als in NextGenerationEU; is van oordeel dat deze bezuinigingen de fundamenten van een duurzaam en veerkrachtig herstel zullen ondermijnen; stelt dat een MFK 2021-2027 dat minder is dan het voorstel van de Commissie levensvatbaar noch aanvaardbaar is; benadrukt dat in het meest recente voorstel van de Commissie voor meerdere van deze programma’s een zeer laag financieringsniveau werd voorgesteld, in de veronderstelling dat de financiering zou worden aangevuld door NextGenerationEU; betreurt dat de Europese Raad deze logica heeft losgelaten en de meeste van deze aanvullingen heeft geannuleerd; herhaalt dat het sterk hecht aan de bescherming van afdoende financiering van het volgende MFK en de langetermijninvesteringen en -beleidsmaatregelen daarvan, die niet in gevaar mogen worden gebracht vanwege de noodzaak onmiddellijk het herstelinstrument te financieren; is voornemens over de gerichte versterking van EU-vlaggenschipprogramma’s in het volgende MFK te onderhandelen;

14.  benadrukt dat de interinstitutionele onderhandelingen ook de MFK-cijfers per rubriek en per programma moeten omvatten; benadrukt dat nu het gevaar bestaat dat de vlaggenschipprogramma’s in 2021 abrupt aanzienlijk minder financiering ontvangen dan in 2020; wijst er voorts op dat de EU-begroting als geheel vanaf 2024 lager zal zijn dan de niveaus in 2020, hetgeen de voornemens en prioriteiten van de EU in gevaar brengt, met name de Green Deal en de Digitale Agenda; staat erop dat gerichte verhogingen bovenop de door de Europese Raad voorgestelde cijfers moeten plaatsvinden voor programma’s in verband met het klimaat, de digitale transitie, gezondheid, jeugd, cultuur, infrastructuur, onderzoek, grensbeheer en solidariteit (zoals Horizon Europa, InvestEU, Erasmus+, de kindergarantie, het Fonds voor een rechtvaardige transitie, Digitaal Europa, de Connecting Europe Facility, LIFE+, EU4Health, het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, Creatief Europa, het programma Rechten en waarden, het Europees Defensiefonds, het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) en humanitaire hulp), evenals voor de relevante EU-agentschappen en het Europees Openbaar Ministerie;

Horizontale kwesties

15.  benadrukt dat het voor de afstemming van de politieke prioriteiten en de uitgavenprogramma’s van het grootste belang is horizontale beginselen op te nemen in zowel de MFK- als in de NextGenerationEU-verordening, maar ook in alle andere relevante wetgeving, de VN-duurzameontwikkelingsdoelstellingen, het nastreven van concurrerende en toekomstgerichte langetermijndoelstellingen van de EU, een eerlijke en sociaal inclusieve transitie, een wettelijk bindend streefcijfer voor klimaatgerelateerde uitgaven van 30 % en een streefcijfer voor biodiversiteitsgerelateerde uitgaven van 10 %; benadrukt derhalve dat snel een transparante, alomvattende en betekenisvolle traceermethode moet worden vastgesteld en indien nodig tijdens de tussentijdse herziening van het MFK moet worden aangepast, zowel voor klimaatgerelateerde uitgaven als voor biodiversiteitsgerelateerde uitgaven; wijst erop dat in zowel de MFK-verordening als in de NextGenerationEU-verordening het niet-schadenbeginsel moet worden verankerd; wijst voorts op de noodzaak de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk uit te faseren; verzoekt de Commissie te overwegen de taxonomieverordening te raadplegen voor investeringen;

16.  is sterk voorstander van de invoering van gendermainstreaming en verplichtingen met betrekking tot de gendereffecten (genderbegroting) in zowel de MFK-verordening als in de NextGenerationEU-verordening; is derhalve van oordeel dat snel een transparante, alomvattende en betekenisvolle traceermethode moet worden vastgesteld, en indien nodig tijdens de tussentijdse herziening van het MFK moet worden aangepast;

17.  eist dat ten laatste voor het einde van 2024 een wettelijk bindende tussentijdse herziening van het MFK in werking zal treden; benadrukt dat deze herziening betrekking moet hebben op de maxima voor de periode 2025-2027, de herverdeling van niet-vastgelegde en vrijgemaakte kredieten van NextGenerationEU, de invoering van aanvullende eigen middelen en de uitvoering van de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen;

18.  benadrukt dat de bepalingen inzake flexibiliteit van het MFK die tijdens de vorige MFK-onderhandelingen zijn overeengekomen een grote hulp zijn gebleken voor de begrotingsautoriteiten om de ongeziene en onvoorziene crises tijdens de huidige periode het hoofd te kunnen bieden; is derhalve van mening dat de door de Commissie voorgestelde flexibiliteitsbepalingen van het MFK het absolute minimum zijn voor het volgende MFK en is voornemens verdere verbeteringen uit te onderhandelen; verzet zich in deze context tegen iedere poging de speciale instrumenten van het MFK in te krimpen en samen te voegen, en stelt dat deze speciale instrumenten buiten de MFK‑maxima om moeten worden berekend, zowel in vastleggingen als betalingen; dringt er voorts op aan de maxima vast te stellen op een niveau waarbij voldoende niet‑toegewezen marge overblijft boven de programmabudgetten;

Faciliteit voor herstel en veerkracht en het democratisch beginsel

19.  neemt nota van de overeenkomst over de totale omvang van NextGenerationEU; betreurt de enorme bezuinigingen in de subsidiecomponenten, waardoor het evenwicht tussen subsidies en leningen wordt verstoord en de herstelinspanningen zullen worden ondermijnd, in het bijzonder de annulering van innovatieve programma’s als het instrument voor solvabiliteitssteun; is van mening dat deze bezuinigingen de slagkracht van het instrument en het transformerende effect ervan voor de economie zullen verminderen; betreurt dat sommige lidstaten wederom hebben onderhandeld in de geest van operationeel begrotingsevenwicht en de algemene voordelen van lidmaatschap van de eengemaakte markt en de EU als geheel volledig buiten beschouwing hebben gelaten; vraagt de Raad de enorme vermindering van de begroting van React-EU, Horizon Europa, EU4health of NDICI in de context van de pandemie, en de vermindering van de begroting van InvestEU en het Fonds voor een rechtvaardige transitie in de context van de Europese Green Deal te rechtvaardigen;

20.  verzoekt dat ervoor wordt gezorgd dat de hervormingen en investeringen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht synergieën met bestaande EU-fondsen creëren en echte Europese meerwaarde en langetermijndoelstellingen opleveren;

21.  is het oneens met het standpunt van de Europese Raad inzake het beheer van de faciliteit voor herstel en veerkracht, dat afwijkt van de communautaire methode en een intergouvernementele benadering onderschrijft; is van mening dat een dergelijke benadering de werking van de faciliteit voor herstel en veerkracht alleen maar zal compliceren en de legitimiteit ervan zal verzwakken; herinnert eraan dat het Parlement de enige EU-instelling is die rechtstreeks wordt gekozen; pleit voor democratische en parlementaire controle vooraf en eist derhalve bij gedelegeerde handelingen te worden betrokken, evenals bij de verificatie achteraf om na te gaan of het in het kader van de faciliteit voor herstel- en afwikkeling verstrekte geld goed is besteed, in het belang van Europese burgers is, een echte Europese meerwaarde biedt en economische en sociale veerkracht ondersteunt; eist volledige transparantie van alle uiteindelijk begunstigden; is er stellig van overtuigd dat de commissarissen die verantwoordelijk zijn voor de faciliteit voor herstel en veerkracht volledige verantwoording moeten afleggen aan het Parlement;

22.  herinnert eraan dat het Parlement samen met de Raad de begrotingsautoriteit is; verzoekt in dit verband volledig te worden betrokken bij het herstelinstrument, overeenkomstig de communautaire methode; eist dat de Commissie een gerichte herziening indient van het Financieel Reglement en het Interinstitutioneel Akkoord over de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingsaangelegenheden en goed financieel beheer, teneinde de rol van de begrotingsautoriteit bij het goedkeuren van externe bestemmingsontvangsten in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vast te leggen;

23.  benadrukt dat een duidelijk en realistisch terugbetalingsplan van essentieel belang is voor het algemene welslagen van NextGenerationEU en een test van de geloofwaardigheid van de EU als geheel vormt; is van mening dat de terugbetaling van de gemaakte schuld niet mag plaatsvinden ten koste van toekomstige EU-begrotingen en generaties Europeanen en zo spoedig mogelijk moet beginnen; pleit ervoor dat de uitgaven in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht duidelijk als zodanig worden aangeprezen en worden onderworpen aan passende vereisten inzake transparantie, waaronder openbaarmakingsvereisten voor een lijst van uiteindelijk begunstigden;

24.  benadrukt dat alle kosten in verband met NextGenerationEU (hoofdsom en rente) buiten de MFK-maxima om moeten worden begroot;

Een veiligheidsnet voor begunstigden van EU-programma’s of “noodplan”

25.  wijst erop dat het sinds november 2018 bereid is te onderhandelen en benadrukt dat het zich er niet toe zal laten dwingen een slechte overeenkomst te aanvaarden; verklaart dat het voornemens is betekenisvolle onderhandelingen aan te gaan met de Raad over alle bovengenoemde punten om zijn goedkeuring te hechten aan de MFK-verordening 2021‑2027;

26.  is echter van mening dat een eventueel politiek akkoord over het volgende MFK uiterlijk voor het einde van oktober moet zijn bereikt om de soepele start van de nieuwe programma’s vanaf 1 januari 2021 niet in gevaar te brengen; herinnert eraan dat, wanneer niet tijdig een nieuw MFK wordt vastgesteld, in artikel 312, lid 4, VWEU is voorzien in de tijdelijke verlenging van de maximumbedragen van het laatste jaar van het voorgaand kader; wijst erop dat het MFK-noodplan zowel op juridisch als politiek vlak volledig verenigbaar is met het herstelplan en de vaststelling van de nieuwe MFK‑programma’s;

o
o   o

27.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Raad en de Commissie.

(1) Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0449.
(2) Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0032.
(3) Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0124.

Laatst bijgewerkt op: 24 augustus 2020Juridische mededeling - Privacybeleid