Index 
 Volledige tekst 
Procedure : 2022/2564(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B9-0123/2022

Ingediende teksten :

B9-0123/2022

Debatten :

PV 01/03/2022 - 11
CRE 01/03/2022 - 11

Stemmingen :

PV 01/03/2022 - 10
PV 01/03/2022 - 14
CRE 01/03/2022 - 10
CRE 01/03/2022 - 14

Aangenomen teksten :

P9_TA(2022)0052

Aangenomen teksten
PDF 146kWORD 53k
Dinsdag 1 maart 2022 - Brussel
De aanval van Rusland op Oekraïne
P9_TA(2022)0052B9-0123/2022

Resolutie van het Europees Parlement van 1 maart 2022 over de aanval van Rusland op Oekraïne (2022/2564(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne, met name die van 16 december 2021 over de situatie aan de Oekraïense grens en in de door Rusland bezette gebieden van Oekraïne(1),

–  gezien de verklaringen van de leiders van het Europees Parlement van 16 en 24 februari 2022 over Oekraïne,

–  gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de EU van 24 februari 2022 over de inval van de gewapende strijdkrachten van de Russische Federatie in Oekraïne,

–  gezien de verklaringen van de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie van 24 februari 2022 over de ongekende en niet-uitgelokte militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne,

–  gezien de recente verklaringen van de president van Oekraïne en de voorzitter van de Commissie over de situatie in Oekraïne,

–  gezien de verklaring van de G7 van 24 februari 2022,

–  gezien het Memorandum van Boedapest van 1994 inzake veiligheidsgaranties,

–  gezien de door de Commissie voor internationaal recht van de Verenigde Naties ontwikkelde beginselen van Neurenberg, die bepalen wat een oorlogsmisdaad is,

–  gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17 juli 1998,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 februari 2022,

–  gezien het Handvest van de Verenigde Naties (“VN-Handvest”),

–  gezien de Slotakte van Helsinki van 1 augustus 1975 en de daaropvolgende documenten,

–  gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat overeenkomstig het VN-Handvest en de beginselen van het internationaal recht alle staten gelijke soevereiniteit genieten en zich in hun internationale betrekkingen moeten onthouden van bedreiging met of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van enige staat;

B.  overwegende dat de Russische Federatie op 24 februari 2022 een niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde invasie van Oekraïne is gestart;

C.  overwegende dat de militaire agressie tegen Oekraïne deels is gestart vanop het grondgebied van Belarus, dat de Russische agressie hand-en-spandiensten verleende; overwegende dat de onwettige president van Belarus net een nepreferendum heeft gehouden om de grondwet te wijzigen en de neutraliteit van Belarus naar de prullenbak te verwijzen; overwegende dat de aanwezigheid van Russische kernwapens op Belarussisch grondgebied een bedreiging zou vormen voor de veiligheid van Europa;

D.  overwegende dat de Russische Federatie op 21 februari 2022 eenzijdig de onafhankelijkheid heeft erkend van gebieden die onder zeggenschap staan van door Rusland gesteunde separatistische troepen in delen van de Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk, waardoor de akkoorden van Minsk in feite een dode letter zijn geworden; overwegende dat het optreden van de Russische Federatie een doelbewuste militaire agressie vormt die neerkomt op een flagrante schending van het internationaal recht, het VN-Handvest en de beginselen die zijn verankerd in de Slotakte van Helsinki van 1975, en de Europese en mondiale veiligheid en stabiliteit ernstig ondermijnt;

E.  overwegende dat de Oekraïense strijdkrachten onder het bevel van president Volodimir Zelenski de controle hebben behouden over bijna het gehele grondgebied van Oekraïne, met inbegrip van de hoofdstad Kiev en de zuidelijke regio’s van het land, waardoor de Russische indringers geen van hun vooraf bepaalde doelen, waaronder de uitschakeling van het democratisch gekozen Oekraïense leiderschap, konden verwezenlijken;

F.  overwegende dat de Russische Federatie de diplomatieke inspanningen om voor de huidige, door haarzelf veroorzaakte crisis een oplossing te vinden, via misleiding opzettelijk heeft doen mislukken, teneinde tijd te winnen en het nodige tactische voordeel te verwerven om een grootschalige militaire agressie tegen en invasie van Oekraïne voor te bereiden;

G.  overwegende dat de Raad van de Europese Unie een eerste reeks sancties tegen Rusland heeft aangenomen, waaronder gerichte individuele sancties, economische en financiële sancties en handelsbeperkingen, en verdere sancties blijft voorbereiden in nauwe samenwerking met trans-Atlantische bondgenoten en andere gelijkgestemde internationale partners;

H.  overwegende dat de voorzitter van de Commissie op 27 februari 2022 een verklaring heeft afgelegd over de stand van de betrekkingen met Oekraïne nu en in de toekomst, waarin zij zei: “[...] zij horen bij ons. Zij zijn één van ons en we willen ze bij ons”; overwegende dat steeds meer Oekraïense burgers hun leven verliezen in de oorlog van het Kremlin tegen de Oekraïense bevolking; overwegende dat er honderden gewonden zijn gevallen en dat enkele honderdduizenden mensen hun huis hebben verlaten of naar buurlanden zijn gevlucht; overwegende dat er meldingen zijn van talrijke schendingen van het internationaal humanitair recht door Russische troepen, waaronder willekeurige beschietingen van woongebieden, ziekenhuizen en kleuterscholen, de plundering van openbare en particuliere eigendommen en de moedwillige vernietiging van civiele infrastructuur; overwegende dat er meer dan 14 000 mensen, zowel militairen als burgers, om het leven zijn gekomen in het al acht jaar aanslepende, door de Russische Federatie aangestookte conflict in het oosten van Oekraïne, en dat dit zware gevolgen blijft hebben voor de bestaansmiddelen van de bevolking van de door Rusland gecontroleerde en geannexeerde gebieden in Oekraïne en de omliggende regio’s;

1.  veroordeelt in de krachtigste bewoordingen de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie tegen en invasie van Oekraïne door de Russische Federatie, alsook de betrokkenheid van Belarus bij deze agressie;

2.  eist dat de Russische Federatie onmiddellijk alle militaire activiteiten in Oekraïne stopzet, alle militaire en paramilitaire strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne, en de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen volledig eerbiedigt;

3.  onderstreept dat de militaire agressie en invasie een ernstige schending van het internationaal recht, en met name het VN-Handvest, vormen, en roept de Russische Federatie ertoe op de verantwoordelijkheden van een permanent lid van de VN-Veiligheidsraad inzake de handhaving van vrede en veiligheid weer op zich te nemen en haar verplichtingen uit hoofde van de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het Memorandum van Boedapest weer na te komen; beschouwt de Russische inval in Oekraïne niet alleen als een aanval op een soeverein land, maar ook als een aanval op de beginselen en het mechanisme van samenwerking en veiligheid in Europa en de op regels gebaseerde internationale orde, zoals gedefinieerd in het VN-Handvest;

4.  veroordeelt het met klem dat het Russische leger, met de steun van Belarussische strijdkrachten, Belarussisch grondgebied gebruikt om een militaire agressie tegen Oekraïne op gang te brengen, en spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de risico’s die het inhoudt dat Belarus zijn neutraliteit opgeeft en het Russische leger onderdak biedt;

5.  betuigt zijn onverdeelde solidariteit met de Oekraïense bevolking, die al acht jaar onder oorlog in het land te lijden heeft, en veroordeelt de acties van Rusland tegen Oekraïne in de krachtigste bewoordingen;

6.  brengt hulde aan de enorme moed van de Oekraïense bevolking, haar heroïsche president Volodimir Zelenski en de dappere soldaten die hun land verdedigen tegen de Russische indringers; roept de vrije wereld ertoe op hun strijd voor vrede en vrijheid met alle beschikbare middelen te ondersteunen;

7.  dringt aan op verdere diplomatieke inspanningen om de Russische agressie tegen Oekraïne een halt toe te roepen en een vreedzame oplossing te vinden op basis van eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne en de beginselen van het internationaal recht, alsook het recht van Oekraïne om zonder inmenging van buitenaf te beslissen over toekomstige allianties; dringt er bij de Russische Federatie op aan weer het pad van dialoog en diplomatie te bewandelen om de bevolking in Oekraïne en daarbuiten, alsook haar eigen bevolking, de gesel van de oorlog te besparen;

8.  veroordeelt het dat de Russische Federatie eenzijdig de onafhankelijkheid van de door Rusland bezette gebieden van de Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk heeft erkend, en dringt er bij alle landen op aan zich niet bij deze erkenning aan te sluiten; herhaalt dat de EU de illegale annexatie van de Krim niet erkent en blijft veroordelen als een schending van het internationaal recht, en dat zij zich blijft inzetten voor de volledige tenuitvoerlegging van haar beleid van niet-erkenning, onder meer door middel van beperkende maatregelen en samenwerking in internationale fora;

9.  verwerpt categorisch de Russische retoriek dat het land massavernietigingswapens zou kunnen inzetten, in de context van een reeds verslechterde en uitgeholde mondiale architectuur voor non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing; herinnert de Russische Federatie aan haar internationale verplichtingen en waarschuwt voor de gevaren van een nucleaire escalatie van het conflict; vindt het zorgwekkend dat de Russische Federatie haar nucleaire arsenaal in verhoogde staat van paraatheid heeft gebracht; wijst de Russische Federatie erop dat provocaties aan de grens van een lidstaat of aanvallen op vaartuigen in het Zwarte Zeegebied tot een verdere escalatie van het conflict kunnen leiden;

10.  is diepbedroefd over het tragische verlies van levens en het menselijk leed als gevolg van de Russische agressie en benadrukt dat aanvallen op burgers en civiele infrastructuur en willekeurige aanvallen verboden zijn op grond van het internationaal humanitair recht en derhalve oorlogsmisdaden zijn;

11.  beklemtoont dat bijzondere nadruk moet worden gelegd op kwetsbare groepen, minderheden en vrouwen en kinderen, aangezien zij bijzonder getroffen worden in conflictsituaties en speciale bescherming en ondersteuning nodig hebben, met name kinderen in instellingen, niet-begeleide kinderen en kinderen met een handicap en andere ernstige ziekten, waaronder kinderkanker, en benadrukt dat moet worden gewaarborgd dat zij de nodige zorg en levensreddende behandeling blijven ontvangen en onmiddellijk in veiligheid worden gebracht;

12.  roept de Commissie en de lidstaten op om in samenwerking met de humanitaire agentschappen van de VN en andere internationale partnerorganisaties verdere humanitaire noodhulp te verlenen aan Oekraïne; spoort de Russische Federatie aan de humanitaire agentschappen van de VN veilige en ongehinderde toegang te verlenen, ook tot de tijdelijk niet door de regering gecontroleerde delen van Oost-Oekraïne;

13.  is ingenomen met de toezegging van de Commissie en het Franse voorzitterschap van de Raad om de richtlijn tijdelijke bescherming(2) te activeren om alle vluchtelingen uit Oekraïne onmiddellijk toegang te verlenen tot bescherming; spoort de lidstaten aan dit voorstel in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 4 maart 2022 goed te keuren; dringt er bij de Raad op aan de verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen die aan de buitengrenzen van de EU aankomen gelijk te verdelen; roept de Commissie op om een solidariteitsmechanisme vast te stellen om vluchtelingen uit Oekraïne die in Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije zijn aangekomen te hervestigen in andere lidstaten en dringt erop aan terugkeeroperaties naar Oekraïne in de hele EU een halt toe te roepen; verzoekt de lidstaten de visa van Oekraïense studenten en andere visumhouders te verlengen;

14.  is ingenomen met de actieve aanpak van de regeringen van Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Slowakije en Moldavië, die hun grenzen open houden en middelen verstrekken voor evacuatie, onderdak, noodhulp, medische bijstand en asiel voor mensen die op de vlucht zijn voor de oorlog in Oekraïne en toekomstige vervolging, zowel Oekraïense als niet-Oekraïense onderdanen; verzoekt de Raad en de Commissie deze landen extra financiering te verstrekken, aangezien zij de belangrijkste plaatsen zijn waar Oekraïense vluchtelingen de EU binnenkomen; verzoekt de Raad en de Commissie de visumvrijstellingsovereenkomst met Oekraïne niet op te schorten; roept alle lidstaten op niet-Oekraïense onderdanen die het conflict en de oorlog ontvluchten toe te laten als gewetensbezwaarden uit Rusland; herinnert alle lidstaten aan hun verantwoordelijkheid om de grondrechten te eerbiedigen van alle asielzoekers die een veilig heenkomen zoeken in de Unie, ongeacht hun nationaliteit, en om “push-backs” een halt toe te roepen; veroordeelt het racisme tegen studenten uit Afrika en het Midden-Oosten die in Oekraïne geen bussen en treinen konden instappen om de grens te bereiken of aan de grens werden tegengehouden en daardoor geen veilig heenkomen konden zoeken;

15.  is ingenomen met de snelle vaststelling van sancties door de Raad, met als doel de Russische Federatie ervan te overtuigen haar aanvallen op Oekraïne te staken; wijst in het licht van de recentste aanvallen, onder meer op woongebieden en civiele infrastructuur, echter op de noodzaak om aanvullende strenge sancties vast te stellen;

16.  roept op om het toepassingsgebied van de sancties uit te breiden en ze te richten op het strategisch verzwakken van de Russische economie en industriële basis, met name het militair-industrieel complex, en daarmee het vermogen van de Russische Federatie om de internationale veiligheid in de toekomst te bedreigen, en roept op om de sancties uit te breiden tot Belarus vanwege de rechtstreekse steun van het land aan de Russische invasie van Oekraïne;

17.  roept met name op om de invoer van de belangrijkste Russische exportgoederen, met inbegrip van olie en gas, te beperken, nieuwe EU-investeringen in de Russische Federatie en nieuwe Russische investeringen in de EU te verbieden, alle Russische banken de toegang tot het Europese financiële stelsel te ontzeggen, de Russische Federatie en Belarus van het SWIFT-systeem uit te sluiten en secundaire sancties of sancties die vergelijkbaar zijn met de sancties die worden toegepast op Russische banken of het Russische bankwezen op te leggen aan banken die voor dergelijke transacties gebruikmaken van andere systemen dan SWIFT, en dringt erop aan het aantrekken of lenen van middelen uit secundaire kapitaalmarkten op Europese markten te verbieden; dringt erop aan dat de toegang tot overheidsopdrachten van de EU wordt verboden voor de aankoop van goederen en diensten uit Rusland en Belarus; roept op om de uitvoer van hoogtechnologische producten en strategische goederen naar de Russische markt te verbieden; dringt erop aan dat de financiering van alle met EU-middelen ondersteunde programma’s voor samenwerking met Rusland op het gebied van onderzoek en innovatie onmiddellijk wordt geblokkeerd of ingetrokken en interregionale programma’s worden opgeschort; roept op om de EU-havens te sluiten voor Russische schepen; dringt aan op een onmiddellijk verbod voor de door Rusland gecontroleerde beleggingsfondsen en banken zoals de Internationale Investeringsbank om in de EU actief te zijn; dringt erop aan schepen waarvan de laatste of volgende aanloophaven zich in de Russische Federatie bevindt, de toegang tot alle EU-havens te weigeren, behalve in geval van noodzakelijke en gerechtvaardigde humanitaire redenen; is ingenomen met het verbod op vluchten door Russische luchtvaartmaatschappijen en door Russische privévliegtuigen in het luchtruim van de EU; verzoekt om vergelijkbare sancties tegen Belarus vast te stellen en op passende wijze toe te passen;

18.  wijst erop dat een coherente aanpak van sancties moet worden gehandhaafd, zonder uitzonderingen op grond van sectorale of nationale belangen; benadrukt dat de lidstaten moeten erkennen en aanvaarden dat zware sancties tegen de Russische Federatie onvermijdelijk negatieve gevolgen zullen hebben voor hun economische situatie en roept de Commissie op om middelen en manieren vast te stellen en te faciliteren om de economische en sociale gevolgen van de sancties aan te pakken;

19.  benadrukt dat alles in het werk moet worden gesteld om Rusland terug aan de onderhandelingstafel te krijgen; herinnert eraan dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa als regionale regeling uit hoofde van hoofdstuk VIII van het VN-Handvest de organisatie bij uitstek blijft voor de vreedzame beslechting van geschillen in de regio; roept op tot het gebruik van crisismechanismen van de VN; roept de EU, de lidstaten en de Verenigde Staten op hun diplomatieke inspanningen voort te zetten om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne;

20.  roept op tot een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren; vraagt dat communicatiekanalen met Rusland open blijven en dat de betrokken partijen bereid zijn een dialoog te voeren en te onderhandelen totdat een staakt-het-vuren van kracht is en de oorlog voorbij is;

21.  benadrukt dat alle toekomstige sancties nauw moeten blijven worden gecoördineerd met de trans-Atlantische bondgenoten en gelijkgestemde internationale partners, teneinde de doeltreffendheid ervan te maximaliseren;

22.  wijst opnieuw op zijn eerdere oproepen om de energieafhankelijkheid aanzienlijk te verminderen, met name de afhankelijkheid van Russisch gas en Russische olie en steenkool, door onder meer de energiebronnen te diversifiëren, de terminals en aanvoerroutes voor vloeibaar aardgas uit te breiden, de opslag van gas te ontvlechten, en de energie-efficiëntie en de snelheid van de transitie naar schone energie te verhogen; dringt aan op definitieve stopzetting van de Nord Stream 2-pijpleiding en is daarom ingenomen met het besluit van de Duitse regering om de certificering van Nord Stream 2 stop te zetten; verzoekt de Commissie en de lidstaten een coördinatiemechanisme vast te stellen en alle mogelijke gasopslagplaatsen te gebruiken om te zorgen voor een ononderbroken gastoevoer in de hele EU; verzoekt de lidstaten, de Commissie en de Europese Centrale Bank nauwlettend toe te zien op de gevolgen van de Russische aanval op de financiële stabiliteit en de prijsstabiliteit, in het bijzonder met betrekking tot energieproducten, en passende maatregelen te overwegen om negatieve economische en sociale gevolgen te verzachten; roept de lidstaten op om elke samenwerking met Rusland op nucleair gebied stop te zetten, in het bijzonder de samenwerking met Rosatom en zijn dochterondernemingen, met inbegrip van de samenwerking met Rusland in de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, en dringt aan op de stopzetting of intrekking van de exploitatievergunningen van alle dochterondernemingen van Rosatom; onderstreept dat de sancties specifieke gevolgen kunnen hebben voor Europese huishoudens en dat zij de prijs van deze crisis niet mogen betalen; verzoekt de lidstaten daarom plannen en subsidies voor huishoudens op te stellen om te voorkomen dat de energiecrisis verergert;

23.  dringt erop aan dat de bestaande wereldwijde EU-sanctieregeling wordt aangevuld met een instrument voor corruptiebestrijding, en roept op tot de snelle vaststelling van gerichte sancties tegen personen die verantwoordelijk zijn voor corruptie op hoog niveau in Rusland en Belarus, alsook tegen oligarchen en functionarissen die dicht bij de leiders staan; verzoekt de lidstaten en geallieerde landen met verblijfsregelingen voor investeerders alle begunstigden van een dergelijke verblijfsstatus te evalueren en de verblijfsstatus van vermogende Russen en hun familie in te trekken, met name van personen en bedrijven die aan sancties zijn onderworpen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie en de lidstaten om de bestaande antiwitwasregels consequent uit te voeren en te handhaven, en de transparantie te vergroten, met name wat betreft de middelen die de Russische elite op EU-rekeningen zet of in de EU uitgeeft; dringt er opnieuw op aan de activa in de EU van oligarchen die dicht bij de Russische leiders staan en van hun familie te bevriezen en hun Schengenvisum in te trekken;

24.  herhaalt dat de NAVO de basis vormt van de collectieve verdediging van de lidstaten die NAVO-bondgenoten zijn; is ingenomen met de eenheid tussen de EU, de NAVO en andere gelijkgestemde democratische partners bij het aanpakken van de Russische agressie, maar benadrukt dat de collectieve afschrikkingshouding, paraatheid en veerkracht moeten worden versterkt; spoort aan de Enhanced Forward Presence van de NAVO te versterken in de lidstaten die zich geografisch het dichtst bij de Russische agressor en bij het conflict bevinden; wijst op de EU-clausules inzake wederzijdse bijstand en solidariteit en dringt aan op gemeenschappelijke militaire oefeningen;

25.  benadrukt dat de EU en de NAVO zich door deze aanval op alle mogelijke scenario’s moeten voorbereiden; is in dat opzicht ingenomen met de activering van de defensieplannen van de NAVO, alsook de activering en gedeeltelijke inzet van de NAVO-reactiemacht, naast de inzet van troepen van NAVO-bondgenoten zoals het VK, de VS en Canada, teneinde de oostelijke flank te versterken en verdere Russische agressie tegen te gaan; herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om hun defensie-uitgaven op te voeren en doeltreffendere vermogens te waarborgen, en volledig gebruik te maken van de gezamenlijke defensie-inspanningen binnen het Europese kader, met name de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en het Europees Defensiefonds, teneinde de Europese pijler binnen de NAVO te versterken, hetgeen de veiligheid van zowel de NAVO-landen als de lidstaten zal vergroten;

26.  spreekt zijn afschuw uit over de bedreigingen van de Russische Federatie tegen lidstaten die geen NAVO-bondgenoten zijn en verzoekt deze laatste zich te beraden over hun mogelijkheden om hun veiligheid te vergroten; steunt hun soevereine recht om hun veiligheidsbeleid te kiezen; is ingenomen met de nauwe samenwerking tussen de NAVO en de partnerlanden Finland en Zweden;

27.  roept op tot een verhoging van de bijdragen aan de versterking van de defensiecapaciteit van Oekraïne; spreekt zijn krachtige steun uit voor het historische besluit om aanzienlijke extra middelen toe te wijzen om Oekraïne te voorzien van verdedigingswapens via de Europese Vredesfaciliteit en de levering van militaire uitrusting door de lidstaten; dringt erop aan dat dit nieuwe besluit, alsook de steunmaatregelen voor Oekraïne van 2 december 2021 uit hoofde van de Europese Vredesfaciliteit – onder meer de financiering van militair-medische eenheden, met inbegrip van veldhospitalen, technische eenheden, eenheden voor mobiliteit en logistiek, en steun voor cyberdefensie – onmiddellijk en volledig ten uitvoer worden gelegd; roept de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten op de snelle en efficiënte tenuitvoerlegging van deze besluiten te bevorderen;

28.  verzoekt de lidstaten de levering van verdedigingswapens aan Oekraïne te versnellen om tegemoet te komen aan duidelijk vastgestelde behoeften en overeenkomstig artikel 51 van het VN-Handvest, dat individuele en collectieve zelfverdediging toestaat, de samenwerking met Oekraïne op het gebied van inlichtingen met betrekking tot de aanhoudende agressie te intensiveren en satellietbeelden te delen via Satcen en andere satellietsystemen;

29.  erkent het besluit om personeel van de civiele missie in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU (EU-adviesmissie) uit Oekraïne weg te halen ter waarborging van de persoonlijke veiligheid en dringt erop aan dat bijzondere aandacht wordt besteed aan de veiligheid van lokaal personeel; dringt aan op een dringende herbeoordeling van het mandaat van de missie en op de actualisering ervan met een militaire opleidingscomponent; steunt de versterking van de EU-missie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan Moldavië en Oekraïne (EUBAM) aan de grens tussen Oekraïne en de Republiek Moldavië/Transnistrië;

30.  benadrukt dat de EU, de NAVO en gelijkgezinde internationale partners hun bijstand op het gebied van cyberbeveiliging aan Oekraïne moeten opvoeren; is ingenomen met de eerste inzet van deskundigen van het in het kader van PESCO gefinancierde cybersnellereactieteam bij cyberincidenten (CRRT) en dringt aan op volledige gebruikmaking van de EU-cybersanctieregeling tegen personen, entiteiten en organen die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij de verschillende cyberaanvallen tegen Oekraïne; dringt aan op een dringende beoordeling van de aanvraag van Oekraïne bij het expertisecentrum voor cyberdefensie van de NAVO (CCDCOE) en verzoekt alle CCDCOE-leden de aanvraag te steunen;

31.  veroordeelt het gebruik van een informatieoorlog door de Russische autoriteiten, staatsmedia en door pro-Russische groeperingen om verdeeldheid te zaaien met behulp van denigrerende inhoud en valse verhalen over de EU, de NAVO en Oekraïne, met als doel de Russische wreedheden op plausibele wijze te ontkennen; roept alle lidstaten dan ook op om de uitzendvergunningen voor alle Russische staatsmediakanalen, met inbegrip van heruitzendingen daarvan, onmiddellijk op te schorten; verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden alternatieve online-informatie in het Russisch over actuele ontwikkelingen te verbeteren om desinformatie tegen te gaan, ervoor te zorgen dat de publieke verklaringen van de EU in het Russisch worden vertaald en zich ook te richten tot Russischtalige doelgroepen en platforms; is ingenomen met de aankondiging van de voorzitter van de Commissie dat de uitzendingen van Russia Today en Sputnik in de EU verboden zullen worden, en roept Google en YouTube nogmaals op om accounts met oorlogspropaganda te verwijderen;

32.  verzoekt de EU en de lidstaten de softwarelicenties voor militaire en civiele apparatuur in Rusland en Belarus te beëindigen, met name apparatuur die worden gebruikt voor communicatie en satellietnavigatie;

33.  wijst erop dat de EU haar eigen weerbaarheid tegen hybride aanvallen moet blijven versterken;

34.  verzoekt de EU en haar lidstaten Oekraïne zoveel mogelijk economische en financiële steun te blijven verlenen, alsook waar nodig macrofinanciële en technische bijstand, onder meer op defensie- en veiligheidsgerelateerde gebieden, alsook alle beschikbare EU-begrotingsinstrumenten te activeren en een langetermijnstrategie te ontwikkelen ter ondersteuning van de inspanningen van Oekraïne om de veerkracht van zijn democratische instellingen en economie te versterken;

35.  verzoekt de EU en haar lidstaten om een bijstands- en herstelplan van meerdere miljarden euro’s voor Oekraïne op te stellen ter ondersteuning van de Oekraïense economie en de wederopbouw van de vernietigde infrastructuur van het land; benadrukt dat de Russische Federatie de verantwoordelijkheid draagt voor de vernietiging van Oekraïense infrastructuur, met inbegrip van civiele en woongebouwen, en voor de aanzienlijke economische verliezen, en dat zij verplicht zal zijn de schade als gevolg van haar agressieve acties te vergoeden;

36.  herhaalt dat het de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen van het Oostelijk Partnerschap zal blijven ondersteunen en verzoekt de Commissie en de lidstaten deze landen, en met name Moldavië, te ondersteunen bij het bieden van tijdelijke opvang aan vluchtelingen uit Oekraïne en bij het vergroten van hun weerbaarheid tegen mogelijke Russische aanvallen op het gebied van defensie, cyberbeveiliging en strategische communicatie;

37.  verzoekt de EU-instellingen te werken aan de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne, overeenkomstig artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en op basis van verdienste, en in de tussentijd te blijven werken aan de integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU in overeenstemming met de associatieovereenkomst;

38.  neemt met grote bezorgdheid kennis van de aanhoudende inspanningen van de Russische Federatie om de landen van de Westelijke Balkan te destabiliseren en hun democratische processen te verstoren; veroordeelt degenen die steun hebben betuigd aan de Russische Federatie na haar agressie tegen Oekraïne en prijst de steun van de landen van de Westelijke Balkan die Euro-Atlantische bondgenoten zijn; betreurt het ten zeerste dat Servië zich niet heeft aangesloten bij de EU-sancties tegen Rusland, wat schadelijk is voor het proces van toetreding tot de EU, en herhaalt dat het van de kandidaat-lidstaten van de EU verwacht dat ze zich niet alleen achter het EU-acquis scharen, maar ook achter het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU;

39.  is ingenomen met het besluit van de Raad van Europa om het recht van vertegenwoordiging van de Russische Federatie op te schorten en met het besluit van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) om het toetredingsproces van Rusland te beëindigen;

40.  spreekt zijn waardering en steun uit voor de Russische en Belarussische burgers die de afgelopen dagen de straat op zijn gegaan en hun eigen veiligheid op het spel hebben gezet om de oorlog die in naam van de Russische Federatie en met steun van de onwettige dictator van Belarus is begonnen, te veroordelen, laakt de arrestatie van duizenden vreedzame demonstranten en roept op tot hun onmiddellijke vrijlating;

41.  roept de EU en de lidstaten op steun te verlenen aan de anti-oorlogsbewegingen die in Rusland en Belarus protesteren tegen de invasie van Poetin in Oekraïne;

42.  verzoekt andere internationale organisaties, met name op het gebied van cultuur en sport, ook te overwegen de deelname van Rusland op te schorten; is in dit verband ingenomen met het besluit van de Europese Omroepunie om de deelname van Rusland aan het Eurovisiesongfestival te blokkeren en met het besluit van de UEFA om Rusland van de finale van de Champions League uit te sluiten, alsook met de besluiten van talrijke nationale teams om in de play-offs van het Wereldkampioenschap en andere wedstrijden niet tegen Rusland te spelen; verzoekt andere sportfederaties de deelname van Rusland aan hun evenementen op te schorten, en is ingenomen met het besluit van de FIFA om de deelname van Rusland aan het Wereldkampioenschap op te schorten;

43.  dringt er bij de EU en de lidstaten op aan het aantal Russische diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in de EU en de lidstaten te verminderen, met name en onmiddellijk wanneer hun activiteiten betrekking hebben op het leger;

44.  verzoekt de Commissie en de lidstaten steun en bescherming te bieden aan mensenrechtenactivisten en het maatschappelijk middenveld in Rusland en Belarus, die te maken zullen krijgen met ernstige repressie, onder meer door noodvisa af te geven om Rusland en Belarus zo nodig te verlaten;

45.  onderstreept dat de EU en haar lidstaten ervoor zullen zorgen dat de plegers van oorlogsmisdaden en schendingen van de mensenrechten, met inbegrip van degenen die dergelijke misdrijven door middel van propaganda hebben ondersteund, ter verantwoording worden geroepen; verzoekt de EU en haar lidstaten daarom samen te werken met internationale organen om bewijsmateriaal te verzamelen en de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof alsook zijn onderzoek naar oorlogsmisdaden die sinds 20 februari 2014 op het grondgebied van Oekraïne zijn gepleegd, te ondersteunen en te bevorderen, teneinde Vladimir Poetin en Aliaksandr Loekasjenko voor het gerecht te brengen;

46.  is ingenomen met de speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om de scherpe veroordeling door de internationale gemeenschap van de acties die namens de Russische Federatie tegen Oekraïne zijn ondernomen, kracht bij te zetten evenals de voorgestelde goedkeuring van een resolutie waarin wordt opgeroepen tot sancties tegen de Russische Federatie als agressor; betreurt het Russische veto op de resolutie van de VN-Veiligheidsraad die bedoeld is een einde te maken aan het militaire offensief van de Russische Federatie tegen Oekraïne;

47.  dringt aan op het instellen van een onderzoek door de VN-Veiligheidsraad op grond van hoofdstuk VI van het Handvest van de Verenigde Naties (artikelen 34 en 35); verzoekt China, als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne volledig te eerbiedigen en zijn invloed op Rusland aan te wenden om een einde te maken aan de huidige agressie, die de internationale stabiliteit bedreigt;

48.  veroordeelt de Russische Federatie wegens het uitvoeren van militaire operaties in de onmiddellijke nabijheid van kritieke infrastructuur, zoals kerncentrales, dammen en chemische fabrieken; is ernstig bezorgd over de situatie van de kerncentrale van Tsjernobyl nadat deze door de Russische strijdkrachten is veroverd, waarmee alle mogelijke regelgeving inzake de veiligheid van kerncentrales met voeten is getreden en die nu als springplank wordt gebruikt voor een offensief tegen Kiev, met inbegrip van artilleriebeschietingen; verzoekt de internationale gemeenschap de situatie nauwlettend te volgen en bepleit een dringende bijeenkomst van de raad van bestuur van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie over de gevolgen van de Russische agressie voor de nucleaire veiligheid;

49.  neemt met grote bezorgdheid kennis van de bezetting en controle van de kerncentrale van Tsjernobyl door Russische strijdkrachten; vraagt de Internationale Organisatie voor Atoomenergie een speciale taskforce op te richten om toezicht te houden op de acties van de Russische Federatie met betrekking tot de veiligheid van nucleaire terreinen, installaties en brandstoffen;

50.  verzoekt de EU-instellingen de milieueffecten van de oorlog op de regio te beoordelen;

51.  is uiterst bezorgd over de alliantie tussen extreemrechtse partijen die vertegenwoordigd zijn in het Europees Parlement en de Russische regerende partij en over de gevolgen daarvan voor onze democratieën, alsook over de buitenlandse en verkapte financiering van partijen, personen en bewegingen, die tot doel heeft de EU sociaal te versnipperen en te destabiliseren;

52.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van Belarus.

(1) Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0515.
(2) Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Laatst bijgewerkt op: 8 maart 2022Juridische mededeling - Privacybeleid