Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
De betrekkingen van de Europese Unie met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zijn divers en vinden plaats op verschillende niveaus. Met de nieuwe agenda voor de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied streeft de EU ernaar het biregionale strategische partnerschap te versterken en te moderniseren. De EU treedt via topconferenties met de staatshoofden en regeringsleiders en via parlementaire diplomatie in contact met het hele gebied, terwijl ze door middel van overeenkomsten en politieke dialogen verbonden is met het Caribisch gebied, Midden-Amerika, de Andesgemeenschap, Mercosur en afzonderlijke landen.
Rechtsgrond
- Titel V (het extern optreden van de Unie) van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
- De titels I tot en met III en V (gemeenschappelijk handelsbeleid, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, internationale overeenkomsten) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Betrekkingen tussen de regio’s
De EU en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC) zijn natuurlijke partners met nauwe politieke, economische en culturele banden. Een uitgebreid netwerk van overeenkomsten verbindt de EU met 27 van de 33 landen in de regio. Ook de economische banden zijn sterk: de EU is de grootste investeerder in de regio en haar op twee na grootste handelspartner. Ook levert ze de grootste bijdrage op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De landen van de EU en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied vormen samen meer dan een derde van de lidstaten van de Verenigde Naties en leggen een groot gewicht in de schaal als het gaat om het streven naar sterk, op regels gebaseerd multilateralisme.
Op 7 juni 2023 hebben de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie een gezamenlijke mededeling aangenomen getiteld “Een nieuwe agenda voor de betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied” om de betrekkingen verder aan te halen en te zorgen voor een vernieuwd partnerschap tussen de EU en LAC. In de mededeling worden zes belangrijke gebieden onderscheiden:
- een hernieuwd politiek partnerschap;
- de versterking van een gemeenschappelijke handelsagenda;
- de Global Gateway-investeringsstrategie om vaart te zetten achter een eerlijke, groene en digitale transitie en ongelijkheden aan te pakken;
- de bundeling van krachten voor gerechtigheid, burgerveiligheid en de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad;
- samenwerking ter bevordering van vrede en veiligheid, democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en humanitaire hulp;
- de opbouw van een levendig partnerschap tussen de bevolking van de EU en LAC.
In de mededeling wordt de parlementaire diplomatie erkend als een essentieel onderdeel van de biregionale betrekkingen en wordt met name gewezen op de rol van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat).
A. De topconferenties
Op de eerste top EU-LAC, die in juni 1999 in Rio de Janeiro werd gehouden, is een biregionaal strategisch partnerschap in het leven geroepen. Op de zesde en laatste top EU-LAC, die in 2010 in Madrid plaatsvond, werd de EU-LAC-Stichting in het leven geroepen. Deze heeft tot taak om het biregionale strategische partnerschap te versterken en te bevorderen.
De Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (Celac), die in 2010 werd opgericht, is een regionaal blok van de 33 Latijns-Amerikaanse en Caribische landen. Regionale topontmoetingen tussen de EU en Celac zijn nu het belangrijkste forum voor dialoog en samenwerking bij de gezamenlijke aanpak van mondiale uitdagingen. De derde top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en Celac vond op 17 en 18 juli 2023 in Brussel plaats, acht jaar na de laatste top. De leiders van de EU en Celac hebben zich ertoe verbonden hun reeds lang bestaande partnerschap te vernieuwen en te institutionaliseren. De top vond plaats onder het motto “Vernieuwing van het biregionale partnerschap voor vrede en duurzame ontwikkeling”. Er werd een breed scala aan onderwerpen besproken, waaronder nauwere samenwerking in multilaterale fora, mondiale vrede en veiligheid, handel en investeringen, bestrijding van klimaatverandering, justitie en veiligheid. De voorzitter van het Europees Parlement, Roberta Metsola, nam deel aan de top. Haar toespraak spitste zich toe op het belang van vooruitgang met betrekking tot lopende handels- en associatieovereenkomsten. Aan het einde van de top werd de verklaring over de top EU-Celac 2023 aangenomen die op één na door alle EU-lidstaten en Celac-landen werd goedgekeurd. Bij die gelegenheid werd ook de routekaart EU-Celac 2023-2025 gepubliceerd. De staatshoofden en regeringsleiders kwamen overeen om in de toekomst om de twee jaar een topontmoeting te houden. De eerstvolgende staat gepland voor 2025 en zal in Colombia plaatsvinden.
B. De parlementaire dimensie
Voor de EU en LAC is parlementaire diplomatie een belangrijk kanaal voor dialoog en de uitwisseling van ideeën en beste praktijken. Sinds 1974 hebben leden van het Europees Parlement en Latijns-Amerikaanse parlementsleden geregeld contact met elkaar via interparlementaire conferenties, waarvan er inmiddels 17 hebben plaatsgevonden.
In 2006 werd de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat) opgericht als de parlementaire instelling van het biregionale strategische partnerschap. EuroLat dient als forum om alle vraagstukken die verband houden met het partnerschap te bespreken, nauwlettend te volgen en te evalueren.
EuroLat telt 150 leden: 75 van het Europees Parlement en 75 van Latijns-Amerikaanse subregionale parlementen, waaronder het Latijns-Amerikaans Parlement, het Andesparlement, het Midden-Amerikaans Parlement, het Mercosur-parlement en de congressen van Chili en Mexico.
EuroLat heeft gedebatteerd over onderwerpen als digitalisering en de digitale economie, cyberbeveiliging en AI, de strijd tegen georganiseerde misdaad, voedselzekerheid en klimaatverandering, en heeft sinds 2006 in totaal 15 zittingen belegd. De meest recente zitting van EuroLat vond plaats in juli 2023 in Madrid, Spanje.
In de gezamenlijke verklaring van de derde top EU-Celac werd parlementaire diplomatie erkend als een belangrijke dimensie van de biregionale betrekkingen en werd de constructieve rol van EuroLat in dit verband geprezen. Daarnaast hebben de covoorzitters van EuroLat tijdens de top een verklaring afgegeven over het belang van het sluiten van hangende bilaterale handels- en associatieovereenkomsten over klimaatverandering en over de revitalisering van multilateralisme.
De parlementaire betrekkingen van de EU met de Caribische landen vallen onder de bevoegdheid van de Paritaire Parlementaire Vergadering OACPS[1]-EU. De Overeenkomst van Samoa wordt sinds 2024 toegepast en heeft de specifieke behoeften van de regio’s onder de aandacht gebracht; dit leidde tot de oprichting van een Parlementaire Vergadering EU-Caribisch gebied. Dit nieuwe orgaan heeft in februari 2024 in Angola zijn constituerende vergadering gehouden en bestaat uit 15 leden van het Europees Parlement en 1 parlementslid uit elk van de Caribische landen. Tijdens de eerste vergadering werd het reglement van orde vastgesteld, dat voorziet in een jaarlijkse vergadering, afwisselend in het Caribisch gebied en in de Europese Unie. De volgende vergadering zal in 2025 in het Caribisch gebied worden gehouden.
Betrekkingen met de subregio’s
A. De Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru)
In december 2003 besloten de EU en de Andesregio tot een overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking (PDCA), waarin de reikwijdte van hun samenwerking verder werd uitgebreid. De overeenkomst is echter nog niet in werking getreden. In juni 2007 werden de onderhandelingen over een associatieovereenkomst gestart. Deze leidden tot een handelsovereenkomst met Peru en Colombia in maart 2010. De overeenkomst met Peru en Colombia, die in juni 2012 werd getekend en in december 2012 door het Europees Parlement werd geratificeerd, is op respectievelijk 1 maart 2013 en 1 augustus 2013 in werking getreden. De overeenkomst voorziet in een volledige liberalisering van de handel in industriële en visserijproducten tussen nu en tien jaar (waarbij de meeste tarieven worden geschrapt bij de inwerkingtreding van de overeenkomst) en een grotere markttoegang voor landbouwproducten. In de overeenkomst komen onderwerpen aan bod als openbare aanbestedingen, investeringen, mensenrechten en arbeids- en milieunormen. Ecuador voegde zich op 1 januari 2017 bij de handelsovereenkomst. Bolivia kan ook om toetreding verzoeken, maar heeft dit nog niet gedaan. De volledige uitvoering van de overeenkomst is momenteel afhankelijk van ratificatie door een laatste lidstaat: België.
B. Het Caribisch gebied
De betrekkingen tussen de EU en het Caribisch gebied kenmerken zich door diverse elkaar overlappende institutionele kaders, waaronder de Overeenkomst van Samoa, met het Caribische protocol, dat 15 Caribische landen omvat[2].
De gezamenlijke strategie voor een partnerschap tussen de EU en het Caribisch gebied, biedt een gestructureerd kader voor verbreding en verdieping van de dialoog en samenwerking. De EU is de grootste handelspartner van het Caribisch gebied. De belangrijkste regionale partner voor de economische dialoog met de EU is het Caribisch Forum (Cariforum) dat bestaat uit leden van de Caribische Gemeenschap, plus de Dominicaanse Republiek. In 2008 sloten zij met de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Cariforum-staten een brede vrijhandels- en economische overeenkomst.
De onderhandelingen over de sluiting van een PDCA met Cuba begonnen in april 2014 en werden met succes afgerond in maart 2016. De overeenkomst wordt sinds 1 november 2017 voorlopig toegepast. De PDCA kan volledig in werking treden zodra die door alle EU-lidstaten is geratificeerd. De PDCA omvat drie belangrijke hoofdstukken over politieke dialoog, samenwerking en sectorale beleidsdialoog, en handel.
C. Midden-Amerika (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama)
Een associatieovereenkomst met Midden-Amerika, de eerste van dit soort overeenkomsten tussen regio’s die door de EU werden gesloten, werd in juni 2012 ondertekend en in december 2012 door het Europees Parlement geratificeerd. De overeenkomst bestaat uit drie pijlers: politieke dialoog, samenwerking en handel. Het doel is de totstandkoming van een bevoorrecht politiek partnerschap op basis van waarden, beginselen en gemeenschappelijke doelstellingen. De overeenkomst richt zich ook op het verbeteren van de mensenrechten, het terugdringen van armoede, het bestrijden van ongelijkheid, het voorkomen van conflicten en het bevorderen van goed bestuur, veiligheid, regionale integratie en duurzame ontwikkeling. Daarnaast wordt met de associatieovereenkomst de handel in industriële producten en visserijproducten geliberaliseerd en worden de meeste tarieven op de handel in landbouwproducten geschrapt. Sinds 2013 wordt alleen het handelshoofdstuk voorlopig toegepast. De overeenkomst is nu door alle EU-lidstaten geratificeerd en zal naar verwachting in 2024 in werking treden. Een Parlementair Associatiecomité zal toezicht houden op de uitvoering van de overeenkomst en de mogelijkheden voor actie op parlementair niveau uitbreiden.
D. Mercosur (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay)
In 1999 werden er onderhandelingen gestart over een associatieovereenkomst met Mercosur betreffende onder meer een politieke dialoog, samenwerking en vrije handel. In 2019 werd een politiek akkoord bereikt. De ratificatie van de associatieovereenkomst werd echter opgeschort vanwege bezorgdheid over de milieu- en mensenrechtennormen in Brazilië onder de regering van president Bolsonaro. De onderhandelingen werden hervat met de verkiezing van president Lula da Silva in 2022, maar er is momenteel een impasse in het goedkeuringsproces. Indien de overeenkomst in werking treedt, zullen de rechten voor 91 % van de uit de EU naar Mercosur uitgevoerde goederen worden afgeschaft, en zullen de rechten op verschillende producten worden verlaagd. De EU zal de tarieven op 92 % van de uit Mercosur ingevoerde goederen afschaffen, maar zal de tariefcontingenten voor gevoelige landbouwproducten handhaven.
Betrekkingen met afzonderlijke landen
A. Brazilië
In 2007 stelden de EU en Brazilië een strategisch partnerschap in. Binnen het partnerschap voeren de EU en Brazilië samenwerkings- en beleidsdialogen op meer dan dertig gebieden die van wederzijds belang zijn, waaronder internationale vrede en veiligheid, mensenrechten, governance in de overheidssector, economische en financiële kwesties, innovatie, sociaal beleid, onderwijs, het milieu en regionale integratie. Het strategische partnerschap EU-Brazilië omvat ook een regelmatige dialoog tussen het Nationaal Congres van Brazilië en het Europees Parlement. De verkiezing van Lula da Silva tot president van Brazilië in 2022 en zijn aantreden in januari 2023 leidden tot een heropleving van de betrekkingen tussen de EU en Brazilië, met onder meer een reeks bezoeken op hoog niveau van beide partijen. In 2023 brachten maar liefst vier delegaties van het Europees Parlement[3] een bezoek aan Brazilië. Een top EU-Brazilië staat gepland voor 2024.
B. Chili
De EU sloot in 2002 een associatieovereenkomst met Chili. De onderhandelingen over de modernisering van de associatieovereenkomst en de vervanging ervan door een geavanceerde kaderovereenkomst (AFA) zijn in november 2017 van start gegaan en in december 2022 afgerond. Het Europees Parlement gaf zijn goedkeuring in februari 2024. Het Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben de interimhandelsovereenkomst (ITA) goedgekeurd, die alleen de handels- en investeringselementen van de AFA bevat en die alleen op EU-niveau moet worden geratificeerd. Zodra Chili zijn interne ratificatieproces heeft voltooid, treedt de ITA in werking. De ITA loopt af wanneer de AFA, zodra alle lidstaten deze hebben geratificeerd, in werking treedt.
De gemoderniseerde overeenkomst bestaat uit een pijler politieke dialoog en samenwerking en een pijler handel en investeringen. Deze versterkt de handels- en investeringsbetrekkingen tussen de EU en Chili, bevat bindende milieu- en arbeidsverbintenissen, vergemakkelijkt de toegang tot kritieke grondstoffen en heeft voor het eerst in een EU-overeenkomst een specifiek hoofdstuk over handel en gendergelijkheid. De Gemengde Parlementaire Commissie EU-Chili houdt sinds 2003 toezicht op de uitvoering van de associatieovereenkomst en zal de AFA met twee jaarlijkse vergaderingen blijven monitoren.
C. Mexico
Mexico is het enige land waarmee de EU zowel een associatieovereenkomst als een strategisch partnerschap heeft. De Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de EU en Mexico, ook wel de “Overeenkomst tussen de EU en Mexico ” genoemd, is in 2000 in werking getreden en heeft de politieke dialoog geïnstitutionaliseerd, de samenwerkingsgebieden, waaronder democratie en mensenrechten, verbreed en een vrijhandelszone tussen de EU en Mexico tot stand gebracht. De onderhandelingen met Mexico over de modernisering van de Overeenkomst tussen de EU en Mexico zijn in mei 2016 van start gegaan. In april 2018 bereikten de partijen een “beginselakkoord” over de handelshoofdstukken en in april 2020 kwamen zij tot een consensus over de laatste resterende onderdelen. De overeenkomst moet nog worden geratificeerd.
Het strategische partnerschap werd in 2009 opgericht met een tweeledig doel: de samenwerking en coördinatie tussen de EU en Mexico op multilateraal niveau op het gebied van mondiale kwesties intensiveren, en een extra politieke impuls geven aan bilaterale betrekkingen en initiatieven. In het kader van het strategische partnerschap hebben er drie topconferenties tussen de EU en Mexico plaatsgevonden, waarvan de meest recente in juni 2015. Er worden op regelmatige basis dialogen op hoog niveau gehouden tussen de EU en Mexico over uiteenlopende onderwerpen, bijvoorbeeld mensenrechten, veiligheid en rechtshandhaving, economische kwesties, en het milieu en klimaatverandering. De Gemengde Parlementaire Commissie EU-Mexico controleert sinds 2005 de uitvoering van de Overeenkomst tussen de EU en Mexico. De Gemengde Parlementaire Commissie komt normaliter tweemaal per jaar bijeen en vormt een belangrijk forum voor overleg.
Jonas Kraft / Clotilde Chantal Claudie Sebag